Bij chatGPT kun je veilig achterop (417)

Over ikjes en zwerfvuil

Floris was met een klap op de fiets klaar met het brood redden. Je zult het maar als hobby hebben: de zes ikjestitels van vorige week in een openingszin combineren en vervolgens – als je de aandacht van je duizendkoppig lezerspubliek hebt getrokken – de bijbehorende ikjes gaan bespreken op een lollige en fantasierijke wijze, zonder met andersmans veren te pronken, maar dus helegaar uit de eigen schrijverslendenen ontspruitend. Dus! Ik heb die hobby. Leuk toch en geniet ervan, zou ik zeggen. Geniet van het leven en de korrels zout.

Als volwassene kijk je niet op een kat meer of minder

Wie die Floris was? Dat was de kat van Bert Steenvoort. Kom je te laat achter, want die kat is dus dood. Mors. Al een paar maanden geleden doodgereden voor het huis van de familie Steenvoort zelve. “Het verdriet en de ontsteltenis waren groot”, schrijft Bert, want volgens hem kun je zowel verdriet als ontsteltenis voelen en dat dan tegelijkertijd. Probeer het zelf maar eens. “Vooral bij de kinderen”, voegde hij er voor het effect nog aan toe. Want ja, als volwassene kijk je niet op een kat meer of minder. Floris werd achter op het land begraven en zijn graf werd van een plankje voorzien met de naam en andere handige gegevens voor belangstellenden. Maar een paar dagen geleden kwam het zoontje van Bert ineens binnen met een spade. „Kom”, zei het joch. „We gaan Floris opgraven. Hij is nu lang genoeg dood geweest.”

Nou, da’s dus een ikje, een lezersanekdote uit de NRC. Hier op het blog vinden we er weleens iets van. “Tja”, zei Bertie bijvoorbeeld. Die was diep. Dat was een doordenker. En nee, ze zijn zelden echt leuk voor niet-ouders, die kinderikjes, maar deze viel best mee.

Over iets oudere kinderen, over twee 6-VWO’ers, schreef Mijke Pelgrim een dag later. Vorige week dinsdag dus. Mijke hoorde ze over de aanstaande Citotoets “Kijk En Luister Frans” praten. Leerling 1 vroeg: “Ben je er klaar voor?” Leerling 2 antwoordde: „Ja man, ik heb gisteren de hele avond naar Jacques Brel geluisterd.” Toen was het ikje uit. Het lijkt me een prima voorbereiding. Het is niet om te lachen. Niet om je over te verbazen. Niet vertederend, want de leerlingen worden alleen maar aangeduid met nummers. De ikjesredactie van de NRC gaat stug door met het plaatsen van zowel lezenswaardige als saaie ikjes. En van mij mogen ze natuurlijk. Profiteer ik zelf ook weleens van.

Toen was het alweer woensdag, want de tijd vliegt tegenwoordig als een straaljager door een bramenbosje. Joan Hemels, een schat van een oud baasje, ging samen met zijn vrouw een goede vriendin in Essen bezoeken. Voordat ze aanbelden kocht hij in het centrum eerst een Krustenbrot, want die zijn keilekker en je kunt ze in Nederland niet krijgen. Nee, maar in Essen wel dus. En hij was in Essen en zijn vriendin woonde in Essen. Dus waarom geen tijgerwit meegebracht of een andere slappe typische Nederlandse broodspecialiteit? Eierkoek. Krentenbol. Bal gehakt (zit ook brood in). Neem dat Krustenbrot mee terug naar Nederland, Joan!

Maar goed, hij had dus een broodwinkel gezien met op de gevel “Die zweite Liebe”. Ze verkochten daar brood van de vorige dag. Mooi toch? Net als die tweedehandskledingwinkeltjes die al sinds jaar en dag als paddenstoelen opschieten in dorpen en steden in binnen- en buitenland. Joan Hemels raakte helemaal overstuur van die naam. Hij “biechtte zijn inkoop op” bij zijn vrouw. En die proestte zich het snot uit de ogen en vertelde het verhaal later aan die vriendin. Hoe die gekke man van haar, Joan, zich “door een tweede liefde had laten misleiden”. De vriendin had spijt als haren op haar hoofd dat ze had opengedaan voor het suffe stelletje uit Nederland, maar liet dat niet merken en speelde mee. Ze leek volgens Joan “opgelucht”: het ging niet over haar relatie met Joan. Niet dat die bestond want daar waren ze echt vele jaren te oud voor. Drie ouwetjes die keihard voor de Oscar aan het pezen waren daar in Essen. Het doek viel, de vertelmeneer kwam achter het gordijn vandaan en legde het drama aan het in katzijm gevallen publiek uit: het brood was bekömmlich. Nou, ’t is eruit, net als dat brood een paar dagen later hopelijk. Hoe je van een kadetje een taaie klont deeg kunt maken. Broodschrijvertje dat die Joan er me eentje van ons is. Maar niet in het ikjesgenre, zullen we dan maar zeggen.

Ik heb dit brood al tig keer zelf gefotografeerd, want een mijner favorieten, maar op wikimedia commons staan er ook tig. Bovenstaande is er dus eentje van die commons, belangeloos ter beschikking gesteld door een warme bakker.

Toen kwam de eerste rare kop van de week: “Het redden”. Het redden?? Ja, Matthijs van Waveren zat te eten met zijn 86-jarige vader en die vroeg of hij wist hoelang hij met een fles shampoo deed. “Vijf jaar”, antwoordde de ouwe zelf meteen vol trots. Want ja, “het meeste haar heeft zijn 86-jarige hoofd inmiddels allang verlaten” bedacht zijn zoon vertederd. Vader vertelde dat hij vandaag nieuwe shampoo had gekocht en gaf nog een raadseltje op. Hoeveel flessen ze dachten dat hij had gekocht? “Twee”, zei hij, “Daarmee moet ik het redden”.

We denken onmiddellijk aan soortgelijke gesprekken met onze eigen oude of inmiddels overleden familieleden. Ik heb er zelf een op video staan met mijn eigen vader, van de week bij toeval teruggevonden in een ouwe dropbox folder. Daar kijk je vertederd en met een groeiend besef van je eigen sterfelijkheid naar. Maar ja, dat is het dan wel. Naar de krant sturen is wel een dingetje hoor. En er dan “Het redden” boven zien staan.

“De kinderen en tieners zijn niet meer wat ze geweest zijn als ik sommige ikjes lees. Zou het einde van de wereld dan toch nabij zijn?” vroeg Suske in een zwartgallige bui aan den onbekende lezer. Er kwam geen antwoord. Zelfs niet van mij. Je gaat dat communiceren met de lezer een beetje verleren zo langzamerhand. Lekker eigenlijk wel. Blijft een hoop tijd over voor andere dingen. Bertie vond het een “lief ikje” en dat was het natuurlijk. Oh, er kwam wel een antwoord, zie ik. “Het einde van de wereld is zeker nabij, Suske. Daarom lijkt me die 10 jaar van die ouwe baas nog best wel optimistisch”, zei een schrijvende lezer. Geen Poetin-fan, denken we zomaar eens. Of iemand die wel over de vogelgriep nadenkt. Om over de AI killerdrones maar te zwijgen.

Ad Hok weer aan de beterende hand. Photo by Alexa Popovich on Pexels.com

Ik heb het dan niet over Ad Hok, want die is nog altijd herstellende van zijn megaknieoperatie en mag nog niet voluit reageren van de dokter. Net als Lummel na diens staaroperatie. Effe dimmen moeten onze beide heren. Ads herstel gaat gelukkig naar wens. Over dat van Lummel horen we niets, maar ja, met één oog typen is moeilijker dan met één knie.

Op Twitter is er in ieder geval nieuwe belangstelling voor zijn minst gelezen kookblog.

Ad mag “binnenkort al zijn activiteiten” alweer oppakken, dus ja, we zijn keibenieuwd. Dat gras groeit vast al tegen de dakgoot aan. Om over de krioelende alligators in de garage maar niet te spreken. Die vieren een feestje en je hoort de alligatorwhiskyflessen rinkelen. Ook het herstel van Ads dokter loopt trouwens volgens plan, meldde Ad nog. Wat die scheelt weten we niet, misschien horen we dat nog weleens. Want ja, misschien is die andere knie van Ad wel uitgeschoten tijdens de operatie en dat kan duur worden in Amerika.

Ze blokkeren de doorgang, de eikeltjes en eikelinnetjes

Nog een rare kop kwam er op vrijdag. Doorgaans toch een dag waarop de koppen ingetogen zijn, want de diensdoende redacteur is dan al met plannen voor het weekend bezig. “Op de fiets” had de goede vrouw, man of andere genderidentiteit bedacht. Nou, dan zal het wel over iemand op de fiets gaan, denken jullie. Dat klopt. Frans de Jong, de ikjesschrijver zelve, reed erop. Op de fiets dus. Dus. Dus. Dus. NB: ik laat af en toe een extra dusje vallen, als goedmoedig pesterijtje naar de sneue buurman. Ben jij die buurman niet? Dan lekker negeren die dussen. Gauw verder met Frans op de fiets: hij wordt links en rechts ingehaald door scholieren op snelle elektrische fietsen. Wat zegt ons dit? Dat Frans zelve op een aftandse conventionele fiets zonder accu rijdt. Amechtig hijgend en happend naar de wapperende meisjes- en jongensharen voor hem. Misschien had hij wel twee flessen shampoo op de bagagedrager. Even verderop ziet hij de fietsende jongeren voor een rotonde op het fietspad stilstaan. Ze blokkeren de doorgang, de eikeltjes en eikelinnetjes. Frans is verbaasd, want ze hebben daar voorrang en eerder hadden ze toch zoveel haast? Hij fietst ze tierend via het gras voorbij en schiet de rotonde op. Dan kan hij “nog net voorkomen” dat hij “dwars door een rouwstoet” heen rijdt. Dus! Wezenloze kop als het ware reeds, en een beetje wezenloos verhaaltje. Het is natuurlijk, zoals ook onze nieuwe reageerder chatGPT meldde, wel belangrijk om goed op het verkeer te blijven letten. En zo is het. Bij chatGPT kun je veilig achterop. Zo veilig dat zijn reacties slaapverwekkend zijn. Is geen ruzie mee te krijgen, die bot. Citeren doe ik die flauwe hap niet meer.

En voor je het weet, want dat is altijd zo als het ergens gezellig is, was het alweer zaterdag, tijd voor het laatste ikje van de week. “Klap” stond erboven, dus ja, de NRC leest hier nog altijd mee. Prima kopje. Da’s mooi. Het ikje zelf was het zoveelste in een hele reeks van verhaaltjes van goede deugmensen die in hun vrije tijd met prikkers zwerfafval opruimen dat ze zelf niet eens hebben weggegooid. Daarmee geven ze de daders maar ook de overheid een vrijbrief om lekker te blijven gooien en respectievelijk lekker niet genoeg vuilnismensen aan te nemen en lekker niet genoeg prullenbakken neer te zetten. Domkopjes dat het me d’r eentjes van ons zijn. Zeg nou zelf: jij loopt op straat met een kleverig ijscopapiertje en er is geen prullenbak in de buurt. Als je weet dat er zo meteen wel iemand met een prikker en een reflecterend taakstrafvestje opduikt die het voor je wegprikt dan gooi je dat papiertje dus lekker en met een onbezwaard gemoed op straat. Schieten we dus niks mee op. Moeten we niet willen. Kappen daarmee dus.

Margriet Hunfeld, geen familie van ons, wel van hun denk ik, die heeft een vast clubje voor dat zwerfvuil en ze prikken op een keigevaarlijke plaats: een parkeerterrein waar in drugs gedeald wordt en heel enge mensen komen. Margriet en haar deugclubje plukt wietzakjes van het asfalt. De wietrestjes gaan natuurlijk mee voor de kleinkinderen. Ze prikken plastic. Ze prikken steeds meer peuken en “sigarettendoosjes”, geen pakjes dus, maar mooie doosjes van de sigarenboer. En, zo vertelt ze, ze prikken geen lachgaspatronen meer. Boeit ons dat? Neen, beste lezer, driewerf NEEN. Laat ze lekker prikken, die mensen. Laat ze in hun vuil gaarstampen. Maar val ons er niet mee lastig. Margriet gaat op dat parkeerterrein, in een enge hoek, ook nogeens lege bierblikjes verzamelen. Lege. Want volle liggen er ook steeds minder, klaagt ze. Namens haar man.

Photo by Polina Tankilevitch on Pexels.com

Dan komt er ineens een “haveloze man” op haar af, “in z’n hand een volgepropte plastic tas en een halflege rumfles”. Ja, wat denk je, Margriet? Wat daar allemaal in zit? In die tas? Lachgaspatronen natuurlijk, die had hij keurig voor je apart gehouden. Maar nee hoor, dat is aan Margriet niet besteed. Ze beschrijft huiverend dat de man “pal” voor haar gaat staan, dus niet ergens aan de zijkant, of achter haar, wat me veel enger lijkt en ze schrijft dat hij haar “woest” aankijkt. Zal wel vriendelijk geweest zijn, de man was immers een tikkeltje aangeschoten zeg maar, maar dat zag Margriet in haar angstpsychose niet. Met haar blikjes. Ze deinst terug, schrijft ze. Wat een mooie manier om “in blinde paniek naar achteren struikelen en het dan op een lopen te zetten” te beschrijven. Hij geeft haar vervolgens “een klap”! Zeg maar klopje, denk ik. En hij gromt goedaardig “Goed bezig!” Margriet Deugfeld al met al goed in haar hempie zettend. Maar denken jullie dat ze daar dankbaar voor was? Voor de wijze levensles? Dat je niet te snel conclusies moet trekken? Dat je die wiet niet op hoort te rapen? Dat ze van die man ging houden? Nou nee. Ze had helaas een scherpe metalen prikker. Hij alleen een plastic tas en een fles. Dus die prikker plaatste ze bij hem ergens waar de zon niet komt. Pijnlijk. Maar ze deed het wel.

Dus zo loopt zo’n ikjesweek nog best wel spannend af. Grensoverschrijdend gedrag komt niet alleen in de tv-studio en in de Ministerraad voor, dat blijkt maar weer. Je hoeft er alleen maar afval voor te gaan prikken op een willekeurige parkeerplaats in Amsterdam.

Wil jij net als Bertie, Suske en andere reageerders kans maken om in het volgende weekoverzicht voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je plezier hebben met lezers die voor je het weet goede kennissen van je kunnen worden? Misschien wil je een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst van lezers van deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Of stuur zelf een ikje in. Of scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Of voor een ander aangenaam dingetje dat je hier op de site doet. Viltjes zat. Maar voel je je te goed voor zo’n viltje? Helemaal prima, dan laat je dat – liefst discreet – even weten en dan gaat dat viltje naar iemand die het wel weet te waarderen. 

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren, aangenaam!

Reacties zijn welkom via het reactieveld, het contactformulier of een email naar bas@basvanvuren.org

Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. 

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik werd vorige week weer eens grondig verwend. Het wellnessbox geschenkenpakket werd afgeleverd, toegezonden door Anita na een leukigheidje op Twitter. Raadwedstrijdje, net zoals hier met de viltjes en lepeltjes, maar daar doen ze er niet zo spastisch over. En Anita wilde er niks mee, ik hoefde haar niet te noemen, niet te bedanken, geen reclame te maken. Ze had gewoon voor de gein een raadspelletje onder haar volgers opgezet en ze stuurde de winnaar een leuk wellnesspakketje, vooral leuk voor winnaars met een ligbad en zonder energieplafond. Dus het ligt hier nog wel even. Dank je Anita! Volgende week maak ik vast weer iets interessants mee.  

Foto: “Leuk wellness pakketje voor Bas van Anita” © 2023 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

25 gedachten over “Bij chatGPT kun je veilig achterop (417)”

  1. Het citaat

    Onlangs lunchte ik, gepensioneerd huisarts, met een van mijn vroegere huisartsen in opleiding. Intussen werkt zij als huisarts. Ze vertelde dat zij mij best nog wel eens citeert tegen huisartsen in opleiding met wie zij werkt. Toch wel nieuwsgierig naar welke medische wijsheid van mij zij denkt te moeten doorgeven, vraag ik wat ze dan zoal citeert. Zij: „Ik streef ernaar om vijf uur naar huis te gaan.”

    Léontine Prescott

  2. Er is kennelijk nog altijd niet door een ervaren redacteur met de nieuwe koppenmaker gesproken. Ik zie het nog even aan, maar overweeg een ingezonden brief. Kan echt niet die lidwoorden in de koppen van tegenwoordig.

    Qua ikje: jaja, lekker slow verteld, mooi naar de pointe toegewerkt, er krulde hier een mondhoekje.

  3. Hier blijven we opgewekt en optimistisch ondanks een laagvliegende kater die ons droogrek als landingsbaan beschouwt.
    Laat de ikjes maar komen. Die zijn meestal leuk om lezen.

  4. Het moet niet gekker worden. Vliegende katers! Gelukkig maar dat het droogrek er staat. Voor je het weet vliegt zo’n kater de Atlantische Oceaan over.

  5. Gluren

    Ik kom thuis van een afspraak elders. Het is na drieën en mooi weer. Voor ons raam staan twee jongens naar binnen te gluren. Ik schat ze 8 of 10 jaar. Ik kom naderbij en hoor hoe de ene tegen de andere zegt: „Nee, hier is het niet. Hier wonen oude mensen. Ze lezen kranten.”

    Jo Willems

  6. Betaalpas

    Ik krijg een blije mail van de NS. In-en uitchecken kan nu met een betaalpas. Een betaalpas waar mijn vermogen op staat, laat ik liever thuis, maar de NS weet zeker dat in- en uitchecken met de betaalpas voorkomt dat ik dubbele reiskosten heb. Ik zoek de klantenservice. Daar vind ik geen mens meer maar een chatbot, die elke vraag kan beantwoorden. De vragen zijn ook al bedacht voor mij. Abonnement wijzigen? Geld terug? De wanhoop nabij, word ik gerustgesteld: door stakingen zijn er geen treinen, dit duurt de rest van de dag.

    Cora Duin

  7. Nou, da’s geen blije tante, die Cora. Mopperend gaat ze door het leven. Bij elk krantenartikel, elk item in het Journaal, slaat ze de ogen ten hemel en klaagt erop los. Wat een rotland, wat een rotregering, nee, ze snappen er allemaal niets van. Zo’n betaalpas ook, snapt de NS nu echt niet dat al dat geld er heel makkelijk uit kan vallen? Even schudden en de munten rollen over het perron, hoor. Een betaalpas laat je thuis. Dat weet toch iedereen?

  8. Raar

    We zijn met de familie op bezoek bij ons 17-jarige nichtje dat een seizoen skilerares is in Oostenrijk. Op zaterdagavond vertelt ze dat ze die avond normaal gesproken met alle skileraren naar een bepaalde après-ski bar gaat. Wij hebben ook wel zin in après-skiën. Haar ouders mogen zich onder geen beding in de bar vertonen. Veel te gênant. Maar wij, haar oom en tante, mogen wel een biertje komen drinken. Net wanneer wij tevreden willen constateren dat wij wel cool genoeg zijn, zegt ze: „Een rare oom en tante kan iedereen overkomen.”

    Geertje Jonker

  9. Nou, het is kennelijk “rare oom en tante” week bij de NRC. Aan zelfspot geen gebrek, dit ikje.

    Qua après -ski moet ik onmiddellijk denken, al is het dan nog vroeg, aan hete, sappige avonturen in Oostenrijk. “Ik weet ook niet wat het is, maar bij hem kom ik altijd op sechs”, zei ooit een blonde skilerares met opwindende rondingen en ze wees naar mij. Met skiles sta je regelmatig in een rijtje op de helling en de juffrouw telt dan hardop of iedereen er nog is. Ik stond kennelijk altijd op de zesde plaats? Ik was jong en onervaren en begreep pas uren later, toen ik me even mocht omkleden in haar appartement, wat ze bedoelde. En het werd zomer.

  10. Afbluffen

    Mijn neefje van negen is gefascineerd door getallen. Op zijn verjaardag raken we in een ingewikkeld gesprek over de betekenis van cijfers achter de komma. Omdat mijn koffie koud dreigt te worden, probeer ik hem af te bluffen en zeg: „Nog een paar jaartjes, dan leer je over het getal pi.” „Dat weet ik al, dat gaat over cirkels”, zegt hij tot mijn verbazing. Ik zeg: „Dat getal is heel bijzonder, want het heeft oneindig veel cijfers achter de komma.” Hij corrigeert me: „Dat weten we nog niet, want ze hebben het laatste cijfer nog niet ontdekt.”

    Lennert Slobbe

  11. ChatGPT is er duidelijk over: “Het kan nuttig zijn voor een kind van 9 om te weten dat pi een oneindige reeks cijfers achter de komma heeft. Dit helpt hen bij het ontwikkelen van een begrip van wat een oneindig getal is en hoe het verschilt van een vast getal. Het leert hen ook over de toepassingsmogelijkheden van pi in wiskunde en natuurkunde, zoals het berekenen van de omtrek van een cirkel.

    Bovendien kunnen kinderen op deze leeftijd begrijpen dat sommige getallen niet precies kunnen worden bepaald, en dit kan hen helpen bij het ontwikkelen van problemenoplossende vaardigheden en een groter begrip van de onzekerheid en onnauwkeurigheden die inherent zijn aan veel wetenschappelijke berekeningen.”

  12. Hoezo? Wil je een stuk worst? Die link ontgaat mij. O, jee, ontgaat kan zo kontgat worden. Dolle pret.
    (j́6 ✓ietnam uit Montferland ©! Kom ik heel graag een keer op terug, net als over onze USSR herinneringen.)
    Beste Bas, ik draai er nog een doekje voor het bloeien op, het is leuk elkander weder maal tegen te komen en ik snap windowdressing maar nu even niet.
    Dag en prettige machten.

  13. Kostuums

    Tijdens de jaarlijkse controle op de poli condoleer ik haar met het overlijden van haar echtgenoot. Hij kwam enkele maanden geleden vrij plotseling uit de tijd. Ze maakt een montere indruk. Haar rotsvaste geloof is haar tot grote steun, vertelt ze. Ze voegt eraan toe: „Ik laat zijn kostuums ook gewoon in de kast hangen, tot de wederopstanding.”

    Mieke Kerkhof

  14. Het concept van het stukje worst begrijp je misschien als je je realiseert dat dat de titel van weekoverzicht 416 was, waarop je onder weekoverzicht 417 reageert. Als je dan dat weekoverzicht 416 doorleest dan kom je op een gegeven moment het stukje worst tegen in een citaat, beschrijving, opmerking. Het handigst is dat in de week dat het gepubliceerd wordt.

    Net als ikjes, feuilletons, boeken, tv-programma’s, liedjes, gedichten, gebouwen, radiozenders en bedrijven hebben weekoverzichten titels, die het geheel kort aanduiden en vaak een indicatie geven waarover het gaat, wat ze zijn, wat ze doen, wie erin wonen.

Ik vind er dit van: