Dan maak je maar zin (286)

Over ikjes, een standbeeld en een opa die zwanger wordt

Oh, dan is mijn opa jarig. Nee hoor, hij is allang dood. Oh, dan is mijn hondje uit logeren. Nee hoor, ze is alweer terug. Oh, dan is mijn man net fietsen. Nee hoor, die doet het alle dagen. Oh, dan zijn de pruimen net rijp. Nee hoor, een dag later zijn ze dat nog.

Photo by cottonbro on Pexels.com

Het zijn zomaar wat smoezen die je kunt horen aan de balie van de kliniek waar mensen een afspraak moeten maken voor een operatie. En maar willen uitstellen die behandeling. Als je aan het mes moet mensen, of liever nog eronder, doe het dan maar gelijk, dan ben je ervan af. Want wat horen we eigenlijk? “Oh, dan heb ik geen zin.” Het enige juiste antwoord is: ”Dan maak je maar zin.”

Pawi (van wie de bovenstaande opsomming afkomstig is) en ik moesten daaraan denken toen we vorige week het ikje lazen van Amato Fazzi, je kent haar wel, of niet, die bij de balie van haar kliniek hoorde “Oh, dat is de trouwdag van mijn dochter.” Kom mensen, moet je nou zelfs de trouwdag van je dochter misbruiken voor je angsthazerij? Maar goed, toen de receptioniste “invoelend” een andere datum voorstelde kwam het “laconieke” antwoord „nee hoor, niet nodig, ze is toch alweer gescheiden” en bleek het allemaal een misverstand.

… in de kelder. Daar waar de zon niet komt.

Maar goed, het had zo kunnen zijn. Wat we aan het doen zijn? Ik een nieuw intro aan het schrijven met de opvallendste reacties van vorige week op de ikjes uit de NRC. En jullie zijn het aan het lezen. Geen speld tussen te krijgen, ontken het maar niet. En dat je gelijk hebt, zo’n hittegolf kun je maar op een manier dragelijk maken: mooie, leuke, verrassende, gezellige en aangename blogs lezen, thuis op de pc, tablet of een ander device, in de tuin in de schaduw van de perenboom, of als je die niet hebt in de kelder. Daar waar de zon niet komt. Maar de warmte, het licht en de frisheid van dit blog komt overal.

“Slecht verteld verhaal – ‘invoelend’ en ‘laconiek’ zijn stemmingen die het verhaal moet oproepen” bromde onze meesterikjesbeoordelaar, De Schrijvende Rechter (DSR), nog na. “Als je dat zo moet gaat benoemen, kun je er maar beter niet aan beginnen.” Had hij gelijk an, maar ja, het ikje stond dus al in de krant en dat is onomkeerbaar.

Gelukkig heeft hij al een standbeeld en het staat er nog voorzover we weten. Photo courtesy Ann Harrison / The John Hume Statue, Montrose / CC BY-SA 2.0

Het afze ikje van Synco Jonkeren over de overleden John Hume, nog geen etmaal na diens overlijden, citeren we hier niet. Want de verontwaardiging was echt algemeen. “Over de doden niks dan goed, Synco, dat was je even vergeten misschien?” fulmineerde Pawi. Het begrip afze ikje werd door Lummel geïntroduceerd. Ik zag hem niet meteen en wilde de reactie zelfs gaan corrigeren, man man, het was vorige week ook al warm hoor.

Bij gebrek aan goede of heel slechte ikjes, want ook die leveren gespreksstof op, gingen we maar een beetje muziek luisteren. Pareltjes van het Nederlandse levenslied werden aangeleverd door DSR, zoals deze van ene Nelis Heesbeen. “Als een vader opa wordt” kweelt de goeierd tegen zijn dochter. Ze zitten samen op een overmaatse hoekbank en hij betast haar zwangerschapsteststaafje aan de gebruikte kant. Maar goed, dat kan van de blijheid komen en we wassen toch al de hele week onze handen stuk.

Zo’n gevoelig liedje is niet aan iedereen besteed. Zo bromde Ad Hok: “Maak me maar wakker als een opa vader wordt”. En wat ons dan weer wel opviel is dat alleen de aanstaande opa en zijn dochter in beeld zijn. Waar is de aanstaande vader? En waar is oma?

“Het lijkt me beter niet naar oma te vragen …” merkte DSR na enige tijd droog op en hij plaatste het volgende filmpje:

Kijk, daar doen we het met z’n allen toch voor? ROFL! De gulle lach! De week kon niet meer stuk. En daar hadden we zoals altijd eigenlijk helegaar geen ikjes voor nodig.

En al helemaal niet die van Piet Poelsma die twee jongedames in de bus op Schiermonnikoog laat zeggen “Laten wij maar gaan staan want misschien zijn er slechte mensen ter been.” Lummel serveerde het ikje af met: “De leukste grappen zijn vaak de kortste zeggen ze hiero. In dit geval is het alleen maar kort.”

Photo by Andrea Piacquadio on Pexels.com

Alice van Dongen staat inmiddels voor het stoplicht te wachten. Ze vertelt dat ze zelf de 70 gepasseerd is (qua leeftijd) en dat er naast haar een ongeveer even oude fietser staat. Twee ouwetjes staan voor het stoplicht, had het ikje dus ook kunnen beginnen. Eentje in een auto, de ander op de fiets. Scheurt die ene op de fiets er ineens vandoor, naar links, vlak voor de auto langs zonder haar hand uit te steken. Die in de auto gaat verhaal halen bij het volgende stoplicht. Waarom het ouwe besje haar hand niet had uitgestoken? „Joh”, antwoordt deze, „deze fiets gaat zo hard, je dacht toch niet dat ik m’n stuur ging loslaten?”

Grijnzend en grijzend

Vermakelijk misschien, maar echt mensen, de elektrische fiets is geen goede uitvinding. Huivericoon. Net zomin als de drone. Kunnen ze niet ingevonden worden? Zeventig-plus zou niet meer op de elektrische fiets mogen, vond Pawi, “ook niet met een helm en achteruitkijkspiegel. Je schrikt je wezenloos als ze met hoge snelheid de bocht veel te ruim nemen, grijnzend.” En grijzend dus, want dat taalvondstje van de blogbaas zelve staat hierboven uitgelicht. Hoewel die over dat “ingevonden” een stuk beter is, al zegt hij het zelf en als enige.

Voor het noodzakelijke muzikale evenwicht stuurde Pawi een mooi klassiek meesterwerkje in. Een aan lager wal geraakte Jean Rondeau laat in de puinhopen van een niet nader geduid huis (gekraakt, gevonden, van vrienden?) horen hoe een kapotte piano toch nog heel behoorlijk kan klinken.

Mopperkont, die vroeger altijd van dit genre mooie muziekjes deelde, lijkt inmiddels nu toch wel heel definitief weg te blijven. Jammer, maar wij wensen hem namens de hele community een geweldige tijd toe, misschien wel daar op dat eiland in Honduras waar ze geen internet hebben.

Het weekend was behoorlijk rustig, wat wil je ook met die hitte. Zelve surfte ik met een kop koffie naar het prachtige blog Blogtrommel en ontdekte een diepte-interview met mijn voorganger van vijf jaar geleden. Apart om te constateren dat ik de vragen van Ben hier en nu bijna allemaal net zo zou beantwoorden. Teken van stabiliteit, rijpheid en tevredenheid. Vind ik dan weer, gek mannetje dat ik me d’r eentje van jullie ben.

Maar er zijn ons ook een paar medewerkers ontvallen, zoals het onderstaande screenshot van de voorpagina van april 2016 laat zien. Van de een vind ik dat vervelender dan van de ander. Anders in Wonderland, ach grutjes, onze zwerver in de lange regenjas die vanuit zijn internetcafé op de Filippijnen kitschplaatjes van zijn Facebook deelde en van onnavolgbaar commentaar voorzag. De Huilbaby deelde gegoogelde kunst- maar ook soms kitschplaatjes, noemde dat parmantig “Kunstrubriek” en had niet door dat het in feite gewoon een simpele koppencompetitie was, gevuld door reageerders met te weinig tijd voor echte reacties. En ja, over Mopperkont hebben we het al gehad. Mooie verhalen. Mooie inhoud. Fijn mens. Maar goed, dat hou je toch.

Wil jij net als Pawi, DSR en andere reageerders kans maken om in het volgende intro voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je gein maken met onbekenden die voor je het weet je vrienden zijn? Misschien wil je een uitnodiging voor een gezellige bijeenkomst van alle auteurs en reageerders op deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is.

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt in of op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Stuur zelf een ikje in. Scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Lepeltjes zat.

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Vooral ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren

Bas van Vuren, aangenaam

Reacties zijn welkom via het reactieveld, of via het contactformulier hier, of via een email naar bas@basvanvuren.org

Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. 

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik ben nog lang niet klaar met die dieren die ik elke dag tijdens mijn corona home office-wandelingen zie. Geiten hebben we nog niet gehad, dacht ik, en kuier op mijn dooie gemakje naar een roedeltje toe. Eerst dachten ze dat ik eten kwam brengen. Hahaha, die kennen me dus niet. Toen merkten ze dat ik ze alleen maar aanstaarde. En toen werd me die bok toch ineens boos, zeg. Hij bokte! Stond inene op zijn achterpoten en kijk die ogen dan, de grote enge wolf van Roodkapje is er een lammetje bij. Ik zie haat. Ik zie minachting. Ik zie “loop toch door, eikel“. En dat deed ik dan maar. Stinkende geiten. Meurende bok. Man, man, wat een lucht. Dan ruik ik nog liever aan de vuilniswagen die hier al een dag of drie in de blakende zon kapot staat te wezen en niemand die hem wegsleept. Maar volgende week zie ik misschien weer iets anders.     
Foto: “Killerbok” © 2020 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

51 gedachten over “Dan maak je maar zin (286)”

  1. Leek

    Een Nederlandse vrouw spreekt in de supermarkt Engels met een buitenlandse man. Ze geeft haar beperkte kennis omtrent het medische gespreksonderwerp aan door te zeggen: „I am not an expert, I am a lake.”

    Hans Franz

  2. Toch zou ik het ook niet zo gauw weten. Secular? Layman?

    Heerlijk intro trouwens weer. Die bok ! Brr.

  3. Lekker lang intro aan het begin van luie lome dag met een fris ikje van Hans Franz.

  4. De inzender geeft zijn gebrekkige kennis omtrent leesbaar schrijven overtuigend aan door middel van dit Ikje.

  5. Hoofdrol

    Schrijver Maarten Biesheuvel was een oud-leerling van mijn middelbare school in Schiedam. Voor een lustrumviering van de schoolvereniging had hij een toneelstuk geschreven. Hij had zichzelf niet veel tekst gegeven, maar wel een belangrijke rol. Gedurende vrijwel het hele stuk lag hij midden op het toneel in een lijkkist.

    René Klomp

  6. Je moet erbij geweest zijn, denk ik. Maar René heeft toch maar mooi op dezelfde school als Maarten gezeten. Net zoals vele honderden anderen die daar niet over schrijven.

  7. Die Maarten Biesheuvel dat was me d’r eentje! Pas nu na zijn dood raakt dat beetje bij beetje bekend.
    DSR heeft eens in de trein gezeten met iemand die uit de eerste hand een hilarisch verhaal vertelde over Maarten ’t Hart en Maarten Biesheuvel samen!

    De vogel is voor dit keer gevlogen, maar als MtH gaat hemelen, stuur ik ‘m in.

  8. Leuke anekdote. Dat hebben die honderden anderen niet opgeschreven en/of niet meegemaakt.
    De verhalen van Mensje van Keulen en Maarten ’t Hart waren ook lezenswaardig, over hun laatste bezoek aan Biesheuvel. Die MtH is nog lang niet dood, dus wat mij betreft mag DSR alvast een beginnetje maken met zijn verslag uit tweede hand.

  9. Mijn dochter, toen 17, kwam dolenthousiast binnenstormen met de mededeling dat ze een rol had gekregen in Goede Tijden Slecht Tijden.
    “Ja…, wel als comapatiënt, maar toch.”
    Inderdaad, maanden later zagen we haar liggen in een ziekenhuisbed; mevrouw Braaksma…

  10. Ik heb de anekdote wellicht al eens verteld. Een oom van mij, (hobby-) kippenfokker, had de eerste prijs in de landelijke kippenschoonheidswedstrijd gewonnen. Althans, zijn kip. Hij zou daarmee in het journaal komen, destijds was dat nog iets heel bijzonders. In zijn allerbeste pak toog hij naar de studio in Hilversum en wij zaten die avond gespannen voor de buis. Op het moment supreme (aan het einde van het journaal, want overig nieuws) werd het item dan eindelijk aangekondigd. De nieuwslezer vertelde over de prijswinnende kip, het concours, het juryrapport en de prijs. In beeld, op de desk, zagen we de kip. En de beide handen van onze oom die het beestje in bedwang hield.

  11. Best aardig ikje vandaag over Maarten Biesheuvel en bijzonder de reacties hierop van Pawi Dsr Ilona en Bas.
    Ik gun trouwens de oergezonde Maarten ’t Hart nog een lang en productief leven.

  12. Over Goede Tijden Slechte Tijden gesproken, ik heb jarenlang met Wilbert Gieske gehandbald. En Ernst Jansz en Paul Haenen zaten bij mij op het Montessori Lyceum. Voor zover ik kan nagaan zijn ze allemaal in goede gezondheid.

  13. Urlaub

    Onze buren in Duitsland hebben een hotel-restaurant. Met hun kinderen in de schoolgaande leeftijd gaan ook zij met zomervakantie. Het bedrijf is dan voor enige tijd gesloten en een bordje met de tekst „Wir haben Urlaub” prijkt op de ingang. Op een avond stopt er rond etenstijd een auto voor de deur; een ouder echtpaar stapt uit, vast besloten van een lekkere schnitzel te genieten. Hij kijkt naar de tekst op de deur, loopt weer terug en zegt heftig teleurgesteld: „Wir haben auch Urlaub.”

    Gerrit Dijk

  14. Ja zie je wel, ik vond “Wir haben Urlaub” een beetje knullig Duits. Op naar de Google voor voorbeeldbordjes. Ik zie vooral “Wir sind im Urlaub”, “Wir machen Urlaub” en “Betriebsferien”. Kan het zijn dat die buren in Duitsland Hollanders zijn? Of dat het hele verhaal een beetje uit de duim komt?😂😁😉

  15. Een lekkere schnitzel, hoe weet je dat die mensen daarvan wilden genieten?
    Onbegrijpelijk ikje, Ilona pikte terecht het woord ‘prijkte’ eruit.

    Schnitzel was voor ons als opgroeiende kinderen een zondagmaaltijd. Vooraf een tomatensoepje van Knorr, toe een vlaflip. Jammie. Ik maak het bij hoge uitzondering, het is bewerkelijk, je hebt er vele borden voor nodig, nog afgezien van de etensborden.
    En nog zonder vaatwassertje in de keuken bedenk ik me twee maal.

  16. Gift

    De sportschool waar ik al jaren kom, sluit half maart gedwongen haar deuren. De eigenaresse neemt het bewonderenswaardige besluit om geen contributie meer af te schrijven, ook al gaan lessen online door. Als trouwe klant draag ik het bedrijf een warm hart toe en maak ik de contributie over voor de maanden april en mei. Half mei komt dan eindelijk het goede nieuws dat er lessen in de buitenlucht gegeven mogen worden. Kosten: vijf euro. Niet voor mij, ga ik van uit, ik heb het maandbedrag al overgemaakt. Enthousiast sta ik klaar voor de eerste les maar de stemming slaat snel om. Op weinig vriendelijke toon wordt mij verzocht te betalen. „Giften staan los van contributie.”

    Lies Smulders

  17. Uitschrijven bij die sportschool !!! en de zeven stappen volgen die hier onlangs voorbij kwamen. Seven steps, heet het meen ik. Voor of na de Brinta, dat is me nog niet duidelijk.
    Ik heb iets vergelijkbaars ervaren met een naaijuf. Maanden wel betaald voor 4 lessen per maand, geen les gekregen. De laatste les, die ik wel volgde, werd in rekening gebracht. Wijze les.

  18. Paramaribo

    Als buschauffeur heb je tegenwoordig de luxe om een bus met airco te hebben. Helaas is vandaag de airco stuk. Dat kan niet iedereen waarderen, en dus wordt er heel wat gemopperd. Tot er een vrouw instapt, en lachend roept terwijl zij gaat zitten: „Ik ben opgegroeid in Paramaribo, maar, hé jongen, die bus van jou… zo heet is het zelfs daar niet!” Dat maakte dat ook ik er toch weer even tegen kon.

    René Seegers

  19. Ook dit is een doodgewone dertien-in-een-dozijn opmerking toch? Of praten mensen in Nederland niet meer met elkaar en moet het elke keer als het toch gebeurt in de krant?

  20. Gewenst

    Op de polikliniek gynaecologie praat ik met een bejaarde patiënte. Ze vertelt dat ze de jongste is in een gezin van veertien kinderen. Ik zeg: „Tja, in die tijd was er nog geen pil, hè.”
    Ze had weleens aan haar moeder gevraagd of het wel de bedoeling was geweest dat zij er als veertiende nog bij zou komen. Haar moeder had geantwoord: „Lieve schat, ik heb er dertien keer over gedaan om jou te mogen krijgen.”

    Mieke Kerkhof

  21. Dit is er eentje met een baard van een jaar of zestig. Maar goed, het kan zijn dat Mieke hem voor het eerst hoorde. Of dat ze dacht dat iemand hem weer eens wilde horen. Enfin, het ikje is weer gescoord en zal binnenkort wel breeduit op haar website en social media staan. Mag. Kan. Ik gun het haar. Zoveel maak je niet mee als gynaecoloog. Of wat is ze, assistente, vroedvrouw, schoonmaakster, koffiedame?

  22. Het verhaaltje is wel lief, maar past niet in de ikjesrubriek. Die is toch bedoeld voor ervaringen die je zelf hebt gehad?

  23. Daar heeft Mieke nooit een punt van gemaakt. Alles uit de tweede hand, alles (zogenaamd) gehoord, een gave. En als je het mooi opschrijft, zoals Carmiggelt, ook helemaal niet erg. Maar ja, dat is ze niet bepaald 😀

  24. Ach ja daar is Mieke weer. Zij is een goedlachse aardige gynaecoloog met het hart op de tong.
    Ik heb haar voor het eerst ontmoet in Jeroen Bosch Ziekenhuis na de geboorte van mijn eerste kleinzoon.
    Zij schrijft ook wel eens over haar persoonlijke ervaringen en loopbaan in het Brabants Dagblad.

  25. DSR dacht als jongetje altijd dat het een ‘vroetvrouw’ was. Hij was vast niet de enige.

    De inzender doet het hare om het misverstand levend te houden. Ze vroet naar andermans persoonlijke ervaringen als een varken naar truffels.

  26. Hij is goed. En wel zo handig, kan gelijk mee in het nieuwe intro dat ik as we speak zit te schrijven. Het zal gaan over ikjes, bordjes en een prijskip. Meer mag ik niet verklappen, oh ja, de titel is een Engelse uitdrukking. Morgenochtend meer. Het begint met een – mild – standje aan alle reageerders, het is niet anders. Soms moet je dingen niet opkroppen. Dan moet het eruit.

  27. Twee dingen schieten me te binnen na het lezen van de reactie van DSR.
    1. Vroeten is een uitspraak van het woord wroeten. In Spanje doen ze het nog vreemder, daar zeggen ze voor elke w een b. “Ik bil berken in een binkel” staat me nog helder voor de geest.
    2. Truffels kunnen ook door mensen worden gevonden, leerde ik van een vrouw die dat al veertig jaar deed in de Dordogne. Tik met een dun takje in de buurt van een eik, als er dan een vliegje uitkomt heb je beet. Vliegen leggen daar hun eitjes namelijk. Getsie. Ik was net zo ingenomen met die truffelsmaak. Dan maar nep.

Ik vind er dit van: