Pril geluk duurt niet lang (202)

Terugkijken en vooruitlopen op ikjes en actuele zaken

„Je hebt één vader. Die zet je op marktplaats. Hoeveel heb je er dan over?” Zo bracht het 10-jarige dochtertje van Gabor Oolthuis haar 5-jarige broertje de grondbeginselen van het rekenen bij. Leuk toch? Het was me er weer eentje, dat ikje. De lezersanekdotes zijn dagelijks te vinden op de achterpagina van de NRC en ergens onderaan op de bijbehorende website.

En het einde is nog lang niet in zicht. Die 500 die maken we vol, wat ik jullie brom.

In deze rubriek laten we er zoals gebruikelijk een paar passeren, we kijken wat we ervan vonden, en we nemen en passant wat andere actualiteiten mee. Voor u bijeenbedacht en -geschreven door het Bas van Vuren Schrijverscollectief. De noms de plûme van onze echtbestaande lezers en lezeressen staan hierboven, hieronder en hiernaast. Man, wat een geluk. Al 202 afleveringen lang. En het einde is nog lang niet in zicht. Die 500 die maken we vol, wat ik jullie brom.

Bertie had het niet zo op Marktplaats. “Ik stootte kopers af, hield altijd evenveel over en kreeg er ergernis over zeurders gratis bij.”

Kleinzoon Cas van Hans Scheffer had het dan weer niet zo op geschiedenis. Hij somt een reeks bezwaren op, maar ziet ook een lichtpuntje: „Ik ben wel blij dat ik niet in 2030 geboren ben, dan was het allemaal nog veel meer geweest.”

Ad Hok herinnerde zich dat bij hem op de middelbare school de geschiedenis stopte bij de Tweede Wereldoorlog. Bij mij ook trouwens. Ik heb me jaren afgevraagd wat we nou toch precies in Indonesië hadden gedaan. Kregen we op school niet te horen.

De geschiedenisleraar van Mopperkont was “volkomen uitgeblust” en er sloeg dus geen vonk over. Pas op latere leeftijd ging hij zich voor geschiedenis interesseren en werd een fan van Johan de Witt. Ja, dat kun je zo hebben. Zoals we weten kwam de man niet prettig aan zijn einde, maar figureert nu wel in het mooie boek “Musch” van Jean-Marc van Tol, de tekenaar van Fokke & Sukke, die dus nog meer kan dan piemeltjes tekenen.

180716boekMusch

Ja, dat heb je weleens, dat mensen je in een hokje willen stoppen. Je bent striptekenaar, dus kun je geen serieuze boeken schrijven. Je bent politicus dus mag je geen kinderboeken schrijven. Alsof je geen deftig en lekker belangrijk beroep kunt hebben zonder in de avonduren en in het weekend een literair blog te onderhouden.

Een prachtige karakterschets van de geschiedenisleraar van Pawi ging als volgt:

“Geschiedenis werd bij ons gegeven door een wat oudere dame, met een geamputeerde linker onderarm. Nooit heeft ze verteld hoe dat zo kwam. We dachten dat het met de oorlog te maken moest hebben. Ze was altijd goed gekleed (wij zaten in ons kostschool-uniform), het stompje bedekt met een knoop van een zuiver zijden, zuiver wollen, zuiver linnen bloesje. Ze rookte uit een sigarettenpijpje, blies de rook bevallig uit haar met lipstick gekleurde mond. Altijd naar boven, niet over de leerlingen. Wat ze onderwees? O Ja, geschiedenis. Niets van onthouden.”

180716mummie
Geschiedenisleraar van Bertie

Die van Klare taal in de laatste twee klassen van het gym was “een zeurpiet die veel in zijn neus peuterde en dan het resultaat aan zijn sokken afveegde.” En die van Bertie had een naar men zegt treffende bijnaam: “Mummie”.

Een oude bekende kwam na een lange afwezigheid weer eens aanwippen: Timmerark werd met vreugde weer op het oude nest begroet. Hij heeft sinds kort een dashboard van een nieuw blog en daarvandaan reageert hij. Keispannend! Pawi meldde dat ze de dag ervoor zeilbootjes had zien dobberen, ooit voor Arkies andere blog gefotografeerd. “Toen lagen ze in de ochtendmist, nu in de stralende middagzon. Leuk weer wat van je te lezen.” Timmerark knikte wellicht instemmend, maar reageerde niet. Dat heb je met zo’n dashboard.

100e reactielepeltje
Onderweg.

Jokezelf, die helegaar niet zo vaak opduikt, scoorde ineens wel de 100e reactie. Zou ze het erom doen? Het lepeltje is in ieder geval al onderweg, aangetekend en per expres, want met zwaarvergulde dingen moet je voorzichtig zijn.

Er was ook nog een ikje – opgetekend uit het echte leven door Lotte Aukema – dat over ene Karel ging, die een schuine bak vertelde. Zo geweldig was die mop niet. “Karel kan beter gaan schaken met de intellectuelen”, merkte Lummel droog op en de gemiddelde leeftijd van de schrijvers (m/v/t) op dit blog doet mij zomaar eens vermoeden dat iedereen dit prachtige liedje nog kan meezingen. Ik wel in ieder geval.

Mopperkont meldde zich, zoals het hoort, keurig af. Hij vertrekt binnenkort weer naar Chinon in Frankrijk en gaat daar met koor en orkest drie uitvoeringen geven. Hoofdwerk dit jaar is het Te Deum van Arvo Part. Nou, dat moet je maar durven! Zingze, Moppertje!

“Het is beter samen te drinken dan oorlog te voeren.”

Nu ik het toch over het buitenland heb: Timmerark was ooit in Rusland en had het daar best naar zijn zin. Een groep Russen zette het met hem op een drinken, ze schonken zelfgemaakte wijn uit een jerrycan. Een van hen schreef op Timmerarks gipsarm: “Het is beter samen te drinken dan oorlog te voeren.”

180716badpyrmontEn Klare Sprache gaat deze week naar “diverse streken” in Duitsland, van Bad Pyrmont naar het oosten, helemaal naar Thuringen,  en dan weer terug via een andere weg. We gaan de belevenissen horen. Of niet en dan is het ook goed. Wel lekker groen daar, en ze eten er Kartoffelsalat en hebben ’s ochtends lekkere harde broodjes.

Ik zelf verzon trouwens helemaal uit het niets een mooie spreuk voor een tegeltje: “Pril geluk duurt niet lang”. Geen idee hoe ik daarbij kwam, maar hij is best wel diep.

Het allermooiste ikje van het jaar en misschien wel van deze eeuw kwam van Jan Benneker. Hij liep de drogist binnen en overhandigt bij de kassa zijn vertrouwde, alleshelende flesje Betadine. Een vriendelijke jongeman vraagt: „Wilt u advies voor het gebruik van deze neusdruppels, mijnheer?” Jan: „Nee dank u.”

180716betadine
Creative Commons, Afiq Nor

Prachtig toch? Ok, je moet het hele ding lezen, zie het vorige intro ergens omhoog of omlaag. Oh hier dus. Daar bedoel ik. Het werd geplaatst op 13 juli, dus eigenlijk nog maar best kort geleden.

De herschrijving van Ad Hok mocht er ook wezen en komt misschien wel op de tweede plaats van deze eeuw: “Attenooie! Loop ik laatst binnen bij de drogist voor wat Betadine, vraagt die gast aan de kassa: “Wilt u advies voor het gebruik van deze neusdruppels, mijnheer?” Zeg ik: “Nou, ik gebruik het alleen als ik last heb van druiloren”.

We sloten de week af met wat woordspelingen over een gevangene bij de oogarts. “Hij luisterde geboeid”, was afkomstig van de ikjesschrijver zelve, Eva de Zangeres. Waarom zo’n gevangene eigenlijk een oogonderzoek nodig heeft, dat wist Lummel: “Om te ontsnappen heeft hij een tunnelfietsie …”

Wil jij net als Lummel en de andere reageerders (m/v/t) kans maken om in het volgende intro voor te komen? Met iets leuks? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je gein maken met onbekenden uit het verre buitenland die voor je het weet je vrienden zijn? Misschien wil je een uitnodiging voor een gezellige bijeenkomst van alle auteurs en reageerders op deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is.

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan ergens verstopt in of op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes zegt te houden. Stuur zelf een ikje in. Of scrol hier naar beneden en zeg iets. Dat mag en kan met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume als je dat wilt. Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Lepeltjes zat.

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, het hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg alle afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Vooral ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren
Bas van Vuren, aangenaam

Reacties zijn welkom via het reactieveld, maar ook via de email van mijn voorganger apie@apiedapie.com of direkt bij mij zelf: bas.vanvuren@gmail.com.

Het wordt misschien best wel een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. Wij doen dan gewoon hier onze eigen dingetjes en jij doet de jouwe daar.

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de featured image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen week. Nou, jullie zien het wel. Ik was weer eens in Nederland. En wel ergens in het zuiden, daar waar de visarend, de zeearend en zelfs de slangenarend in een en hetzelfde weekend en op een en dezelfde plaats te zien waren. Best uniek. Ik heb ze niet gezien. Dit is de lucht waarnaar ik staarde.

Foto: “Lucht zonder arenden” © 2018 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

121 gedachten over “Pril geluk duurt niet lang (202)”

  1. Best wel veel gebeurd, de afgelopen weken. Heerlijke samenvatting, dank!

  2. Val

    Mijn zoon verhuist naar een nieuw onderkomen. Voor de boodschappen plunderen we de supermarkt en slepen zwaar beladen tassen terug naar de auto in de parkeergarage. Opeens glijd ik uit over een olievlek. Tassen scheuren open, blikjes rollen alle kanten op, en mijn enkel maakt een knappend geluid.

    Dan stopt een grote, witte stationcar naast me. Het raampje glijdt geluidloos naar beneden. Nog verdwaasd van mijn val, hoop ik op hulp. Verwachtingsvol kijk ik de bestuurster aan terwijl de laatste muesli uit het gescheurde pak van me af rolt.

    De vrouw zegt: „Ik wacht tot je opstaat. Dan kan ik de auto parkeren op de vrije plek.”

    Maria Verbraak

  3. Pfoe, die Maria toch. Die had me er daar een ik in het hoofd. Een nieuw onderkomen, voor de boodschappen plunderen ze een supermarkt (waar anders voor?), zwaar beladen tassen, opeens glijdt ze uit (kan dat ook gepland en geleidelijk?), een grote witte stationcar met een geluidloos naar beneden glijdend raam (dus niet knarsend, goh) en dan kijkt ze ook nogeens verwachtingsvol op … Maria gaat nog eens het Boekenweekgeschenk schrijven, wat ik jullie brom.

  4. Goed intro en goedemorgen.
    Het ikje is niet slecht maar waarom siert ze het op? Geleerd bij een obscuur schrijfclubje?

  5. Nee kriebels van de vlinders.
    Het stadje is weer netjes, het feest begon leuk, de pliessie had de boel afgesloten voor autos. Maar ze moesten blijk vroeg thuiskomen want om tien scheurden de péquenots weer door de straten.

  6. Ha! Those were the days. Ik had lijst Apiedapie en voorspelde dat Femke Halsema een hele grote zou worden, Minister-President dacht ik destijds, zat ik er toch niet ver naast.

    Een te manipuleren verkiezing met een hoop haat en nijd, dat lijkt me wel wat ja. Ergens in het najaar. Het moet wel ergens over gaan.

  7. Fiets

    Op een zonnige zondagmorgen fiets ik door de stad. Ik geniet van twee kleine meisjes die voor me fietsen, samen met hun moeder. Mijn gedachten dwalen af naar een verre toekomst waarin ik misschien ooit twee dochters op een fiets bij me zal hebben. Hoe leer je kinderen veilig fietsen in de verkeersjungle van Amsterdam? Wanneer we een rood stoplicht tegenkomen, stoppen de dochters en ik. De moeder sjeest vrolijk door rood. Een van haar dochters roept verontwaardigd: „Mam, je mag niet door rood rijden!” De moeder reageert: „Hier kan dat prima, kom maar.”

    Laura ter Steeg

  8. Wat een feest dat ik als honderdste reageerder dat prachtige zwaarvergulde lepeltje ga krijgen. Ik voel me zeer vereerd en ben er ook een klein beetje van door het dolle (kan dat, een klein beetje door het dolle?), want de lepeltjes waar ik het gewoonlijk mee doe, zijn slechts van een zilverkleurig metaal en komen van de Blokker. De mooie, die van de erfenis van overleden familie, liggen met zijn allen gezellig in een ouderwets doosje en komen er alleen even uit als ik mijn schatten wil bewonderen. En dat is niet zo heel vaak, want dat doosje staat ergens onderin een keukenkastje – maar misschien moet ik nu een vitrine aanschaffen met dat zwaarvergulde lepeltje – aangetekend en per express nog wel – in aantocht. Heb ik alleen nog wel even een vraagje: hoe ben jij te weten gekomen waar dat lepeltje naar toe moest?

  9. Kijk, door het dolle heen … dat doet goed. Ik heb het naar je IP-adres gestuurd. Duurt 5-6 werkdagen, zo zei de Zwitserse postmevrouw aan het loket.

  10. Lieve Laura,

    Koester je dromen over fietsen met je dochters in Amsterdam nog maar even.
    Voor je het weet zijn het zonen. Die op de scooter razen. En moet jij ze ophalen bij de politiecel.

    Waarschijnlijker is, dat je al tijdens je eerste zwangerschap verhuist naar Diemen. Almere. Lelystad. Durgerdam.
    Dat maakt de kans op ontmoetingen met gelijkgestemden groter, waaronder een ontmoeting met Van Roosmalen himself. Ook iets om naar uit te kijken!

    Hartelijke groet uit de provincie.

  11. Groeten terug, Pawi!

    Breaking: een wel heel mooi en bij vlagen hartverscheurend verhaal van Ilonas Chinastory is zojuist gepubliceerd. Heel veel foto’s, mooie beschrijvingen van het verkeer en het eten en baby’s, en een uitsmijter over poepchinezen. Nou, als je nu niet heel gauw gaat lezen dan weet ik het niet meer! 🙂 Waar? Hie-ier, het zevende de-heel ….

  12. Foutmelding

    De telefoon verstoort de vroege ochtend. Op de display zien we een onbekend nummer. De luidspreker gaat aan.

    Een Indiër van de Windows Help Desk meldt dat onze computer een foutmelding geeft.

    „Aha”, hoor ik mijn man zeggen, „Welke? Ik heb er veertien.” De Indiër aarzelt even. „Allemaal”, zegt hij dan.

    „Vreemd,” antwoordt mijn man. „Ik heb er toch echt maar één.”

    „You dirty liar”, klinkt het terug door de luidspreker.

    Mijn man vraagt nog of ’t vandaag mooi weer is in Calcutta, maar de Help Desk heeft het gesprek al beëindigd.

    Ardy Stegeman

  13. Ik vind het best dat Indiers ook wat verdienen, maar niet door mijn gegevens te jatten, want dat is waar ze op uit zijn. In de VS bellen ze regelmatig en stellen zich met een zwaar Indisch accent voor als Bill Mitchell of Jack Miller van de Windows Help Desk. Meestal zeg ik dat ik helemaal geen computer heb, of dat het een Apple is. Dat is afdoende. Het is naar mijn weten nog nooit bij mijn vrouw opgekomen om dat naar de krant te sturen.

  14. Even tussendoor. Ik weet, ik ben er laat mee, maar dit is de Raadselfoto van de Maand. Wie weet wiens moestuintje dit is en waarom?

  15. Ik vind het wel een goeie tip van de man van Ardy. Hier worden we ook regelmatig gebeld over Your Windows Computer. Maar de beller verstaat geen Nederlands, dus onze gesprekjes zijn door de jaren heen steeds korter geworden, tegenwoordig duren ze zelfs niet langer dan 3 seconden.

    Op de Raadselfoto van de Maand zie ik met een beetje goede wil de Marne. Oeps, ik heb al teveel gezegd, ik geef de beurt aan iemand anders. Ilona is er al geweest zie ik…

  16. Blij dat je het zo sportief opvat, Lummel! Ik heb de foto een paar weken geleden gemaakt. Je was toen een paar dagen van huis, weet ik nog, conferentie of zo. Heb je het lepeltje nog gevonden?

  17. Peuken

    Mijn vader, die in een huis voor mensen met een niet-aangeboren hersenbeschadiging woont, ging met medebewoners, als activiteit, peuken rapen in het bos.

    Op een gegeven moment vertikte hij het nog mee te gaan naar het bos. Mijn moeder vroeg waarom hij dit weigerde. „Vroeger gingen we toch ook altijd samen beukennootjes rapen?”

    Ze had hem al die tijd verkeerd verstaan.

    Elias Brand

  18. Peuken kunnen het hele jaar door worden geraapt, maar beukennootjes vallen in het najaar.

    Elias heeft dus ruim de tijd gehad om te schaven aan dit ikje. En nog is het niet het beste ikje van de week.

  19. Best een vermakelijk misverstand. Maar hoe haalt een schrijver het toch in zijn (niet-beschadigde) hersens om de naam van het tehuis voluit te schrijven? Een huis voor “mensen met een niet-aangeboren hersenbeschadiging” … Als het een huis voor mensen met een aangeboren hersenbeschadiging was geweest, of een huis voor mensen met hersenbeschadiging, had dat dan tot een ander begrip van de anekdote geleid?

  20. Onbegrip

    Met de bedoeling snel vanuit de Oudezijds Achterburgwal op de Dam te komen, liepen we door een smalle steeg waar – tot lichte schrik en gêne van mijn twaalfjarige kleindochter – schaarsgeklede dames zich vlak achter hun ramen hadden uitgestald.

    Haar jongere broertje vond het ook wel raar, maar hij was vooral verbaasd: „Wat proberen ze hier dan mee te bereiken? Moet je geld in een pet gooien, of zo?”

    Wilfried Dierick

  21. Honderden, zo niet duizenden kinderen hebben op de Wallen al grappig commentaar geleverd op deze dames die zich “vlak achter hun ramen” uitstallen. De pet van Wilfried blijft wat mij betreft leeg.

  22. De Hikjesman kan hier niet meer inloggen, zo meldde hij mij. Daarom zijn hikje maar op deze manier:

    Bloemkolen

    We lopen langs de groenteboer, die – tot lichte schrik en gêne van mijn twaalfjarige kleindochter – hele grote bloemkolen vlak achter zijn raam heeft uitgestald.

    Haar jongere broertje zegt opgetogen: „Daar zou ik weleens in willen knijpen”

    De Hikjesman

  23. Precies jongen, zei Wilfried. Als jullie nou even hier wachten gaat opa iets in de pet van dat arme meisje daar gooien.

  24. Vakantie

    Mijn kleindochter Olivia (7) had gehoord over de schermloze vakantiedagen van onze drie prinsessen. Dat leek onze dochter en schoonzoon een goed idee. Aangekomen op hun vakantieadres in Oostenrijk moesten de ouders even een dag bijkomen van de vakantievoorbereidingen en de autorit dus werd er nog niet zo streng gekeken hoe de kinderen zich vermaakten. De volgende dag vroeg Olivia zich af: „Wanneer gaat onze zinloze vakantie nu in?”

    Liesbeth van Gelder

  25. Tussen de coulissen wordt er geschermd. Geschreeuwd. Gefoeterd. Gevloekt. Gelachen ook. Gevochten.
    Maar op het toneel ziet het er vredig uit.

  26. Een week zonder phoontje of Ipadje is een week niet geleefd.
    Is ook wel wat voor te zeggen. Even een eigen leventje. De koninklijke familie doet het, of probeert het, ze houden het een week vol zegt WA.

  27. Zondagmorgen op de camping van Chinon. Tussen de tenten is een ondergronds wespennest ontdekt. En Franse dame heeft de beheerder al gewaarschuwd en even later komt er een stoere arbeider met een grote spuitbus en een fles mineraalwater aan. Hij spuit een witte wolk gif over het gat in de grond, giet de fles leeg in het gaatje in de grond en zet de fles omgekeerd in die opening. Een van de meiden van het orkest, die kennelijk erg begaan is met het lot van de wespen loopt woedend en huilend weg van het slagveld.

  28. Nou, dat lijkt me op zijn Frans en effectief. Doet me denken aan de gruwelijke manier waarop bij ons in Parijs muizen werden vermoord.

    Wat die meid van het orkest betreft: net als de wespen, die komt wel terug!

  29. Slapen in een tentje bij Chinon, wespen zien verdelgen op de camping, een gevoelig meisje troosten en ’s avonds nog eens loepzuiver Arvo Pärt zingen. Daar zit wel een roman in, Mopperkont.

    Hier in 0031 doen we het met hitte, interessante ontwikkelingen rond het rondzingende praatje van Stef Blok, en met weersverwachtingen. En De Tour natuurlijk.

  30. Volwassen

    In een Sneeker snackbar bestelt een puberjongen vier patat om mee te nemen. De medewerker achter de kassa vraagt of het patat voor kinderen of volwassen moet zijn. Hij denkt even na en zegt: „Drie volwassen en een moeder.”

    Bauke van der Pol

  31. Ja. Dat zeggen ze weleens. So what? De samenleving is kennelijk nog altijd niet aan kindmoeders gewend. Tijd voor een campagne!

  32. Ik kan van dit ikje geen patat bakken. Ik heb trouwens al eeuwen geen patat meer gebakken. Iets voor het weekend. Ik heb nu al trek

  33. In de bus

    Eén van mijn leerlingen heeft een training sociale vaardigheden gedaan. Zijn PDD-NOS maakt dat hij wat onhandig opereert en hij wil zelf graag leren hoe hij beter met klasgenoten kan communiceren. Wanneer ik hem vraag wat hij heeft geleerd zegt hij: „Nou, bijvoorbeeld hoe ik een praatje kan maken met iemand in de bus. Maar ja … ik zit nooit in de bus.”

    Jeannette Dekker

  34. Mevrouw Dekker heeft zelf een gebrek aan sociale vaardigheden. Kan zich kennelijk niet voorstellen dat niet iedereen weet wat PDD-NOS is. Man man en dat geeft les.

  35. Het noemen van de aandoening had ze kunnen overslaan, te stigmatiserend.. Daarna een zin als ‘Hij wil graag leren hoe hij makkelijker met mensen kan omgaan..’ Dat is aardiger.
    En voor een goede verstaander duidelijk genoeg.
    Het is een ikje, geen rapport.

  36. ik leef in een land vol pdd-nos (heb ik moeten googelen). Niemand maakt hier en praatje in de bus. Ik heb het wel eens geprobeerd en gelukkig nog net niet getaserd

  37. Het is hier net zo erg. Mensen worden angstig voor kontakt. Zelfs zomaar opbellen moet je voor oppassen. Je kunt toch eerst een email sturen ..?

  38. Ijzersterk antwoord van die jongen.
    Hier in mijn dorp groet iedereen elkaar. Maar in de Grote Stad moet je het niet wagen mensen goedemorgen te wensen als ze bij je in de lift stappen.

  39. Ik zit nooit in de bus, juist omdat iedereen dan maar praatjes met me maakt. (Kennelijk heb ik een praatjeshoofd).

  40. Ik wijs u op de volgende cursussen van het lummelinstituut
    Praatjes maken in het openbaar vervoer
    Praatjes maken in eet en drankgelegenheden
    Praatjes maken in ongemakkelijke situaties
    Praatjes maken in internationaal gezelschap
    Praatjes maken in je eentje

  41. Speciale tailormade cursussen voor politici en managers. En natuurlijk praatjes maken op publieke toiletten in China.

  42. Het lummelinstituut houdt zich niet bezig met bedrijgen. Mensen die dat soort zinnen zeggen hebben meestal geen behoefte aan een cursus.

  43. Praatjes maken terwijl je uit de bus wordt gezet en daarna, wie weet heeft het lummelinstituut 😆 😆 😆 nog een vervolgopleiding in petto.

  44. Hiero hebben ze helemaal geen bussen. Ze lullen tegen zichzelf in hun trucks

  45. Inhalen

    Mijn 14-jarige zoon ligt onderuit op de bank. Met een schuin oog volgt hij de etappe in de Tour, het andere oog gericht op zijn mobiel. Hoe anders was dit toen hij een jaar of zes was. Op de punt van zijn stoel zat hij gerust een uur naar de fietsers te staren. Ik begreep er niets van, hoe kon een kleuter zó lang geboeid blijven door een kluwen renners op een berg? Totdat mijn man, de wielerliefhebber van het gezin, de kamer binnenstapte en onze zoon hem opgewonden een update gaf: „Papa, papa, de auto heeft hem nog steeds niet ingehaald!”

    Vera Arnoldus

  46. Geen idee waar het aan ligt, maar alles aan dit ikje staat me tegen. Dan kan ik maar beter mijn mond houden.

  47. Doet me denken aan een oude mop, die pawi misschien wel leuk vindt:

    Er staat een 2CV met pech langs de weg. Een BMW stopt en neemt de Eend op sleeptouw. “Als het te hard gaat, druk je maar op je claxon”, zegt de bestuurder. Na een tijdje worden ze ingehaald door een Mercedes. Dat kan de bestuurder van de BMW niet op zich laten zitten, en hij geeft meteen vol gas. In vliegende vaart gaan ze voorbij aan een benzinestation, waar de pompbediende zijn ogen niet kan geloven. Snel belt hij het benzinestation een paar km verderop en zegt dat er een race aan de gang is tussen een Mercedes, een BMW en een lelijke eend. Een paar minuten later belt de pompbediende van dat station hem terug en zegt: “Dit is te gek, de Mercedes ligt inmiddels ver achterop, maar de 2CV zit vlak achter de BMW te toeteren om hem te kunnen passeren!”

  48. De eerste zin al, dat is zo’n moppercliché waar alle damesbladen mee vol staan. Als je die moet geloven liggen alle puberzonen onderuit op de bank.
    Dan het schuine oog, waarbij de inzendster blijk geeft dat ze de uitdrukking niet begrijpt. Alsof een oog schuin naar de TV kijkt en het andere niet. Fout.
    “Hoe anders was dit….” is houterig en “gerust” is ordinair taalgebruik.
    Een zesjarige is al lang geen kleuter meer. “Een kluwen renners” hoe krijg je het uit je toetsenbord!?! “Wielerliefhebber”? Zeg dan gewoon tourfietser, of liever nog simpelweg fietser.
    Tenslotte: als je een uur lang naar de Tour kijkt heb je zeker al een of twee keer gezien hoe een groepje fietsers wordt ingehaald door een van de vele meerijdende auto’s. Soms houdt de auto even in en krijgt een fietser eten of drinken aangereikt uit het open raampje.
    Van begin tot eind is dit in mijn ogen een faal-ikje .

  49. Graag gedaan, pawi.
    Over het algemeen ben ik het wel eens met je kritiek op het ikje, maar ik maak een uitzondering voor het begrip “wielerliefhebber”. Volgens mij kan dat iemand zijn die graag naar wielerkoersen kijkt, zonder per se zelf ooit op de pedalen te staan.

  50. Ad Hok: fietsfanaat dan? Ik kan me niet voorstellen dat je naar de Tour kijkt zonder zelf lekker een beetje te peddelen.
    Net zoals tennis: ogen naar links en naar rechts, uren lang. Kun je ook alleen maar uithouden als je het zelf te pakken had. Om over modeshows maar te zwijgen.

    Mopperkont, morgen is mijn gemopper weer voorbij. Hoop ik. Nog iemand ontmoet met een wespentaille?

  51. pawi, je kunt toch ook best een operaliefhebber zijn zonder ooit zelf gezongen te hebben?

  52. Opera!, break me de bag niet open, is mijn favoriete tijdsverspilling. Drie of vier uren lang. Luisteren en kijken.
    De mooiste uitvinding is natuurlijk die van de Metropolitan NY. Live opgenomen en uitgezonden, interviews met de sterren van de avond, uitgezonden over de hele wereld, waaronder Den Haag Delft Amsterdam en nog zo wat steden.

  53. Verzetje

    Mijn vrouw heeft zonder enig bewustzijn van een begane verkeersfout een ‘strafbeschikking’ ontvangen van het Openbaar Ministerie. Er wordt haar een strafbaar feit ten laste gelegd, dat haar trots op meer dan vijftig jaar zonder bekeuring en schadevrij rijden volledig teniet doet. Haar en ook mijn verontwaardiging over deze beschuldiging en de uitzonderlijk hoge boete, is zó groot, dat wij besluiten het bijgesloten, en door haar ingevulde ‘verzetsformulier’, in persoon te gaan afleveren bij het arrondissementsparket. Bij binnenkomst toont mijn vrouw haar formulier aan een dienstdoende ambtenares die ons ontvangt. Haar onderkoelde en kennelijk rituele reactie is: „Aha, jullie komen voor een verzetje…….”

    André Rosendaal

  54. Meneer Roosendaal heeft dit nog met de ganzenveer geschreven? Er is geen enkele normale zin in dit proces-verbaal. Ik voel verzet bij elk woord. Sterkte ermee dan maar.

  55. Mijn vrouw heeft zonder enig bewustzijn van een begane verkeersfout een ‘strafbeschikking’ ontvangen van het Openbaar Ministerie. Er wordt haar een strafbaar feit ten laste gelegd, dat haar trots op meer dan vijftig jaar zonder bekeuring en schadevrij rijden volledig teniet doet. Haar en ook mijn verontwaardiging over deze beschuldiging en de uitzonderlijk hoge boete, is zó groot, dat wij besluiten het bijgesloten, en door haar ingevulde ‘verzetsformulier’, in persoon te gaan afleveren bij het arrondissementsparket. Bij binnenkomst toont mijn vrouw haar formulier aan een dienstdoende ambtenares die ons ontvangt. Haar spontane, enthousiaste reactie is: „Dolletjes, en daar gaan jullie zeker een ikje over schrijven?!”

  56. Mevrouw heeft stomdronken achter het stuur gezeten en kan zich het niet meer herinneren. Na het bezoek aan het arrondissementsparket hebben we woedend weer een fles opengetrokken en een ikje geschreven.

  57. Sterren

    Voor me in de rij bij de kassa staat een jongen met twee sterren op zijn arm getatoeëerd. „Welke betekenis hebben ze?”, vraagt de caissière geïnteresseerd. De jongen, lachend: „Jong en Naïef”.

    Anouk Stijnen

  58. Grappig. Maar eeuwig zonde, die tattoos.

    PS Morgen ben ik verhinderd om het ikje te plaatsen. Er is vast wel iemand die dat van me kan overnemen.

  59. En omdat het kan en de mooie dingen in het leven komen als je het niet verwacht … heden het achtste deel van Ilonas Kei Interessante China Reisverhaal. Het gaat over een terracottalegertje dat dan weer net kleiner is dan je had gedacht net Manneke Pis en de Zeemeermin in Kopenhagen.

    Het gaat ook over een boer op een stoel. En er is een prachtige tekening ontdekt, tekenaar onbekend. Wie weet wie het is?

    Het is allemaal alhier te lezen. Heerlijk in deze vakantietijd. Het houdt je koel. Echt.

  60. Parkeren

    Dinsdags is het markt op de Blaak en daarom erg druk in de parkeergarage onder de Markthal. Gelukkig zie ik nog een groen lampje en rijd daarnaartoe. Op de lege plek tref ik drie dames met een Brabantse tongval. Ze zijn in paniek want hun auto is gestolen. Ik vraag wat voor een auto het is en of hij echt op deze plaats stond. Het was een rode auto en ze hadden hem op de enige plek met een groen lampje gezet om hem na een dagje Rotterdam gemakkelijk terug te vinden.

    Herman Maas

  61. Goed idee om onder een andersgekleurd lampje te gaan staan. Ik wilde dat overnemen. Kom ik in een garage met alleen maar groene lampjes. Een rood lampje. Daar ga ik staan dacht ik. Maar iemand was me voor geweest.

Ik vind er dit van: