Je mist een hoop (384)

Over ikjes, paaldansen en een dooie koe

Mijn vriend, ik heb hem nog niet zolang. In de jaren zestig kocht mijn moeder een horloge van 1.000 gulden voor mijn vader. Ik fotografeer de mist, bukkend. Met ontstekingen in mijn heup en keel scharrel ik over een zebra. Examenleerlingen gebeld om te vertellen dat ze geslaagd waren. Ik speelde met mijn bandje op een feest. Zes veelbelovende beginnetjes van evenzovele ikjes van vorige week. Lees hier hoe ze verder gingen. Of ze het waard waren. Wat het ikjespanel ervan vond. Wat je gaat lezen, zal je verbazen. Echt.

“Lekker weer moet je afdwingen”

Die van die vriend, die ze nog niet lang had, was afkomstig van Frida. Frida Boeke om precies te zijn. Ze vertelde dat haar vriend vaak “net te koud gekleed” de deur uitgaat. Toen ze hem vroeg waarom hij niet gewoon een laagje extra aantrok, antwoordde hij “Lekker weer moet je afdwingen”.

En hopla, zo makkelijk is het vandaag de dag om een ikje te scoren en daarmee een gepubliceerd artikel in de prestigieuze landelijke krant, de NRC, aan je oeuvre toe te voegen. Onbezoldigd, dat wel, en ook de rechten geef je bij inzending op. Ze kunnen er van alles mee doen: compilaties, kalenders, petjes, drinkbekers en urinoirs. Maar de eer om alhier door het beroemde ikjespanel gerecenseerd te worden, daar doen de meeste ikjesinzenders het om, heb ik me door een deskundige gedragswetenschapper laten vertellen. Die had dat onderzocht voor een of andere Nationale Bibliotheek, een cultuurproject dat een hoop geld gekost heeft maar helegaar niks heeft opgeleverd. Van subsidies profiteren doorgaans alleen de subsidiegevers (die mogen het aan het einde van het jaar in hun functioneringsgesprek vermelden en stijgen dan weer een schaaltje) en de subsidiekrijgers (die verdienen een vette boterham zonder er al teveel moeite voor te doen).

Als zij een paraplu meeneemt dan gaat het niet regenen

Het panel dacht bij Frida dat die nieuwe vriend geen blijvertje zal blijken te zijn. Pawi vreesde bijvoorbeeld dat die “het moedertje in Frida” niet naar waarde zou gaan schatten. “Dat nog niet zo lang hebben” klinkt behoorlijk claimerig, erkende De Schrijvende Rechter (DSR) en het is “verregaande bemoeizucht”, maar “vriendmans kan d’r wel aan. Sterker nog, ze verdienen elkaar.” Ilona, nog zo’n coryfee van het ikjespanel, vond dat je lekker weer niet kunt afdwingen. “Dat werkt averechts”. Als zij een paraplu meeneemt dan gaat het niet regenen en andersom. Als Lummel, correspondent van het ikjespanel in Frankrijk, zijn winterjas uit de kast haalt, dan komt er een hittegolf. Joke analyseerde koeltjes dat Frida vermoedelijk iets “kouwelijker” is dan haar nieuwe vriend. Dus dat je niet kunt zeggen dat het panel zomaar wat roept. Het wordt allemaal van binnen en buiten en van links naar rechts bestudeerd. Pas daarna worden de terechte, correcte en altijd constructieve oordelen geveld.

Photo by Antony Trivet on Pexels.com

Zo ook bij het ikje van Nazreen Brahim-Nagessersing over haar vader. In de jaren zestig, dat lazen jullie al aan het begin, kocht haar moeder een Rolex voor die goeierd. Ze had er veertig jaar voor gespaard, overdreef Nazreen. Misschien wel vijftig, hoor. Misschien was die moeder al wel honderd jaar aan het sparen, weten wij veel? Dat ze amechtig met haar laatste krachten naar het nachtkastje knikte, waar het kleinood lag te fonkelen. Nazreens vader aaide en poetste zijn Rolex elke dag. Misschien, maar dat vertelde ze niet, aaide hij zijn horloge nog wel meer dan zijn vrouw. Op een goede dag ging hij op bezoek bij een “welgesteld echtpaar”. De gastheer had volgens Nazreen besloten zijn eigen Rolex niet te dragen “om zijn gast niet in verlegenheid te brengen”. Hoe wist Nazreen dat? Niemand die het weet. Nog altijd niet. Veertig jaar na dato.

” … zo waren opa en oma. Wees trots op ze …”

In ieder geval vond ze het interessant om zich nu te bedenken hoe trots haar vader was geweest om te denken “dat hij alleen zo iets moois bezat”. Waarom dat dan weer? Blijkt nergens uit. Vertelde hij dat? “He, dochter, ik denk dat ik de enige op de hele wereld met een Rolex ben, niemand heeft zo’n horloge”. En ze vond die gastheer heel bevooroordeeld, omdat die haar vader kennelijk had onderschat. Anders dan de meeste klokjes liep dit verhaal voor nog geen meter. “Wat wilde Nazreen Brahim-Nagessersing nou eigenlijk zeggen met dit ikje? Dat zij er eentje schrijven kan? Bewijs niet geleverd.” besloot ik mijn eigen recensie vals. “Geen ikje maar een moralistisch verhaaltje voor het slapen gaan”, vond Ilona. Bertie schreef sarcastisch ” … zo waren opa en oma. Wees trots op ze …” DSR ging allereerst tekeer tegen de vader. Die had moeder “voor gek moeten verklaren”. Hoeveel beter hadden ze immers “het zuurverdiende geld” kunnen besteden aan een ezeltje. Daarmee hadden ze tenminste nog knollen naar de markt kunnen brengen “en kans gehad dat het goudstukken schijt”. Maar ook de schrijvende dochter moest het ontgelden. “En dan die pointe, hoe gaat zoiets? Hoe zijn beide heren op de hoogte geraakt van elkaars denkbeelden? Dat lijkt me een vreemd gesprek geweest te zijn.” Ook Lummel hield zich niet in: “Dit is echt het raarste ikje ooit”. Zelfs Pawi was vernietigend in haar oordeel en dat komt niet vaak voor: “Een verhaal van dubbeltjes en kwartjes. Met een verongelijkt stemmetje verteld.”

Tot overmaat van ramp begonnen de lezers ook nogeens foto’s van horloges en klokkies in te zenden, afijn, bekijk ze maar hier, er zitten een paar mooie exemplaren bij, dat wel.

Toen was het alweer tijd voor nog een veel raarder ikje. Tanneke Wigersma vertelde dat ze “de mist” aan het fotograferen was geweest. “Bukkend”. En daar reageerden dan weer voorbijgangers op en die bukten ook en ze liepen weer verder. Meer was het niet. “Je mist een hoop”, knipoogde Ilona. “Een beetje poëzie midden in de week is altijd welkom”, zei Pawi een beetje meewarig. DSR beperkte zich tot het plaatsen van een toepasselijk muziekje:

Ronduit poëtisch was wel het vrolijke tafereeltje dat Rob Maas ons voorschotelde. Hij scharrelde met ontstekingen in zijn heup en keel “over een zebra”, ook nogeens met “een geleende rollator” en een kapje over zijn mond. We zien het met een hoop moeite voor ons, hoewel zo’n ontsteking in de knie best nog moeilijk is. Laat staan die rollator over die mond. Er is een bestelauto die “geduldig” voor hem wacht. Er komt een stem uit. Goh. Weten we in ieder geval zeker dat het geen geparkeerde bestelauto was. “Meneer, vrolijk kijken, de zon schijnt!” zei de stem. Rob kijkt naar de chauffeur en constateert dat het “duidelijk een nieuwe Nederlander” is en hij roept hem toe “Pijn in mijn strot”. De nieuwe Nederlander laat zich niet uit het veld slaan en schaterlacht: “Kapje af, frisse lucht, ben jij morgen beter”. Enfin, hij geeft gas en laat Rob “verbluft op de stoep achter”. Die propt het kapje in zijn zak. “Verdikkie, ik voel me een stuk beter”, maakt hij het verhaaltje af. Dus ja, dat is allemaal nogal wat. Zo gaan voor elkaar volstrekt vreemde weggebruikers in Nederland met elkaar om. Alsof ze samen op een verjaardag zitten.

“Als lijder aan RBF heb ik een takkehekel aan iedereen die instructies geeft over hoe je moet kijken. Als je al niet chagrijnig bent, dan word je het wel.” beet DSR ons chagrijnig toe. Zijn gezichtje boven het toetsenbord konden we wel raden.

Helemaal blij werden we allemaal van Lotje Rap, een lerares die haar examenleerlingen belde of ze al dan niet geslaagd waren. Er was er eentje die zeker wist dat ze gezakt was. Ze zat zonder taart het gevreesde telefoontje af te wachten. Toen Lotje haar vertelde dat ze geslaagd was, riep ze “Je lult!” En ze begon te huilen. Leuk ikje. Leuke naam. Leuke reactie. Daar was het panel unaniem over. Lotje is, zoals Ilona, het zei “een docente die je graag voor de klas zou willen”. Hoewel ze voor de uitroep “Je lult” tegen een docent eigenlijk wel het rietje uit de kast had moeten halen, zei weer een ander panellid.

Photo by Efigie lima Marcos on Pexels.com

En toen was het alweer zaterdag. De dag waarop het laatste ikje van de week wordt gepubliceerd, want ja, waarom zou je er als redactie van een algemeen niet-christelijk landelijk dagblad eentje op zondag plaatsen? Nee hoor, dan alleen het breaking news door de jongste verslaggevers. Arno Koel speelde met zijn bandje op een feest. “Het publiek was 60, vaak 70 plus”, schreef hij in raadselen. Vaak. Een feest. Ze liepen in en uit? Ze veranderden van leeftijd na een paar koppen koffie of jajem? Maar goed, er ging “al snel” een vrouw dansen en dat werkte aanstekelijk op de oudjes. In het midden van de zaal stond een paal. De vrouw draaide als een paaldanseres rond de paal. “Het zag er”, volgens Arno, “heel vrolijk uit”. Toen hij haar in de pauze bedankte zei ze: “Normaal heb ik een rollator, ik moet mij steeds vasthouden, anders flikker ik om.” Het was een tokkiebejaardenhuis dus, ja, ook tokkies moeten ergens blijven. Ze kunnen niet tot aan hun dood aan hun kont krabbend buiten op straat staan te barbecuen. Ook DSR was kritisch over de gebezigde taal: “Gisteren werd er geluld, vandaag omgeflikkerd. Ik geloof het allemaal wel.” Het leek Ad Hok, onze nieuwe Nederlandse Amerikaan (zijn IP-adres staat op de site van de buren), dat die mevrouw misschien wel rond de paal gedraaid heeft, maar dat ze dat gedaan had als een paaldanseres leek hem sterk. Inderdaad, zeiden de kenners daarop gnuivend, “een paaldanseres doet het ondersteboven”. Je moet het slipje kunnen zien. Ilona probeerde dat beeld nog wat in het nette te trekken door te vermelden dat er tegenwoordig “heel anders tegen paaldansen” wordt aangekeken, “het wordt steeds meer beoefend als sport.” Een Olympische sport zelfs, naar verluidt vanaf 2028 gecombineerd met speerwerpen.

We waren er snel over uitgepraat en concentreerden ons op belangrijkere dingen, zoals wat de boze buurman allemaal voor verschrikkelijke misdaden had gepleegd en nog altijd pleegt, en wie er vorige week het zwaarvergulde lepeltje voor de 100e reactie had binnengesleept. Welnu, die laatste bofkont was DSR. “Habes!” had hij zich al verkneukeld, nog voordat de prijs officieel was bevestigd.

Het kostbare kleinood zal dit keer door mij persoonlijk worden uitgereikt, want ik moet vandaag (maandag) toch in Brussel zijn voor een Europees Overleg van Blogbazen. Sterker nog, op het moment dat jullie dit lezen heb ik er al een uurtje Thalys op zitten. Rond een uur of vier vanmiddag hoop ik de hectische discussies even te kunnen ontsnappen voor een snel uitstapje naar “De Dooie Koe”, het etablissement waar ik al zoveel genoegelijke uurtjes met DSR heb mogen doorbrengen. Ik heb het pand nog nooit rechtop verlaten, dus ja, dan kunnen jullie nagaan hoe gezellig het daar altijd is. Katy Trilly komt ook, zo schreef ze vanmorgen vanuit de spambak, dus dat kan nog wat worden!

Wil jij net als Pawi, De Schrijvende Rechter en andere reageerders kans maken om in het volgende intro voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Vind je het geen probleem als je reactie zonodig wordt samengevat of geredigeerd? Wil je plezier hebben met onbekenden die voor je het weet je vrienden zijn? Misschien wil je een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst van de auteurs en reageerders van deze site? Een keer meedoen aan een hartverwarmend Zoemuur©? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Stuur zelf een ikje in. Scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Lepeltjes zat.

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren, aangenaam!

Reacties zijn welkom via het reactieveld, het contactformulier of een email naar bas@basvanvuren.org

Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. 

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik was vorige week in het verre zuiden. Pinkpop, man, wat was het warm. Veel warmer dan ik me van vroeger kon herinneren. Een hoop herrie op het podium, maar ik had mijn PartyPlug Pro Natural – SNR 21dB oordopjes in. Die werken zo goed dat je ook de andere festivalgangers noch je eigen vrouw verstaat die in je oren staan te tetteren of je nog bier wilt. Natuurlijk moet er nog bier zijn. Ik ben gek op plastic bekers! Enfin, tijdens het concert viel het geluid ineens uit en rolde de organisatie een gigagroot spandoek uit over het festivalterrein dat het een “storing” betrof. Volgens mij was het afgesproken werk, want zo’n spandoek maak je niet even. De zanger huppelde een kwartiertje later in zijn onderbroek over het podium, maar gelukkig stond er geen paal. De volgende keer zie ik misschien weer iets anders.
Foto: “Fluisterstil in Limburg” © 2022 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

150 gedachten over “Je mist een hoop (384)”

  1. Ondanks de hitte een geweldig intro afgeleverd.
    Pinkpop had meer moeite met het weer, een storing voor elkaar krijgen kost meer zweetdruppels dan het voorkomen ervan.
    Ach nou ja, je bent er toch weer eventjes uit.

  2. Senioren

    Ik zit op een terras met het nieuwe skateboard voor mijn kleinzoon. „Zo meneer, straks op uw nieuwe skateboard naar huis?” vraagt de ober. Het vrolijke meisje dat mijn bestelling brengt: „Blij met uw nieuwe skateboard?” Later steek ik het plein over. Komt iemand naar me toe. „Mogen we een foto van u maken?” Wankelend op het skateboard sta ik even later op de foto.

    Senioren op zoek naar aanspraak moeten een skateboard kopen.

    Pieter Bruinsma

  3. De pointe was me al duidelijk bij het lezen van de eerste zin.

    Voor de rest, kiek d’r moar mee uut:

  4. Update: vanwege de grote nationale staking bij onder andere de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer heb ik hedenmorgen mijn Thalysticket geannuleerd en ik zit nu dus op het redactielokaal te Nederland te zoomen met Brussel en omgeving. Beste DSR, de persoonlijke uitreiking van het lepeltje in “De Dooie Koe” houd je nog tegoed. Overmacht.

  5. Voor het eerst in lange tijd een smoesje dat klopt.

    Dit land staakt zich te gronde. Het kan ook nooit zonder brandende olievaten en kratten bier.

  6. Toe maar, een smoesje?? Ik zat vanmorgen om 5 uur al een Thalysticket te cancelen, meneertje “Zoals-de-waard-is-vertrouwt-hij-zijn-gasten.”

  7. Wat een simpel mannetje ben je soms toch, maar misschien speel je dat. Denk je dat de vergadering in het station plaatsvindt, in de trein of zo? Je hebt OV of taxi nodig en geen chaos om je vergadering te bereiken en je wilt ook vanavond weer terug. Er is ook nogeens een betoging met 70.000 deelnemers voorzien.

  8. Er rijd een metro, evenals de belangrijkste trams en bussen, om nog maar te zwijgen van de overal aanwezige huurstepjes.

    De sossen sjokken grotendeels om de binnenstad heen. Je moet wel er veel pech hebben om er last van te hebben.

    Kortom, alleen een gebrek aan wilskracht en doorzettingsvermogen stond je komst naar Brussel in de weg.

    En dat je een pedant krengetje bent, speel je ongetwijfeld niet.

  9. Ik zal me daar belazerd zijn met zo’n huurstepje!

    Maar APD zie ik er wel voor aan om destijds een Segway te hebben aangeschaft, ook voor op kantoor. Management a la David Brent, zeg maar.

  10. Ook HR heeft destijds, aanvankelijk nog schuchter en verlegen, zijn benen onder de tafel gestoken bij ’t Goudblommeke, vlak naast de antieke Mechelse stoof.

    Maar hij wilde per se richting het doorgangspad zitten om ook tijdens het gesprek naar de mooie meisjes te kunnen loeren.

    En ook Pawi, de chaperon, Warhoofd (zo niet daar dan toch bij de buren van Het Bintje) hebben er hun opwachting gemaakt.

    Het historisch pandje aan Cellebroersstraat in Brussel was lange tijd het middelpunt van een kunstenaarskring rondom Hugo Claus. Na een periode van verval werd het dus de fysieke pleisterplaats van de Ik-jesgemeenschap rondom het besprekingsmodel van DSR.

    Blogbazen komen, blogbazen gaan, maar dat gegeven blijft altijd bestaan.

  11. Oh ja, het Bintje! Helegaar vergeten. Ook een heel aardig tentje ja. DSR heeft qua horeca een goede smaak. Daar kon je toch aardappel met kreeft eten?

    Van HR die tijdens gesprekken voortdurend naar het vrouwelijke geslacht zit te loeren zou ik nog wel wat vervelende verhalen kunnen vertellen, maar dat doe ik niet. Ik schaamde me er plaatsvervangend zo voor, dat ik erg tegen onze ontmoetingen ging opzien. Ik kan me zelfs een driepersoonsetentje herinneren, HR, Luvienna en ikzelve, waar hij werkelijk bij elk onnozel kwinkslagje en elke sneue persoonlijke ontboezeming met hondenogen naar L. opkeek. Zo stel ik me Timmerark ook voor. Maar goed, het heeft geholpen, L. is nog de enige reageerder op zijn ikjesrubriek.

    Toen mijn destijdse bloedmooie vriendin (en inmiddels bloedmooie vrouw) mij van het etentje kwam verlossen en ons ophaalde en hem uit medelijden in haar kekke Alfa Romeo bij het station afzette, keek ze mij met grote ogen aan en proestte uit: wat is dat voor iemand, wat is er met hem aan de hand? Maar goed, dat is allemaal lang geleden en hoort hier niet op deze doorgaans aangename site thuis.

  12. Als iemand zo reageert als Mw. APD, dan vraag je je toch af onwillekeurig af wat er is voorgevallen.

    Had HR weer z’n derde tepel laten zien, met dat verhaal dat ’t op Eerste Kerstdag melk geeft?

    Op zich best bijzonder, maar in zo’n volle zaak hou je toch je shirt aan…

  13. Nee, hij zat kennelijk vanaf de achterbank te knipogen en suggestieve gebaren naar haar te maken. Dat zag ze in het spiegeltje. Heel raar. Alsof ze dit niet aan mij zou vertellen.

    Vooral over die “grote koeientong” waarmee hij kennelijk over zijn lippen likte en die “grote gele paardentanden” heeft ze nog best een paar keer gedroomd. “Die engerd is er weer!” schreeuwde ze dan in haar slaap .

    Of hij haar ooit een onbehoorlijke dikke ik heeft gestuurd? Misschien …

  14. De eerste ‘meet en greet’ van ikjes besprekers vond plaats in Marly le Roi, waar Ilona en Lummel elkaar voor het eerst ontmoetten.
    Daarna heb ik nog mietsengriets in Almere (Ilona en Lummel) en Parijs (Pawi en haar oppasser) en Utrecht Pawi, Luvienna, Mopperkont, Weeromstuit en Lummel) meegemaakt. Daar heb ik nog steeds heel goede herinneringen aan.

  15. De leukste vond ik die ene in Amsterdam waar ook Lummel, Goudhaantje en HUM bij waren. HR bleek later vanaf een afstandje te hebben staan toekijken, hij vond het zo eng dat hij met een paar remsporen in de broek naar huis terugging.

    Ook aan het miniconcert van Warhoofd bewaar ik goede herinneringen.

    En jawel, een paar keer in de dooie koe met DSR, die waren ook helemaal niet verkeerd.

  16. dit weekend in Château Thierry? Er is kermis, gezellige muziek uit de jaren 80 en natuurlijk een fantastisch vuurwerk. Mijn balkon is de beste plaats om te kijken, maar de plekken worden schaars

  17. daar was ik niet bij Bas. Ik heb geen van de door jou genoemde deelnemers ooit in het echie ontmoet. Wel via zoom

  18. Als makkelijk middelpunt tussen de verschillende locaties stelt DSR dan maar Het Goudblommeke in Brussel voor.

    Zat HR alleen in de achterbank, als in de taxi? Of zat APD op de voorbank en zag ie niets?

    Ook de hele tijd van ‘wat voelde je dan?’ en ‘wat deed dat nou met jou persoonlijk?’ enzo.

  19. Uiteraard zat ik naast mijn vriendin voorin. En ik zat nog nietsvermoedend onderhoudend te babbelen ook.

    De precieze bewoordingen weet ik niet meer, maar inderdaad, zijn vragen waren behoorlijk onbehoorlijk indringend. Hij had haar nog nooit gezien! Mafkeesje dat het me d’r eentje van ons was. Toen leek het nog onschuldig.

  20. Nee Lummel, en wij hebben elkaar ook nooit bewust ontmoet. Wel vele malen op de markt in Le Vesinet, en bij de bakker met die lekkere macarons, maar toen kenden we elkaar nog niet bij naam.

  21. Als APD helemaal niets gezien heeft, terwijl ie ernaast zat, dan heeft niet op zitten te letten.

  22. Er waren wel wat wijntjes naar binnen gegaan, hé. En zoals gezegd, ik had dit absoluut niet verwacht. Noem me naïef, noem me goed van vertrouwen, noem me een leuke vent. Was en ben ik allemaal. Daarom kwam dat Verraad ook zo Hard binnen.

  23. We hebben wel de volgende dag een spatscherm laten monteren tussen de voor – en achterbank. De hele versnellingsbak zat er onder. En onder de stoelen lagen gebruikte papieren zakdoekjes.

  24. Een paar wijntjes? Starnakel bezopen zo te horen. Weten we dus ook weer dat die vroeg aan borrel-zinspelingen allemaal projectie zijn.

    Tsja, die zakdoekjes…..vroeger ging je nog gewoon bij andere mensen in de auto als je verkouden was. Geen masker, niks.

    Wat wisten we toch weinig.

  25. We zaten elkaar de hele tijd te besmetten. Man, wat waren we oliedom. Ja, het heerst, krijsten we dan ook nogeens. Hatsjoe!!! In de hand! Aan de broekspijp afvegen, of het tafellaken. Proost, gezondheid, riepen we ook nog lachend. Helegaar niet: ongezondheid, dat waren we aan het verspreiden.

  26. De eerste meet-and- greet (of reunie zoals we het toen noemden) in Utrecht heb ik helaas gemist, maar bij de tweede, opnieuw in Utrecht in de Winkel van Sinkel, was ik wel degelijk van de partij. Legendarische TOI coryfeeën, zoals Willem, Arteps, Marianne en Deksels waren daar aanwezig. Daarnaast herinner me er een in Amsterdam in “De Jaren”, met De Jammerende Jurk, Henk uit Maleisie, Goudhaantje, en inderdaad de voorganger van Bas. Die had toen iets met de toiletjuffrouw, als ik mij niet vergis. En dan was er nog die genoeglijke avond in het Eye, met Luvienna, Pawi en chaperon, Bas zelve en, jazeker, Heer Rozenwater. Allemaal goeie herinneringen, hoor.

  27. Die toiletjuffrouw is een hardnekkig gerucht, een vroeg voorbeeld van #fakenews. Mijn voorganger sloeg een arm om haar heen, maar dat was alleen maar om bij haar schoteltje te komen.

    Het Eye! Hoe kon ik die vergeten! Sommigen van wie je het niet verwachtte bleken te roken, oh gruwel. En inderdaad, HR was daar wel bij. Toen had hij kennelijk zijn angst overwonnen, hij sloeg ons gaande vanaf een motorbootje en bleef maar grimassen maken naar wandelende vrouwen op de wal, zelfs als deze daar duidelijk gearmd met hun geliefden wandelden. Er trapte ook toen niemand in, het bootje tufte walmend naar het thuishaventje.

  28. En da’s erg hoor, want DSR is van binnen juist altijd zo opgetogen.

    Ernstige botten dus. Maar dat lachen voor dwazen is, was vroeger algemeen aanvaard. ‘Ben je soms jarig, ofzo?!’, kreeg je dan te horen.

  29. Puik intro met een zweetfoto van Pinkpop on top.
    Met de titel van Ilona’ s crypto vondst. Mooi mistig.

    Grappig ikje met een kleinzoon die straks beteuterd kijkt naar zijn gebruikte skateboard. Als nieuw zei opa nog.

    En een lange memory lane.
    Ik herinner me een bezoek aan Jammerende Jurk in heet Canada. Samen met vier vriendinnen aten we in een kelder-restaurantje en werden uitgenodigd om later die dag bij hem thuis in zijn zwembad af te koelen. De meiden vroegen me dwingend die uitnodiging af te slaan. Waarom weet ik nog steeds niet.

    En de keer dat ik NaamNomName zou ontmoeten blijft me bij. Hij kwam niet opdagen, ik ben in mijn eentje een broodje kroket gaan eten in Hotel New York. Klein kroketje, grote teleurstelling.

    Enfin, met veel genoegen denk ik terug aan Utrecht, Amsterdam, Brussel en de regio Rotterdam.

  30. Ja, bijna-ontmoetingen met medereageerders heb ik ook een aantal malen meegemaakt, Pawi. Eentje met Ingries in Parijs, we naderden elkaar tot op 100 meter, maar één van ons draaide om vanwege regen en tijdgebrek. Marianne liet mij een keer lelijk zitten ergens bij een afrit. Het was dezelfde dag dat ik toen maar doorreed naar Goirle, het rollatorconcert van Warhoofd, en mijn verdriet wegfotografeerde. JdW liep mij ooit echt expres mis toen hij met het gezin in de auto door Zürich reed en mij zogenaamd niet zag staan. Was niet erg. NaamNomName stond op mijn lijstje van top te ontmoeten personen, nooit ook maar in de buurt gekomen.

  31. Tsss…..zeg dan liever dat de Fransen geen Nederlands kennen. Brussel is van oorsprong een Nederlandstalige stad.

  32. Ik ken de geschiedenis van het pand niet. Was de Nederlandse naam er eerst en vertaalde men het in koeterwaals of was het een mooie Franse naam die foutief in het Vlaams werd vertaald?

  33. Nog even qua JaJu: ook ik kan mij daar wel iets bij voorstellen. Op drasties reageerde hij vaak als Markies de Sade.

  34. Het waren woelige gevaarlijke tijden waarin een enkeling te ver uit de bocht schoot, vanuit de denkbeeldige anonimiteit van die tijd.

  35. Coke

    Een mooie zomeravond in Zwolle. Zit lekker met een vriend op een terras. De serveerster komt langs. Lacht vriendelijk, klaar om onze bestelling efficiënt in haar digitale apparaatje te typen. „Een biertje”, zegt mijn vriend. „Ik ook”, zeg ik. Even later wordt onze bestelling geserveerd. Mijn vriend krijgt een biertje, ik een cola. „Ik had een biertje besteld”, merk ik op. Waarop de serveerster zegt: „You said a coke.”

    Geert Aulbers

  36. Nou moe, Engelse bediening ook buiten Amsterdam. Het moet niet gekker worden.

    Ze had ook een zak ijsblokjes op Geert zijn hoofd kunnen uitstorten. U zei toch “ik kook?”

    En zo blijft het afzien in de horeca deze zomer.

  37. Alweer een zonnig terras. En in een notendop de gekkigheid van het tekort aan horecapersoneel.
    Ik vind het een heel leuk ikje. Misschien omdat ik die mop nog niet kende.

  38. DSR zit regelmatig in Zwolle op het terras, meestal dezelfde maar toch, en is nog nooit in het Engels aangesproken – en dat mag gerust zou blijven.

    Ik kan me nog een discussie hierover met HR en APD bij een Haagse pannekoekentent herinneren. APD vond dat allemaal wel mooi, prachtig, wereld en weet ik al wat niet. DSR vond toen al dat het de vervreemding in de hand werkte.

    Enfin, laten we ons Frans maar vast weer op gaan halen nu de banlieu-jeugd in aantocht is. Die wil je toch niet het idee geven dat ze niet welkom zijn. ‘Uun bjer, piepoepleh’, zo moeilijk is dat toch ook niet?

  39. hoe een broodje kaas een broodje kroket werd.
    Die bijna ontmoetingen zijn het spannendst.
    Ik liep ooit in Kuala Lumpur (kee ell voor de kenners) langs de Petronas Towers. Daar zag ik Ilona staan. Ik rende op haar af en wat bleek? We waren het allebei niet!

  40. De ‘digitale apparaatjes’ kunnen trouwens weer worden afgehaald bij de computerafdeling. Ze liggen naast de electronische machientjes.

  41. Goed geheugen, die lummel. Het broodje kaas veranderde omwille van de locatie in een broodje kroket. Ben jij nog met NNN naar de markt geweest?

  42. Ja Pawi. nanoné en ik zijn naar de markt gegaan. We hebben een half pond spruitjes gekocht. We kregen ruzie over hoe de spruitjes gekookt moesten worden. We hebben elkaar volledig immekaar geslagen en zijn daarna als goede vrienden uit elkaar gegaan.

  43. Hoezo? Je bent toch niet op Jamaica? Hier ligt cultural appropriation op de loer….
    Kan die bleekgezichtenreggae van UB40 eigenlijk nog wel?

  44. Officieel

    Zo’n twintig jaar geleden, bij een werkcollege taalwetenschap aan de Leidse universiteit, ging het over taalveranderingen en wanneer die aanvaard zijn. Op mijn suggestie dat een criterium het voorkomen ervan in NRC kon zijn, trok hoogleraar Jan Kooij, zijn plechtigste gezicht. „Als het in NRC staat, dan is het officieel.”

    18 juni 2022, achttien jaar na zijn dood, lees ik in NRC: „de herseninfarct”, „die geluidssysteem”. Ik ben benieuwd wat hij daarvan had gevonden.

    Bart van Bezooijen

  45. Het enige dat officieel is als het in NRC staan, is het Ik-je. Voor de rest begint het steeds meer mee te vallen.

  46. Driemaal “in NRC”. Lelijk. En waarom zonder lidwoord? De (Courant) of het (Handelsblad) desnoods. Maar niet “NRC”.

    Je zegt ook niet dat iets “in Volkskrant” staat? Je tankt toch ook niet “bij Shell”. Je kijkt toch ook niet naar “journaal”?

  47. Met afkortingen kan dat wel. Ik mocht destijds onder geen beding ‘de’ KPN zeggen.

  48. Ik kan nou niet zeggen dat eea ontzag inboezemt voor de wetenschap, met dergelijk nattevingerwerk.

  49. Van Bezooijen wil zijn vingers niet branden. Hij laat dus de of het weg vóór NRC en laat het aan de lezer over om wat van die taalfouten te vinden. Jan Kooij draait zich om in zijn graf. Zou ik ook doen.

  50. Nederlandsche Taalunie heeft veel kapot gemaakt. Als beroeps- en hobbyschrijvers, mensen dus die dagelijks bewust met taal bezig zijn, zich massaal tegen je (en je sneue groene boekje) keren dan moet je inzien dat je fout bezig bent geweest. Maar als de Van Dissels van de taal bleven ze stug volhouden dat zij gelijk hadden en de rest van de wereld niet. Resultaat? Zelfs journalisten en beroepsschrijvers scoren tientallen fouten in het Nationaal Dictee der Nederlanden. Vermakelijke televisie maar een jaarlijkse gigagrote aanklacht tegen de staat van de Nederlandse taal.

  51. Bij een college taalwetenschap had de schrijver kunnen leren dat spelling niet tot de taalwetenschap behoort. Wat taalwetenschappers wel bestuderen kunt u in het Aula’tje “Inleiding tot de Algemene Taalwetenschappen” vinden. Maar dat is door iemand van de UvA geschreven en dat zullen ze in Leiden misschien niet lezen.

  52. We hebben het voormekaar. Door dat gedonder met die lepeltjes is Haller in Duitsland gaan voetballen. Nu maar hopen op Huiswijn en Bergberg

  53. De taal zuiver houden, hoorde ik van een purist, lang geleden. Hij werd niet goed van de verengelsing in popbladen maar ook bedenksels wees hij af. Van vreemde smetten vrij, mocht je natuurlijk niet zeggen.

  54. Dorst

    Op mijn spreekuur komt een man van 52 jaar met klachten passend bij diabetes mellitus type 2. Ik zeg dat de bloeduitslagen wijzen op diabetes. „O, gelukkig, geen ziekte”, zegt hij. Ik leg uit dat hij dus suikerziekte heeft: door te veel suiker in zijn bloed heeft hij waarschijnlijk ook vreselijke dorst? „Ja, ik drink ’s avonds twee liter cola, zoveel dorst!” Ik zeg hem dat hij daar meteen mee moet stoppen, omdat het écht héél veel suiker is. Opgelucht kijkt hij me aan en zegt: „Goh, ik was even bang dat je zou zeggen dat ik moest stoppen met roken.”

    Patricia van Amsterdam

  55. Alweer coke. Wanneer houden artsen eens op met het insturen van volstrekt normale dialogen uit hun spreekkamer? Met je mellitus. Zeg gewoon suikerziekte of diabetes, NRC is Arts & Auto niet.

  56. Tja. De huisarts tutoyeren is al sinds jaar en dag gewoon.
    Verder kan dit ikje worden verwezen naar de rubriek flauwe moppen in het huisartsenblaadje, als het daar al door de redactie komt. Blèh.

  57. Maar serieus, ik sta er altijd versteld van hoe veel mensen cola en andere suikerwatertjes drinken in plaats van lekker, gezond, fris water. Echt bizar.

  58. Van cola krijg je dorst.
    Zelf drink ik water en vaak met een tic; een tiende deel bitter lemon. Heerlijk.

  59. Nou, de gulle lach breekt ‘r bij mij niet door. En ook weer heel Amsterdams allemaal.

  60. Waar staat dat het un Amsterdam gebeurde? Er staat dan bijna altijd bij dat de man een onvervalst Amsterdams accent heeft.

  61. Kijk even naar de acchternaam van de inzender. Amsterdamser kun je het toch niet krijgen?

  62. Ik ken ook iemand die De hond heet. En dat is geen hond. Ik ken ook iemand die Van der Laan heet en die in een straat woont. Ik heb ook een Van Maatricht geen die in Noord-Holland woonde. En een kapper die Bakker heet.

  63. Dat kan wel zijn, maar daar gaat het nu niet om. Het blijft een Amsterdams tintje hebben.

  64. Je kan niet echt van een Amsterdams tintje spreken.
    Misschien komt inzendster wel uit Almelo, daar is altijd wat te doen.

  65. Het valt op hoe gretig het Amsterdamse smaldeel opspringt om de hoofstedelijke geur van het Ik-je te bagatalliseren.

    Kennelijk voelt men wel aan dat Amsterdam-die-mooie-stad een beklemmende invloed heeft op ons geliefde stukje van de achterpagina, dat toch al worstelt met allerlei ongemak.

  66. Porselein

    Ik stond op het punt op mijn e-bike te stappen met op mijn hoofd een petje. Een wijze oude baas sprak mij aan. „Heb jij je weleens gerealiseerd dat jouw hoofd een porseleinen theekopje is en de straat een tegelvloer?”

    Nu draag ik een leuke helm en voel me er niet lullig mee.

    Han Wiersema

  67. … heb jij je wel eens gerealiseerd dat je hoofd net een ei is en de stoeprand een koekepan?

    Nu voel ik me achteraf extra lullig met m’n vlinderdasje.

  68. Die verstandige ouwe baas stemt zeker VVD. Premier Rutte vergeleek de Nederlandse staat al met een kostbaar vaasje is dat te pletter kan vallen tegen het voortdurende wantrouwen tegen de overheid.

    En een zekere voormalig BHV-er zou de straat hebben vergeleken met een laag robuust basismetaal.

  69. Weer geen goed ikje. Dus het zal zich wel in Amsterdam afspelen.
    Ik vind de zin “met op mijn hoofd een petje” gruwelijk lelijk.

  70. Gaat het eens niet over Amsterdam, dan wordt het er wel aan de haren bijgesleept -zucht-

    We lezen niet over ‘porum’ en dergelijke, lezen over wijze mensen, dus kennelijk is het regiodag.

  71. https://pin.it/4wKidwt

    Aan dit schilderij van Co Westerik doet het ikje me denken. Je ziet onmiddellijk het meest kwetsbare deel van de helmdrager.

    Het idee dat je voor gek loopt met een fietshelm is kennelijk de wereld nog niet uit. Misschien dat dit ikje de mensheid vooruit helpt.

  72. Niet mee eens. Ik draag op vakantie in de zon regelmatig petjes en oogst daar veel bijval mee. Met name als ik een terras passeer dan klinkt er vaak applaus. Dat zou ik met een helm op nooit meemaken.

  73. Een helm houdt de oren vrij. Dat applaus voor het bandje dat je passeert hoor je even zo goed.

  74. Positiviteit

    Zaterdagmiddag in de supermarkt. Terwijl ik van de ketchup naar de kappertjes loop, hoor ik uit de omroepinstallatie: „Lotte mag er zijn. Lotte mag er zijn.” Heel even word ik heel vrolijk van de positiviteit van deze supermarktomroeper. Maar dan zie ik iemand van de vulploeg voorbij snellen. Waarschijnlijk Lotte. Op weg naar het magazijn.

    Chris Zintel

  75. Ja, dat soort streken haalt je gehoor weleens met je uit. Zelve hoorde ik onlangs in de bus in Leiden “Faculty of Love”. Denkend aan een ludieke studentenactie keek ik geamuseerd naar buiten. Bleek het de “Faculty of Law” te zijn.

  76. Ik had het laatst met geschreven tekst. Ik las Beste dingen. Hé? Maakt NRC nu ook al lijstjes met beste dingen? Het bleek te gaan om bestedingen, in een economisch rubriekje.

  77. Het is me altijd bijgebleven uit m’n kleutertijd dat we een kunstwerkje hadden gemaakt voor Oud en Nieuw.
    Een wensje op rijm hadden we uit het hoofd geleerd om op te zeggen als het zover was.
    Wat had ik een succes.
    Het was maar goed dat de nonnen het op de versierde kaart hadden geschreven, anders was mijn ‘Sabelria’ dat ik mijn ouders toewenste een groot raadsel gebleven.
    ‘Zalig Nieuwjaar’.

  78. Anna Blaman, ‘De Late Romans’. Iedere keer als ik het zie, denk ik aan wijlen de Romeinen.

    En bommelding, kennen jullie die?

  79. De Late Romans. Je bent verengelst !

    Bommelding is niet nieuw meer, beste dingen wel…

  80. Ik heb jaren gedacht dat in Flashdance de regels “take your pants off, and make it happen” voorkwamen. Bleek dus “take your passion” te zijn.

  81. ‘It was so busy in the bedroom’ bleek in de backroom te zijn. The Cats.
    Een zus noemde mijn vergissing freudiaans.

  82. Oooh goedemorgen!
    Ik dacht gisteren ook dat ik iets wel zou onthouden.
    Maar niet dus, tot nu. Uitgeslapen op de zondagochtend.
    Met lezen heb je dat ook weleens, een woord al vanuit je ooghoek zien staan nog voor je er bent aangeland tijdens het lezen.
    Zo zag ik pas frikandel staan ipv Frankendael. Is daar ook een woord voor?

  83. Zo hoor ik al jarenlang de Febo-lijn op Vroege Vogels. Snacks. Maar het is dus de fenolijn waarop de luisteraar natuurmeldingen kan doen.

  84. En is het nou frikandel of frikadel?

    Febo, als ik dat hoor of zie staan, denk ik aan hun hotdogs speciaal.
    De lekkerste van de hele wereld, en dús niet meer leverbaar.

  85. Onbereikbaar op dit moment, maar ik heb hier gelukkig een paar overheerlijke ovenkroketten in de diepvries liggen.
    De lekkerste van de wereld. Van G’woon.

  86. Ik ben nooit een frikandellenman geweest. Gaf mij maar een lekkere kalfskroket. Niet noodzakelijkerwijs van Kwekkeboom of Van Dobben, maar gewoon van de lokale slager. Smullen!

  87. Ik las laatst over een frikandel-speciaalpizza.
    Het gaf me hoop voor de mensheid.

  88. ik ga volgende week kroketten maken. Die kan je hier namelijk nite kopen. Wel heb ik een pak fricadelle in het vriesvak. Die kan je hier wel kopen.

  89. Ja hallo! Alles ziet er vreselijk uit met een slechte foto. Als ik tijd heb, zal ik een mooiere plaatsen, dan piepen jullie wel anders .

  90. Inmiddels horen over frikadelspeciaalsalade, -ijs en -vlaai!

    Het leeft onder de mensen, de sky is de limit!

  91. Vreselijk, met wat voor plaatje dan ook. Het onderwerp zal dan ook genegeerd worden in het nieuwe intro. Dit onder het motto: wat je aandacht geeft groeit. Welnu, de frikandelpizza, -salade en -slagroomtaart moet weg uit onze samenleving.

  92. Eens kijken of ik het landgoed Frankendael weer eens kan bezoeken.
    Vroeger had ik een ‘groene kaart’. Dan kon je tegen gereduceerd tarief lekker rondstruinen.

Ik vind er dit van: