In verband met de feestdagen verschijnt er op maandag 25 en dinsdag 26 december geen NRC. Onze Klantenservice is op die dagen gesloten. U kunt ons weer bereiken vanaf 08:00 uur op woensdag 27 december, via 088-5720572. Wij wensen u fijne feestdagen!“
Nou, daar waren we klaar mee. Gelukkig is het inmiddels woensdag 27 december en gaan we weer lekker ikjes lezen en beoordelen. En jullie ook, NRC: insgelijks en van hetzelfde. Er komen er nog een paar aan. Feestdagen.
… en mama haar handen vol had aan haar gigantische dubbelgevouwen telefoon (Nokia Calzone)
Agnes Andeweg schreef vorige week een ikje over het PISA-onderzoek, waaruit gebleken is dat de leesvaardigheid van Nederlandse 15-jarigen opnieuw achteruit is gegaan. Haar zoon was niet onder de indruk. „Gelukkig ben ik 16!” riep hij uit aan de gezellige keukentafel, waar papa net met een hakmes een eend aan het slachten was, zijn zusje haar middelvinger opstak naar de DHL-bezorger die triestig naar binnen stond te gluren en mama haar handen vol had aan haar gigantische dubbelgevouwen telefoon (Nokia Calzone). Gelukkig gebruikte ze die later om het vrolijke citaat van haar zoon naar de krant te sturen. Anders hadden we dit allemaal nooit geweten.
Jan Sierhuis, volgens mij geen 15 meer, meldde dat hij zich hier “het schompes” leest. En is daarmee op de goede weg. Bertie, ja die geinige schrijfster uit Brabant die iedere week de weg kwijtraakt, vond het ikje klinken als “katterige lol na een stapweekend” en dat was keimooi geformuleerd. Suske had nog een nabrandertje over het intro van vorige week en vertelde dat een van zijn leidinggevenden met zijn auto een koe doormidden had gereden. “Of hij dat beest achteraf opgegeten heeft vertelde hij er niet bij.” Ik denk er het mijne van. Die leidinggevende heeft een jaar lang hamburgers uitgedeeld aan zijn buurkinderen, wat ik jullie brom. Want zelf eten leidinggevenden geen koe. Die eten kaviaar en oesters, maar zie die maar eens doormidden te rijden in een doorsnee dorp of stad.

„Ga iemand van je eigen leeftijd lastig vallen, sukkel”
Hoog tijd voor de paarse badmuts, vonden we met z’n allen. Nou, die kwam snel. Ene Carlo van Praag kan nog schrijven zonder stok, hoewel hij kei- en keioud is. Zo oud dat hij wekelijks baantjes trekt in een naburig zwembad. Met zijn vrouw. Carlo kan in het water niet zo goed zien, want zijn bril moet af. Die laat hij in het kleedhokje achter. Maar hij herkent zijn vrouw aan haar paarse badmuts, zo legt hij de lachloopplank vaardig uit. De gevorderde ikjeslezer weet dan al waar het op uitdraait. En ja hoor, hij haalt zijn vrouw – wink wink – na een aantal baantjes hijgend in en tikt op haar muts: “Ga je lekker, schat”, steunt hij. Het volgende moment kijkt hij in een wildvreemd gezicht dat “niet bijster vriendelijk staat”. „Ga iemand van je eigen leeftijd lastig vallen, sukkel”, bijt het gezicht hem toe. Vindt Carlo dat gek? Raar? Bijzonder? Je moet toch nooit iemand op haar muts tikken? Hij druipt beschaamd af, maar stuurt het voorval wel naar de krant, in prachtige schoonschrift, met de vulpen in en uit het inktpotje, op geschept papier, voorzichtig in de enveloppe gestoken, en met de tong persoonlijk dichtgelikt. In de NRC maak je dit nog mee. Heerlijk.
Een dag later zat Judith Ann Regout – nee, we maken geen grapjes over die heerlijke achternaam en het is met een a – met haar schoonmoeder in de wachtkamer van het ziekenhuis. Ze zijn allebei “toch een tikje gespannen”, dus dan weet je het wel. Die schoonmoeder krijgt de uitslag van een belangrijke MRI. De vrouwen praten krampachtig over koetjes en kalfjes. Schoonmama vraagt bijvoorbeeld of Judith Ann ook zo’n “handige handstomer” heeft voor haar kleding. “Ja”, antwoordt ze naar waarheid, “die heb ik ook. Fijn ding, hè?” Schoonma beaamt dat het zeker een fijn ding is. Na een korte stilte vervolgt ze: „Eigenlijk heb ik hem nog nooit gebruikt.” „Ik ook niet”, zegt Judith Ann. Hilarisch toch? Zulke wezenloze dialoogjes, zo droog verteld, daarvoor zit ik op de ikjesclub sinds jaar en dag. In de verte deed het ikje me denken aan het historische pareltje van Coen van Beelen (uit 2006, vandaag exact op de dag af 17 jaar geleden, ik was nog vrijwel niet geboren toen) over Oudejaarsavond en Sissy, met als uitsmijter “… we nemen nog een toastje en kijken verder”.
… een wazige warrelende zwerm van opwaaiende rokjes en krijsende en kotsende pubers
Maar je hebt ook wezenloze ikjes die uitgesponnen worden verteld, die gaan maar door, detailtje hier en detailtje daar, en man oh man, wat we toen deden en wat er toen gebeurde … Zoals die van Willem Veeneman. Hij bezocht op een “rustige donderdag” het Openluchtmuseum in Arnhem. Ja. Rustig. Goh. Heel relevant. Not. Kan ons het bommen, ga lekker naar dat Openluchtmuseum, drink een kop warme chocolade maar hou het voor je, Willem. Het is hier geen familie app. Ze krijgen tickets voor de winterkermis. Waarom? Omdat ze er zo armoedig uitzien in hun jassen van net na de Tweede Wereldoorlog en die brilletjes van de kringloop. Zijn metgezellin, die hij geheimzinnig alleen met “zij” aanduidt, maar het is natuurlijk zijn vrouw, of zou het toch een scharrel zijn geweest, is nog nooit in een zweefmolen geweest. Nou, nu stapt ze wel resoluut “op het vriendelijk monster af”. Huh? Op Willem? De zweefmolenaar? Op de kaartjesknipper misschien? Neen, met “het vriendelijk monster” laat Willem zijn schrijftalent zien. Not. Een zweefmolen lijkt niet op een monster en is al helemaal niet vriendelijk. Een zweefmolen is een soort van draaiende open hooiberg met ratelende en zwiepende schommeltjes eromheen geslingerd. Als je pech hebt. En anders een wazige warrelende zwerm van opwaaiende rokjes en krijsende en kotsende pubers. Kijk, nu zien we het wel voor ons, toch?
Op dat moment dachten we ineens aan een vieze opa met zijn kleindochter
Maar goed, “zij” zweeft “glunderend” haar rondjes en wil daarna in de rupsbaan “met belgerinkel en overkapping”. Man man, moe kun je soms worden van zo’n ikje. Weleens een stille prikkelarme rupsbaan gezien, helemaal opengewerkt zodat je onder het rijden bruin kan worden en een ijsje eten? En niet boven in het reuzenrad maar dus in die rupsbaan wil ze dan een “stiekeme zoen”. Op dat moment dachten we ineens aan een vieze opa met zijn kleindochter. Maar die zouden niet “gierend van napret” naar de uitgang lopen en dat deden ze, Willem met zijn metgezellin, “samen 161 jaar”. En nog is de martelgang niet voorbij. Hij blijft maar schrijven. Wat nu weer? Ze “betalen met haar horloge voor een uitrij-munt”. Complete gaga, zo’n verhaal, zwaait alle kanten op, je komt er nog duizeliger uit dan na een hele dag rondjes draaien in een vriendelijk monster. Een grapjurk van het ikjespanel opperde trouwens dat het wicht pas 20 jaar oud zou zijn en Willem 141. De leukste thuis, die grapjas, maar er krulde wel een mondhoekje toen ik dat las.
Tijd voor iets kort en zakelijks. Eline van Winkel laat haar zoontje van drie zien hoe ze kolft. Want dat moet je als moderne moeder: alles laten zien, van conceptie en meervoudig orgasme tot baren en keizersnee en de tiet geven. Na gedane arbeid laat ze hem het kolfapparaat uitzetten, hij heeft daar een app voor op zijn mobieltje, en wil weer aan haar havermelk latte met een eikeltjeskoekje. Zoonlief roept echter triomfantelijk: “Zo, ik heb de koe gemelkt”. „Wát zeg je?”, vraagt Eline geschokt. „Gemolken”, corrigeert het mannetje zichzelf. Bertie vond het wel “keurig verbeterd” en dat was zeker waar. Voor de rest verwaardigde niemand van het ikjespanel zich om een commentaar te geven.
Ene Hans Wiegel (we zullen nooit weten of het die bekende uit Friesland is, die met die sigaar in zijn mond en die arrogante DSR-grijns op zijn snuit) belde met een hotel om zijn boeking te wijzigen. Het wordt stil aan de andere kant van de lijn. Er is gedempt geproest hoorbaar. Uiteindelijk hikt de uitvaartbediende: „Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat u binnenkort bij ons wilt komen logeren. Wij zijn een uitvaartonderneming.” Het geratel van de typemachine is op de achtergrond te horen, of zijn het kettingen van zich losrukkende geesten, in ieder geval waren ze te laat voor het ikje. Hansjepansje zelve stuurde het het voorval namelijk ook in, en dat van hem is wel gepubliceerd. Omdat je nooit kunt weten.
Nou en daarmee gingen we de Kerst in. Een Kerst die opgeleukt werd met de start van een reeks opzienbarende experimenten van dit blog met AI (artificial intelligence, dit voor Ad die zich tegenwoordig veel woorden niet meer herinnert). Ik moet in alle bescheidenheid zeggen: het was een doorslaand succes. Ik introduceerde namelijk het “aikje”, een ikje dat met een ai-chatrobot wordt gegenereerd. Het was nog een aardig dingetje ook, zie deze link. Jan Sierhuis vond het ook “leuk om te lezen”. Hij schreef er wel attent bij dat hij liever mijn eigen zelfgeschreven ikjes las. Da’s gewoon erg lief. Ook het commentaar op het aikje werd in deze experimentele proefopzetting door AI geleverd en ook dat was prima, zij het in omvang zesmaal zo lang als het aikje zelve. Daar gaan we nog meer van horen, die AI, die aikjes. We gaan er nog meer mee doen, nog meer van genieten in het nieuwe jaar!

Het ultieme doel, dat mogen jullie best weten, is om het gehele blog door AI te laten schrijven, produceren en modereren. Dan kan ik zelve eindelijk eens gaan vissen, dat wordt weer eens tijd, of lekker picknicken in het warme zand. Maar eerst nog de laatste ikjes van 2023, en die zijn zoals altijd te vinden in het reactieveld hieronder, te beginnen met die van 27 december. Want dat is het vandaag.
Wil jij net als Jan, Bertie, Suske en andere reageerders kans maken om in het volgende weekoverzicht voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je plezier hebben met lezers die voor je het weet goede kennissen van je kunnen worden? Misschien wil je een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst van lezers van deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?
Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is
Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Of stuur zelf een ikje in. Of scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Of voor een ander aangenaam dingetje dat je hier op de site doet. Viltjes zat. Maar voel je je te goed voor zo’n viltje? Of ben je doodsbenauwd om je adres te delen met het blogbeheer? Helemaal prima, dan laat je dat – liefst discreet – even weten en dan gaat dat viltje naar iemand die het wel weet te waarderen.
Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Reacties zijn welkom via het reactieveld, het contactformulier of een email naar bas@basvanvuren.org
Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij.
De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik liep weer eens in het bos te slenteren, in een ver en vreemd land. We waren er samen een paar daagjes tussenuit, moe van het entertainen van alle gasten, familie en vrienden. En nou wil het toeval dat ik thuis dus voor mijn blog aan het experimenteren was geweest met AI. Je kunt daarmee de gekste plaatjes tevoorschijn toveren, nog levensecht ook. Dus toen ik deze olifant met Kerstmuts op ons af zag komen geloofde ik mijn ogen niet. Droomde ik? Was de AI nu ook in mijn fysieke leven van alledag aan het werk? We zullen het vermoedelijk nooit weten. Het beest stapte onverstoorbaar door en verdween in de verte, alsof het geen olifant met een Kerstmuts was. Ook deze week – ik voel het gewoon – ga ik weer interessante dingen meemaken. Jullie ook? Laat je belevenissen achter in de reacties op dit blog. Hoeft niet literair. Foto “Vriendelijk monster met Kerstmuts” © 2023 Bas van Vuren
Top 2000
In het ontmoetingscentrum voor mensen met dementie raak ik, vrijwilliger, in gesprek over de Top 2000. We nemen een aantal titels met de gasten door en al snel zingen we moeiteloos met elkaar wat ‘gouwe ouwen’. Mijn buurman heeft kennelijk dezelfde smaak en een goed muzikaal geheugen. Aangekomen bij ‘Yesterday’ van de Beatles zingt hij woord voor woord mee, totdat we de tekst „Suddenly, I’m not half the man I used to be” hebben bereikt. Hij stopt, kijk me aan en zegt met een indringende blik: „Dit lied gaat over mij.”
Tanja van Weel
Tja, zeggen we dan, daar hoef je niet eens dement voor te zijn, voor zo’n constatering. We hollen allemaal achteruit, in rap tempo. Gelukkig zijn er de ikjes. Die houden ons op de been.
Qua Top 2000: misschien maar eens mee ophouden, lieve opgewonden kakelkipjes op het Mediapark? De hele top 10 is identiek aan die van vorig jaar. De meeste noteringen komen uit de jaren 80. Hoe vinden jullie, NPO, zelf dat het gaat? Zelf heb ik alleen de eerste vijf minuten van deze reeks genoten, maar dat was dan ook een weergaloos nieuw muziekstuk.
Gefeliciteerd met de foto, leve AI.
Het ikje van Tanja, tja, het is triest wanneer een demente dit besef heeft.
Piep-piep
Een koude, natte dag, verkleumd bereik ik de supermarkt. Voor mij bij de kassa staat een man met een halfje bruin en een pak sap. 2,78 euro, zegt de jonge caissière. Een piep klinkt, ‘geen saldo’. De man lijkt niet verbaasd, accepteert gelaten zijn lot en loopt naar buiten. Dan pakt het meisje haar telefoon, houdt ’m voor het pinapparaat. Piep-piep klinkt het, en dan rent ze achter de man aan om zijn boodschappen te geven. „Wat lief!” roep ik uit tegen haar collega. „Welkom bij de Albert Heijn Westermarkt”, zegt die met een grijns. Opgewarmd verlaat ik het pand.
Maud Beucker Andreae
Nou, dan gaan we daar vandaag maar eens naar toe, met z’n allen. Maar dan horen we van de winkelmanager vast wel een tuut-tuut, ho-ho.
Vakantie
De laatste schoolweek van 2023. Ook de laatste bijles van dit jaar in het buurthuis van de stadswijk waar voornamelijk praktiserende moslims wonen. Ik wens de leerlingen een fijne kerstvakantie. Een leerling uit groep acht wenst ook de leerkracht een fijne vakantie: „Dus hebben we straks twee weken geen school. En ook twee weken geen bijles! Wat houd ik toch van christenen, meester. Zoveel vrije dagen!”
Krijn Vermaas
Het is uit het leven gegrepen, het is uit het leven een greep, hatsee!
Toemaar zeg, als klein menneke met de haartjes nat mocht ik hier denk ik naar kijken. Ik vond het toen leuk, maar ik weet eigenlijk niet of ik het zelf leuk vond of mijn vader zo hard zag lachen dat ik instinctief wist dat het wel leuk moest zijn. Gouden herinneringen, dat wel.
Romantiek
Op wintersport wisselen we tijdens het diner met een aantal dames van gedachten over de romantische inborst van onze partners. Jos scoort niet al te veel punten, niet bij zijn vrouw Wiesje en na haar verhalen ook niet bij ons. Later die avond zitten we met het hele gezelschap aan lange tafels in het lokale gemeenschapshuis. Jos is inmiddels op de hoogte van zijn evaluatie en als de rozenverkoper langskomt pikt hij mijn subtiele hints verbazingwekkend snel op. Hij rekent een roos af en geeft deze aan zijn buurvrouw met de woorden: „Wiesje zit daar, geef jij ’m even door?”
Nancy Krijnen
Ik zie het tafereel voor me – beetje ballerig uitgelaten gezelschap op leeftijd – en zie en hoor ook onmiddellijk een man uit mijn eigen kennissenkring die dit ook zo gezegd en gedaan zou hebben. Henk heet hij. Inmiddels helaas de skileeftijd ver voorbij.
Verder hoor ik het lachsalvo met hoge kraaiende uithalen van de vrouwen. Helemaal goed dus dit ikje. En het is nog de laatste van 2023 ook. We nemen nog een toastje. En danken Heer Rozenwater voor de getoonde hardnekkige ijver.
Weer geen berichten ontvangen….
Misschien gaat het in het nieuwe jaar beter.