Het was gewoon een aardige kerel die ik weleens in de sauna zag. We kletsten wat tijdens het omkleden. Of hadden het onder de douche over het weer. Ik wist niet eens zijn naam.
Hij was niet gelukkig. Hij maakte een eenzame indruk. Achter zijn glimlach en small talk verscholen zich bedroefde ogen. Hij kwam naar de sauna vanwege de yacuzzi. Dat was het enige dat hielp tegen zijn rugpijn, vertelde hij. Hij had financiële problemen. Een hypotheek die op hem drukte. Twee banen: door de week in een outdoor-zaak, een soort van Bever Zwerfsport. En in het weekend verkocht hij Kerstartikelen. Het hele jaar door. Hij snapte niet wat ik daar grappig aan vond.
De laatste tijd had hij het tegen me vooral over zijn broer. Die had hij jaren geleden een grote som geld gegeven om te investeren. Hij had geen verstand van geld. En zijn broer runde een beleggingsfirmaatje. Maar nu had hij dat geld hard nodig. Zijn broer weigerde het terug te geven. Al een jaar lang lagen ze met elkaar in de clinche. Zijn broer nam het hem zelfs kwalijk dat hij zijn geld terug wilde hebben.
“Jij bent alleen”, had hij gezegd, “Egoïst. Ik heb het geld nodig voor mijn kinderen, dat is ook jouw familie!”
Het vooruitzicht om tegen zijn eigen broer te moeten gaan procederen was nog pijnlijker dan het eigenlijke gevecht om het geld, glimlachte hij. En hij pakte zijn spullen en liep de kleedkamer uit. Ik was even van slag van dit verhaal, piekerde erover op weg naar huis in de auto, maar vergat het vervolgens.
Vandaag hoorde ik achter me in de kleedkamer iemand vertellen over een man die was overleden. Iemand die hier weleens kwam. “Je weet wel”, hoorde ik zeggen, “een aardige vent, meestal in een blauw t-shirt, hij had het altijd over zijn broer, en zijn geldzorgen.”
Ik vroeg wat er was gebeurd en hoorde dat de man drie weken geleden op een zaterdagmiddag na zijn werk zonder iets te zeggen was weggereden. Hij reed naar de allerhoogste brug in de buurt, parkeerde zijn auto en sprong naar beneden. Een uur later overleed hij in het ziekenhuis. Zijn naam was Koos Verweijen. Het gebeurde twee dagen voor zijn verjaardag. Hij zou 47 geworden zijn.
Thuis vond ik hem op een online condoleanceregister van een begrafenisonderneming. Voor het eerst las ik over zijn familie en zijn vrienden. Ik scrolde door het gastenboek. Maar 23 condoleanties. Vooral van collega’s. Ze hebben het over zijn opgewektheid, dat hij altijd voor iedereen klaar stond, en over dat het een “echt mens” was.
De enige nabestaande is, zo lees ik, een broer. Deze wordt in alle toonaarden sterkte gewenst met het verlies. “We bidden voor je in deze dagen van rouw”, “innigste deelneming” en “dat je in deze droevige tijden vooral de goede herinneringen moge koesteren”.
Tja. Och. Hm.
Koos Verweijen: moge je rusten in vrede.
Dit verhaal grijpt me heel erg aan.
Vreselijk en wrang.
Apie, kom je nog terug op Drasties?
Ik mis je.
Vanaf de eerste zin had ik een voorgevoel van hoe het af zou lopen.
Triest verhaal, mooi verteld.
Treinmachinisten zullen dit een fijn bericht vinden.
Heeft hij er wel voldoende lang over nagedacht om tot zo’n besluit te komen?
Het is namelijk niet omkeerbaar!
Erg triest verhaal…
Tja, die broer kan wel wat sterkte gebruiken. Zou hij zich schuldig voelen?
Dank je, Ilona. Ik heb het precies zo opgetekend als het gebeurd is, meteen dinsdagavond nadat ik het eerder die dag in de kleedkamer had gehoord. En die brug? Daar rijd ik een paar keer per dag overheen! Nu met een minder prettig gevoel. Op drasties? Daar had dit verhaal niet echt gepast, vind ik.
We zullen het nooit weten.
We zullen het nooit weten, denk ik.
Daar word je inderdaad droevig van – laten we het lenen dan toch maar aan de banken overlaten…
Apie, doe niet alsof je een onnozelaar bent, want dat ben je niet. Je weet heus wel wat Ilona bedoelt. Die arme vrouw mist je reacties op D. en heeft het daar duidelijk moeilijk mee.
Als je leent aan familie moet je het geld in principe afschrijven. Geven is dus beter. Of niet geven, dat mag natuurlijk ook.
Keessie, ik heb inderdaad dezelfde ervaring. Geld, boeken, platen lenen aan familie of vrienden betekent doorgaans dat je het kwijt bent. Ook al omdat je het op een gegeven moment opgeeft om ze eraan te herinneren. En doe je dat te vasthoudend wel, dan ben je op een gegeven moment een goede vriend kwijt. Kan ook.
Je opmerking over Ilona (helemaal bovenaan): het is zeker geen arme vrouw, lijkt me, integendeel. Maar ook de oude Grieken wisten al hoe je een lastige vraag, die je nog niet wilt of kunt beantwoorden, kon ontwijken door niet-begrijpen te veinzen.
Meld deze “arme vrouw” rustig, als je haar toevallig ziet, dat ik haar Chinese reisavontuur, alle delen tot nu toe, met plezier en bewondering heb gelezen en bekeken, inclusief de wat snibbige conversatie met pawi. Niha! Heb dit weekend een nieuw Chinees woordje geleerd, hen uh (ik heb erg veel honger), dat was voordat ik aanschoof bij een echte Chinese lunch. Heb heerlijk gegeten, maar bij de gebakken plakken varkensbloed moest ik afhaken. Ook het afkluiven van kippevoeten (de tenen!) heb ik zo gauw als dat kon respectvol, toen het Chinese gezelschap even niet keek, gestaakt.
Ik heb onlangs ook een Chinees woordje geleerd: yindao. Roep het eens hardop tijdens de Chinese maaltijd en see what happens.
Mooi verhaal! Dit komt vaker voor dan je denkt.
Oh Apie,
O, wat leuk dat je mijn Chinatrip volgt op Drasties! En dank voor je compliment!
Zou best wel graag een reactie van jou aldaar zien???
Ook wij wilden niet alles eten in China hoor. Mijn man heeft zich wel de
‘Duckblood with porc intestines’ goed laten smaken.
De kippenteentjes hebben we ook gezien en voor gezien gehouden.
Brrr…
Er wordt ook naar je gevraagd, door Indra.
Of ik weet waarom we je niet meer zien op Drasties.
Ik heb daarom de link van dit verhaal daar geplaatst.
http://www.drasties.com/blogsems/blog/Ilona
Goed?
Zie China (deel 8)
Wat nou weer?
Dat icoontje krijg je ervan als je 8 met haakje sluiten sluit.
Zie China (deel 8 )
Goed. Lief. Leuk! 🙂