1. Ik ben blank vuil
Ik ben blank vuil. Ik ben een tweede-generatie WOII slachtoffer. Mijn moeder zat in een concentratiekamp.
Mijn beide ouders rookten ten tijde van mijn verwekking. Mijn vader was een alcoholist. Ik was bedoeld om het huwelijk te redden. Dit is niet gelukt. Mijn geboorte had op 12 januari 1966 moeten zijn maar het werd Kerstmis 1965. In tegenstelling tot mijn broer ben ik geboren met een televisie in huis. Zwartwit.
2. Ik ben geboren met een burnout
Ik ben geboren met een burnout. Ik ben blank vuil en ben er trots op. Maar het is niet iets waarvoor ik gestudeerd heb. Het was geen keuze. En trots is eigenlijk niet juist. Ik ben het gewoon. Je bent toch niet trots om geboren te zijn? Spijt. Dat kan. Of boos. Maar dat zijn emoties, en die heb ik niet in overvloed.