Van de flat afspringen. De hoofdstad uitfietsen. Onder een handdoek bungelen. Het eiland Barra bereiken. Geen druppels aan een wattenstokje zien hangen. Een aquariumneringdoende aan het huilen maken. Er gebeurden vorige week weer rare dingen in ikjesland. Lees hier wat precies en wat het beroemde ikjespanel ervan vond. En lees in de reacties over wat er deze week staat te gebeuren. Drie keer “wat” in twee zinnen. Man man. Taaltalentje aan het werk.
Hij gaf er zijn “hartelijke goedkeuring” aan
De vriendin van Jan Tolsma is een dagje weg en hij mag haar hond uitlaten. Als hij haar flat binnen wil lopen om het beestje op te gaan halen, vraagt een flatbewoner of hij daar wel woont. Jan legt de situatie uit en de flatbewoner antwoordt: „Oké. Maar ik vraag het altijd, want mensen lopen achter je aan en springen dan van de flat af.” Het was een gesticht dus. Een gekkenhuis, zoals we vroeger zeiden. Leuk dat die mensen nu volledig in de maatschappij geïntegreerd zijn en dat je ze gewoon los en in het wild kunt tegenkomen. De Schrijvende Rechter (DSR) die altijd zijn oordeel klaar heeft over de gepubliceerde ikjes, maar er zelf nog nooit een heeft geschreven, ja die DSR dus, nou die vond dit wel een aardig “Twilight-zone ikje”. Hij gaf er zijn “hartelijke goedkeuring” aan. Die kan Jan in zijn zak stoppen.
Tijs Stehmann, de auteur van het dinsdagse ikje, kan daar alleen maar van dromen. Maar ja, die moest dan ook zo nodig over Amsterdam schrijven. Zijn 3-jarige zoon vroeg hem welke taal ze daar eigenlijk spreken. Voor Amsterdamfan Lummel, thans woonachtig in den vreemde, was dit genoeg aanleiding om er een lekker muziekje van een paar vrolijke zusjes op te gooien.
Ilona was voor het laatst in 2017 in Amsterdam. “Daar waar ik woonde, de steeg van Rokin naar Kalverstraat, was al één terras geworden. Geen doorkomen aan. Zo ook de rest van de steegjes en stegen. Er werd hoofdzakelijk Engels gesproken.”
Van de weeromstuit gingen de ikjespanelisten tips en rijmpjes uitwisselen die het oppassen op kleinkinderen draaglijk kunnen maken. Lummel vertelde zijn 4-jarige kleindochter Lola een mop waarin de ander op elke zin “ik ook” moet zeggen.
“Ik ging naar de markt: ‘ik ook’. Ik kocht een koe: ‘ik ook’. De koe die stonk: ‘ik ook’.
“Ik zeg al de hele morgen dat ik stink, in mijn broek gepoept heb enzovoort. Ze krijgt er geen genoeg van.” Haar lach klaterde op langs de beboste oevers van de Marne waar zij met de speedboot van opa mocht varen. Opa er op de waterski’s achteraan.

Van Ilona was de volgende:
Kindje op schoot zetten:
Een boerenpaard een boeren paard een boerenpaard doet zo
(Forse bewegingen hopsen met de knieën)
Een herenpaard een herenpaard een herenpaard doet zo
(Iets snellere bewegingen maken)
Maar…
Een damespaard een damespaard een damespaard doet zo:
(Supersnelle beweging maken, niet na de pap)
Ook Pawi deelde een succesnummer:
“Een twee drie vier vijf zes zeven (zittend op je schoot) … waar is Lola nou gebleven? (knieën uit elkaar, kindje onder de okseltjes ondersteunen bij de duik naar beneden) …”
De klassiekers van “klap eens in je handjes” en “trek eens aan mijn vinger” ontbraken natuurlijk niet.
De bijdrage van DSR deed de lezersschare verstommen:
Zacht zingt de zee zangen van weemoed.
Zacht zingt de zee zangen van rouw.
Zacht klotst de pap onder mijn buikvlies.
Zacht klotst de pap diep in mijn buik.
Zacht ruist het stro onder mijn peluw.
Zacht ruist het stro in mijn bed.
O, Manitou, leer ons toch strijden.
O, Manitou, HAK ZE TOT MOES!
We zetten ons maar snel weer aan de ikjes. Hoewel dat niet veel hielp om weer geloof in het leven te krijgen. Marjolein Degenaar vertelde dat ze met de oogst van een paar fruitbomen – met alles in overvloed – bij de buurman aanbelde, die kennelijk net onder de douche vandaan kwam. Ze meent “iets onder zijn handdoek te zien bungelen” en doet haar best om “alleen naar zijn gezicht te kijken.” De buurman draait zich om en snelt weg terwijl hij roept: „Oh! Mijn piep!” Marjolein denkt dat de goede man een broek gaat aantrekken. Maar even later komt hij terug, “nog steeds met die handdoek en iets wat daaronderuit komt” en zegt: “Mijn piepers stonden op. Ik heb ze even lager gezet”.
“Een Hollandse kringverjaardag waar de omes met sigarenas op hun zondagse pak schuine moppen tappen”
Nou, dat had Marjolein ook wel nodig. Haar opwinding was tot ver boven het kookpunt gestegen. Ad Hok merkte heerlijk onderkoeld op: “Bij die buurman is zeker ook alles in overvloed. Of het is een piepklein handdoekje.” DSR schreef ook iets grappigs, maar helaas met een knoeperd van een taalfout, dus dat herhaal ik hier niet. En jawel, toen begon de echte leut. De grappigste leden van het ikjespanel overtroefden elkaar in een adembenemend tempo met schuine mopjes, de een nog hilarischer dan de andere. “Nog goed dat de buurman geen worst aan het opwarmen was” zei er een. “Of gehaktballen”, schaterde Ad Hok. „Oh! Mijn ballen!” gierde ik zelf uit. Totdat DSR het feestje verstoorde en het minachtend had over “een Hollandse kringverjaardag waar de omes met sigarenas op hun zondagse pak na een paar borreltjes schuine moppen gaan tappen …” Hij wist er zelf geen, dachten wij, maar hielden toen besmuikt onze mond.
Zelf heb ik goede herinneringen aan de kringverjaardagen uit mijn jeugd, waar niemand oortjes in had, waar niemand in een hoekje op een schermpje zat te kijken en waar geen tettermuziek aan stond. Men communiceerde met elkander. Zoals het ooit bedoeld was voor menschen onderling. Maar ja, Bertie vond dat allemaal juist niet zo gezellig: “Moeder tegen vader voordat de visite kwam: ‘Begin ALSJEBLIEFT niet over politiek of het geloof en houd P in de gaten, die drinkt niet, die zuipt.’
“Die inboorling was zeker net terug van het walvisjagen?”
De prijs voor allervervelendste ikjesschrijver van de week leek met gemak te worden gewonnen door Ron Tenge, die met de pont naar Schotland was gevaren en daar aan een local die rustig aan een biertje in de bar van zijn hotel zat allerlei dingen in zijn koeterwaalse Engels ging zitten vragen. Niemand die hem begreep, maar Ron dacht dat het de local was die voor gek stond. Vreemde snaak, die Ron. “Fraai hoor”, zei DSR, “die inboorling was zeker net terug van het walvisjagen?” Het hele verhaaltje was ook nog eens “vreselijk lelijk geschreven”, oordeelde Lummel. Pawi bekeek het hele gebeuren weer eens van de volkomen andere kant en liet weten dat die streek in Schotland “mooie moerassen, mooie bloemen, mooie heuvels, alles op loopafstand” heeft.
“Ach, zolang ie het staafje maar niet in zijn piep heeft gestoken.”
Maar goed, we hadden de allervervelendste ikjesschrijver van de week nog te goed, hoewel we dat toen niet wisten. Nu wel. Was het Riet Thomas misschien? Haar vriend van 78 jaar deed voor het eerst een coronazelftest. Zij begeleidde hem daar telefonisch in. Bij de laatste stap, die waar je vier druppeltjes vloeistof in het onderste vakje van de testcassette moet laten vallen, bleef het lang stil. Uiteindelijk bracht de vriend uit: „Maar ik zie helemaal geen druppeltjes aan het wattenstokje zitten.” Tikkie verzonnen natuurlijk, maar we zien het voor ons. “Maar ik zie helemaal geen druppeltjes!!” riep hij verbaasd uit. “Waar dan?” “Aan dat wattenstokje toch?” Zo gaan dat soort conversaties. Het ikjespanel werd er niet warm of koud van. En DSR merkte zelfs stout op: “Ach, zolang ie het staafje maar niet in zijn piep heeft gestoken.”
Neen, de aller- aller- allervervelendste NRC-ikjesschrijver van vorige week en misschien wel van het hele jaar, wat zeg ik, van het bestaan van de rubriek was Emile Hollman. Die loopt “voor het eerst” een aquariumwinkel binnen. Waar? In zijn woonplaats. Goh. En waarom dan wel? Hij hoopt daar een “visroker” te vinden. Die wil hij cadeau doen aan een zeevisser. Kerel toch. Het is niet waar! Al snel ziet Emile dat hij het ding “hier tussen honderden schitterende visjes, fraai uitgelicht in schone aquaria” niet zal gaan vinden. Hij maakt rechtsomkeert, maar … daar doemt “de wat schuwe of verlegen neringdoende op. Wie zei ook weer dat baasjes op hun huisdieren gaan lijken?” Nou Emile heeft kennelijk een heel erg dom en ongevoelig en agressief huisdier, want hij vertelt waarvoor hij komt: een visroker. In een aquariumwinkel. De aquariummeneer houdt zich goed en zegt met een strak gezicht dat dit de eerste keer in 25 jaar is dat iemand hem daarnaar vraagt. Maar volgens Emile staat het huilen de man nader dan het lachen. „Mijn vissen zijn niet voor consumptie, meneer,” laat hij hem ook nog zeggen.
Youp kan nu rustig dood gaan, als hem dat uitkomt, Emile volgt hem met zijn handen diep in zijn zakken wel op. Lekker afgeven op andere mensen. “Agressieve minachting” vond DSR het. De inzender komt over als “een breedsprakige blaaskaak met minachting voor mens en dier, zonder de zelfspot die het dragelijk zou kunnen maken.”
Emile gaat door naar de Finale van de Ergste Mens
“Pedant mannetje” vond Ilona. “Mooischrijver, heel blij met zichzelf”, zei Pawi. “Oetlul” oordeelde Ad Hok. Net toen ik DSR in bescherming wilde nemen tegen deze toch wel heel scherpe commentaren, merkte ik dat ze over de ikjesschrijver gingen. Dus ja, het panel was eensgezind kun je wel zeggen. En Emile gaat door naar de Finale van de Ergste Mens. Ik vond zijn gedrochtje wel een mooie aanleiding om weer eens een episode van mijn favoriete tv-serie “De Dierenwinkel” te delen. Weergaloos geschreven. Weergaloos gespeeld.
Later bleek dat Pawi ook bij dit ikje weer aan de andere kant ging staan. Zij vond het ineens “een van de beste ikjes van deze week”. Waarom? Vanwege de afschuw en weerzien die het teweeg bracht. En om dat controversiele commentaar nog eens dik in onze face te smeren schreef ze honend: “Hahaha, toch nog een goud beginnetje van het weekend.” Maar zoals gezegd, het was toen al te laat, het ikje en zijn schrijver waren al genadeloos afgeserveerd.

Dat het lepeltje voor de 100e reactie per ongeluk door de blogbeheerder zelve gewonnen werd is het vermelden niet waard. Daarom besteed ik er geen aandacht aan. Dat het dit keer ook nogeens geen lepeltje was maar een bon voor een gratis diner voor twee in een restaurant naar keuze met een leuke gezellige partner naar keuze, maakt het voorval nog schrijnender. We zijn naar de Japanner geweest. Een echte authentieke, met een decor, bediening en entourage alsof je in Tokio bent. Jawel, de chef staat voor je aan de teppanyaki te kokkerellen, maar zonder de goochelshow en het gegooi met messen en zoutvaatjes die je bij de toeristische Japanners – vaak gerund door Chinezen – ziet. Maar ik dwaal af, dit is alweer het einde van het intro en we moeten aan de slag met wat jullie van dit intro vinden (leuk toch?) en dan het eerste ikje en jullie commentaren. Druk dagje vandaag!
Wil jij net als De Schrijvende Rechter, Lummel en andere reageerders kans maken om in het volgende intro voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je plezier hebben met lezers die voor je het weet je vrienden zijn? Misschien wil je een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst van de auteurs en reageerders van deze site? Een keer meedoen aan een hartverwarmend Zoemuur©? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?
Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is
Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Stuur zelf een ikje in. Scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Lepeltjes zat.
Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Reacties zijn welkom via het reactieveld, het contactformulier of een email naar bas@basvanvuren.org
Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij.
De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik was op het strand en liep poedelnaakt in de golven te spetteren en spatten. Toen ik terug kwam stond er een meeuw tussen onze spullen te wachten. Hij stond daar niet toevallig, hij had op die spullen gepast. Of hij maar even mocht vangen? Spreek ik meeuws? Nee, maar ik kende die “look” uit Rotterdam, vele jaren geleden. Parkeerde je je auto in de Witte de Withstraat of op de Kruiskade dan stond er bij terugkomst ook weleens een engnek die had opgepast. Ik heb de meeuw met luide stem verjaagd en verteld over de honderden glinsterende visjes die er in de mooie Noordzee rondzwemmen. Daarna kon ik mijn piepkleine handdoekje omslaan. De volgende keer zie ik misschien weer iets anders.
Foto: “Meeuw past op spullen” © 2022 Bas van Vuren
Sympathie
Ik besluit vanochtend een langer rondje te rennen. Door het platte land tussen de akkers en weides. De wegen zijn lang en recht, er is nauwelijks verkeer. Het is al 23 graden, de zon brandt en het rondje valt me zwaar.
Dan komt me in de verte een Volvo tegemoet. Aan de buitenspiegel wappert een rode zakdoek. Ik twijfel soms of ik nog sympathie kan opbrengen voor boerenacties. De bestuurder heeft het raampje open en een elleboog leunt naar buiten. Als de auto me passeert roept de man met treiterige stem: „Opschiete slome.”
Alewijn Ott
Uit onderzoek is gebleken dat de stadsmuren destijds waren bedoeld om de stedelingen binnen te houden ipv de vijand buiten.
Ze afbreken is een kostbare vergissing geweest, vooral in die delen van het land waar mensen moeite hebben met de letter n.
De inzender spreekt zomaar met enige reserve over de boerenacties.
Hopelijk staat de koffie bruin, want hij krijgt binnenkort vast bezoek.
Het was me het weekje wel. Wat een heerlijk intro heb je ervan gemaakt, Bas.
Die foto in de header zou zomaar eens in de prijzen kunnen vallen. Ik vind hem prachtig.
Groningen of Alkmaar, daar lijkt de inzender te wonen *huiver icoontje
Het rondje te lang, de hitte te zwaar, de wegen te recht, en dan ook nog eens een protestboer in zijn Volvo…dan ben je niet in de stemming om grappen naar waarde te schatten. Toch was het een geintje denk ik. Wat die boer zei.
Dat denk ik eigenlijk ook wel, Pawi. Maar het maakt de boer er niet sympathieker op. Als het al een boer was. Het zou zomaar eens kunnen dat 90% van die rode-zakdoekendragers nog nooit een koe van binnen hebben gevoeld.
En mijn dank voor de waardering t.a.v. intro en foto. Daar doen we het voor! Ik wel althans.
De pointe is juist dat het geen boer is. Terwijl de inzender, die niet voor het een Ik-je geplaatst ziet, zich over het “platte land” rept, denkt hij een boer te zien, maar dat blijkt dus een Amsterdams-achtig persoon te zijn.
Want in het westen, kenne de mense de n niet segge. En dergelijk smalend commentaar, daar heeft de hoofdstad toch patent op? “Hebbie de piepers opstaan, ouwe!” had ook gekund.
Prachtig intro. Jammer alleen dat er weer zo’n vervelende opmerking over Amsterdammers onder staat.
Het ikje is een juweel van een draak. Hopeloos geschreven. Blijf maar joggen jongen dat kan je waarschijnlijk beter.
DSR schrijft zoiets bepaald niet voor zijn plezier. Hij ruilt zijn mening graag in voor een betere als beter ingelichte reageerders daartoe aanleiding geven.
De Fransen hebben een hele mooie stichting:” La Société de la Mauvaise Foi Evidente”. De SR kan daar erelid worden.
…….!
Tegen zulk venijnig sneren sta je als gewone regiojongen met de mond vol tanden?! Ik kan wel zeggen van ‘word zelluf maar lid met je eige’ of hoe westerlingen zich ook plachten uit te drukken, maar dan kun je wachten op een nog grover bescheid.
Het weekje ‘klap eens in je handjes blij blij blij’ is weer voorbij. Nu gaat lummel even los, eindelijk een bareknuckle . Doe mij ook maar zo’n reactie.
Nou zeg, ben ik er twee d en een halve dag niet bij , mis ik meteen een half boek.
Maar ook ’s avonds leest het intro lekker weg en het ikje vind ik leuk, doet me denken een de lollige opmerkingen uit de jaren op school. Kwam je iemand tegen, lopend, fiets met lekke band: ‘Handig hè, een fiets.’
Zelf vonden we dat tophumor.
‘ aan de lollige..’
Diefstal
Op zaterdagochtend laat ik de hond uit. De overbuurvrouw staat bedremmeld bij haar auto. Ze kijkt me aan en zegt: „De kentekenplaat aan de achterkant van mijn auto is gestolen.” Dat de dieven dan de plaat aan de voorzijde hebben laten zitten lijkt mij sterk. Haar Volvo staat met de klep open, ze heeft een hele lading hout in de bak. Ik zie geen bevestigingspunt voor de kentekenplaat en vraag: „En als je de klep dicht doet?”
Yvette Vergeer
We zien het voor ons 😂
Een ikje met buurvrouwspot en een overbodige eerste zin.
Ja, wat die hond erbij doet weet ik ook niet. Hopelijk had hij al geplast.
Als de rollen waren omgedraaid zou het een heel leuk ikje zijn.
Nu kunnen we alleen maar blij zijn met een ontbrekende overbodige laatste zin.
Daar sta je dan als buurvrouw, met je bak vol hout voor de deur.
Niemand die zoiets overkomt, stuurt het ooit zelf in. Of katten de mensen het uit gêne om?
Ik heb het even gegoogeld.
Yvette Vergeer woont in de Tweede Parallel Dwarsstraat in Enschede. Haar buurvrouw, die domme heet Miep de Jonge, 31 jaar en werkzaam bij de Albert Heijn in de Swienkeuteltjeveenlaan.
Tsja, Enschede / Wat moet je ermee
Ja, Yvette kan zich op de borst kloppen met zo’n scherp inzicht op de vroege zaterdagochtend.
Maar wat moet die zin met die lading hout er dan bij?
Omdat Yvette zelf haar bos hout voor de deur heeft liggen.
Vergeet ik toch te melden dat ik het intro fantastisch vind.
Bij dezen.
Nou net op tijd hoor Ilona! *dank icoontje
“Doe zelf je klep dicht”, had de buurvrouw ook kunnen zeggen natuurlijk. Maar ja zo ad rem ben je normaal gesproken niet op straat met een bos hout voor de deur.
Achterbakse klep
Gevallen
Een jongetje van een jaar of vier staat in de boomgaard van de kinderboerderij, waar ik werk als vrijwilliger. Vol verbazing en bewondering kijkt hij naar de appels in de boom.
Er ligt een appel op de grond.
„Oh oh”, zegt hij. „Die is gevallen.”
Hij raapt de appel op en reikt die naar mij: „Hangt u hem maar weer op, meneer.”
Koos Roest
Leuk kinder-ikje. Niks op aan te merken. Alleen maar hopen dat die kinderboerderij niet in Amsterdam staat.
En dat het joch die appel niet aan de buurman gaat aanbieden.
Als je al die teruggehangen appels peren en pruimen zou koken, dan kreeg je een laadbak vol met jam. En van al die teruggeplaatste bloemen een feestelijk boeket. Voor degene die net naast het zwaarvergulde lepeltje grijpt bijvoorbeeld.
ik heb het even gegoogeld, Ad. Die kinderboerderij staat in Zwolle.
De onzekerheid van de Amsterdammers onder ons begint potsierlijke vormen aan te nemen -milde glimlachicoon-.
De naam van de inzender is nog het mooist.
Ik dacht even aan Koos Koets.
Misschien had het jochie wel een kerstboom in gedachten.
Doet mij nl denken aan mijn driejarige kleindochter die antwoordde op mijn vraag wat er in de kerstboom wordt gehangen met gehaktballetjes
Generatiekloof
Tijdens onze vakantie in Frankrijk spelen we het spelletje ‘30 seconds’. Hierbij moeten binnen 30 seconden zoveel mogelijk woorden door de een omschreven worden en door de ander geraden.
Dat er een grote generatiekloof bestaat in de wijze van omschrijven bleek toen onze zoon (14), die in een team met zijn zus zat, zei: „De emoji voor een lul.”
Onze dochter (15) wist gelijk het antwoord: „Een aubergine!”
Het was nog goed ook.
Annette van de Wetering
Ja, dat weet toch iedereen? Ik durf ze niet meer te kopen.
Ja, dat weet zelfs een oude aubergine als ik. Begrijpen doe ik het niet goed, je zou toch eerder denken aan een komkommer, lijkt mij.
Ook een courgette ligt meer voor de hand, trouwens.
Qua kleur zie ik hem ook niet gelijk nee. Maar goed, dat geldt voor een komkommer ook.
Schijfjes door een beslag en in de frituur, overlangs doormidden gesneden vullen en in de oven, in blokjes snijden en bakken in olijfolie…niks van dit alles durf ik nog meer.
Klinkt inderdaad allemaal pijnlijk! Au!
Wie bepaalt dat?
De inzender heeft kennelijk op zestigjarige leeftijd nog kinderen gekregen. Dat heeft destijds vast nog wel in de krant gestaan.
De komkommeremoji toont een exemplaar met plakjes eraf.
Hooguit geschikt voor besneden aubergines.
Bij besneden mannen is er geen plakje van de piemel afgesneden dsr.
….en aan geen enkele piep zitten onderaan steeltjes en blaadjes , beste D Lallende L.
We hebben het dan ook niet over gelijkende portretten maar symbolische afbeeldingen. Kent u die uitdrukking?
Nou, de kandidaten voor de titel van het nieuwe intro tuimelen over elkaar heen. “Aan geen enkele piep zitten onderaan steeltjes en blaadjes” staat in de shortlist. Net onder “Hooguit geschikt voor besneden aubergines” en “Een oude aubergine als ik”
Goeie vraag van Ilona, wie bepaalt dat?
Volgens google is dat CLDR.
https://en.wikipedia.org/wiki/Common_Locale_Data_Repository
Het fijnst
Sinds kort is mijn nichtje uit Suriname voor vakantie over in Nederland. Ze geniet volop van alles wat ze hier meemaakt. Ik vroeg haar wat ze het fijnste vond aan ons land. Ze reageerde direct met het antwoord: „Het is heerlijk hier. Het lijkt wel of de hele dag de airco aanstaat!”
Ernest Treep
Toevallig opent NRC vandaag met een oranjerode weerkaart van Europa. Vlammend heet en droog.
Nou, dan denk ik dat dit een ikje is dat nog op de plank lag. Man man. Het is hier echt een stuk onaangenamer dan in Suriname heur.
Groot gelijk, zeg ik na tien dagen Zuid-Frankrijk à 37-38 graden per dag.
Geef mij maar Ierland rond deze tijd van het jaar, maar alles us beter dan de klamme hitte van de tropen.
Rare kop trouwens. Wat wil de eindredacteur nu: fijnst of fijnste? Of interesseert het hem of haar geen ene r***?
Boodschapper
De pont is overvol en de passagiers staan dicht opeengepakt in de brandende zon. Een paar meter voor mij staat een heer in een nogal overbodige smetteloze regenjas. Dan laat een meeuw een flats op zijn schouder vallen. De dame die achter hem staat, maakt hem vriendelijk duidelijk wat er gebeurd is.
De man wordt kwaad en valt tegen haar uit, alsof zij persoonlijk verantwoordelijk is voor het hem aangedane leed. Ze onderbreekt zijn scheldkanonnade en zegt: „Ach meneer, op mij moet u niet boos worden: u mag blij zijn dat de koeien nog niet kunnen vliegen!”
Jozef Kemper
Oei, een klassieker. Hoorden we decennia geleden al.
Zou leuker zijn als Jozef die meneer in de regenjas zelf was geweest.
Ben ook benieuwd of dit inderdaad op een pont over het IJ is gebeurd. Dat zag ik onmiddellijk voor me, maar ik realiseer me nu dat het woord Amsterdam niet in het ikje staat. Zou ook de Lek bij Schoonhoven kunnen zijn (als ze daar ook meeuwen hebben).
Dat van die overbodige smetteloze regenjas ligt me er iets te dik bovenop om het geloofwaardig te maken.
Ik had graag gehoord wat die meneer allemaal zei om zich persoonlijk tegen de inzender te keren. Hoe bracht hij die gedachtenkronkel onder woorden?
Al met al nog al een omslachtige manier om een uitdrukking onder de aandacht te brengen.
Waar zich dit afspeelde, dat weten we niet.
Wel is bekend dat een op drie Ik-jes zich afspelen in Amsterdam en daarvan iets minder dan de helft op de IJ-pont (of het Concertgebouw).
Het speelde zich met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet op het pontje bij Jonen, of die tussen Zwartsluis en Genemuiden.
Dat iemand zoiets oubolligs nog durft op te sturen.
..of is het insturen?
Opsturen doe je met een postzegel erop, bij insturen zit die erin.
Het is een bekende zakkenrollerstruc (hoewel niet zo handig op een volle pont), dus misschien was die smetteloze man daarom zo woedend. Hier trap ik niet in, dame!
“Er zit poep op je jas!’ En hopla, weg is al je geld. Ja, de bendes uit Oost-Europa zijn weer in het land.
Nou, het is af. Het moeilijkste was deze keer de header. Wat was er gebeurd? Ik had de hele week nul foto’s gemaakt. Nul! Kijk morgen hoe ik dat heb opgelost. Nu bier.
En daarna Zomergasten.
Fotootje een week overgeslagen?
Slim om het in het introotje te vouwen ipv van het als zelfstandige rubriek te publiceren -milde glimlachicoon-