Ruimte voor ruimte, pllek voor pllek

Ik parkeerde mijn auto vorige week bij toeval naast een intrigerend kunstwerk, dat bij nader googelen “Leave space for space” heet. Waarom bij toeval? Ik kom daar eigenlijk bijna nooit, daar op dat NDSM-terrein in Amsterdam-Noord, die mooie wijk boven het IJ. Het is alsof je door de havens van Rotterdam loopt. Of New York, Boston, Liverpool, Hamburg. Ouwe vervallen industrieterreinen, gekke nieuwbouw, studenten en kunstenaars, graffiti en heel veel wind en meeuwen. Toch kom ik er zelden.

“Wat maakt dat je je ergens thuis voelt?”

Maar deze zomer gaat dat veranderen, want er staat daar dus dit kleurrijke kunstwerk van de Britse kunstenaar Morag Myerscough. “Wat maakt dat je je ergens thuis voelt?” is de vraag waarom het draait bij dit werkje aan het water. Het is een ontmoetingsplaats voor iedereen: jong en oud, lokaal en internationaal. Nou, en dan gaan ze daar dus allerlei dingen organiseren, want het helegaar aan het toeval overlaten, dat ontmoeten, dat kan ook weer niet. Daarvoor heeft het teveel gekost. En met inputs uit eerdere workshops heeft die dekselse kunstenares Myerscough dus die rake woorden en inspirerende zinnen op die installatie gezet.

Plug Verfgroothandel, voor Kunst en Verbinding


Volgens een van de sponsors, de Stichting Doen, is het best wel “een speelse en opvallende constructie” geworden met “zitplaatsen, schommelbankjes en mobielen die dansen op de wind”. Ja, dat doen die dingen, daar zijn het mobielen voor. De andere sponsors zijn de usual suspects voor dit soort projecten: het Amsterdams Fonds voor de Kunsten (AFK), het BPD Cultuurfonds, de Vriendenloterij, en voor de lokale ondersteuning en promotie het Stadsdeel Amsterdam-Noord. Ook in het rijtje gulle gevers staat … Plug Verfgroothandel. En die laatste zag ik niet aankomen. Plug Verfgroothandel, op de bres voor Kunst en Verbinding? Omdat je met verf ook verbindingen legt, verschillen wegpenseelt? Omdat ze een “Visie met Verve” willen uitdragen? Of was het een bijdrage in natura: de emmertjes verf die op de installatie gekliederd zijn? En misschien ook nog wel wat kwasten? We zullen het nooit weten, tenzij iemand ze dat gaat vragen. Ik kijk wel uit.

De kunstenaar werkt samen met spoken word artiest en performer Mahat Arab. Op basis van de verhalen die deelnemers hebben gedeeld tijdens de workshops, heeft hij een gedicht geschreven over ‘belonging’. Lees het gedicht hier of hieronder, of beluister het in een voordracht door Mahat Arab zelve.

Some have been here forever, until 'here' felt foreign,
At night, they close their eyes, remembering a pub,
Now a complex stands in its place,
They greet neighbors in the morning,
Known simply as "hey neighbor,"
"Good morning, neighbor,"
"Take out the trash tonight, neighbor,"
"We even have each other's keys, neighbor."
Some have been here so long, they no longer recognize it,
They reminisce about café Ot and Sien,
Talk about people from before,
Using references only locals would understand.
Some know no different,
See the neighborhood like a distant acquaintance,
Feel no warmth in the new structures,
Blame the newcomers, the authorities, the residents,
Pack their lives into a bag,
Drift away, saying, "I'll see where I end up."
Some arrived timidly,
Saw the neighborhood as a delicate thing,
Asked, "Can I fit in here?"
And then gently crawled in between,
Asked, "How does it work here?"
"What used to be here?"
"Who lived here?"
"How do I become a part of this?"
They were told, "As long as you greet the bus driver, you're in."
Some have been blown in by the wind,
Riding the ferry, seeking space to breathe,
Saw children playing, feeling a sense of belonging,
Now proudly call themselves Northerners,
Community guardians, childminders, soup kitchen heroes,
Saying, "You can't get me to leave."
And some are holding in their breath,
Seeing change on the horizon, begging, "Not yet,"
"Let me stay a little longer,"
"Listen, do you hear that? That's Noord,"
The quiet greetings, nods, waves, smiles,
Saying, "Come, sit, watch and learn,
We'll show you exactly how things work around here."


Op donderdag 25 juli is er daar op die NDSM-werf een spoken word event. Verschillende spoken word performers zullen dan hun verhalen delen over hun buurt, hun thuisgevoel en hun visie “waar we mogen landen en waar we tegenaan mogen schoppen”. Het evenement duurt de 25e van 8 tot 11 uur ’s avonds. Met een beetje geluk tref je mij daar dan ook aan. Je weet maar nooit. De organisatie is er nog niet helemaal uit of “ikjes” bij dit thema horen. We gaan het zien. En hopelijk horen.

Laten we voor de zekerheid onder dit blog maar weer eens wat ikjes en oordeeltjes gaan plaatsen, dat wordt ook wel weer eens tijd, toch?

En dat kunstwerk? Dat kun je vinden aan het water. Op de kade links van restaurant Pllek – als je bij het restaurant staat althans, vanaf een bootje of surfplank op het water is het rechts van restaurant Pllek- en dat restaurant zelf is te vinden aan de Neveritaweg 59. Aanradertje, ze hebben d’r heel leuk personeel *zwijmel icoontje

Onbekend's avatar

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes en filmpjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

41 gedachten over “Ruimte voor ruimte, pllek voor pllek”

  1. Op de pont

    Op het pontje vanaf Amsterdam Centraal staan twee twintigers. Allebei zijn ze in het zwart gekleed met twee identieke wijde broeken met veel zakken, schoenen met dikke plateauzolen, kettingen aan de broek en nek. Zegt de een tegen de ander: „Als ik hier nu in het water val, dan zink ik echt meteen.”

    Vita Sligter

  2. Ja, ik dacht laat ik eens een blog schrijven dat bij het ikje past.

    Het ikje had ietsje beter in de persoonsbeschrijving mogen zijn, we zien de twee twintigers niet voor ons. Jammer.

  3. Gekreun

    Zaterdag speelde onze favoriet Jessie Ware op het North Sea Jazz Festival in Rotterdam. Het was een strakke show vol energie. Onze dochter van 19 beoordeelde de song ‘That feels good’ als „Alleen maar gekreun.” Ze keek er afkeurend bij. Met weemoed dacht ik terug aan de afkeurende beoordeling van mijn moeder eind jaren 70 bij het aanhoren van mijn eerste singletje van Donna Summer ‘Love to love you’, welke ik op onze (enige) pick-up in onze huiskamer draaide: „Arjen, wil je dat gekreun alsjeblieft uitzetten?” Slaat preutsheid misschien een generatie over?

    Arjen Heere

  4. Vroeger had je dan misschien wat kreunplaatjes, zoals ook het onsterfelijke Je t’aime moi non plus, waarop ik slijpen heb geleerd en voor het eerst het ragfijne middeltje van een meiske heb beroerd en met mijn lippen haar oor bijna aangeraakt, maar je had nog niet de vreselijke rapteksten van vandaag de dag waar de honden geen brood van lusten.

    Qua schrijfstijl: eindigen met een vraag is nooit zo sterk, je verheft je daar als schrijver boven het gepeupel en je lezers. Houden we in Nederland niet zo van. Laat dit de lezer zich zelf maar afvragen, Arjen.

    Voor de rest niks mis mee, doe een gooi naar de ikjesmarathon in Utrecht! (die we helegaar vergeten zijn, hoor je niks meer over toch?)

  5. Eerst Nijmegen

    Zaterdag bij de bakker. Een klant begroet de jongeman achter de toonbank en informeert naar diens vakantieplannen. Die vertelt dat hij volgende week naar Frankrijk gaat, maar eerst een weekje naar Nijmegen. „Zo,” zegt de mevrouw, „dan ga je zeker de Vierdaagse lopen.”
    De jongen lacht en zegt: „Lopen? Nee hoor, ik ga om te feesten. Lopen doe ik wel als ik niet meer kan stappen.”

    Lieke Geers-Snijders

  6. Een vaak over het hoofd geziene succesfactor voor topikjesschrijvers: houd de datum in de gaten, actualiteit scoort en verheft suffe mopjes tot winners.

  7. Zomerse logees

    Al vanuit de verte zie ik twee personen in de stromende regen voor de supermarkt staan. Dichterbij zie ik dat er wat mensen omheen zijn bijgekomen die zich duidelijk afvragen wat er aan de hand is. De vraag wordt snel opgelost. Een jonge vrouw komt naar buiten en vertelt dat haar twee oudtantes uit Saoedi-Arabië bij haar logeren. Maar zegt ze, al mijn plannen worden getorpedeerd door het slechte weer. Als het droog is willen ze best naar een museum, maar als het regent willen ze maar één ding: buiten staan, met hun gezicht in de regen. En het regent al weken.

    Margreet van Schie

  8. Nee, ligt het niet aan, Bertie, het geheel is stroperig opgeschreven. En ja, dan kom je bij de clou en dan is het ook nog eens niks. Studentenmopje, meer niet.

  9. Zenuwen

    Het overlijden van schrijfster Tonke Dragt bracht in herinnering dat ik vier jaar geleden wandelde met de hond in het bos in Den Haag en een oudere dame in een rolstoel tegenkwam, geduwd door een begeleider. Ze namen die zondag door: „Je wordt opgehaald om 10 uur en dan ga je naar Amsterdam.” „Maar wie komen er allemaal, ken ik ze wel?” Ik herkende de schrijfster die op hoge leeftijd net internationaal ontdekt was: Netflix vertoonde haar als serie verfilmde boek De brief voor de koning. Ze was, heel aandoenlijk, zenuwachtig voor het aanstaande interview.

    Mireille Bosscher

  10. Dit behoort tot de categorie afgrijselijkste ikjes. Ik heb het al eerder uitgelegd; als een BN’er is overleden mag je er gerust een ikje over schrijven. Maar laat daarmee dan iets opvallends zien van de overledene, iets dat we nog niet wisten en liefst vertederend, want zo hoort dat als je dood bent, ze schrijven alleen nog maar over hoe leuk je was.

    Dat iemand een interview, een ontmoeting, een TV-opname voorbereidt met een assistent is supernormaal en een teken van focus en concentratie, niet van zenuwen. Een straaltje dunne drab op het bospad daar achter die rolstoel had dat wel geweest, maar dat vermeldt het verhaal niet.

    De schrijver van dit soort categorie ikjes wil doorgaans vooral vermelden dat hij de betreffende BN’er weleens heeft ontmoet. Duh! Ze lopen in het echte leven rond, of worden rondgeduwd, ze ontmoeten dagelijks tientallen ON’ers. Dat hoeft niet in de krant.

    En Mireille, kijk nog eens naar je eerste zin. Wat vind je er zelf van? Lang. En die hond hoort daar niet. Die moet voor wandelde. En wandelde moet achter Den Haag. Zoiets.

  11. Mooi Frankrijk

    Onderweg door Frankrijk met ons busje, pauzeren we op een afgelegen plek, midden in het glooiende landschap, vol met graan en opkomend maïs.

    Betere bestudering van een perceel van enkele honderden meters blijkt hier marihuana te groeien.

    Een foto naar de kinderen, waarop eentje uit de US reageert „Wow, waar is dat?” gevolgd door „Just asking for a friend.”

    Joris Beck

  12. Joris, kijk nog eens naar die tweede alinea, wat vind je er zelf van? Had je iets tot je genomen van dat spannende goedje?

    Een ikje is geen WhatsApp bericht. Het mag gewoon correct opgeschreven worden.

    Maar welkom in de grote wereld. Daarin wordt wiet verbouwd en worden grapjes gemaakt. Wist je nog niet, he?

  13. Treingesprek

    Een jongeman terroriseerde onze treincoupé door met stentorstem te telefoneren met een maatje. Ik kon hem niet zien, zo te horen was hij student. Het was allemaal ellende wat hij meemaakte. Iedereen was tegen hem. Zo had hij onlangs gehospiteerd voor een nieuwe kamer. Hij paste volgens hem perfect in dat huis maar desondanks was niet hij maar ene Pieter het geworden. „Snap jij dat nou?” bulderde hij in zijn mobiel.

    Als één man klonk het toen uit zo’n acht kelen in de hele coupé: „Nou wij wel!”

    Erik Habold

  14. Leuk, hoor. Twee nieuwe woorden opgegoogled en vanaf nu in mijn woordenschat opgenomen: hospiteren en stentorstem.

    Verder een gulle lach om dit tafereeltje, zou zo een scène uit een komische televisieserie kunnen zijn.

    Prima opgeschreven, helemaal goed, fijn begin van de ikjesweek!

  15. Culinaire wens

    In het centrum van Rotterdam loop ik naast een moeder met twee kinderen. Een van de twee slaat aan en begint te gillen: „Daar, McDonald’s! Wil ik!”

    Ik kijk in de richting waar het kind heen wijst, maar geen McDonald’s te zien. Wel de typerende gele M van de Rotterdamse metro.

    Titus Kroon

  16. Vakantie-ellende

    Bij mijn vriendin is ingebroken terwijl ze op vakantie is. Ze appt me dat ze eerder naar huis komt, omdat ze met haar gedachte steeds bij de inbraak is. Ik deel haar boosheid en verdriet en app dat ik ook iets te melden heb: ik hoorde een raar geluid in de hal. Als ik ga kijken komt er rook uit de kast: de kruimeldief staat in lichterlaaie. Mijn vriendin appt terug: Hoe is-ie binnengekomen? Heeft hij de voordeur geforceerd?

    Annemarie van den Brink

  17. Overspannen vrouw met slechte verbinding verwart kruimeldief met dingendief. Gaap.

    De dienstdoende redacteur verwart kop met categorie. Kan hiermee nog jaren vooruit.

  18. John Mayall

    Bluesfenomeen John Mayall, de tachtig ruim gepasseerd, zou die avond optreden in het Paard van Troje in Den Haag. Ja, er waren nog kaarten, meldde de kassamedewerker door de telefoon. Snel er naartoe om ze op te halen. „Wat een geluk dat er nog tickets zijn”, zeg ik tegen de zwaar getatoeëerde man achter het loket. Hij buigt voorover en zegt in zijn beste ‘Kees-van-Kooten-Haags’: „Ach mijnheer. De eerlijkheid gebiedt natuurlijk te zeggen dat veel van zijn fans al niet meer leven.”

    Mark Kranenburg

  19. Weer zo’n suffe zakelijke kop. Het is geen scriptie, mensen, het is een literair dingetje, daar hoeft niet boven waarover het gaat. Het is tegenwoordig alsof je een lade opentrekt met bureaumappen. Hou eens op, alsjeblieft.

  20. Zomerborrel

    Bij de ‘eindborrel’ van het werk vanwege de vakantie, vang ik het gesprekje op tussen twee collega’s die bij de barbecue staan.
    „Wat ruik je lekker, wat heb je op?”
    „Friet.”

    Katka Dijk

  21. Grappig grapje, ik kende hem nog niet!

    Maar mensenkinderen, de rij suffe koppen wordt zo wel erg lang. Leest de redactie hier niet mee in de vakantie? Stop dit!

  22. Snuffelen

    Zoals gewoonlijk liepen mijn vrouw en ik met onze twee honden ons laatste avondrondje. Noud, onze Friese Stabij, is een reu en werd bij het snuffelen opeens erg opgewonden. We zagen toen een jonge jongen met een hond en vroegen hem of zijn hond soms een teefje was. Nee, zei hij, het is een labrador.

    Dick van Zanten

  23. De kop is eindelijk weer eens in orde. Vermoedelijk is de dienstdoende redacteur weer terug van vakantie. Van dit ikje zal hij of zij niet vrolijk worden, ik althans niet. Afzeikstukje, je vrolijk makend over een ongeletterde kan echt niet meer, hoor. Stupid shaming!

  24. Update: er bereiken mij vragen over bovenstaande vakantiewens.

    Ter verduidelijking: met de term “gekkies” worden ene lummel (stalkend opaatje met pollepel en zure oprispingen) en ene pawi (kettingrokend schichtig omaatje met herdersstok en vieze hond) aangeduid. En uitsluitend hen. Niemand anders. Genoemde types, waarvan niemand weet waarom ze eigenlijk bestaan, zijn erg vervelende en haatdragende haterdjes, die gretig online gebbetjes uit het verleden meenemen naar de fysieke offline wereld van nu en tot in alle eeuwigheid om daar met groot plezier redelijke mensen die wel een hart en sympathiek gemoed hebben te vergruizelen en zo kapot mogelijk te maken. De term “gekkies” hebben zij zichzelf aangemeten, dus dan weet je het verder wel qua hullies (emotionele) intelligentie. Ze lezen boeken en kijken Zomergasten en dat moet iedereen weten!

    De enkeling die zich wellicht ook aangesproken heeft gevoeld: jou/jullie bedoelde ik niet en ik wens jou/jullie vanaf mijn vakantieadres helegaar aan het andere einde van de wereld expliciet en van harte ook zo’n geweldig leuke vakantie toe als ik momenteel aan het meemaken ben. En een goede gezondheid.

  25. Ha! APD bedoelt dat ie vooral ruimte heeft gekrégen…. -milde glimlach- & thumbleweedicoon-

Ik vind er dit van: