Een bakentje waarmee de dag begint (195)

Terugblikken en vooruitkijken op ikjes en actualiteit

Tralalalalaa, deze vind ik wel passend.

En hopla, onbekommerd gaan we aan de slag: de ikjes bespreken van de afgelopen twee weken, de reacties erop en wat er verder nog op de site aan de orde kwam. Oftewel: dit is het beroemde en geliefde intro, het 195e alweer. Waar blijft de tijd en hoe houd ik het vol? Het eerste weet ik niet, het tweede wel: ik vind het leuk. Keileuk. En de lezers, bijdragers, klikkers en ikjesplaatsers ook (m/v).

Er was best een enkel ikje dat ons opviel in de verslagperiode. Zoals die van Cecile Frijns, waarin een “oudere bioscoopganger” middenin een film zijn mobieltje opneemt en fluistert „Hallo, met mij … nee, ik zit in de film.” Het was net toen er in de film aandacht werd besteed aan precies hetzelfde model, een “openklapmodel”, “helemaal hip in 2002”. Ja, dat maak je dus weleens mee in de bioscoopzaal, dat er mensen zitten die iets doen.

“Je gaat naar de film en je verzint wat ….”

“Je gaat naar de film en je verzint wat ….” vond Pawi ervan. Lummel wist heel stellig te beweren dat Nokia helegaar geen openklaptelefoons had gemaakt. Tja, dit werd gelogenstraft door een stortvloed aan fotootjes van openklapmodellen van Nokia dus.

180430Nokia-282
Nokia 282, courtesy Nokiamuseum.

Dat lijkt wel het Horrorkabinet der Lelijkheid, dat Nokiamuseum. Lompe dikke bakstenen met groezelige schermpjes hadden we destijds. En man man man, trots dat we waren! Er zat niet eens internet op, in die dagen. Net als Lummel kon ik me de rooie herinneren, het model noemden ze toen “reep”.

Bertie bekende “zeer van de antieke” te zijn. Ze heeft een klein opklapmodelletje van Samsung (dank u Samsung, u kent mijn Paypal nummer mag ik aannemen?), en daar kan ze iedereen mee bereiken, het past handig in de zakken van al haar spijkerbroeken en ze kan er gelukkig niet mee appen en spelletjes in treinen en bussen doen.

Pawi had in het begin een portofoon van twee kilo, een groot apparaat dat met een stevige riem om haar schouder hing. “Code 1 was: direct naar het werk, code 2: zo snel mogelijk bellen, code 3 en 4 werden niet gebruikt. Dat bellen ging dan met telefoon aan een pilaar in de winkel, zo een met een draaischijf. Een nulletje of negentje verkeerd en je kon weer opnieuw beginnen met draaien.”

Het ikje is een vluchtige tijdspassering, een klein momentje, een bakentje waarmee de dag begint.

Octaafklep kwam weer eens langs op de site om te vertellen dat hij het elders leuker vindt. Stel je voor, je zit lekker met je stamgasten een biertje te drinken, doet geen vlieg kwaad, en regelmatig vliegt de deur open. Een man met een te grote jas komt binnen en roept dat er hier geen bal aan is en dat hij liever in een andere kroeg vertoeft. Da’s dan toch een gekkie? Ongevaarlijk, maar wel een gekkie.

Het ikje vindt hij ook al niks. Mag en kan. Er zijn miljoenen mensen op de wereld die het ikje niet belangrijk vinden. Geen van die miljoenen reageert hier op de site waar reacties op ikjes worden verzameld. En natuurlijk zijn er belangrijkere dingen dan ikjes, dat is ook niet erg. Het ikje is een vluchtige tijdspassering, een klein momentje, een bakentje waarmee de dag begint. Maar dan vervluchtigt het in de bries van het dagelijkse leven. En dat is goed zo en het is mooi om dat hier mee te maken.

pukkel2
Pukkel. Foto courtesy Lummel

Verder was er een ikje over een “clutch” waarin een leraar, L. van Zijl, een van zijn minderjarige leerlingen afzeikt. Lummel zag er aanleiding in om zijn eigen pukkel op te zoeken, qua foto dan, en dat was best aangrijpend. Hij had er immers heel groot de naam van zijn vriendinnetje op gezet. Ze heeft het daarom meteen uitgemaakt. Ja, dat wil je niet. Ze heette Adje, en Lummel maakte er toen maar Stadje van. En leerde de les om nooit meisjesnamen op zijn lijf te laten tatoueren.

100e reactielepeltje
Er gaat er weer eentje uit! Dubbelverdiend!

Ilona plaatste  een klassieker van Wim Sonneveld – het scabreuze Tearoom Tango – die wat mij betreft elke week geplaatst mag worden. Ze scoorde er in een moeite door de 100e reactie mee, en als iemand die verdient, qua lepeltje, dan is zij het wel.

We gingen de week uit met een ikje over achteruit praten. Op het journaal ging het over een test waarmee de “kwetsbaarheid” van ouderen werd ingeschat. Ze moesten onder andere de maanden van het jaar achteruit opnoemen. De man van Monica Chorus – een kwieke 70-plusser – riep meteen kwijlend naar het scherm “REB ME CED!” Het werd goedgerekend, evenals het “Iem” van ondergetekende en “traam” van Lummel. “Saakadnip” van Pawi werd fout gerekend.

Nee, dat ikje over die blauwe treinen, dat laat ik hierbuiten. Het is immers al laat (zondagavond 22:00 uur).

Mario de Kort
Mario de Kort, foto BD, zie link in tekst

Ik wil alleen nog opmerken dat de verslagperiode zich ook kenmerkte door nieuws over onze geliefde voormalig reageerder en stadstroubadour Mario de Kort, die tegenwoordig met een piepklein autootje waarop een levensgroot zonnepaneel op het dak is gemonteerd de stad Tilburg onveilig blijkt te maken. We houden van hem. Ik wel althans.

Het aparte autootje is in China gebouwd, maar het werkt volgens De Kort uitstekend. Achteruitrijcamera, airco en digitale snelheidsmeter, die zich in onze snelheid weleens verslikt. ,,Ideaal, je kunt er overal meekomen. Nu er weinig bewolking is, laadt de accu in de zon lekker op. ’s Nachts even de stekker in de muur en daar gaat ie weer voor dik 50 kilometer.”

Wil jij net als Mario de Kort en de andere reageerders hier ook kans maken om in het volgende intro voor te komen? Met iets leuks? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je gein maken met onbekenden uit het verre buitenland die voor je het weet je vrienden zijn? Misschien wil je een uitnodiging voor een gezellige bijeenkomst van alle auteurs en reageerders op deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is.

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan ergens verstopt in of op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes zegt te houden. Stuur zelf een ikje in. Of scrol hier naar beneden en zeg iets. Dat mag en kan met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume als je dat wilt. Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Lepeltjes zat.

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, het hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg alle afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Vooral ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren
Bas van Vuren, aangenaam

Reacties zijn welkom via het reactieveld, maar ook via de email van mijn voorganger apie@apiedapie.com of direkt bij mij zelf: bas.vanvuren@gmail.com.

Het wordt misschien best wel een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. Wij doen dan gewoon hier onze eigen dingetjes en jij doet de jouwe daar.

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de featured image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen week. Nou, jullie zien het wel. Ik ging weer eens snel boodschappen doen dit weekend, want weinig tijd. Maar het hoognodigste had ik in huis: yoghurt, kipfilet, brood en bier. Voor de rest gingen we uit eten.

Foto: “Het hoeft niet altijd Brinta te zijn” © 2018 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

78 gedachten over “Een bakentje waarmee de dag begint (195)”

  1. Ja, leuk om te lezen, we hebben er lang op moeten wachten, maar dan staat er ook wat!

  2. Gelikt

    In de bus wisselt een groepje studenten luidkeels ervaringen uit. Het gaat over D3, werkgroepen, werkstukken, bijeenkomsten. Dan komen de docenten aan de beurt. Een brede blonde jongen met een harde stem, brengt het groepje tot zwijgen met zijn loftuitingen. E-mailen, binnen 24 uur antwoord, appen als je een dringende vraag hebt, geweldig die man. Bij het uitstappen roept hij nog even over zijn schouder: „Of hij inhoudelijk goed is, weet ik niet hoor. Maar procesmatig is hij hartstikke gelikt.”

    Benita Nieskens

  3. Dank je, Pawi. Moet je nagaan als ik nog twee weken had gewacht …

    Qua ikje, ja, dat heb je weleens ja dat studenten het in de bus over van alles en nog wat hebben. Next graag.

    Is Nieskens familie van Poepkens?

  4. Ik zie zojuist dat volgende week de jaarlijkse Tulpenrallye weer van start gaat. Duurt nog best wel lang voordat zo’n oude traditie die eigenlijk anno nu niet meer kan, wordt afgeschaft. Fijnstof, Nox, SO2, CO2, oliesporen, oorverdovend geknetter en dat alleen maar voor de volkomen lol van een groepje welgestelden. Puur en alleen voor de lol. Een beetje vrachtwagenchauffeur kan tenminste nog zeggen dat hij met die vervuilende roetdampen zijn brood verdient. En dat zijn baas zo snel mogelijk minder-vervuilende motoren gaat aanschaffen. Dit groepje volhardt en is er zelfs nog trots op ook om onze mooie natuur met techieken van tientallen decennia geleden te verpesten.

    Enfin, ooit zal het inzicht komen, er is al heel wat naars afgeschaft de laatste tijd.

    Deze aankomende 65e editie zal van start gaan op maandag 7 mei in het zuiden van Frankrijk. Op zondag 6 mei verzamelen deelnemers en officials zich in de startlocatie en zijn er diverse activiteiten. Goh. De finish is op zaterdag 12 mei in Nederland. Een willekeurige greep uit het deelnemersveld:

    We begrijpen de lieftallige bijrijdster niet, vooral omdat ze drommels goed weet wat de schade is, en ze toch anderen op allerlei gebied de maat neemt als deze zich niet duurzaam genoeg gedragen, maar … we wensen beide kanjers natuurlijk wel veel plezier, eens een keer geen autopech en een behouden thuisvaart.

  5. ‘Eindelijk’ zou de titel van deze intro kunnen zijn maar het doet niets aan de kwaliteit af. 😀
    Wat het ikje betreft, die tegenspraak is wel aardig.

  6. Fijn overzicht weer. Mag ik nog even reageren op die Nokia? Vast wel. Ik had er destijds ook eentje, model koelkast, maar ik durfde er niet mee in het openbaar te bellen, want mobiele telefoons werden toen (eind jaren negentig) nog vooral geassocieerd met opzichtige aso’s. Maar ik had hem nodig voor mijn werk omdat ik heel Nederland rondtoerde en onderweg bereikbaar moest zijn. Enfin, als ik moest bellen, zocht ik een telefooncel op (die stonden toen nog op elke straathoek) of bleef ik in mijn auto zitten. Ik schaamde me kapot toen. Nu geen last meer van overigens.

  7. Dank, Joke, klopt ja, bellen met een mobieltje (die toen nog draagbare telefoons heetten, denk ik) werd ooit als opscheppen gezien. Ik herinner me dat ik ooit verontwaardigd thuiskwam, en briestte “waarom wachten die mensen niet totdat ze thuis zijn om te bellen, wat kan er zo belangrijk zijn?”.

    Haha icoontje, man, wat had ik eigenlijk gelijk maar wat houden we de vooruitgang met z’n allen dus niet tegen.

  8. Mooi intro op een gure week (de verwarming sprong weer aan vanochtend) ik moest ooit eens bellen in de regen, om te schuilen ben ik in een telefooncel gaan staan bellen. Werd ik verrot gescholden door iemand die wilde bellen.

  9. Dank je, Lummel. Voor onze jongere kijkerdjes, dit was een “tefelooncel”:

    Dit waren er zelfs twee. Ze waren bedoeld voor mensen die hun mobieltje hadden vergeten, of dat de akku leeg was, er werd ook stevig in gezoend, zo af en toe, dat zag je dan aan de beslagen ramen en heel af en toe gingen er mensen zoals Lummel in schuilen als het regende en ze dus geen geld hadden om een regenjas of paraplu te kopen. Voor die arme mensen hing er een bakje in het hokje met muntjes. Maar ze mochten de boel ook kort en klein slaan.

  10. Mij bereiken overigens meldingen (nou ja, eentje dan, maar toch) dat het begin van dit artikel moeilijk te begrijpen is. Ik zeg tralalalaaa, schrijft deze ene leester, en dan niks. Nu ga ik me toch afvragen of dat voor iedereen geldt?

    Onder dat tralalaaala staat een ge-imbedde Tweet over Michelle Obama. Imbedden betekent dacht ik dat je die op je site kopieert en dat iedereen die dan kan zien. Maar is het zo dat je dat alleen kunt als je zelf een Twitteraccount hebt en ingelogd bent? Kan ik zelve niet controleren, want ik heb een Twitteraccount en ik ben altijd ingelogd (en ga niet uitloggen want misschien weet ik mijn wachtwoord wel niet meer).

    Het is dit plaatje hieronder, mijn vraag: zien jullie dit nu voor het eerst of was dit ook voor jullie de eye opener van het intro van hedenmorgen (lekker ding wel trouwens die Michelle, maar belangrijker: ze heb normen en waarden en uitstraling en besef van wat het betekent als je in de schijnwerpers staat, over eerlijkheid ook en zo, en dat kunnen d’r niet veel meer zeggen vandaag de dag, lees je mee Mark? Tjongejonge, wees maar blij dat ik het dividenddebat niet heb besproken vanmorgen).

  11. Ikzag Michelle, ik was niet ingelogd wordpress en twitter weet ik niet, ik heb het wel maar gebruik het niet. Alleen hussemetjeneusertussefotos gaan er automatisch o

  12. Ja hoor, ik zag haar wel. Twitteraccount heb ik niet, ook geen fb en andere sm mocht dat belangrijk zijn.

  13. Ja zeker wederom een fraai intro met een prachtige foto. Ik herkende haar niet in eerste instantie.
    Michelle Obama , zeer sexy (sic) afbeelding van een mooie en machtige vrouw.

    De discussie over mobieltjes , nokia enzo is een historische kwestie, een open klappertje was een mooi begin veel handiger dan mijn huidige appeltje wat teveel door raast.

  14. Wel jammer dat je Luvienna en haar Tulpenrally zo openlijk afkeurt, een soort moreel mandaat als het ware.

  15. Och, Klare taal, ik keur Luvienna niet af maar die vervuilende liefhebberij van haar. Toch een verschil, de persoon zelf is er namelijk niets minder om. Verder laat ik haar in haar waarde. Niemand is zonder zonden, ik ook niet.

    Maar als we elkaars hobbies perse leuk moeten vinden, waar blijven we dan? Inderdaad; nergens.

  16. Bellen

    Een jongen en meisje lopen elkaar tegemoet op een smalle stoep waarop ook nog eens een hoop fietsen geparkeerd staan. De jongen moet, om het meisje vrije doorgang te geven, heel dicht langs de fietsen en blijft daardoor met zijn jas hangen achter de bel van één van de fietsen hangen. Tringgg!

    Het meisje, dat al half voorbij was, kijkt met een glimlach om over haar schouder. De jongen lacht terug en vraagt: „Mag ik jou ook eens bellen?”

    Thomas Veltman

  17. En met blijdschap geven wij van het redaktieteam er kennis van dat het zesde deel van Ilona’s Chinaverhaal hedenavond gepubliceerd is. Zes minuten geleden om precies te zijn. Keiveel mooie foto’s. Nooit de Lamatempel gezien? Ga gauw kijken. Waar? Hier! Hie-ier!

  18. Zeiksnor

    Maandagavondblues bij de vuilcontainers. Een vader en een puberdochter staan bij de papierbak. Zij staat, de armen over elkaar geslagen, bokkig te wezen. Hij is bezig vier grote plastic tassen te legen. Geen kranten, maar kinderboeken.

    „Niemand wil ze hebben”, zegt de vader. De dochter reageert niet en blijft stuurs toekijken hoe zak na zak wordt geleegd. De laatste tas blijkt gevuld met alleen maar gele, geplastificeerde boeken. Pinkeltjes! De avonturen van de kleine man met de witte baard en de puntmuts.

    Zouden ze daar bij de kinderopvang niet blij mee zijn geweest, mijmer ik, met mijn tas vol oude kranten.

    Dan zegt het meisje: „Pinkeltje is een racistische en fascistische zeiksnor.”

    Arjen Ribbens

  19. Waarom is de dochter bokkig? Ze had misschien liever gehad dat die fascistische agitprop op een grote hoop gegooid werd en daarna verbrand net zo als in de good old days?

  20. Hm, ik heb het even nagetrokken maar Pinkeltje wordt niet als racistisch gezien, niet als fascistisch en al helemaal niet als een zeiksnor. Fakenews dat dit chagrijnige pubermeisje de wereld inslingert, geholpen door de ikjesschrijver.

    Op deze link staat een heel lezenswaardig interview met Suzanne Braam, die kinderboeken niet alleen vertaalt, maar ook hertaalt, oftewel omschrijft naar het taalgebruik en de zeden en normen van nu. Daar moet af en toe hardhandig in teksten worden ingegrepen, zoals bij De Katjangs van J.B. Schuil. Ook de vertrouwde gele Pinkeltjes verdwenen dus even uit de winkels, omdat onze befaamde kabouter, met wie velen opgroeiden, toe was aan zo’n opknapbeurt.

    Bij Pinkeltje en dus vooral zijn geestesvader Dick Laan was racisme geen probleem, zo schrijft ze, en ze kan het weten omdat ze alle 29 Pinkeltjesboeken heeft doorgevlooid, keinauwkeurig en zelfs overgetikt. Zij ergerde zich wel aan het feit dat Dick zoveel verkleinwoordjes gebruikt: “Bij Pinkeltje rolden de traantjes over zijn wangetjes.” en veranderde dat. Ook streepte ze veel herhalingen weg, op punten waar ze dacht dat kinderen zouden gaan zitten gapen. Ze legt woorden als “ski” niet uit, omdat kinderen van nu precies weten wat dat is. En het oorspronkelijke “O o o wat regent het, plitter plitter plitter” werd in haar hertaling “het is hondeweer”. Pinkeltje blijft trouwens wel gewoon zijn pijpje roken, want “dat hoort erbij, al rookt de nieuwe Pinkeltje minder dan de oude.” En meer van dat soort dingen.

    Ergens toch best wel controversieel, lijkt me. Als ik schrijver was, of zijn nabestaande, zou ik het niet zo prettig vinden als er meer met die teksten gebeurde dan het corrigeren van oude spelling. Maar ja, dat ben ik dan weer, lastig mannetje dat ik me d’r eentje van jullie ben.

  21. Hahaha. Leuk ikje, je ziet het voor je. Die boeken zou ik aan de kringloop hebben gegeven. Nu worden ze op een grote hoop gegooid en daarna verbrand.

    Een hiaat in mijn opvoeding. Misschien vonden mijn ouders Pinkeltje ongeschikt, juist vanwege dat fascistische racistische.

  22. Er waren er heel wat, heb ze niet allemaal gelezen. Dat het kaboutertje op de inktpot van de schrijver zat, dat herinner ik me dan weer wel. Hij zit ook nog weleens bij mij op de inktpot, ssssst …..

  23. Ik heb Pinkeltje ook nooit gelezen. Jip en Janneke dan Kameleon, vervolgens Carl May en Biggles. Daarna W.F.Hermans met nooit meer slapen. Oja ergens daartussen Oliver Twist en Ben Hur. De meest recenten: Binet en Fred Vargas

  24. De Kameleon en Karl May dan weer wel, Biggles deed mijn oudere broer, ik heb er misschien eentje gelezen, was daar niet van onder de indruk, wellicht te jong en dromerig. Stoere opscheppersverhalen over vliegtuigen hoefde voor mij niet zo en da’s nog steeds zo. Trammelant op Trinidad, was dat ook Biggles?

  25. Nee dus, ik vergeet nog altijd dat je kunt googelen voordat je een vraag stelt. Trammelant was dus van Willy van der Heide en ging over de avonturen van Bob Evers. Staat me niets anders meer van bij dan die titel. Geen idee waar het allemaal over ging en ook nooit andere boekjes over Bob gelezen. Maar ken je nagaan, die titel schiet ineens in mijn geheugen, meerdere decennia na lezing, dat was dus best wel een vondst. Petje af.

  26. Ik heb de hele reeks gelezen. Ik kreeg er drie per week. Mijn moeder kocht ze van de kostganger. Eerst Biggles en zijn bende in WO I daarna WO II en daarna als detective voor Scotland Yard. De titels staan me niet meer bij. Biggles, Algy en Ginger als ik het me nog herinner, of was er een vierde?

  27. Nou zeg, vanmorgen was ik hier nog, likeje hier en daar, Chinaverhaal overlezend, meer had ik niet te melden.

    Pinkeltje las ik niet. Ik vergreep me aan de Arendsoogboeken van mijn broer en natuurlijk ook aan Karl May en kapitein Rob en Lupardi (andere broer) en aan een boel andere boeken en strips waar ik te klein voor was ((wat niet waar was). Zeiden ze. Ook aan liefdesromans waarin ze elkaar zwaar zuchtend in de armen namen. Of vielen.

    Er zijn best veel Bertie’s, mocht het te lastig zijn is Bertje of Bertus ook goed. Bijnamen die een paar zussen verzonnen.

  28. Och Arendsoog en Witte Veder, dat was toch met dat gigasnelle witte paard? Of was dat nou Old Shatterhand. Ik weet het niet meer. Misschien hadden ze allemaal wel snelle witte paarden in die dagen. Net als Lucky Luke trouwens, die had er ook een. Zou het misschien steeds hetzelfde paard geweest zijn?

  29. Ach, als we weer eens op het nostalgische toertje gaan, kan ik ook nog wel een paar duitjes in het zakje doen.
    Pinkeltje las mijn grootmoeder aan mij voor als het bedtijd was. Ik kende de verhalen uit mijn hoofd, en oma hoefde niet te proberen een alineaatje over te slaan.
    Mijn eerste striphelden waren Kapitein Rob en bovenal Kick Wilstra. Ja, inderdaad, wij lazen Het Parool.
    Voor de boeken uit de Bob Evers serie stond ik in de rij in de bibliotheek. De Amerikaanse Bob en zijn Nederlandse vriendjes Arie Roos en Jan Prins beleefden spannende avonturen over de hele wereld. Later kwam ik erachter dat de schrijver fout zou zijn geweest in de oorlog. Er blijkt overigens een Bob Evers website te bestaan (http://www.bobevers.nl/), en een nieuwe auteur heeft het stokje overgenomen. De inmiddels zestigste (!) titel in de reeks: “Schatgraven in een stationshal”
    Arendsoog vond ik niks.

  30. Toe maar, da’s een heel actieve site daar. Er verschijnen zelfs meerdere publicaties op een (1) dag. Zo zie je maar weer, we weten toch niet alles. Gelukkig hebben we dit blog nog. Allitereren, dat schijnt een voorwaarde voor lang leven te zijn, qua lezen dan. Ik ga kijken of ik het volgende intro ook een allitererende titel kan geven. Suggesties welkom. “Ikjes bespreken in een intro” is ietwat te simpel. Dat moet beter kunnen.

  31. Grappig, ik was op zoek naar een cover van Arendsoog, zo eentje die een schokje van herkenning oplevert, na tientallen jaren, maar ze zijn vast allemaal van nieuwe covers voorzien. En toen .. kwam ik deze tegen … niet Arendsoog maar Archie de Man van Staal en er ging een siddering van herkenning door me heen. Verder weet ik er even niets meer van. Maar ik heb dit gelezen. Jullie? Was dit de vader van Lampje?

  32. Leuk al die jeugdherinneringen over lezen! Ik was zo blij toen ik zelf kon lezen, niet meer afhankelijk van voorlezen.

    Ik las Arendsoog en Witte Veder, Pim Pandoer heel spannend, Kuifje, Suske en Wiske en niet te vergeten een van mijn eerste boeken was Heidi in de bergen door Johanna Spyri (alleen die naam al).
    Niet te vergeten Tom Sawyer met zijn vriendje Huckleberry Finn, kwam ik laatst nog op zolder tegen met mijn naam erin en adres dat eindigde met Nuenen, Noord Brabant, Nederland, Wereld, Heelal.

  33. Interessant die link naar Susanne Braam en veel andere jeugdboeken van vroeger.

    Ik heb nooit een Pinkeltje gezien of gelezen, misschien iets van boven de rivieren?
    Samen met mijn zus kochten wij van ons zakgeld de spannende boeken van Enid Blyton ‘de vijf’ die wij dan op ons nieuwe rode tomado boekenrekje zetten.

  34. Maat

    In de Randstadrail zit bijna iedereen in mijn blikveld, net als ikzelf, op zijn telefoon. Behalve de man tegenover me en zijn dochtertje van een jaar of zeven naast me. Ze spreken zacht over muziek. Zij vertelt dat ze een liedje aan het componeren is, in een hele rare maat waardoor ze vastloopt. „Als iets niet bestaat, kun je het bedenken”, zegt de vader tegen het meisje.

    Mijn telefoon ligt allang onaangeroerd op mijn schoot. Ik kijk naar de blik vol aandacht waarmee de man naar zijn dochter kijkt. De rest van de werkdag blijft het zinnetje bij me. Af en toe laat het zich horen, een melancholisch melodietje in een nieuwe maatsoort.

    Karen de Boer

  35. Mooi.

    Nu eens een keer de éérste zin overbodig (want een onoplosbaar raadsel, voor mij dan).

  36. Ja die eerste zin heb ik ook een paar keer moeten lezen. Voor de rest was ik dus niet zo kapot van dit zoetsappige quasibeschouwelijke ikje. En dan op dit tijdstip!

  37. Ook op het huidige tijdstip vind ik het mooi.
    De inzendster zat naast een muzikaal wonderkind, waar of niet? En tegenover een liefhebbende vader.
    “Als iets niet bestaat, kun je het bedenken”. Gaaf.

  38. En wat bestaat wordt gebruikt. Soms is dat prima en soms is dat kut. Ik denk hier bij aan spoorstakingen. Weer een hele dag in de auto gezeten voor iets waar ik normaal lekker de trein neem.

  39. Kassabon

    Vandaag heb ik, senior met grijs haar, eens geen zin om te koken en ga ik naar een Thais afhaalrestaurant bij mij in de buurt. Met een tiental andere wachtende klanten sta ik te kijken naar het efficiënte kookbedrijf. Alle pakketjes met gevarieerde bestellingen worden telkens zonder vragen aan de juiste klant uitgereikt. Thuisgekomen werp ik een blik op de kassabon. Er staat een krabbel op. Ik ontcijfer: ‘opa’.

    Rob van Baarle

  40. คุณปู่

    Zonder bril en een beetje goede wil zie ik het ook.

  41. Tja, hij staat te kijken naar het “efficiënte kookbedrijf”. En er zijn “pakketjes met gevarieerde bestellingen”. Opa beleeft een groot avontuur, opa is er voor gaan zitten, en opa staat nu in de krant.

  42. Trap er niet in mensen, Pawi plaatst “efficient kookbedrijf” op de site. Opa is een gans ander woord: คุณปู่

  43. Dit is uiteraard efficient kookbedrijf in het Thais: บริษัท ทำอาหารที่มีประสิทธิภาพ

  44. Zo dat was de standaard reactie op asiatische ikjes. In een café waar ik vroeger wel eens kwam noteerde de ober niet alleen een bijnaam, maar schreeuwde die ook door naar zijn collega: twee bier voor de neus!

  45. Ben gek op de Aziatische keuken, maar nou net wat minder op de Thaise. Misschien vanwege de meuk die je hier in Europa krijgt. Alles dikdoorgekookt met veuls te veul kerrie en koriander. In Thailand zelve altijd dik in orde. Sambal heb ik er daar nooit bijgekregen, laat staan besteld.

    De “Aziatische keuken” is trouwens wel erg breed. Alsof je het over de Europese keuken hebt en daarmee de Italiaanse pizza en de Noorse zalm en Nederlandse boerenkool gelijkstelt.

    Ik bedoel: er zit nogal wat verschil tussen Japans met zijn prachtige pure kookstijl, respect voor de eigen smaak van de ingredienten, ultra hygienisch, en de Chinees, althans de Chinees die wij hier in Europa kennen, met het urenlange doorstomen en doorkoken en pruttelen totdat echt alle originele smaak eruit is en je die erin moet brengen met potjes en smaakversterkers. Laat staan, hoe je het in China opgediend krijgt, met herkenbare koppen, snavels en nekkies. En dan Indonesisch natuurlijk, njaaaaaam. Soto ayam, kun je me voor wakker maken. Als ik overdag weer eens achter mijn bureau zit te pitten bedoel ik.

    Wat voor andere Aziatische keukentjes ik lekker vind? De Koreaanse natuurlijk, de bimbimpap, en de biolgulu dinges (op de kaart weet ik het altijd feilloos aan te wijzen), natuurlijk de kimchi, ook daar mag je me voor wakker maken. En ja, daar blijven je bedgenoten vervolgens ook wakker van. En je collega’s de volgende dag. Je hebt zelfs het gevoel dat ze het ruiken als je aan het emailen bent. Maar lekker dus.

  46. In het café waar ik hielp schreven we vaak dergelijke dingen in het boek, je kende niet iedereen bij naam.
    Snor, dikzak, rare man, chagrijn, oud wijf enz. Dat gaf duidelijkheid ☻.
    Bij een bekende vrek stond meestal Gierig – 1 pils.

    Chinees eten vind ik zalig zolang er geen garnalen aan te pas komen. Helaas, in een nieuw restaurant koken ze fantastisch, na een paar maanden (of eerder) begint het verval. Kok of eigenaar smokkelt met kooktijden, ingrediënten, wat dan ook.

  47. Ik eet graag Koreaans. Zie mijn bibimbap op hussemetjeneusertusse. Indisch en Chinees ook. Ik ben voor mijn werk heel vaak in Asie geweest. Thai is ook heerlijk, veel citroengras, hoe heet dat soepie met garnalen ook al weer? Tom yan kum of zoiets. Nee niet de broer van. Ik eet ook graag kwal in China.

  48. @Bas “Ik ga kijken of ik het volgende intro ook een allitererende titel kan geven. Suggesties welkom.”: Misschien iets als “Blijvend bonje met bloggende buurman”?

  49. Niet slecht, maar die bonje is al weer een halve maand geleden beslecht. Beslecht met stilzwijgen althans en daar laat ik het wat mij betreft bij. Heerlijk! DSR kan ik hebben. Da’s ondanks alles toch gewoon lekker sparren. Maar de huilbaby, die vind ik griezelig.

    Misschien wordt het wel iets met Leven, het nieuwe wijnlokaal van Mario. Maar ja, allitereer daar maar eens op, wat je zegt.

  50. Over

    Mijn kinderen hebben twee weken geleden een set walkietalkies gekregen. Tijdens het wandelen door het bos dit weekend vraagt mijn 9-jarige zoontje hoe Jezus ook god kan zijn. Ik begin, zelf onwetend, over „Here, zegen deze spijze, Amen”.

    Hortend en stotend leg ik uit wat ‘zegen deze spijze’ betekent. Bij mijn conclusie aangekomen vult mijn zoon zelf aan: „‘Amen’ is eigenlijk net zoiets als ‘Over’.”

    Bart Loman

  51. Zo is het. Zo moge het zijn.
    Laat dit ikje maar aan mij voorbijgaan.

  52. Dit had wat moderner gekund met een smartphone ipv walkietalkies. En het theologische aspect van de mop hat beter gemoeten. Advies: alles uitwissen en opnieuw beginnen

Ik vind er dit van: