Sprong in het heelal (3)

1.Wel liefdevol gemaakt, niet liefdevol ontvangen

Lettertje ten voeten uitGroningen, 1952 Ik was 6 en moest naar de lagere school. Moeder was blij, want op de Gereformeerde kleuterschool waren er behalve ik alleen maar synodale kinderen geweest. “Daar kun je geen vriendjes mee worden,” had ze gezegd. Dus nu naar een school die strenger in de leer was: een artikel 31 omgeving met goede meesters en juffen. Dat was vertrouwd volk, want die zagen we ’s zondags twee keer in de Noorderkerk. Mijn ouders waren in de Gereformeerde kerkscheuring van 1944/45 meegegaan met prof. Schilder, oftewel ze waren “gereformeerd onderhoudende artikel 31” scheuringgeworden. Ik ben na mijn geboorte dan ook niet “verondersteld wedergeboren” gedoopt. Ik moest het zelf maar zien te rooien, dat wedergeboren worden.

Religie maakt meer kapot dan je lief is. Onder andere ons gezin.

Religie maakt meer kapot dan je lief is. Onder andere ons gezin. Later heb ik me, zo gauw dat kon, onttrokken aan de gemeenschap der Kerk. Ik had gemeenschap met een meisje gehad, dat smaakte naar meer en gaf ook meer voldoening, zodoende. Het vervoer naar de kleuterschool bestond uit mijn autoped. Een mooie rooie, met zitje annex standaard, maar zonder rem. Ik moest in mijn eentje steppen, zonder begeleiding. Vader werkte in de fabriek of was ziek thuis, want hij had een open been dat hem regelmatig aan zijn ligstoel bond. Moeder was schoonmaakster, bij mensen thuis en ook op een school, de HBS in de Grote Rozenstraat. Ik was al vaak mee geweest, dan mocht ik met een brede zachte bezem de gang vegen. Toen ik naar de grote school ging, moest ik vaker mee om te helpen. Het schoolbord schoonmaken, waarbij ik op een stoel moest staan voor de bovenkant. Of alle prullenbakken legen.

De kurk schoot er met een plop af en het spul spatte deels in de la en deels op de net aangeveegde vloer.

Het scheikundelokaal had een aparte bekoring: geen schoolbanken maar werkbanken met gaspitjes en spoelbakken met kranen. En grote laden die je kon opentrekken om de geheimzinnige inhoud te verkennen. Een hoefijzermagneet van gigantische proporties waaraan stukjes metaal zaten die ik er niet af kon krijgen. Een glazen buisje met een zilverachtige vloeistof erin. De kurk schoot er met een plop af en het spul spatte deels in de la en deels op de net aangeveegde vloer. scheikundelokaal letterzetter“Kwik!” brulde mijn moeder, terwijl ze me een flinke pets tegen mijn hoofd gaf. “Rotjong! Wat doe je er aan met je smerige rotpoten!” Mijn moeder was niet altijd diplomatiek in haar uitingen. Vader had eens gezegd dat Moeder achteraan stond toen het verstand werd uitgedeeld, maar vooraan toen het om de grote bekken ging. Ik kroop op de grond om de kwikbolletjes op te rapen. Dat viel niet mee, ze ontsnapten telkens. “Hier, snotjong, opvegen!” Er kletterde een stofblik en veger naast me op de grond. Met veel moeite lukte het om het spul in het stofblik te krijgen. Met een rood gezicht stond mijn moeder in de la te frutten, het duurde lang voor alles opgeruimd was. Voor straf mocht ik de volgende keer niet weer mee, beet ze me toe. Alsof dat een straf was!

De eerste klas van de lagere school, de S. van der Veenschool aan de Noorderbuitensingel, was een verschrikking.

De eerste klas van de lagere school, de S. van der Veenschool aan de Noorderbuitensingel, was een verschrikking. Ouderwets onderwijs, drie rijen banken in een krijtig lokaal. Klassikaal leren schrijven en rekenen, psalmversjes uit je hoofd leren. Tafels van vermenigvuldiging opdreunen. Schuin schrijven, op de lijntjes met een haperende kroontjespen die inkt spetterde vanwege het slechte papier. De juf mepte met een lineaal op je hand als ze het niet netjes vond. “Hou je hand op! Hoger!” juf met liniaalPets. Ik werd gepest door een paar kinderen. In een onbewaakt ogenblik zat ik nietsvermoedend met een vinger in mijn neus. “Juf! Juf! Hij zit in zijn neus te pulken!” Juf kwam met grote stappen op me toe, de lineaal opgeheven. “Laat dat! Hou je hand op! Hoger!” Pets. Na vieren riepen de meiden over het schoolplein: “Neusjepullekepulk!” De jongen die naast me zat zei: “Poets jij je tanden niet? Ze zijn groen en je stinkt uit je mond.” Ik kwam huilend thuis. “We hebben geen geld voor tandpasta. Hier, poets maar met Vim,” zei Moeder. Ik schudde mijn hoofd. “Nee, ik wil tandpasta!” Moeder poetste met kracht mijn tanden met Vim, mijn hoofd gekneld in de holte van haar arm. “Rotjong ook altijd.” Ik was een nakomertje en misschien wel liefdevol gemaakt maar door mijn moeder niet liefdevol ontvangen. En op school ging het nu ook niet zo goed. gereformeerde schoolfoto Letterzetter

2. “Komst nait in hemel, jong”

Vader besliste uiteindelijk dat ik na de grote vakantie naar een andere school ging. Het was een nieuwe school, pas gebouwd. Wel van de synodalen, maar dat vond hij niet zo erg.  “Je gaat naar de Bavickschool, bij de Hamburgervijver. Het is een Daltonschool.” “Wat is dat?” vroeg ik. Hij haalde zijn schouders op.  “Tja, anders dan een gewone school, ze hebben geen banken in de klas maar tafels en stoelen.” Ik zag in gedachten een klas zoals onze woonkamer. De tafel met Perzisch kleed, vier stoelen er omheen, Vader’s rookstoel naast de kachel. Gezellig.

Een week voor de school begon mocht ik met Vader mee de stad in, achterop de Mobylette. We stopten bij een fietsenwinkel.

De vakantie vloog voorbij. Een week voor de school begon mocht ik met Vader mee de stad in, achterop de Mobylette. We stopten bij een fietsenwinkel. ‘Leerling Rijwielen‘ ontcijferde ik op de winkelruit.  We gingen naar binnen, Vader liep direct door naar achteren. “Kom hier, geef meneer Leerling eens een hand,” zei hij. Meneer Leerling kneep mijn hand fijn. Hij lachte. “Dus jij komt je nieuwe fiets halen?’“vroeg hij. “Huh?” Vader genoot van mijn onthutst gezicht, hij lachte breed. “Een mooie tweedehands fiets, helemaal opnieuw gemoffeld, kijk maar.” jongen met fietsIk keek mijn ogen uit.  Er hoefden geen blokken aan de trappers, mijn spillebenen waren lang genoeg. “Is het echt een moffenfiets?” vroeg ik. Meneer Leerling schoot in de lach. “Nee, gemoffeld is dat hij helemaal nieuw in de verf zit, dat heeft niks met de moffen te maken.” Ik mocht gelijk terug naar huis fietsen. “Zo, volgende week ga je op de fiets naar school,” zei Vader. Moeder keek bezwaarlijk. “Hij kan toch net zo goed lopen,” bitste ze. “Niks ervan,” zei Vader op strenge toon. Als Vader zo’n toon gebruikte was ze stil. Net of ze een beetje bang van hem was. Het is fijn op de nieuwe school.  Juf Vermeulen van onze klas is een lieve juf. “Je hebt wel een achterstand met rekenen, maar dat werken we wel weg,” zegt ze. Ze ziet mijn gezicht betrekken. “Vind je rekenen niet zo leuk?” “Als je het niet weet en een tik met de lineaal krijgt …” “Hier wordt niet getikt of geslagen,” zegt ze resoluut, “daar hoef je  niet bang voor te zijn.” “Maar ik heb wel liever taal.”  Ze lacht.  “Het komt wel goed, jochie,” zei ze en strijkt over mijn bol.

Tafels opdreunen deden we niet en je hoefde ook geen psalmversjes uit je hoofd leren.

Natuurlijk lag er geen Perzisch kleed op de tafeltjes.  Ze waren gegroepeerd in blokjes van vier, en je mocht samen met de andere drie kinderen werken. Rekenen was niet eens moeilijk, een makkie eigenlijk. Tafels opdreunen deden we niet en je hoefde ook geen psalmversjes uit je hoofd leren. Van Moeder moest ik elke zondag een psalmvers uit mijn hoofd leren. In het begin zei ze elke regel op en dan moest ik het nazeggen, net zo lang tot ik het hele vers kon opdreunen. Ik leerde snel, maar vond het vervelend. Meestal snapte ik niks van de teksten, maar dat kwam later wel, zei Moeder.En wee mijn gebeente als ik het niet kende. Als Moeder boos werd praatte ze plat Gronings. “Komst nait in hemel, jong!” dreigde ze dan. En ik boog mijn hoofd en zei hakkelend het vers op. Toen ik goed kon lezen moest ik elke zondagavond na het eten aan tafel uit de bijbel voorlezen. Er werd elke dag uit de bijbel gelezen, maar dat deed Vader altijd. Mijn zus en Moeder hoefden nooit te lezen. Uit de bijbel lezen kinderbijbelwas voor mannenbroeders, zei Vader. Ik mocht uit de kinderbijbel lezen, het was geen echte bijbel maar het Groot Vertelboek voor de Bijbelse Geschiedenis van Anne de Vries. Na het ontbijt las Moeder wel, maar dat was een kalenderblaadje. “Scheur even een Kruimken af?” zei ze dan tegen mij. Er hing een kalender in de hoek, ‘Kruimkens van ’s Heeren tafel’ met een blok scheurblaadjes, de datum op de voorkant en een tekst op de achterkant. Ze las dan haperend en hakkelend de stichtelijke tekst. Ze besloot met een langdurig dankgebed dat ze onverstaanbaar voor zich uit mummelde. Na een tijdje keek ik door mijn half dichtgeknepen ogen of ze klaar was, dan had ze haar ogen open. Daarna kon ik gelukkig naar school. bavinckschool

3. Sprong in het heelal

Zondags mocht ik niet buiten spelen. Ik moest wel twee keer naar de kerk, lange, lange diensten. Twee-en-een-half uur was normaal.
Tijdens de preek zag je hier en daar in de kerk mannen gaan staan, omdat ze anders in slaap vielen.  Omdat ik nooit iets van de preek snapte, ging ik vast het psalmvers leren dat ik ’s avonds moest opzeggen.

Elke keer zwaaide ik naar de oudjes. Ze zwaaiden nooit terug.

Als de kerk uit ging liepen we langs een rij huizen, pal achter de kerk.
Boven de ingang stond: Bethesda. Er woonden alleen oude mensen.
Elke keer keek ik door de ramen of ik het zwembad ook zag, want in de bijbel stond dat er een bad was in Bethesda. Als het water ging kolken, sprongen de mensen erin en de eerste in het water werd dan bethesda01genezen van zijn ziekte. De mensen die hier woonden waren nog niet genezen, ze liepen achter een looprek of zaten in een rolstoel. Er woonde ook een man met een vreselijk groot hoofd. Met zo’n hoofd spring je niet zomaar in het water, natuurlijk. En je moet er vlug bij zijn. De mensen die ik zag liepen als slakken zo langzaam. Elke keer zwaaide ik naar de oudjes. Ze zwaaiden nooit terug.

Als Vader en Moeder zondagavond op visite gingen, mochten mijn oudere zus Mieneke en ik naar de radio luisteren. Een Erres, met een groen knipperend oog dat zich wijd opensperde als het goed was afgestemd. Kees, de vriend van mijn zus, kwam wel eens langs. Het licht in de woonkamer ging uit, alleen het groene oog gloeide geheimzinnig. We gingen naar ‘Sprong in het heelal’ luisteren, een spannend hoorspel. Ik moest van mijn zus vlak voor de radio zitten, zodat ik het afstemoog in de gaten kon houden. Soms hoorde je een mexicaanse hond huilen, die de uitzending stoorde. Dan draaide je heel voorzichtig aan de afstemknop en daar was het hoorspel weer. Mijn zus en haar vriend gingen achter mij zitten, Kees wilde in de stoel van Vader gaan zitten.

“Nee,” zei Mieneke, “die kraakt.”

Ze namen de andere stoel en zus ging bij hem op schoot zitten. Het was een vreselijk spannende aflevering, over monsters uit het heelal die mensen aanvielen. Er gebeurde altijd iets onverwachts. Er klonk hard gehuil en een stem schreeuwde:

spronginhetheelal01“Luitenant, pas op!”

“Gnnáah!” kreet mijn zus.

“Oohh,” zuchtte ze nog.

Gelukkig liep het goed af.

Eens kwam Henk, mijn oudere broer, het weekend thuis. Hij was 16 jaar ouder en beroepssoldaat, marinier, moest je zeggen. Het was winter en hij had een lange, groene legerjas aan. Hij hield een paar splinternieuwe schaatsen omhoog, echte friese doorlopers.

“Ik ga je scheuvelen leren,” lachte hij.

Op een stuk ondergelopen weiland achter onze wijk bond hij ze onder mijn laarzen. Hij pakte me bij de hand. “Ga maar staan,” zei hij. Voorzichtig deed ik de eerste pasjes. “Glijden!” zei hij en kneep in mijn hand. Ik gleed. En nog eens. Hij liet mijn hand los. Ik scheuvelde alsof ik nooit iets anders had gedaan. Toen we weer thuiskwamen zei hij trots tegen Vader en Moeder: “Hij kan het al, hartstikke goud!”

Ze had bijna elke maand een nieuw vriendje, ze was een knappe meid.

Het zat er van nature in, iedereen in onze familie kon goed schaatsen.
We gingen die winter samen schaatsen op het Boterdiep. Mijn broer was er niet bij, maar Mieneke haar nieuwe vriendje Koos wel. Ze had bijna elke maand een nieuw vriendje, ze was een knappe meid. Koos stond rillend aan de kant op zijn schaatsen, hij kon niet goed schaatsen. Moeder gleed uit over een strootje en viel een sterretje in het ijs. Vader lachte even maar hielp haar vlug omhoog. Ze gleed met een pijnlijk gezicht naar de kant en deed haar schaatsen af. Ze heeft daarna nooit meer geschaatst. Het was de enige keer in mijn leven dat ik tranen op haar gezicht zag.

Mijn moeder was een harde vrouw. Ik kan me niet herinneren dat ze mij geknuffeld heeft. Ze snauwde altijd. Er kwamen geen buren bij ons over de vloer, want die waren niet van onze kerk. Veel later verzuchtte mijn vader eens dat ze godsdienstwaanzin had. Hij greep wel eens in, als ze in zijn opzicht te streng was. Het uit het hoofd leren van psalmversjes vond hij eigenlijk niet nodig. Moeder zei eens: “We moeten veel bidden, dat onze kinderen goed terechtkomen, dat ze later in de hemel komen.”

Gebeden werd er veel, en lang. Eén keer per jaar kregen we ouderlingenbezoek. We moesten opgedoft klaarzitten. Er was een ouderling die dan het gebed uitsprak, zó lang dat ik er ongedurig van werd. De man wiegde ritmisch heen en weer tijdens het bidden, zijn stoel piepte en kraakte. Toen ze weer weg waren zei Moeder bewonderend: “Wat kan die man bidden, daar kun jij nog wat van leren, Hendrik.”

Vader schudde zwijgend zijn hoofd.

Je moest altijd bidden en danken. Voor en na elke maaltijd, en ’s avonds voor je ging slapen. Je moest voor iedereen bidden, armen en zieken enzo. Omdat ik op de onverwarmde zolder sliep hoefde ik ’s winters niet op mijn knieën voor het bed bidden, dat mocht onder de dekens. In de zomer was het vaak loeiheet, dan moest ik op mijn blote knieën. Als Vader en Moeder dan later op de avond gingen slapen bleef de slaapkamerdeur op een kier, wegens de warmte. Eens hoorde ik dat Vader bad. Ik dacht dat hij op zijn knieën voor het bed lag, hij mocht natuurlijk tegen het bed leunen, vanwege zijn zere been. Het bed kraakte ritmisch en ik hoorde hem smeken: “God, o God, o Gód…”

grotezus

 

Auteur: Letterzetter Letterzetter

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

111 gedachten over “Sprong in het heelal (3)”

  1. Letterzetter. Jij ook al! Geweldig! Het Apiedapie-schrijverscollectief beslaat zo langzamerhand al een halve eeuw.

    Het is alsof ik in het album van mijn ouders zit te kijken. Daar zit ook zo’n foto van een scheikundelokaal in.

    Religie maakt meer kapot dan je lief is. Ook mijn “familie” weet daar alles van.

    Ik zie dat er inmiddels nog meer verhalen geschreven zijn. Daar hoop ik tijdens m’n komende nachtdiensten aan toe te komen. Helaas heb ik veel te weinig tijd voor alles.

    Maar er is weer een prachtig tijdsbeeld toegevoegd aan dit bijzondere geheel. Mijn complimenten, ook naar Apie toe.

  2. Wat een prachtig verhaal en een prachtig sfeerbeeld, Letterzetter! Je hebt een nare, zware kindertijd gehad maar dat levert ons nu wel dit juweeltje op. Fijne toevoeging aan de gestaag groeiende groep feuilletons; ik kijk uit naar de volgende aflevering.

    Heerlijke, klassieke uitdrukking: gemeenschap hebben.

    En weer mooi vormgegeven, Apie!

  3. Alle feuilletons zijn te raadplegen in het digitale Apiedapie Collectief Archief, te beklikken via de knop ‘feuilletons’ in de bovenste menubalk.

  4. Ooit hoorde ik: Oh,ik ben wel religieus, af en toe heb ik wat moeite Amet de “grondtroepen” van de Almachtige.

    Apiedapie heeft telkens het bindend vermogen, anderen iets over zichzelf te vertellen.

    Aldus ontstaat ’n extra dimensie aan het blog.

    In het gamma van “Zo werkte dat”, wacht ik op het , warme gezin, dat in die jaren, ook in dat Huis dat in Holland stond, zoon of dochter gewoon naar de top van de samenleving groeide.

    Vader Jood, econoom, kiest rijdig de goede route, keert terug na de oorlog, helpt mee Nederland mee te laten spelen op de wereld marktplaats.
    Zoon, dochter hoe verging het hen?

    ’n Setting waarin zorgvuldigheid, koesteren, helpen bij het maken van keuzes , het gezin, hoeksteen van de samenleving. centrale componenten zijn.

    Maar eerst nu aandacht voor levenservaringen, waar er helaas te veel van zijn, waardoor het goed is, dat men zijn verhaal eens kwijt kan.

  5. In het gezin waar Maarten ’t Hart opgroeide, werden ook geen tanden gepoetst. Het doel was zo snel mogelijk, liefst voor het trouwen, een kunstgebit. ‘Konden ze ook niet meer aan je verdienen’, als pa ’t Hart.

  6. Nou dat valt niks niet tegen! Prima geschreven. En mooie foto’s ook. Deze zin wil ik er nog even uitlichten: “Ik moest het zelf maar zien te rooien, dat wedergeboren worden.” Ga er maar aan staan. Het vat dit eerste deel voor mij goed samen. Ik zie uit naar meer.

  7. Een moeilijke jeugd is een goudmijn voor de schrijver, Letterzetter!

    Prachtig verhaal, mooie foto, ik herken de strikken van de meisjes boven op het hoofd.Mijn broertje had destijds het zelfde kapsel als jij en de jongens op de foto.
    Ik ben heel benieuwd naar het vervolg.

  8. Fraai – dat smaakt naar meer!

    Ik hoop nog wel meer te horen over hoe religie het gezin kapot maakte. Want de schrijver is immers geboren in 1946, in de nog warme as van het verwoeste Europa.

    En dan de Vrijmaking – ach… in 1944, in de Hongerwinter. Familieleden kwamen jarenlang niet bij elkaar op de verjaardag. Broers wendden het hoofd af als ze elkaar op straat tegenkwamen.

  9. Kijk eens aan, de jeugdherinneringen van een generatiegenoot, dat klinkt veelbelovend. Zelf kwam ik uit een ongelovig, rood nest, dus van die godsdiensttwisten heb ik niet veel meegekregen. Ik ben benieuwd.

  10. Wij ook, Ad. Jij mag ook hoor. Man, jij hebt nogeens een verhalen te vertellen. Lever het als platte tekst aan, desnoods in bullet points en wij maken er wat moois van.

  11. Ad, kan jij nog niet wat babyboom-emigranten verhalen schrijven? Ik vind dit echt genieten, hoor, al deze verhalen. Ik realiseer me nu pas, dat ik veel te weinig aan mijn ouders heb gevraagd. Of eigenlijk erger nog: veel te weinig belangstelling voor hun leven heb getoond.

  12. Indra februari 25, 2015 om 19:08

    Indra, ik heb niet de indruk dat degenen die hier over hun jeugd schrijven zo ontzettend geïnteresseerd zijn in hun ouders an sich. In ieder geval geldt dat voor mij. Als je over je eigen ervaringen schrijft, sta je zelf centraal, en je ervaringen natuurlijk. Die ouders spelen, hoe bepalend en belangrijk ook, in wezen een bijrol.

    Ik vraag me dan ook af waarom je schrijft “Of eigenlijk erger nog: veel te weinig belangstelling voor hun leven heb getoond.” Die vorige zin (“Ik realiseer me nu pas, dat ik veel te weinig aan mijn ouders heb gevraagd.”) kan ik beter plaatsen, al geef je niet aan wát je had willen vragen.

    Ik begrijp wel dat mijn vragen te persoonlijk zijn om te beantwoorden. Maar dat is ook niet nodig, ik denk dat je me wel begrijpt.

  13. Saillant detail , die meesters hadden pakken en stropdassen aan.
    Zij werden natuurlijk meester genoemd.

    Verder heel opvallend in het Noordelijke Groningen, gemengde klassen, meisjes en jongens door elkaar. Protestants natuurlijk.

    Wij in het katholieke Brabant hadden aparte meisjes- en jongensscholen waar respectievelijk alleen juffrouwen en meesters opereerden.
    Vaak waren er ook nog nonnen op de achtergrond voor zingen en gymnastiek bij voorbeeld.

  14. Kees 20:24

    Even heel kort: meer weten (over elkaar) leidt tot makkelijker vergeven en vergeten.

  15. Prima verhaal, interessante reacties. De tanden van je kind met vim poetsen, dat gaat toch wel erg ver.

    Mijn moeder (101) is een niet-gelovige Friezin. Ze is opgegroeid op een boerderij maar heeft helemaal niets met dieren. Als ze een kat op schoot krijgt verstijft ze. Zo gauw haar kinderen baby af waren knuffelde ze die niet meer. Ze is onhandig en geremd in haar liefde tonen. Die liefde toont ze alleen op een indirecte manier. Mijn oudste broer vindt haar niet aardig

  16. @I
    Juist als je elkaar beter kent, zouden bepaalde opmerkingen (allicht onbedoeld) harder aan kunnen komen.

    @HR
    Kraakt je moeder nog walnoten zonder kunstgebit?

  17. Indra februari 26, 2015 om 06:14

    Ik denk niet tot vergeten Indra, en dat hoeft ook niet.

    Als er maar geen sprake is van schuldgevoel, want ik vind – als kind en als ouder – dat kinderen nooit schuldgevoel naar hun ouders hoeven hebben en dat ze hun ouders niets verplicht zijn.

  18. Kees 15:11

    En dat is nou exact wat ik wél heb, Kees, een schuldgevoel.

    Als ik vroeger, na mijn adoptie, iets meer de moeite had genomen om me te verdiepen in het verleden van mijn ouders en in de streng religieuze opvoeding die zij zelf hadden gehad, dan had ik misschien veel meer begrip gehad (wetend wat de bron van alles was) voor de manier waarop zij mij probeerden op te voeden. Zonder wild om me heen te slaan en alles wat hun heilig was met de grond gelijk te maken.

    Zoals ik al eens eerder gezegd heb, ik kan de schade niet meer herstellen en heb daar nog dagelijks veel verdriet van.

  19. Kinderen hebben het recht heilige huisjes omver te schoppen, ouders de plicht dat liefdevol dan wel lijdelijk op te vangen.

  20. DSR 15:29

    Dat is waar als je er dan samen, aan het eind van die roerige periode ,samen mild om kunt glimlachen en het eind goed al goed is. Als je die kans hebt laten liggen voelt dat niet fijn.

  21. @K
    Daar spreekt een kind van de verzorgingsstaat.

    De Schrift zegt immers niet voor niets dat kinderen hun ouders moeten eren, opdat uw dagen verlengd worden nog wel.

  22. Indra februari 26, 2015 om 15:27

    Indra, dat gevoel had ik al bij jou. Ik hoop dat het je lukt om te beseffen én te voelen dat je geen schade hoeft te herstellen, omdat je in principe niets verkeerd hebt gedaan. De bagage van ouders en de invloed daarvan op hun kind(eren) is hun eigen verantwoordelijkheid en niet dat van het kind.

    Zoals ook mijn bagage mijn pakkie an is en niet dat van mijn dochter. Zij hoeft daar op geen enkele manier rekening mee te houden. Ik vind dus heel stellig dat jij jezelf in dit opzicht niets te verwijten hebt. Maar veel belangrijker is dat jij dat ook zelf kunt ‘vinden’.

  23. @I
    Dat kan ik me dan ook wel weer voorstellen. Open einden zijn nooit aangenaam, zelfs als ze niet je eigen schuld zijn.

  24. De Schrijvende Rechter februari 26, 2015 om 15:39

    De verzorgingsstaat en Schrift staan hier, zoals je wel weet, natuurlijk buiten, Rechtertje. Kinderen neem je voor je eigen plezier (of mensen verkeren in de veronderstelling dat het nemen van kinderen bijdragen aan hun eigen plezier c.q. geluk).

    Ten tijde van het ontstaan van dat Schrift (en in bepaalde culturen nog steeds en straks ook hier weer) nam men kinderen als garantie voor de oude dag. Daarom werd hun aangepraat dat ze een verzorgingsplicht t.a.v. hun ouders hadden. Alsof ze erom gevraagd hebben geboren of geadopteerd te worden en alsof dat een daad van altruïsme is. Geenszins, zoals ik als ouder heel goed weet.

    Kinderen hebben geen enkele verantwoordelijkheid naar hun ouders omdat ze niet om het leven hebben gevraagd en hun ouders dus ook niets verschuldigd en dus ook niets verplicht zijn. En dat zeg ik als ouder. Omgekeerd is dat natuurlijk wel het geval.

  25. Kees 15:27

    Zover ben ik zeker nog niet, dat ik vind dat ik mezelf niets te verwijten heb. Daarvoor is er te veel gebeurd.

    Ik probeer wel, als reactie hierop, alles meteen met mijn kinderen uit te praten, als er moeilijkheden zijn. Sowieso nooit boos naar bed gaan! Hoe zeiden ze dat vroeger ook weer: Laat nooit de zon over uw toorn ondergaan! 😉

  26. Het verhaal van/over dat kleine lieve fietsenrekkie van 1946 met z’n stoere laarzen doet heel wat reactiestof opwaaien.

    Waarom is de auteur zelf zo muisstil?

  27. De auteur was een paar dagen van huis. Mijn jongste zus, die zeven jaar ouder is, werd aan staar geopereerd en dan spring ik huishoudelijk, ziekenhuischauffeurlijk en oogdruppelend bij.

    Eerst complimenten aan de blogbaas voor de fraai omlijste publicatie!
    Verder ben ik onder de indruk van jullie reacties. Dank jullie wel voor de manier waarop jullie reageerden.
    Tijd heelt alle wonden, is een gezegde dat niet helemaal waar is. Of helemaal niet…
    Nu, na meer dan zestig jaar zie ik mijn ouders als mensen die in hun tijd, met hun capaciteiten, het leven door moesten. Maar alle wonden genezen? Beslist niet. Ik neem ze de starheid (wat eigenlijk angst was) van geest kwalijk, want ze hebben hun kinderen daarmee onrecht, pijn en verdriet aangedaan.
    In de volgende afleveringen zal dat nog (uitgebreid) aan de orde komen.

    Ik heb later uit alle macht geprobeerd niet de fouten van mijn ouders te maken. Ik had die van mezelf wel… Maar wij kunnen als ouders en kinderen vrijuit met elkaar praten, dat vind ik een vereiste in een gezin, en als het dan ook kan, een zegen.

    Gelukkig zijn er, ondanks alles, ook leuke, grappige herinneringen.
    Die komen ook nog aan bod.

    Het gaat goed met zus en haar linkeroog. In april is het rechteroog aan de beurt.

  28. @K
    Het stempeltje ‘als ouder’ geeft je niet per se het laatste woord.

    En kinderen krijg je, ‘nemen’ heeft me altijd al hovaardig in de oren geklonken.

    Je redenering is overigens veel te kort door de bocht en gaat voorbij aan de biologie en sociologie van familiebanden.

    Alsof je voor iets warom je niet hebt gevraagd niet danbaar kunt of hoort te zijn! Als kinderen het geschenk des levens niet aannemen, dan stappen ze eruit. Aangezien de meeste mensen dat niet doen, mogen we veronderstellen dat ze – de ernstig-depressieven daargelaten – blij zijn om in leven te zijn.

  29. Indra februari 26, 2015 om 16:16

    Een onderwerp waar nog veel over te zeggen valt Indra. Ook al vind je dat je jezelf wat te verwijten hebt, dan nog hoeft dat geen schuldgevoel waar je dagelijks verdriet van hebt in stand te houden. Je kunt ook ‘leren’ om van jezelf te accepteren dat je fouten gemaakt hebt en nog steeds maakt. Dat te beseffen en er iets mee kunnen doen naar jezelf en je eigen kinderen in het hier en nu, dat is denk ik essentieel.

    Zelf heb ik wel geleerd om voorzichtig te zijn met reageren vanuit mijn eigen ervaringen als kind. Want het gaat zo vaak fout bij mensen die zelf een problematische jeugd hebben gehad en zich dan stellig voornemen het allemaal anders te zullen doen dan hun ouders. Dat is een valkuil. Omdat je dan nog steeds van jezelf uitgaat en van wat goed is voor jezelf i.p.v. wat goed is voor je kinderen (die moeten bijv. ook de ruimte hebben om boos op je te zijn, zelfs als ze gaan slapen).

  30. De Schrijvende Rechter februari 26, 2015 om 16:58

    Hovaardig? Het kinderen willen hebben noem ik ‘nemen’. Vanzelfsprekend is het dan afwachten of het lukt. Ja, hier zit misschien zelfs wel een feuilletonnetje in.

    “Als kinderen het geschenk des levens niet aannemen, dan stappen ze eruit.” Ten eerste: alsof het leven voor iedereen een geschenk is. Wat een simplistische, rationele redenering verder. Ten tweede: alsof zo’n beslissing al niet iets uitermate pijnlijks en zwaars is wat je dan te verdragen hebt. Als je er eenmaal bent, ben je er. Ongevraagd voor een fait accompli gesteld. Maar als ik de keuze had gehad om wel of niet geboren te worden, dan zou ik voor het laatste gekozen hebben. En toch ben ik niet sneu, zielig of depressief, laat staan van plan om eruit te stappen.

  31. Oei Kees, als je de keus had gehad was je niet geboren? Dat vind ik nogal wat, ook al zeg je dat je niet depressief oid bent en ook niet van plan om eruit te stappen.

    @Indra, wat Kees zegt, dat kinderen helemaal niets verschuldigd zijn aan hun ouders vind ik niet helemaal terecht. Kinderen, rechtstreeks geboren of geadopteerd, hebben daar inderdaad niet om gevraagd, maar alle mensen zijn hun medemensen in principe verschuldigd om hen niet opzettelijk te kwetsen; dat geldt ook voor ouders en kinderen. Maar kinderen kwetsen meestal niet opzettelijk; kwetsen door kinderen gebeurt meestal uit onwetendheid en boosheid die misschien niet terecht maar wel begrijpelijk is; per slot gaat het om kinderen, die nog niet op een volwassen manier met hun gevoelens kunnen omgaan en dat mag je ook niet van ze verwachten.

    Ik kan me voorstellen hoe je je voelt; ik heb ook dingen waarop ik niet trots ben, maar probeer je voor ogen te houden dat je jezelf dat niet kwalijk moet nemen.

  32. Luvienna, wat lief dat je ook nog reageert na een ongetwijfeld drukke dag voor je. 😉 Vannacht hoop ik wat meer tijd te hebben om ook jouw deel 2 te lezen en erop te reageren. Ik heb een hele dagtaak aan het lezen van al die feuilletons! Maar ik verschuif die dus naar de nacht.

    Nu even weg van de computer en gezellig zijn voor m’n kroost…

  33. Luvienna februari 26, 2015 om 18:04

    Ik ben zelfs verre van depressief. Maar in the end is het leven voor maar weinigen een lolletje. En wat miste je in de tijd dat je niet geboren was? Niets. 🙂

  34. Aan het einde is het leven voor menigeen geen lolletje, ja dat zou kunnen als de aftakeling genadeloos toeslaat.

    Maar in de tijd daarvoor, ook ondanks misschien nare ervaringen in de jeugd, kan het leven toch door je eigen inspanningen veel kleur en smaak krijgen door dingen die je op eigen kracht bereikt.

    Wat je mist, dat kan heel veel zijn, nl liefde van je ouders, opvoeding en nog veel meer.

    Maar toch als onze Kees , met zijn eigen jeugd vol teleurstelling en verdriet, als hulpverlener optreedt dan hoeven we niet alle hoop laten varen.

  35. @Lieve Indra, voor lieve, aardige, interessante mensen maak je tijd, toch? 🙂

    Fijne tijd met kinderen en lezen, en zorg ervoor dat het belangrijkste de tijd krijgt die het verdient.

  36. @Kees , @Klare taal,

    Het einde van het leven kan inderdaad/ is meestal niet het leukste deel helaas. Ik heb het van mijn ouders en andere dierbaren meegemaakt. Er is een moment dat het niet-leuke leven erger is dan het niet-bestaan – voor zover je dat laatste kunt beoordelen – maar wanneer daar punt bereikt is, is heel moeilijk te bepalen.

    @Kees, nee, ik weet ook niet wat er voor mijn bestaan was. Maar ik weet zeker dat er na mijn bestaan niets is en dat mijn niet-bestaan ook niet terug te draaien is. En dat niet-bestaan en die onherroepelijkheid is wat mij angst inboezemt.

  37. Letterzetter,
    mooi dit alles , vooral de zorg voor je zus. dat doet me een beetje denken aan ons zorgtankje.

  38. “En dat niet-bestaan en die onherroepelijkheid is wat mij angst inboezemt.”

    Maar waarom? Bezie het, net als ons Rechtertje en Sokrates, rationeel.

    “Laten we ons dan ook realiseren dat er alle reden is tot hoop dat dood zijn juist iets goeds is. Want dood zijn is van twee dingen één.

    Het is zo dat iemand die dood is óf niets is en van niets enige waarneming heeft óf er is, zoals men zegt, een of andere overgang van de geest van hier naar een andere plaats.

    Als er nu geen enkele waarneming is, maar dood zijn is zoals een droomloze slaap, dan zal de dood wel een wonderlijk voordeel zijn.

    Want als iemand díe nacht uitkiest waarin hij zo sliep dat hij geen enkele droom had en als hij vervolgens alle andere nachten en dagen van zijn leven met die ene nacht vergelijkt en moet zeggen hoeveel dagen en nachten hij beter en aangenamer heeft geleefd dan die droomloze nacht, dan denk ik dat niet alleen een gewone burger, maar ook de grote koning zelf maar een gering aantal van die dagen zal vinden. Als de dood dus zoiets is, noem ik hem winst.”

  39. Luvienna, het is me vannacht wél gelukt om jouw deel 2 te lezen. Heb ervan genoten. Vooral die meldingsplicht, opgelegd door je overbezorgde ouders. Haha! Maar als er niemand bezorgd om je is, is het ook weer niet goed, toch?

    Wat weet je trouwens nog een hoop details!

    Kees: voor Sokrates was ik niet helder genoeg meer. 😉

  40. @Lieve Indra, de rest van je leven met een schuldgevoel rondlopen zal niemand helpen. Een praktische oplossing lijkt me dat je een ritueel doorloopt, bijvoorbeeld naar een zwembad gaan, je daar laat onderdompelen en je dan van alle zonden laat wassen.

    Het is maar een ideetje hoor, als je verdere hulp bij nodig hebt moet je het zeggen.

  41. Misschien is ons leven niets, etter, pus, het bijproduct van wat ervoor en erna was en komt.

  42. Roosje 10:06

    Bedankt voor je aanbod, maar ik heb, na 2 maal anderhalf jaar verplicht toeven in een oververhit zwembad ten behoeve van de broodnodige A- en B-diploma’s van mijn kroost, gezworen nooit meer één voet in een zwembad te zetten!

  43. @Kees Daar hebben jij en Socrates ongetwijfeld gelijk in, maar alle levende wezens zijn erop ingesteld om hun leven in stand te houden – alles wat die drive niet had heeft zich uit het bestaan geselecteerd. Dus bij de meeste mensen zit dat zo in hun systeem dat dat met rationaliteit niet te verdrijven valt.

  44. @Indra
    Tuurlijk is het niet goed als niemand bezorgd om je is, al merk je dat iha later pas dan op tienerleeftijd. Ik kreeg daar al wat van mee door dat meisje dat het van haar ouders maar zelf moest uitzoeken in Amsterdam.

    Ja, grappig, als ik met de verhalen bezig ben komen er steeds meer details bovendrijven 🙂

  45. Luvienna februari 27, 2015 om 17:17

    Ja Luv, we kunnen ons ook geen wereld zonder onszelf voorstellen. 🙂

  46. Troost je Luv, je denkt misschien zeker te weten dat er niets is na dit leven, maar je weet het niet. Voor hetzelfde geld word je herboren. Jammer alleen dat je dat dan niet weet. Dat je bijv. als een lief geel uiltje terugkeert en weet dat je ooit Luvienna was.

  47. @Klare taal, Leonard Nimoy is dood. Hij speelde Mister Spock (die met de puntoren) in de originele Star Trek-serie.

  48. @Kees, ja inderdaad, dat weet ik niet. Dat zal ik moeten afwachten en dan weet ik het waarschijnlijk nog niet. Altijd als ik zoiets denk van wat jij schrijft op 27/2 18.07, denk ik meteen ook dat ik in dat geval wie weet hoeveel levens al achter me heb. Zonder dat ik dat weet! En zonder alle wijsheid die ik daarin heb opgedaan (er even van uitgaande dat ik die gedaan zou hebben). Zonde en jammer en wat een gemiste kans.

  49. Kweenie Apie, ik heb het idee dat ik me mijn ervaringen toch wel zou willen herinneren. In je huidige leven wil je je herinneringen toch ook niet kwijt? Oke, sommige misschien. Maar toch. Vooral uit een ander leven lijkt me het perspectief van een ander wezen – het andere geslacht, een dier, een grassprietje, als dat al herinneringen kan hebben – toch wel erg interesssant.

  50. Reincarnatie! -dikke LOL-icoon. Dan lijkt de Hemel me waarschijnlijk.

  51. @DSR 13:55u
    Wel de eerste van de originele acteurs uit Star Trek.
    Warp 10 naar de eeuwigheid.

  52. De Schrijvende Rechter februari 28, 2015 om 13:56

    Ik denk dat reïncarnatie waarschijnlijker is, omdat als er een soortement hogere macht is, deze ons vast dat kunstje zal flikken. ’t Is allemaal Karma, Rechtertje, dus ik wens je veel sterkte later.

  53. Ik voel gewoon dat er volgende week een tweede aflevering zit aan te komen. Gek he? Soms voel ik die dingen. Nou benieuwd of het uitkomt.

  54. En ja hoor, ik had gelijk, hier is tie dan. Het tweede deel. Over de grote school, een mooie fiets, de Kinderbijbel en nog zo wat meer.

  55. Heerlijk Letterzetter, je boft toch maar met de Dalton school en ook nog een nieuw- gemoffelde fiets. Weg met de treurigheid, een nieuw leven tegemoet!

  56. Mooi. Betere tijden. Hopelijk beklijven ze. Of niet…voor het verhaal?

  57. Heel mooi! Met plezier gelezen en herlezen.

    Vooral de titel blijft nagalmen. Het komt me voor dat zoiets in het Gronings, met z’n wonderlijke samentrekkingen en geknauw, nog extra wreed klinkt.

    Let, hoe ervoer je dat destijds? Joeg het je angst iof verdriet aan, of dacht je toen al dat ’t wel niet zo zou werken. En was je moeder echt bevreesd voor je zieleheil of was het weer een gelegenheid je een domper op te zetten.

    Grappige uitdrukking, dat fiets moffelen. Ik kwam het toevallig net twee weken geleden voor het eerst tegen in ‘Verlovingstijd’, van Maarten ’t Hart.

  58. Het gaat helemaal goed komen met Letterzetter. Scherp verstand, liefhebbende vader, kreng van een moeder. Meer dan voldoende ingrediënten voor een succesvol leven.

    FYI: Moffelen is een vakterm voor het uitharden van verf boven de ca. 150°C.

  59. Dank voor jullie reacties.
    Ik kan natuurlijk niks over het vervolg zeggen, dat moeten jullie zelf maar lezen.
    @DSR
    Gronings is niet zo zangerig als het Sallands. Je kunt iemand figuurlijk neerknallen in het Gronings, Boer Geert is er niks bij 🙂
    Als kind geloof je onvoorwaardelijk wat je ouders je vertellen, wat je leert op school. Maar als je wat ouder wordt en je ziet dat je vriendjes bij hen thuis heel anders bejegend worden ga je twijfelen. En dat je ouders je eigenlijk maar wat wijs gemaakt hebben…
    Die twijfel groeit alleen maar. Het vreemde is dat die twijfel getriggerd werd van binnenuit. De catechesatielessen hebben mij van het geloof afgeholpen.
    Maarten ’t Hart. Voor mij een reus. Onze geschiedenissen (en van vele anderen) lopen bijna parallel. Zijn nieuwste boek, Magdalena, over zijn moeder, leest alsof het over mijn moeder gaat…

  60. Puik stuk, Letterzettter. Al had ik wel een Solex verwacht in plaats van een Mobylette. Dat was toch een damesbrommertje?

  61. Nou, het heeft even geduurd, maar dan heb je ook wat. Het derde deel staat erop, letterzettertje leert schaatsen en wat een mooie zus heeft ie zeg!

  62. Da’s best wel een heftige aflevering, Kees, met die knappe zus en al die vrijers bij de radio. En je vader met zijn zere been. Gelukkig hield je moeder de boel bij elkaar dankzij al dat bidden.

    Knap geschreven!

  63. Fraai weer! Het echte hardcore protestantisme van vroeger. De toestanden komen je dan vanzelf aangewaaid.

    Verzette Moeder zich niet tegen dat allicht al te ijdel gebruik van de naam des Heeren of bad ze uiteindelijk maar mee?

  64. Twee en een half uur in kerk, zeker met het heilig avondmaal. Dan was er nog iets te zien maar wat een belachelijk plechtstatig ritueel was het. De zilveren schalen met daarop aan stukjes gesneden witbrood. Sommige gemeenteleden hadden moeite met het wegslikken van het dobbelsteentje witbrood herinner ik me nog. De tinnen wijnkannen. De witte doek waarmee de rand van de tinnen wijnbeker werd schoongeveegd. Het draaien van de beker zodat ieder gemeentelid dronk vanuit een schoon stukje.

    Ik heb het vele malen moeten aanschouwen. De euforie als de dienst afgelopen was. Heerlijk naar buiten, de zon in!

    @Luvvie, ik heb ook moeite al die feuilletons uit elkaar te houden 🙂

  65. Wij hadden gelukkig de zondagschool en daarna de jeugdkerk om de lange preken te ontlopen. Vooral die jeugdkerk zinderde, in het bijzonder tijdens het jaarlijkse pinksteruitje, in tenten ergens op een camping in Brabant. Njaaaaam!

  66. Nou, nou, er is hier tijdens de jeugdjaren wat afgeleden, zeg. Zelf ging ik als klein jongetje op zondag met mijn vader naar voetballen. Bij regenachtig weer werd ik ’s morgens eerst naar de sigarenboer gestuurd om te zien of zijn wedstrijd niet was afgelast. Dan voorop de stang van zijn fiets langs de Weespertrekvaart naar sportpark Drieburg. Tijdens de wedstrijd werd ik toevertrouwd aan een van de spelersvrouwen. Hoogtepunt was de rust, waarin ik van mijn vader een flesje Joy sinas en een kano mocht kopen.

  67. Dat klinkt mooi, maar in de Hel zijn er geen flesjes sinas en kano’s, terwijl in de Hemel, zou weten we van Godfried Bomans, de engelen je je lievelingssprits op een gouden schaaltje komen brengen.

  68. Jakkes, dan loop – sorry: vlieg – ik daar rond met allemaal gaten in mijn mond.

  69. Ieders gebreken zullen hersteld zijn, maar over vleugels spreekt de Schrift niet.

  70. Mijn vroegste zaterdagmiddagherinnering is bezoek aan voetbalveld met bijbehorende voetbalkantine, herrie, metalen stoelen en tafels, alwaar ik van mijn oom een zakje chips kreeg. Het was Golden Wonder, of soortgelijk, met helemaal onderin, je moest daar goed voor pulken, een miniem blauw papieren zakje met zout. Wat ik daarmee deed en of ik er ook wat te drinken bij kreeg weet ik niet meer. Googelen op een plaatje van zo’n oud zakje chips levert helaas niks op. Wel weet ik nu heel wat over de geschiedenis van de chips in Nederland.

  71. Nou moe, de wegen van het internet zijn wonderlijk. Een goede kennis, die anoniem wenst te blijven, stuurt mij zojuist, nog geen twee minuten na publicatie van mijn hartenkreet het gevraagde plaatje. Doet bij mij geen enkele bel rinkelen, maar wellicht zag het er zo uit.

  72. @APD
    Ben jij tijdens je zoektocht nog iets tegengekomen over Snack Stars, midden jaren tachtig? Geen lekkerder chips is ooit gemaakt.

  73. Wie goed kan scheuvelen kan natuurlijk ook goed schrijven, dat spreekt.

    Die opmerking van je moeder: “Wat kan die man bidden, daar kun jij nog wat van leren, Hendrik”, gevolgd door het hoofdschudden van je vader, komt wel in een apart daglicht te staan na lezing van de laatste zin.

  74. Mooi Letterzetter een inkijk in de streng gereformeerde leer en het leven van een nakomertje.
    Meer dan twee uur in de kerk op zondag dat is een hele zit.
    De manier waarop je je moeder beschrijft, vooral haar bijbelvastheid godsvrucht en bidden doet me denken aan Maarten ’t Hart in Magdalena, zijn moeder was ook zeer recht in de leer. Je vader iets relatiever en milder, gelukkig maar.

    Wel spannend dat je zus met haar vrijer(s) thuiskomt als je ouders weg zijn en jullie in het donker naar de radio luisteren. Friemelen?

    Het rijke Roomsche leven van mijn jeugd was wel iets uitbundiger met alle heerooms en pastoors , zelfs een missionaris in Colombia die eens in de 8 jaar thuis kwam (bij mijn grootouders) met boeiende verhalen.

  75. Timmer,
    Een zware beproeving lijkt me en het gaat maar door en houdt niet op.
    Vooral zo’n aanslag op die zeer gevoelige plekken.

    De andere kant van de medaille wordt nu eens getoond, ik wens je veel sterkte en hoop op een snelle en wonderbaarlijke genezing.

  76. Goed beschreven, die tijd, het liefdevolle gebaar van de broer die schaatsen meenam voor je, wetend dat je er in mom van tijd mee kon schaatsen. Scheuvelen.

    Op de foto een knappe meid met een net zo’n knap broertje.

    Denk je dat de kerkelijke verveling je nog iets goeds heeft gebracht?

  77. Wat ben ik hier net verdrietig van geworden.

    ´Soms hoorde je een mexicaanse hond huilen, die de uitzending stoorde.´
    Dan denk ik opeens aan Captain Beefheart en aan de oudere Tow Waits.

    ´Er woonde ook een man met een vreselijk groot hoofd. Met zo’n hoofd spring je niet zomaar in het water, natuurlijk. En je moet er vlug bij zijn. De mensen die ik zag liepen als slakken zo langzaam. Elke keer zwaaide ik naar de oudjes. Ze zwaaiden nooit terug.´

    Doet me denken aan een boekje dat ik heb gelezen over een mix van een leprozen colonie en een witte boorden gevangenis. Heb de auteur een half jaar geleden via Facebook een compliment gemaild. Hij mailde toevallig van de week terug. Hij geeft nu les, eerst was hij uitgever en oplichter, mooie combinatie eigenlijk, als je erover denkt.

    ´“Wat kan die man bidden, daar kun jij nog wat van leren, Hendrik.”

    Vader schudde zwijgend zijn hoofd.´

    Ik hoorde net dat premier Rutte zei dat we de holocaust moeten blijven herdenken tijdens een speech in de Hollandse Schouwburg die hij, bij het aantreden van zijn eerste kabinet niet eens wist te plaatsen. De man groeit kennelijk. Net als jouw vader?

    ‘Eens hoorde ik dat Vader bad. Ik dacht dat hij op zijn knieën voor het bed lag, hij mocht natuurlijk tegen het bed leunen, vanwege zijn zere been. Het bed kraakte ritmisch en ik hoorde hem smeken: “God, o God, o Gód…’

    Heerlijke uitsmijter.
    Mag ik misschien later op de avond nog eens reageren? Ik weet niet zo goed wat ik met mijn nachtelijke uren aanmoet these nights and times.

    En ik wordt dan wel verdrietig van wat je schrijft, het biedt echter ook troost.

  78. Sprong in het heelal. Als je tijd het Letterzetter moet, nee, zou je een mooi programma van gisterenavond terug kunnen luisteren. Het was op radio vijf van 22:00 tot 23:00 en was weliswaar een herhaling maar ook een zeer inspirerend uurtje over staan op de schouders van reuzen, ouwe reus, deze keer over Kepler. Over o.a. zijn derde wet, ook wel bekend als de derde wet van Kepler die nu nog gebruikt wordt bij het identificeren van Exoplaneten. Das wel knap niet? Een wet bedenken die vierhonderd jaar later nog steeds zijn nut bewijst.

  79. Och, de wet van de zwaartekracht is al eeuwen oud. En verzonnen door Adam toch? Toen hij die appel bijna op zijn knar kreeg?

  80. Ja. En wij stammen allemaal van jou af. Best wel heavy gedachte als je er bij stilstaat 🙊

Ik vind er dit van: