Hoe zet ik oma op pauze? (271)

Over ikjes en kleinkinderen en een vrolijk coronaliedje

Schaap header

Jokezelf is voorzitter van een Vereniging van Eigenaren en daar is tussen een drietal buren de pleuris uitgebroken, vertelde ze. Joke werd tamelijk dringend verzocht om daar een oplossing voor te vinden. “Maar dan moet ik bij die mensen langs en we mogen niet bij elkaar op bezoek. Ga ik natuurlijk wel doen, onder het respecteren van die 1,5 meter afstand, want de klager heeft in mijn optiek hartstikke gelijk en het kan niet langer doorgaan zoals het nu gaat.” Hoe dat is afgelopen horen we hopelijk nog, het is hierna immers erg stil gebleven.

Klare taal verklaarde intussen overweldigd te zijn door alles wat met corona te maken heeft en ze zeeg even hier op deze site neer. “Een intro en een ikje, commentaren, meningen, adviezen … alles raast maar door.” Fijn om hier even op adem te komen. Zo is dat, hier kan iedereen ten allen tijde even komen zijgen hoor, daar doen we het voor.

Het bezoek aan de site is sinds het begin van de crisis met ruim 30% toegenomen. Het aantal lepeltjes staat echter al weken op nul (schrijve 0). We lezen en scrollen meer, maar een tikkie lusteloos zijn we toch wel. Hoe gaat het nu met die hometrainer, die cursus Spaans, gitaar? Bedoel ik toch.

Hier ergens op een camping zit Pawi met chaperon te wachten tot ze naar de Dordogne mag

Ook Pawi lijkt tijdelijk rust te hebben gevonden, niet hier maar in een caravan in Drenthe. Ze filosofeert daar “over de B, die van Berusting over dat huis dat niet doorging in de Dordogne, en de B van Bartjes Drenthe.”

“Echte oma’s komen niet buiten!”

De ikjes gingen weer allemaal over het coronavirus en hoe de NRC-lezer en zijn kinderen en grootouders daarmee omgaan. “Echte oma’s komen niet buiten!” verklaarde een jongetje van een jaar of zeven heel beslist toen hij op de hei een oudere dame met hond ontwaarde en haar had voorgelicht over de gevaren van het buiten zijn. „Weet u wel dat u heel ziek kunt worden van corona en dood kunt gaan?” Die onverantwoordelijke oma, Marian Oomen, stuurde de anekdote naar de krant.

Lummel vertelde dat hij hier nog altijd goed geschoren, fris gewassen, lekker ruikend en convenabel gekleed zit te reageren. We hadden niet anders verwacht, hoewel we vrienden en collegaatjes hebben die er met de dag slechter gaan uitzien in hun treurige home offices, de blikken toch ietsje doffer dan vroeger, de haren wat onverzorgd, en hier een daar een puistje, pukkeltje of mee-etertje dat niet eens meer wordt opgemerkt.

Ik wens dat tijgers elke dag jarig zijn

De tweeling van 5 jaar van Barbara Smits is het goed zat, dat binnen zitten. Als mama naar buiten gaat voor boodschappen en vraagt of ze nog wensen hebben zijn dit de antwoorden: „Ik wens dat oma altijd bij ons woonde, ik wens dat ik een pinguïn had, ik wens dat het elke dag Kerstmis is, ik wens dat tijgers elke dag jarig zijn”. Wie precies wat wenste weten we niet want het is een tweeling. Maar ik denk dat we dit allemaal weleens wensen, vooral dat van die tijgers. Nu moet je elke keer op de kalender kijken.

Tja, en ook mijn eigen Coronaliedje vorderde gestaag vorige week. Op vrijdagmiddag zong kanjer Gerry Holland het deuntje in de beroemde studio van Hans Aalbers, daar waar ook André Hazes sr. en Vader Abraham en Corry van de Rekels hun dingetje ooit deden. De Nederlandse Abbey Road zeg maar. De Veerkampjes waren er vanwege coronathuiszitten toch maar niet bij, maar dat komt later in het jaar wel weer goed. Verder werd de hoes aangeleverd en het persbericht opgemaakt.

Gerry live in Alphen a/d Rijn

Gerry blies op zaterdag een verzorgingstehuis voor mensen met een beperking in Alphen a/d Rijn van de sokkel. Leuk sfeertje daar, dansen op de stoep, dansen op de straat, het ging allemaal nog net goed. Het is terug te kijken via Facebook live. En a.s. zaterdag gaat de nieuwe single dus in première, voor het eerst live gezongen in nergens anders dan … Amersfoort. We gaan aan het toestel zitten kluisteren, ik wel tenminste.

Sommige zuurazijntjes zonder eigen leven, zoals de heren van VI hebben er kritiek op dat BN’ers belangeloos bij bejaardenhuizen gaan zingen, bloemen uitdelen, opbeurende coronaliedjes zingen, maar bekijk het eens zo: een minister-president regeert, een dokter geneest, een zanger zingt. Duidelijk? Ieder doet z’n dingetje. En het is nog een “aanstekelijk liedje” ook, dat “We zijn er nu wel klaar mee”, hier thuis zetten we al het hele weekend spontaan de polonaise in als de ruwe mix uit de luidsprekers knalt.

Natuurlijk kan zo’n tekst altijd beter. Als je hem letterlijk neemt is hij, volgens De Schrijvende Rechter, zelfs “staatsondermijnend”, Gerry zingt immers “We willen naar het strand”. Maar willen we dat niet dan? Wel een grote misser is het dat het woordje “volharding” niet in de tekst voorkomt. DSR zond een prachtig couplet in, helaas was de song toen al opgenomen. Bij een eventuele release bij een volgende pandemie gaan we het lied zeker aanpassen.

Met pestilentiën geslagen
De Boze die benardt
Doch thans met moed gedragen
Door ons volk dat volhardt

Volgens het onlinewoordenboek is “pestilentiën” dus een ander woord voor de pest, weer wat geleerd. De strofe zelve is mooi te gebruiken als intermezzo, in vaktermen “brug” geheten. Volgens DSR eventueel uit te voeren door een rapper met gouden ketting en boze blik, zodat “we weten dat shit real is enzo”.

Ook Ad Hok had goede suggesties, hij wilde het virus niet uit het land maar van de planeet schoppen. “Het is maar dat je ’t weet”. Vader Abraham en Corry van de Rekels zouden dit niet beter kunnen doen, Ad.

Intussen stuurde Marjan van Houten het leukste ikje van de week in. Tijdens een onlinevoorleessessie hoorde ze haar kleinzoon Casper van bijna vijf tegen zijn moeder fluisteren “Ik moet plassen. Hoe zet ik oma op pauze?”

“Prop haar mond vol met chocolade” hoorde Lummel opa op de achtergrond brommen. Want je hebt altijd baas boven baas! Maar jullie zien het wel, wij houden er hier de moed in, hoe lang het ook allemaal duurt.

Wil jij net als Ad, Lummel en andere reageerders kans maken om in het volgende intro voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je gein maken met onbekenden die voor je het weet je vrienden zijn? Misschien wil je een uitnodiging voor een gezellige bijeenkomst van alle auteurs en reageerders op deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is.

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt in of op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Stuur zelf een ikje in. Scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie of gedachte zoals sommige mensen zeggen precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Lepeltjes zat.

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Vooral ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren

Bas van Vuren, aangenaam

Reacties zijn welkom via het reactieveld, of via het contactformulier hier, of via een email naar bas.vanvuren@gmail.com.

Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. Wij doen dan hier onze dingetjes en jij doet de jouwe daar.

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de featured image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik lette nu wel op toen ik bij de schapen kwam. En zij ook! Het lijkt wel of ze allemaal hun best doen om zo voordelig mogelijk op de foto te komen. En ze willen ook allemaal wat zeggen en net zoals DSR en zo hier geciteerd worden. Dat ze dat weten! En ze willen eten, denk ik. Krijgen ze van mij niet. Ik ben niet zo voerderig. Toen ik deze foto in mijn WordPressdashboardje een naam moest geven en zoals altijd “Header” intypte (leader, header, featured, zo heten die dingen nu eenmaal) had ik een giechelmomentje met mezelf. Schaap Header stond er. 
Foto: “Schaap header” © 2020 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

111 gedachten over “Hoe zet ik oma op pauze? (271)”

  1. Prachtig en gloedvol intro waar ik graag een nieuw ikje onder zou willen zetten. Maar dat kan niet. Geen ikje op paasmaandag. Misschien kan iemand een toikje inzenden?

  2. Ik heb ook niets meegemaakt.ik zal daarvan een voorbeeld geven (gejat grapje). Het formulieren invullen heeft nut gehad. Ik heb de franse overheidsinstellingen, ik bespaar u de afkortingen, nog nooit zo snel zien reageren. Het aan de getroffen bedrijven beloofde geld is binnen. Dat is echt ongeloofelijk. Ik spreek uit ervaring.

  3. Ja hier in Zwitserland stond het geld ook in no time, binnen twee dagen op de bankrekening. Dat kan dus niet gecontroleerd zijn. Tja. Geld zat waarschijnlijk, het klotst tegen de plinten, nu hebben we het even mogen zien.

  4. Geweldig dat de Zwitserse overheid dus ook een Nederlandse blogbaas helpt die een Nederlandstalige site beheert, gericht op Nederlandse lezers. Ze hebben wel aanbevolen om een coronabijdrage van de lezers te gaan vragen. Dat dit allemaal gratis gaat vinden ze vreemd. Tja. Ik houd stand hoor en mijn IBAN krijgen jullie voorlopig nog niet.

  5. Oei, wat een slecht stuk. Ik had een betoog of interessante invalshoek verwacht over het fenomeen van de coronadichters, waar ik het al dan niet mee eens kon zijn, maar de met braaksel, seks, dood, lelijkheid en vooral met zichzelve koketterende dichteres kwam niet verder dan wat quasigrappig schuimbekken. Met haar Cees Buddinghprijs uit 2009.

    Accepteer eens lieve mensen dat zingers zingen over wat ze meemaken. Dichters dichten over wat ze bezig houdt. Vroeger waren dat vooral verloren liefdes en de schoonheid van de natuur, nu zijn het dus Coronatroubles. Net als vroeger zingen ze daar origineel, met smaak of bijzonder lelijk over. Ze de mond willen snoeren of je eigen smaak opdringen is verwerpelijk of laat op z’n minst zien wat voor inborst je hebt: intolerant, anderen de maat nemen, oordelen, ver van het padje naar de verlichting. Misschien ietsje minder wiet roken.

  6. Het is een mal stukje maar de titel, en de algehele gedachte, staan als een huis.

  7. Afgeven op succesvollere collega’s, die wel geld verdienen aan hun kunstje en wel geliefd zijn, is een genre waar ik niet zo veel mee heb. Je weet het nooit zeker, maar een zekere mate van spiegeling zit er altijd in dat soort stukjes. Kijk hoe ze tekeer gaat tegen de Jules Deelders achtige performers bijvoorbeeld, die voor volle zalen staan, stonden inmiddels, in talkshows worden uitgenodigd en waarover ze hooghartig sneert (maar de eigen hulpeloosheid loopt er met bakken van af): “… tot de voordracht voorbij is en het publiek beseft: geen enkele regel is me bijgebleven, geen enkel beeld heeft me getroffen)”.

    Goed, wie de bal kaatst kan hem terugverwachten. Laten we eens kijken naar het eigen broddelwerkje (eventjes afgezien van het feit dat als je zo prat gaat op het winnen van de Cees Buddinghprijs, al 11 jaar geleden, 2009 .. waarom heb je die niet geweigerd dan – dat je je dan een tikkie gedeisder zou moeten houden. Immers, die prijs wordt uitgereikt aan de schrijver of schrijfster van het beste Nederlandstalige poëziedebuut .. het beste …. da’s dus toch juist iets wat bij de verwerpelijke dichters hoort?, moet ik niet ergens het haakje sluiten, oh hier dus) en zien wat voor beelden deze dichteres dan zelf op ons neergooit:

    “De goede soort dichters schrijft in een kleine beschimmelde huurwoning uiterst rauwe ziekelijke subversieve gedichten over zijn/haar ouders en over zijn/haar perversies. Buiten staat een imbeciele vogelwichelaar te kwijlen op de vensterbank.”

    Een “imbeciele vogelwichelaar” die staat te kwijlen op de vensterbank? Ziet u het voor u? Ik ook niet. Wat voegt “imbeciel” toe aan het beeld? Waarom kwijlen? Waarom op de vensterbank? Heeft zo’n kleine huurwoning die wel? Kortom: geen beeld, hier is geen kunstenaar aan het werk die een beeld deelt, een emotie, iets moois of indrukwekkends of raadselachtigs, hier is iemand aan het woord die amechtig aan het mooischrijven is, verliefd op haar eigen beeldspraakjes en vondstjes. Woordjes achter elkaar plakken in de hoop dat de lezer er in zijn eigen hoofd iets beters van maakt.

    Maar het kan nog talentlozer:

    “Wellicht zal ik tijdens die niet-essentiële verplaatsing het zakhorloge van een dementerende orgeldraaier stelen, en de marsepeinen ringstaartmaki van een morbide leeuwentemmer, en de pluchen kerkuil van een roodharige betonvlechter met te veel noten op zijn zang. Na de seks zal ik een gedicht schrijven over de analfabetische jongenshoer, de norse lamaverzorger, en de bedeesde zeepzieder. Er zullen okapi’s, masturbatie met een diepvrieskreeft, op hol geslagen waarzegautomaten, brandstichtingen en kannibalisme in voorkomen.”

    Alsof je een hier vanwege toenemend onbeschoft gedrag inmiddels verwijderde would be auteur leest: woordjes achter elkaar neerpennen of intikken, gewoon zoals ze bij je op komen en dan denken dat mensen dat mooi vinden en er zelfs een betekenis achter gaan zoeken. Intuitief schrijven weet je wel, en vooral niet schrappen. Niks van je eigen werk schrappen want het is allemaal heilig en het is allemaal goed weet je wel?

    Dit soort nonsense en vaak op een bepaalde manier allitererende opsommingen kwam vooral in de jaren zestig voor, in de zogenaamde schrijversroes, al dan niet door sterke drank, drugs, teveel masturberen of een te grote eigenwaan opgeroepen, toen waren ze nog aardig, want onconventioneel en spottend met de toen heersende schrijfsels. Nu al zestig jaar dus niet meer.

    Maar ook hier: wat voor regel blijft je bij, welk beeld heeft getroffen? De dementerende orgeldraaier? Hoe dan? Hoe zie je dat? Marsepeinen ringstaartmaki, waarom van marsepein, vanwege die m misschien, je bent immers dichter? Ach gossie, daarom ook dat “morbide” zeker? En de zeepzieder.

    Alles is al eens eerder gedaan. Veel eerder. En wel goed. Door wie?

    C. Buddingh nota bene. In 1943, bijna 100 jaar geleden dus. De Blauwbilgorgel. Dat was wel goed. Maar dat heeft Delphine vast niet eens gelezen. Teveel bezig met zichzelf.

  8. Ik ben de blauwbilgorgel

    Ik ben de blauwbilgorgel,
    Mijn vader was een porgel,
    Mijn moeder was een porulan,
    Daar komen vreemde kind’ren van.
    Raban! Raban! Raban!

    Ik ben een blauwbilgorgel
    Ik lust alleen maar korgel,
    Behalve als de nachtuil krijst,
    Dan eet ik riep en rimmelrijst.
    Rabijst! Rabijst! Rabijst!

    Ik ben een blauwbilgorgel,
    Als ik niet wok of worgel,
    Dan lig ik languit in de zon
    En knoester met mijn knezidon.
    Rabon! Rabon! Rabon!

    Ik ben een blauwbilgorgel
    Eens sterf ik aan de schorgel,
    En schrompel als een kriks ineen
    En word een blauwe kiezelsteen.
    Ga heen! Ga heen! Ga heen!

    Cees Buddingh’, Dordrecht 7 aug. 1918 – Dordrecht 24 nov. 1985

    Terzijde: jawel, ik heb de man ontmoet, mocht hem interviewen voor de schoolkrant. Een van de meest inspirerende ontmoetingen ever (voor mij dan, voor hem vermoedelijk niet). Hij was niet aardig tegen ons, maar goed, dat hoefde niet natuurlijk.

  9. Pfff…de meubelboulevard wordt ontraden dus neemt APD de tijd voor een jijbakkerige deconstructie van iemand die wel dichter ipv rijmer is. Laat ie t maar opsturen naar NRC, het zou nog een aardige polemiek worden.

    APD zal zich wel aangesproken voelen door de treffende en vermakelijke schets van de ‘opportunistische burgerman’-dichter, een verre nazaat van de dichter-dominees van weleer. -milde glimlachicoon-

    Probeer om Ali B te strikken voor DSR’s intermezzo.

  10. Ach, Hugo Claus heeft DSR ook wel eens ontmoet. Helaas wordt het jaarlijkse DSR-Opkikkertje voor opbeurende literatuur niet postuum uitgereikt.

  11. DSR, opsturen naar de NRC? Het lijkt me iets te lang voor een ikje. Ik heb er over gezegd wat ik erover te zeggen heb, met argumenten en voorbeelden en al, doe er je voordeel mee, je kunt er zeker nog wat van leren. Niks goedkope jijbak, da’s immers jouw stijl, daar ga ik me niet aan wagen. Maar inderdaad als je deze polemische reactie, in de stijl van Piet Grijs en consorten, ook een genre van een paar decennia geleden, met een jijbak verwart, dan is het niet aan je besteed.

  12. Die Delphine Lecompte heb ik ook weer moeten googelen. Lijkt me niet iemand om gezellig een kopje koffie mee te drinken, zelfs niet virtueel. Geef mij dan maar liever Corry van de Rekels.

  13. Tsja, je gaat scherp in op een opinie-artikel en je bent als corona-rijmer nog direct betrokken ook, met een insiderssperspectief.

    Je hebt goed je best gedaan, ‘een fraai werkstuk’, zou Dries van Agt zeggen. Dat mag best verder raken dan een margeblog. Enfin, je ziet maar.

  14. Dat hebben Delphine en APD dan weer gemeen: geen types voor een gezellig bakkie. -milde glimlachicoon-

  15. Ik denk dat ik DSR een ongeloofelijke LUL vind.

    Zurry, ik had besloten nooit meer op dsr te reageren. Maar nu beloof ik het echt.

  16. ….maar dan wel een Ongelofelijk Mooie Lul, of niet dan?

    De Lallende Lummel moest zichzelve maar weer eens even uit gaan laten, binnen een kilometer van zijn appartementje -milde glimlachicoon-

  17. Het intro was weer goed, ik werd er wakker mee. Of van, dat weet ik niet precies.
    Lecomte’s column las ik ook en wist niet wat ik denken moest. Wat is serieus, wat is sneer? Misschien kwam het me daarom wat goedkoop over maar ik ben dan ook geen poeziëkenner.

  18. Ik heb het artikel als een van de weinige overgeslagen. De kop beviel me niet. Blij te zien dat ik er niks aan gemist heb.
    Hier gaan we de tijden van wilde haren tegemoet. Niet naar de kapper, wel in de wind op de Drentse velden lopen. Alleen al heen en weer naar de douche (twee keer honderd meter) levert verbijsterende kapsels op. Niemand die het ziet, zo social distanced zijn we. En voor de supermarkt heb ik alvast een bandana gekocht.

  19. Jongens, jongens, moet dat nou op deze geweldloze paasmaandag? Al dat gekissebis. Dat hoeft toch niet? Geef mekaar nou netjes en handje en ga weer gezellig samen de zandbak in. Moet kunnen hoor.
    Over mijn pleuris: Omdat we met zijn allen besloten hadden om toch niet in persoon te gaan bemiddelen, heb ik uiteindelijk een nette, bemiddelende brief geschreven naar de boosdoeners met een afschrift aan de klager. Die kreeg dat overigens pas na een paar dagen door omdat hij al die tijd niet in zijn brievenbus was geweest (ik weet het, ik had iedereen telefonisch op de hoogte moeten stellen van wat we gingen doen, tja, je probeert eens wat). Hij was in tranen dat hij ‘gelijk’ had gekregen, maar de grootste boosdoener belde mij al een uur na ontvangst op hoge poten (kan dat wel, bellen op hoge poten?) op. Vrij vertaald: hij was niet blij. Gevolg: gisteren opnieuw pleuris, dus wordt vervolgd. ik voel een gevalletje rijdende rechter aankomen.

  20. Mooi intro Bas op deze fraaie tweede paasdag weliswaar zonder de gebruikelijke eierzoekertjes maar alles went.
    Verrast echter was ik door een zekere Delphine Lecompte, een parodie van zichzelf misschien? Wie zal het zeggen?
    Onleesbare teksten maar wel gelukkig met haar nieuwe geliefde- niet zoals J.C Bloem domweg gelukkig in de Dapperstraat- maar in de Annuciatiestraat dat is net weer anders dan.
    Zelfs J.C. van Oort, kennen jullie hem nog, was vol lof over haar.

  21. Nee, m’n jongen … dat was nog voor jouw tijd.

    Er zijn later wel nepperds geweest.

  22. Broek

    Ben online aan het shoppen en vraag manlief zijn mening over een blauw-geel gestreepte broek. Na een blik op de afbeelding te hebben geworpen, reageert hij als door een wesp gestoken: „Als je zo graag ruimte wil creëren tijdens deze dagen, kun je ook iets anders verzinnen.”

    Andéla de Wilde

  23. Een blauw-geel gestreepte broek bij een postorderbedrijf. Het zou deze kunnen zijn, en ja, dan heeft de man misschien best wel gelijk.

  24. Vraag aan de dames onder ons: waarom worden de broeken zodra er een mens in zit vooral van de achterkant gefotografeerd? Is de voorkant niet mooi genoeg? Nou dan! Kom op hoor.

  25. De belangrijkste informatie, nl. of het gaat om horizontale dan wel verticale strepen, wordt ons onthouden.

    Allicht wil die man niet naast een Maja de Bij-achtige hommelkont lopen, en geef ‘m eens ongelijk.

    Verticale strepen dienen om het visuele effect van gezegde kont op de tijd-ruimte enigszins te dempen.

    Kortom, er is meer aan de knikker than that meets the eye. Misschien kan DSR zich tijdens de lockdown nog snel tot relatietherapeut laten omscholen.

  26. Voor wie er nog geen beeld bij had, ik wel dus, die Maja de Bij-achtige hommelkont, ik zag hem onmiddellijk voor me, die kan dat hiaat in de opvoeding onderstaand inhalen:

  27. Verticale of horizontale strepen hangen af van iemands morphologie. Een grappige braziliaanse mode journaliste, deelt ons in in: O H X . Welke strepen kan je dragen? Een klein dikkertje kan beter verticaal strepen. Een lange dunne beter horizontaal. Kijk in despiegel en beslis welke strepen.

  28. In mijn puberperiode hadden we in ons uitgaanstroepje vaak bijnamen, door de leuke jongens gegeven. Een lang meisje noemden ze Sliertje, een klein Aziatische noemden ze Vlo. Dan hadden we nog een Poppedijne vanwege haar haar als een gordijntje boven haar zwaar aangezette mascara-ogen. Een fors meisje heette Pommie. Mij gaven ze de naam Getailleerde tl-buis. Maar dat was nog niet zo erg als Gratenpakhuis.

  29. Ja, onze De Lallende lummel staat op z’n strepen – zelfs een remspoor siert ‘m nog! -mild-hartelijke glimlachicoon-

  30. Oei, Ilona, dat zou nu niet meer kunnen. Da’s meteen fat shaming, of andersom en nog erger. Er mag niet veel meer vandaag de dag.

  31. Nou zeg, wat een vrolijke clip en wat een “aanstekelijk” liedje is dat geworden. Morgenochtend om 10.00 uur in premiere, op YouTube op de volgende link:

    Ik ga aan mijn toestel zitten kluisteren morgen. Jullie ook?

  32. Trouwens J.C van Oort was inderdaad Trolley , hij moet inmiddels wel ongeveer 100 jaar zijn samen met zijn geliefde echtgenote.
    Bonne nuit!

  33. Miskend

    April 1959. Aangetrokken door bijzonder pianospel loop ik de aula van de Christelijke HBS aan het Adama van Scheltemaplein in Amsterdam binnen. De klanken komen mij bekend voor: Bach, maar zoveel lichter, zoveel vrolijker vertolkt. Ik krijg een duw, directeur Sleumer schreeuwt: „Hoe durft u Bach zo spelen! Wilt u daar direct mee stoppen!” De pianist draait zich verbaasd om, ik herken mijn medestudent Louis. April 2020, in Zuid-Afrika lees ik dat Louis van Dijk is overleden. Een toen miskend talent is heengegaan.

    Willemijntje Justa

  34. Ja, je kon er op wachten, de overleden BN’er blijkt mensen te hebben ontmoet. Wat een verwerpelijk genre is dit toch, houd het voor je tenzij het je om de overledene en niet jezelf gaat. Voor het eerste is een anekdote nodig die iets bijzonders, liefst in positieve zin, over de overledene onthult.

  35. Wraak is een gerecht dat koud wordt opgediend zeggen ze ergens. En Willemijntje wacht al sinds 1959 om de directeur te beledigen.

  36. En het kluisteren gaat weer beginnen. Lieve mensen, delen van dit kleinood wordt zeer gewaardeerd, zeker door Gerry, die bijna geen concerten dus bijna geen inkomsten meer heeft en het dus eventjes van zich af heeft kunnen zingen. Zegt het voort, echt keilief. Op je Facebook, op je familie WhatsApp groep, waar dan ook. Met z’n allen schoppen wij dat virus uit het land hoor.

  37. Ja toch? Hij staat me daar een partijtje te stralen alsof hij zingen leuk vindt! Ik moet wel zeggen, mooie studio, voor een Nederlandse zanger is dat toch een soort van Abbey Road hoor. Daar hebben grootheden als Vader Abraham, Andre Hazes (de echte, de ouwe), Corry, Gerard Joling en noem ze allemaal maar op hun hits ingezongen. Dat straalt toch op je af, denk ik zo. Ik ga d’r een keertje naar toe, gewoon lekker naast de producer achter het glas zitten te kijken. Naar iets of iemand of een lege kruk.

  38. Tsja, altijd leuk als mensen van hun hobby hun hobby kunnen maken …

    Mijn huisgenootje heeft een spontanere beleving van dit soort geluid, ik zal het laten weten wanneer er relevante feedback is.

  39. De songtekst staat dan weer op het niveau van Roald Dahl, door Nico Dijkshoorn omschreven als een schrijver voor mensen die niet van lezen houden -milde glimlachicoon-.

  40. Mijn huisgenootje keek het refrein uit en richtte zich daarna weer op zijn boekje.

    Halverwege het lied vroeg ik wat hij ervan vond.
    ‘…Mooi…’, zei hij. En waarom vond ie het mooi? ‘Dat …weet ik niet.’

    Of hij ’t verder wilde horen?
    Stilte. Na enig aandringen nog meer stilte.

    En nu neuriet ie van ”k heb hele grote bloemkole’.

    Kortom, een diplomaat. Daar kan z’n huisbaas nog een puntje aan zuigen.

  41. Afwachten

    Ik maakte met mijn broer ons zomerhuis schoon, een mooie klus voor een paasdag. Radio 4 stond aan, daar hoorde we dat Louis van Dijk was overleden, ze speelden een prachtig nummer van hem, we staakten even ons werk en luisterden naar de meester. Toen zei mijn broer: „Weet je dat hij bij ons thuis heeft gespeeld?” „Rond 1958. Onze ouders woonden in Amsterdam op een kleine etage, op de Middenweg. Ze gaven een feestje en het leek ze leuk om een pianist te laten spelen, ene Louis van Dijk bood zich aan. Mijn moeder vroeg hem of hij even wilde komen voorspelen, want zei ze: ‘Je moet tenslotte maar afwachten of zo’n jongen iets kan’.”

    Gijs Scholten van Aschat

  42. Ja weer een. In feite met dezelfde info als die van gisteren: de overledene was niet meteen een wereldster en hij werd gezien door NRC-lezers en hun ouders. We kunnen dus langzamerhand vaststellen dat de overledene echt heeft bestaan. Op een anekdote die een aardig, verrassend licht werpt op hem, iets dat we nog niet wisten, of iets wat hem typeert, wachten we nog.

  43. Ja lees en huiver, de Amsterdamse incrowd laat van zich horen en zien dat zij niet van de straat zijn.

  44. We woonden op een kleine etage. Met een piano. Als wij vroeger een piano zouden willen dan moest het bankstel en de eettafel de deur uit. Of nam Louis zijn eigen piano mee?

  45. Vergeten we overigens niet om allemaal minstens eenmaal per dag het Klaar Mee Videootje van Gerry aan te klikken en te delen met onze huisgenoten, collegaatjes, familieleden, huisdieren? Rechts bovenin de site. Zo helpen we hem de coronacrisis door. Hij is een zingende taxichauffeur, maar zingt weinig (betaald) meer en rijdt al helemaal niet (betaald) meer. In zo’n taxi kun je geen 1.5 meter afstand houden dus.

    Als je wilt lachen of vertwijfeld het hoofd schudden moet je voor de gein de automatische ondertitels eens aan zetten. Man man man.

    Op mijn eigen kanaaltje (pas gemaakt, nog geen volgers en dat hoeft ook niet, het ging om het experiment zijn de ondertitels wel correct, maar ja, die moest ik dus handmatig in het filmpje zetten. Man man. Oh had ik al gezegd.

    Tot uit Japan en India bereiken mij verzoeken om Engelse vertaling te maken. Nee dus, ik ben er wel klaar mee zo onderhand 🙂

  46. Hinkelbanen

    Tijdens mijn (bijna) dagelijkse wandelingetjes in tijden van corona kom ik opvallend veel met kleurkrijt getekende hinkelbanen tegen. In een ervan zag ik vanmiddag staan, in hanenpoten:

    JUF

    ik mis je

    liefs
    Merel

    Ciska van der Glas

  47. meneer van Dale zegt dat een anekdote een kort grappig verhaaltje is. Dit is kort maar niet grappig. Dus geen anakdote.

    Op Husse met je neus ertusse staat weer een gigantisch lekker receppie

  48. Mute

    Alles is anders op ons lyceum in coronatijd. Gelukkig is er de online personeelskamer die 24/7 open is. Er gaat van alles over tafel. Zo levert het online lesgeven onverwachte voordelen op. Wat heerlijk dat we de leerlingen tijdens instructiemomenten gewoon op ‘mute’ kunnen zetten! Maar er zijn ook twijfels, want is het oké om de online les te volgen vanuit bed? Of in een konijnen-onesie? En moeten we daar nu regels voor gaan opstellen? Dat ook de leerlingen met nieuwe zorgen en problemen geconfronteerd worden blijkt als een collega meldt dat een van zijn leerlingen aangeeft wel erg eenzaam te zijn thuis. Zijn beide ouders werken namelijk in fatale beroepen.

    Ingrid Tieleman

  49. Nou! Lachen, Ingrid. Fataal of vitaal en dan op die leeftijd en in stress, moet je daar nou echt zo’n ophef over maken? Blij dat ik vroeger liefdevollere leerkrachten had. Hoop ik althans. Wat die in de lerarenkamer over ons zeiden weten we natuurlijk ook niet.

  50. Ik weet wat leraren over leerlingen in lerarenkamer zeggen. Ik ben een jaar leraar geweest. Een van de redenen om ermee op te houden was wat leraren in de lerarenkamer over leerlingen zeggen.

  51. Van mij zou ze geen voldoende hebben gekregen voor dit opstel. Ik zou het hebben geretourneerd met doorhalingen, suggesties en ander opbouwend commentaar. Beter je best doen, zou mijn afsluiting zijn, misschien met een plaatje ter aanmoediging.

  52. Een prachtig samenspel van twee oudgedienden. Lummel zette hem voor en Ad kopte hem in. Het lepeltje is keiverdiend mensen! En zeker weten dat bij nr. 200 het tweede lepeltje door Ad aan Lummel zal worden gegund. Want zo is hij wel.

  53. Ik kan de ervaring van Lummel onderschrijven, ook ik ben een jaar of twee leraar geweest en ook ik had de twijfelachtige eer om in de lerarenkamer te horen wat er over leerlingen werd gezegd. Was niet fraai, kan ik u melden.

    Enfin, nu heb ik ook nog een kleinigheidje op te merken over Louis van Dijk. En dat is waarschijnlijk wel iets wat niet veel mensen(en ik vermoed zomaar zeker jullie niet) weten. In mijn jeugd, eind jaren vijftig, begin jaren zestig, ben ik lid geweest van een operetteclubje voor kinderen in een buurthuis. Waren eigenlijk musicals, maar die term bestond toen nog nauwelijks. Geeft niks, we hadden evengoed veel lol.

    Goed, lang verhaal kort; wie was onze pianist? Juist: Louis van Dijk. Ik vond het een wonder zoals die man speelde en wilde daardoor zelf op pianoles. Is nooit helemaal gelukt. Daar hadden we thuis het geld niet voor, maar ik mocht af en toe een beetje pingelen op de piano van mijn school. Op mijn 12e kreeg ik gitaarles, dat zat er gelukkig wel in, en pas toen ik al hoog en breed getrouwd was en er inmiddels twee kinderen rondliepen, kochten we een oude piano en ging ik naar de muziekschool. Uiteindelijk heeft alleen mijn zoon nog een beetje lekker piano leren spelen.

  54. Toch wel apart hoor, het blog heeft 61% meer bezoek dan voor de Coronacrisis. Da’s best een motivatie om er lekker tegenaan te blijven gaan.

Ik vind er dit van: