De lachloopplank uitleggen (280)

Ik groet de koeien

We werden best wel een beetje verwend vorige week. Met een enkel ikje dat te pruimen was en met mooie foto’s van hobbelzwanen en drankeenden. Waar ik het over heb? De Bas van Vuren Community die de ikjes uit de NRC besprak en dit zijn de hoogtepunten van vorige week dus, als aftrap voor de nieuwe week.

Een “concentratiekamp”, zo noemde de negenjarige dochter van Doortje Graafmans, behept met ADHD en een goed gevoel voor humor, een mogelijke vakantiebestemming. Maar volgens De Schrijvende Rechter (DSR), Meesterikjesbeoordelaar, duidde het ikje op een “stuitend gebrek aan opvoeding”. Hij zou zich als ouder doodschamen in plaats van de vuile was buiten te hangen. Ad Hok toonde aan dat het ikje niet helemaal origineel was, en deelde daartoe een memegenerator.

Klare Taal vond het ikje heel goed passen “in de nieuwe vigerende tijdgeest, gewaagd, kan het of kan het niet, enfin van mij mag het.” En Bertie sprak wijs: “Best een aardig ikje zolang je niet weet dat het een oude grap is maar dat is toch vaak zo met moppen?”

Ook van de NRC mocht dit ikje ongestoord in de kolommen opgenomen worden. En verhip, ze verloren geen adverteerders, Arie Boomsma hield zich rustig, voetballers laten zich nog gewoon door de NRC sportredactie interviewen en het standbeeld van de oprichter van de NRC ging niet om. Gelukkie, want voor je het weet heb je vandaag de dag wel iemand tot op het bot beledigd en moet je zijn of haar voeten wassen.

Vandaag (zondag, 28 juni 2020) hoorde ik iemand op de radio klagen dat alle liefdesliedjes altijd over heterostellen gaan. Nooit eens over Romeo en Julius. Ik dacht even dat de jaren zestig uit de radio klonken, ik rook hoe mijn moeder de was deed, en ik draaide vervolgens van de weeromstuit de hele zondagmiddag Robert-Longplaatjes via Spotify.

“de lachloopplank uitleggen”

Deze rubriek levert veel spitsvondigheden op, dat is bekend, en ook Frits Spits van de Taalstaat leest weleens mee, zo is mij verteld. Ik ben benieuwd of ik binnenkort naar de studio mag voor een interviewtje, waarin ik bescheiden mijn kei-originele vondsten als “de lachloopplank uitleggen” mag toelichten. En ik maar denken dat die loopplank door DSR was verzonnen. Nee dus. Die heeft het wat obligatere “de lachband starten” verzonnen. Ook niet onverdienstelijk, zeker voor iemand met zijn taalgevoel, misschien was het wel toeval.

De ikjes balanceerden de hele week op de rand van de snede. Die van Anis El Malki bijvoorbeeld. Ja, ook zijn naam, maar ik heb het over zijn ikje. Een meisje van acht is in gesprek met haar oom, schrijft hij. Wie hijzelf is, vader, broer, oom, voorbijganger of follower op Insta, dat vermeldde hij niet, ondanks dat de rubriek “ikje” heet en eigenlijk een anekdote van een lezer zou moeten bevatten. Maar goed, die oom vertelt dat blinde mensen vaak beter kunnen horen en voelen dan niet-blinden, “juist omdat ze een handicap hebben”. We weten niet waarom het gesprek daarover ging. Was het meisje blind, haar oom, een klasgenootje, iemand op de televisie, Anis zelve? Enfin, het meisje zei het te begrijpen want “als mijn achterlicht het niet doet, brandt mijn voorlicht ineens veel meer.” Nounou, dat waren heel wat woorden voor een bon motje.

Ilona meldde dat ze beter kan horen als ze haar bril opzet. En Bertie kreeg staar toen ze de doofheid onder controle had. “Hun tastzin zal waarschijnlijk goed ontwikkeld zijn”, meldde ze nog, “maar ja, dan krijg je een dubbelzinnig werkwoord.”

Wij kunnen allemaal richting ruiken

Een echt geinformeerd en dus gezaghebbend oordeel kwam van ik-vertrek-Pawi, die medisch onderlegd is zoals we weten. “Blinden kunnen beter horen en voelen, doven kunnen beter zien (en liplezen)” wist zij. En nog leuker nieuws komt volgens haar van een Chinees onderzoek uit Beijing. “Wij kunnen allemaal richting ruiken. Dus als je bv pasgemaaid gras ruikt weet je zonder te kijken waar dat gras is gemaaid. Zelf ondervond ik dat ooit met bosbessen, ik rook dat ze links van mij waren, en ver vooruit. Klopte toen ik na een kilometer weer door de duinen via een andere route weer terug liep. Velden vol. Heerlijke geur.”

Dus het oude gezegde op verjaardagen van ‘wie hem het eerste ruikt heeft zijn poepertje gebruikt” is onzin en mag op de mesthoop van wise cracks.

Onze ambassadeur in Tunesie diste een verhaal op over Anton de Kom of eigenlijk over zichzelf. Ton Lansink, want over Hem hebben we het, vertelde over een speech die hij in Kamp Sandbostel had gehouden. Na afloop kwam een familielid op hem af om hem te bedanken dat hij het over De Kom had gehad. “Hij verwachtte geen antwoord en loste op tussen de anderen die zich voor mij verdrongen.” Hoe Trumpiaanser wil je het hebben?

Een mooie docu over deze Surinaamse vrijheidsstrijder, die terecht in de Nederlandse Canon is opgenomen, staat alhier:

Zo gek als een deur noemde ik de kleinzoon, Tijl, van Mária van Dorsten. Op de vraag hoeveel de bergduivel – zoals bekend een reptiel “die” leeft in Oost-Australië – weegt zei het ventje met een uitgestreken gezicht: “35 gram. Dat is net zo zwaar als een bril, vier Pokémonkaarten en drie kleine magneetballetjes.”

“…oftewel een half pond lulkoek” vulde DSR droog aan.

Enfin, met Tijl is de nieuwe Hans Teeuwen opgestaan, en hij treedt volgens Klare Taal ook al vroeg in de voetsporen van zijn illustere voorganger “nomen est omen”.

Het was duidelijk kinderikjesweek op de NRC. De zoon van Diana Dankers-Hagenaars kwam ook in de krant. Hij loopt stage op een kantoor in Den Haag. “De Engelse termen rollen moeiteloos uit zijn mond”, legt moeder de lachloopplank uit. “Vanmiddag hadden ze buiten de deur geluncht. Allemaal in de rij bij dé slager van Den Haag. Op mijn vraag wat hij gegeten had, kwam alweer een Engelse term: „De signature-dish.” „Wat is dat dan?”, vroeg ik. Antwoord: een broodje bal.”

De lekkerste bal gehakt komt natuurlijk uit Amsterdam, zo weet iedereen.

Lummel loste een plaatsingsbelofte van een paar weken geleden in. Toen had hij plaatjes van zwanen beloofd. Nou, we kregen er op de valreep van de oude week eentje. Een hobbelzwaan nog wel. Voor kleindochter Lola. Mooi hoor. Zo’n opa willen wij allemaal wel. Zo’n zwaan misschien dan weer niet.

Hobbelzwaan voor Lola © 2020 Lummel
Drankeend RIP © 2020 Bas van Vuren

Zelf moest ik meteen denken aan een houten eend met een fles die bij mij op de bar stond, ooit eens, nu niet meer. Maar dat verhaal vertel ik misschien nog weleens.

Wil jij net als Klare Taal, Lummel en andere reageerders kans maken om in het volgende intro voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je gein maken met onbekenden die voor je het weet je vrienden zijn? Misschien wil je een uitnodiging voor een gezellige bijeenkomst van alle auteurs en reageerders op deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is.

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt in of op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Stuur zelf een ikje in. Scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie of gedachte zoals sommige mensen zeggen precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Lepeltjes zat.

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Vooral ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren

Bas van Vuren, aangenaam

Reacties zijn welkom via het reactieveld, of via het contactformulier hier, of via een email naar bas.vanvuren@gmail.com.

Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. Wij doen dan onze dingetjes hier en jij doet de jouwe daar.

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Weer koeien. Ik heb een maand of drie, vier in de home office gezeten en wandelde me rustig, voordat ik me achter de computer zette. Soms ertussendoor en soms erna. Naar buiten naar de wind, zon en regen, en dus normaliteit, en dan weer naar binnen, naar de kranten, websites, social media en Maurice de Hond. Een ritueel dat ik ga missen, nu we langzamerhand weer naar kantoor terugkeren. Schapen, koeien, lama’s, kippen, vogels, bomen, heuvels en een meer … die hebben me erdoorheen gesleurd. Een enkel teekje mocht de pret niet drukken. Aan het einde van de week ben ik klaar met de antibiotica. Ik groet de koeien en dank hen voor hun argeloosheid. Het was mooi met jullie. Volgende keer zie ik weer iets anders misschien.  
Foto: “Koeien header” © 2020 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

51 gedachten over “De lachloopplank uitleggen (280)”

  1. Erg prettig dat overzicht. Heb er zelf de afgelopen week niet of nauwelijks naar gekeken, dus de samenvatting is zeer welkom. Was in afwachting van de staatsgreep die maar niet kwam.

  2. En ja hoor, er is weer een goed begin van de week. Fijn. Nou nog een ikje…

  3. @Joke
    Een staatsgreep? Van de Covid/5G/gele hestjes-gekkies of binnen de bewonersvereniging?

  4. Herkansing

    Santana, Jefferson Airplane, Soft Machine, Pink Floyd, het zegt mijn moeder niets. Nu niet, maar in 1970 ook al niet. Terwijl wij op een steenworp van het Kralingse bos woonden, wist zij wel dat mijn broer (17) en mijn zus (16) niet naar ‘Kralingen’ zouden gaan. Zelf was ik de luierbroek net ontgroeid. Ook geen kans. Vandaag houdt zij mij de televisiegids voor: ‘26 juni, 50 jaar liefde, vrijheid en muziek’. „Kunnen we daar niet samen naartoe, morgen?”

    Maarten Beukenhorst

  5. Inderdaad. Ik dacht dat de experimenten met prozateksten geschreven door AI-algoritmes inmiddels al behoorlijk vorderen, maar NRC heeft zeker een goedkoopje.

    ‘Kralingen’ was destijds een babyboomerfeestje ofzo? En de aankondiging van de herdenking stond in de televisiegids geadverteerd? Of wilde moeders samen naar het programma kijken.

    En wanneer je de luierbroek ontgroeid bent, volgt dan de jongenskiel die nog zalig om de schouders glijdt?

  6. En hoe moet je, eenmaal voorgezegde luierbroek ontgroeid, de poeplap trekken?

    Verschrikkelijk wat zo’n slechtgeschreven stukje te doende brengt.

  7. Ik denk dat ik ongeveer begrijp wat hij bedoelt. Jammer dattie dat niet netjes opgeschreven had, nog even laten lezen aan iemand en het dan helemaal anders opschrijven. Of helemaal niet.

    Ik ga weer hobbelen.

  8. Een oefening in empathie, dit ikje. De lieve moeder komt er na vijftig jaar achter dat dat Kralingse popfestival toch wel een prachtig gebeuren was.
    Of ze ontdekt nu eindelijk wat ze haar kinderen ooit heeft onthouden, ook die zonder luierbroek.

  9. Wat wil die Maarten nou eigenlijk zeggen over deze fameuze optredens in de jaren zeventig?
    Dat hij toen in de luiers zat en nu niet meer zodat hij met zijn moeder volgens de televisiegids naar een herdenking van dit festijn kan? Laatste kans misschien voordat de Mort Subite optreedt.

  10. Mooi intro met prachtige foto’s , die Hobbelzwaan voor de kleine Lola is schitterend, ik kende tot nu alleen het hobbelpaard wat bij ons de hele familie doorging, vandaag zie ik voor het eerst een hobbelzwaan!

  11. De intro is weer goed gelukt.
    Het ikje, ach ja, wij zouden ook gelachen hebben bij moeders opmerking. En mijn kinderen ook.

  12. @De Schrijvende Rechter: ik zat te wachten op de covid-19 staatsgreep, en die ging niet door, dat wil zeggen; er schijnt een geheime datum te zijn die ze aan niemand vertellen (heb ik uit betrouwbare wappiebron) om te voorkomen dat die greep dan verboden wordt. Maar de bewonersvereniging zit er ook aan te komen, denk ik. Het is een hete zomer!

  13. Alfa Spider

    Genietend van het mooie weer parkeer ik met een grote grijns mijn oude Alfa Spider bij de bouwmaterialenhandel. „Hij rijdt nog”, zegt een man die net z’n winkelkarretje terugbrengt. Gewend als ik ben aan smalende opmerkingen over Alfa Romeo reageer ik geprikkeld. „Natuurlijk rijdt hij nog. Die auto verkeert in topconditie, waarom zou hij niet meer rijden?” „Ik bedoel”, antwoordt de man onverstoorbaar, „dat de auto niet op de handrem staat”.

    Mels-Werner Dees

  14. Qua ikje: dit is zo’n ijzersterke grap annex woordspeling dat ik eigenlijk vermoed dat het een klassieker is. 😀 😀 “Dat de auto niet op de handrem staat” is natuurlijk geen spreektaal. “Hij staat niet op de handrem!”, zeg of schreeuw je in zo’n geval, wijzend, gebarend. Maar da’s een kniesoor.

  15. @Joke
    Dit Covid-luitjes zien allemaal nogal bleek rond de neus. Die plegen vast geen coupe onder de 25 graden, en als het regent, gaan ze naar huis. Die gebouwgenoten lijken me taaier.

  16. Leuke clou hoor, daar niet van, maar de opbouw roept een vraagteken op:
    “Gewend als ik ben … reageer ik geprikkeld.” Dan zou je toch denken dat je met verloop van tijd minder geprikkeld raakt, of een gevat antwoord klaarhebt.

    Ben trouwens blij uit een land te komen waarin bestuurders van autokerkhoflijken worden besmaald ipv achter de oren gekieteld. Ga de LP van het Kralingerbos nog eens draaien en yeah-yeah-yeah blerren als je zo nodig nostalgisch wilt doen.

  17. Er is een bedrijf dat al die ouwe karretjes electrisch maakt. Zal wel niet helemaal hetzelfde gevoel geven, maar soms moet je kiezen.

  18. Netjes

    In een keurig wit overhemd komt onze 16-jarige zoon beneden. „Wat zie je er mooi uit! Waar ga je naartoe?”, vraag ik.

    „Ja, ik heb zo mondeling Duits”, antwoordt hij.

    „Dat zal de docent waarderen, dat je zo netjes verschijnt.”

    „Nou, verschijnt … Het is online, hè!”

    „O, online! Maar vanwaar die nette bloes dan?”

    „We praten tien minuten over dagelijkse dingen. Dus als hij me vraagt wat ik draag, kan ik makkelijk onthouden wat ik moet zeggen: eine Bluse.”

    Margriet Zuidgeest

  19. Schwanzkuchen mit dickes Butter….

    Dus dat mondeling is zonder camera? Raar. En indien wel met camera, waarom dat de verbazing over de nette bloes? Dan ga je er toch niet als een sloeber bijzitten? Kan me trouwens moeilijk voorstellen dat een docent tegenwoordig een leerling in een online conversatie gaat vragen wat ie aanheeft.

  20. Erstmal: es ist dickeM Butter. Mit komt altijd met de derde naamval, maar het is bij DSR alweer een tijdje geleden natuurlijk.

    Inderdaad, het is een wat apart ikje. En een apart jongetje. Ik dacht dat het weer zo’n grapje zou worden over dat je aan zo’n online meeting deelneemt in je short, zwembroek of vuile onderbroek, maar van boven wel netjes met een overhemd en zelfs das. En dan plotseling moeten opstaan en zo. Gaap.

    Maar nee, het gaat dus om een geheugensteuntje. Bluse? Leuk opgezocht door onze broodschrijfster Zuidgeest, speciaal voor dit ikje en officieel mag het, maar echt, mensen, in het dagelijks spraakgebruik wordt een Bluse alleen voor dameskleding gebruikt. En is de rubriek bestemd voor lezers die normaliter niet aan de bak komen in hun krant.

    “Hemd” had ook gekund. Daar stond de inzender/ster sowie so al in. En dat kun je op een gele post-it op je beeldscherm plakken. Hoef je niet aan te trekken.

  21. Over Pink Floyd gesproken, dit zou best weleens het allermooiste nummer ooit kunnen zijn, toch? Wij hoorden het op de middelbare school, in de pauze, in het leerlingenverblijf, die had je toen nog: zachte kussens, donker, daar zat je in tussenuren allerlei dingen te doen. Roken niet geloof ik, maar ik weet dat niet eens zeker. Het waren wilde tijden hoor.

  22. Ik vind pink floyd nog steeds fantasties. Hoewel ik toen naar het wat ruigere werk luisterde. Johnny Winter, Rory Galagher. Maar ook Steely Dan.

  23. Voiture

    We huren een autootje op Bordeaux-Mérignac voor een bezoek aan onze dochter die met haar schoonfamilie een château bewoont. We stoppen bij de ingang van de shop van een tankstation. Hoge nood en dorst. We verlaten het gebouw via de sortie. De Fransman die een sigaret rookt voor onze auto ziet ons instappen. „C’est ma voiture, c’est ma voiture!” gebaart hij. Ik kijk naar de auto naast ons. Geen schrammetje. Aansteller. „C’est ma voiture”, zegt de Fransman nog eens. Ik zie een barst in de voorruit van onze auto, die zat er net toch niet? Mijn vrouw pakt een vreemde handtas op. Wij kijken elkaar aan. De Fransman probeert het nog eens: „c’est ma voiture!” Zijn vrouw glimlacht.

    Harrie Kolsteeg

  24. Nou nou. Maak je wel eens wat mee? Nee ik maak nooit iets mee. Ik zal je daar een voorbeeld van geven.

  25. Toch wel goed te weten dat dochterlief niet gewoon een maison bewoont. En dat de Kolsteegjes het tankstation niet via de entrée hebben verlaten.

  26. Wie het weet mag het zeggen…..het raadsel van de voorruit en de tas…

  27. C’est ma voiture betekent toch ‘Da’s mijn auto’, niet ‘Jelui hebt m’n auto beschadigd!’?
    De boodschap is duidelijk, het misverstand onbegrijpelijk.

  28. Het kan ik ben wel eens op andermans fiets thuisgekomen. Weliswaar niet te vergelijken met een auto en ik kwam door de voordeur van een cafetaria naar buiten en een dochter had ik nog niet maar toch, alles is mogelijk.
    (Met de verkeerde jas ook maar dat was na een lange stapavond.)

  29. Blijf ik toch met wat vragen zitten; stond de auto niet op slot, of hadden die Fransman en Harrie Kolsteeg dezelfde sleutel, wat mij toch op zijn minst opmerkelijk lijkt. Het is natuurlijk wel een huurauto, maar die verhuurbedrijven hebben toch geen lopers op hun auto’s? En had zijn vrouw haar handtas dan niet mee naar binnen? Ik bedoel; hoge nood en vrouw, dan neem je altijd je handtas mee. Ik wel in ieder geval. Waarom? Geen idee, Of ben ik nou blond?

  30. Wat wij hiervan leren, er zijn Franse vrouwen die hun handtas in de auto laten staan als ze gaan tanken. Of nog aparter: er zijn Franse meneren die gaan tanken, een sigaretje roken en een handtas op de passagiersstoel hebben staan. Helegaar zonder vrouw. Het moet allemaal niet gekker worden hoor.

  31. Relatief

    Bij de basisschool van mijn dochter is afgelopen week een kleintje uit de onderbouw aangereden. De automobilist heeft het ukkie iets akeligs toegeschreeuwd en is doorgereden. Het kind kwam ontredderd thuis. Dezelfde week wordt mijn dochter van elf aangereden op een rotonde in de buurt. Het is een flinke smak van haar fiets geweest, maar ze komt uitgelaten thuis. „Ik had zó’n aardige joh! Die mevrouw stapte gewoon úít haar auto, hielp me overeind en zei zelfs nog sorry!”

    Hedda Treffers

  32. Merkwaardige schrijfstijl. Indirect, onpersoonlijk,het lijkt wel een telegram. Qua inhoud: ja, die dingen gebeuren helaas. Er zijn slechte en goede mensen en alles ertussenin. Dat zal nooit anders zijn.

  33. Toch leuk om het woord ‘ukkie’ weer eens te zien.

  34. Het rare gebruik van streepjes op letters (een accent heeft een andere functie) loopt de spúígáten uit.

  35. Overlever

    De innig geliefde tante van een goede vriend van mij kreeg eind april de trieste mededeling dat zij nog maar een paar weken te leven had. Zij wilde echter desperaat haar tweeënvijftigste huwelijksdag op 17 juni, tevens haar verjaardag, nog halen. Dat is gelukt.

    Na de laatste coronapersconferentie van premier Rutte stelde zij haar doelen bij. Nu wilde zij in ieder geval tot 1 juli in leven blijven, omdat er vanaf 1 juli niet slechts dertig man naar haar begrafenis mochten komen, maar honderd.

    Scato Laman Trip

  36. Nu heeft zij gelukkig nog tijd om de lijst van de 100 begrafenisgasten samen te stellen, Scato Laman Trip zal daarop niet ontbreken is mijn vermoeden.

  37. Er zijn enkele zelfstandige naamwoorden niet van een bijvoeglijk naamwoord voorzien. Slordig hoor.

  38. Attentie: er is een email in omloop waarop het nieuwe intro wordt aangekondigd als zijnde zojuist gepubliceerd. Dit is onjuist. Ik herhaal onjuist. Negeer dat emailtje als je het ook hebt gekregen. Of vergeet dat ik dit heb vermeld als je er geen hebt gekregen. Het nieuwe intro verschijnt morgenochtend. Dat dan weer wel * verkneukel icoontje *

Ik vind er dit van: