Bedankt voor het spelen (431)

Over ikjes en auteurs die zichzelf een lul noemen

Een koffieautomaat. Een toneelstuk. Een sim-kaart. Een boekwinkel. Een voorleesmaatje. En een vinger in de lucht. Allemaal dingen die vorige week een bizarre hoofdrol speelden in evenzovele ikjes, die gekke lezersanekdotes uit de NRC. Nieuwsgierig? Lees gauw verder!

“Is jullie koffieautomaat kapot?”

Eerst die koffieautomaat maar. Je denkt dan meteen aan ambtenaren toch? Die klassieke grap dat overheidsdienaren de godganse dag alleen maar rond de koffieautomaat geschaard zitten, met hun handen over elkaar en ze kletsen maar en ze doen helegaar niks? Nou, Miranda Spek was er zo eentje. Een ambtenaar uit de Rijnstraat 8, daar waar al zovele illustere mensen hebben rondgelopen of hun carriere als volksheld zijn begonnen. Tijdens de opening van het pand kreeg Hare Majesteit Zelve bijna een glaspaneel vanaf de tigste etage op haar koninklijke hoofd. Nou, daar dus. Daar begon decennia later het alarm te loeien. Vorige week, dus dat had niks met de Hoogheid te maken. Het was een oefening, het enige verzetje dat ambtenaren vandaag de dag beleven, afgezien van uitgekafferd worden door hun minister. Tweeduizend ambtenaren haastten zich via de trappen naar beneden en verzamelden zich opgewekt keuvelend op straat, bij het evacuatietegeltje. En ja hoor, je kunt er op wachten, er fietste een Hagenees voorbij. Voor een Amsterdammer was het te ver. Wat die Hagenees riep? “Is jullie koffieautomaat kapot?” Hilarisch gewoonweg.

Gelukkig speelde het volgende ikje in Amsterdam, in Carré. Nou, ikje … het was een nieuwsfeitje dat al uitgebreid in alle kranten had gestaan. Ene Jacob Derwig dacht dat hij Hans Teeuwen kon nadoen en stond allerlei diep-foute teksten op het toneel te debiteren. Zo erg dat er mensen wegliepen. Remmers van Veldhuizen was erbij en schreef het nog eens allemaal op. Wat er door hem heen ging, wie er naast hem zat, wisten we dat ook weer. Dat hij er bij was geweest.

“Heb je verder nog een vraag?”

Nee, om te zoenen was dat ikje zeker niet. Want dat is alleen maar het bruggetje naar het ikje van Saskia Prins. De sim-kaart van haar telefoon was vergrendeld en ze was de puk-code kwijt. Je weet wel, die codes die Heer Rozenwater clandestien verkoopt, maar da’s een ander verhaal. Je moet toch iets doen om je karig pensioentje aan te vullen en je buikje rond te eten, ook al ben je eigenlijk al iets te dik. Via de chat met haar “provider” (internetleverancier klinkt blijkbaar te gewoontjes) wist Saskia het ding terug te krijgen. “Heb je verder nog een vraag?” vroeg de provider. Ze typte spontaan: “Ik ben zo opgelucht, mag ik je zoenen?” Het antwoord was: „Ik begrijp je vraag niet, misschien kun je die korter formuleren?” Tja, dat heb je als je met een chatbot flirt. Next! Ik had liever een verhaaltje gelezen over een antwoord als: “Ja graag, ik kom meteen naar je toe”.

Twan Vet intussen, ergens in Utrecht of Amersfoort of daaromtrent, stond in de boekhandel opgewonden naar een boekje te kijken waar hij zelf aan had meegewerkt. Er was geen hond die er ook naar keek, laat staan dat er ook maar eentje verkocht werd. Net toen hij er dan zelf maar een stuk of tien wilde laten inpakken, kwam er een vrouw aan die er wel mee naar de kassa liep. Opgewekt sprak hij haar aan. „Wat leuk dat u dat koopt.” Ja, dat doe je als je van het kaliber Vet bent. De volgende dag weer in een andere boekhandel. En tenslotte bij De Slegte en bij de kringloop. Voordat hij had kunnen vertellen dat hij zelve de gedichten bij de foto’s had geschreven, schudde de vrouw haar hoofd. „Dit is voor een vriendin. Ik vind die gedichten maar niets, die jongen trouwens ook niet.” Twan praatte uit schaamte maar met haar mee en hield de balpen die hij had meegenomen voor handtekeningen maar in zijn zak. En nog voordat de vrouw afrekende waren ze het er samen over eens dat die Twan Vet een lul was. Schijnt in de mode te zijn. Iemand voor lul uit te maken, of anderszins negatief te bejegenen. Jammer, maar het hoort erbij, bij de moderne tijd. Tip voor dat boekje? Niet kopen tenzij je in Amersfoort woont en voor de rest alle andere boeken al hebt.

Update en gewijzigd koopadvies: Twan volgt me sinds vandaag op Twitter, dus het is een goeie vent en hij schrijft keigoeie gedichten. Kopen dat prachtboek!

Koopt u dit fraaie boekwerkje bij: https://www.bekkingblitz.nl/p/kaartenmapje-met-env-vierkant-amersfoorts-heimwee-cas-oorthuys-twan-vet-studio-joost-gijzel-wmc1162

Alice Schwartz vertelde over haar Poolse voorleesmaatje Kasper (7). Ze leest hem voor en ze doen samen puzzels en woordzoekers. Laatst vroeg zijn moeder aan het einde van de les: “Wat zeg je dan?” Kasper antwoordde braaf: “Bedankt voor het spelen”. Ja, ik weet ook niet waarom dit verhaal geschreven en geplaatst is.

Koester je herinneringen

Veelschrijver Martin van der Jagt wist weer eens haarfijn te scoren met een nauwkeurig getimed tranentrekkertje. Het ging over 14 mei en wat er allemaal zogenaamd nog dagelijks door hem heen ging als hij de Brienenoordbrug af komt scheuren. Doe dit toch niet, zou ik willen zeggen, wees toch stil, koester je herinneringen en gevoelens en praat er zonodig over met je partner of huisgenoot. Maar verzin ze niet. Dik ze niet aan. Speel geen boekenauteur, want dat ben je niet. Ook niet als je ikje door de NRC wordt geplaatst. Al is het je vijfde of zesde, je bent geen, ik herhaal, geen schrijver. Daar komt meer voor kijken.

Wil jij trouwens net als Huppeltje, Puppeltje en andere reageerders kans maken om in het volgende weekoverzicht voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je plezier hebben met lezers die voor je het weet goede kennissen van je kunnen worden? Misschien wil je een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst van lezers van deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Of stuur zelf een ikje in. Of scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Of voor een ander aangenaam dingetje dat je hier op de site doet. Viltjes zat. Maar voel je je te goed voor zo’n viltje? Helemaal prima, dan laat je dat – liefst discreet – even weten en dan gaat dat viltje naar iemand die het wel weet te waarderen. 

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren, aangenaam!

Reacties zijn welkom via het reactieveld, het contactformulier of een email naar bas@basvanvuren.org

Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. 

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik zat weer eens lekker te smikkelen. Een stroopwafel dit keer en die maakten we eerst lekker smeuig en heeeeerlijk stroperig door hem een volle minuut op het pasgevulde verse dampende kopje bonenkoffie te leggen. Weer eens een tweet die “viral” ging, zoals dat heet. “Stroopwafel op kop” had ik hem hilarisch als titel meegegeven. Niks moeilijks aan. Laat het met eten of drinken te maken hebben en hopla, je tweet wordt duizenden malen gedeeld en geliked. Want mensen willen eten zien, en seks, maar daar doen we niet aan, qua delen althans. En jawel, ook deze week ga ik weer iets interessants meemaken, ik voel het gewoon! Jullie ook? Laat je belevenissen achter in de reacties op dit blog. Hoeft niet literair.

Foto: “Stroopwafel op kop” © 2023 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

18 gedachten over “Bedankt voor het spelen (431)”

  1. Adrenaline

    Als stagiair zit ik op een rustige kantoormiddag te werken. Dan hoor ik vreemde geluiden op de gang. Daar tref ik een vrouw aan die naar adem hapt. Terwijl ik de Heimlich-greep doe, schieten alle volgende stappen door mijn hoofd: van 112 bellen tot reanimatie en beademing. Gelukkig heeft de Heimlich succes: een snoepje en veel slijm komen los. Wanneer ik daarna nog hoog in de adrenaline zit bij te komen, blijkt mevrouw zelf niet onder de indruk. Ze loopt binnen: „Hier, rolletje snoep, ik hoef ze niet meer.”

    Flora Brok

  2. Misschien zat mevrouw ook nog hoog in de adrenaline en in de ontkenningsfase. Ik heb het zelf een keer meegemaakt, dat er iets in mijn keel schoot. Het was een stukje banaan. Bij de eerste ademstoot vloog het er gelukkig uit, maar het is me decennialang bijgebleven. Niet fijn hoor, stikken. Doe maar niet.

  3. Met iets nietszeggends toch iets kunnen. Ook een talent, en een vrolijk momentje voor een toevallig passerende lezer. Ondergetekende krijgt er in ieder geval twinkeloogjes van.

  4. Update (inmiddels verwerkt in hoofdtekst): het boek van Twan Vet is bij nader inzien het kopen meer dan waard. En misschien is hij ook helemaal geen lul. Welkom als volger, Twan!

  5. Praten

    Ik zit in de bus en iemand vraagt aan een man of hij naast hem zou mogen zitten. „Ja, als je maar niet met me gaat praten.”

    Julian Eustatia

  6. Lekker kort. Dat ikje. Bussen zijn doorgaans best lang. Ikjes die beginnen met “Ik zit in de bus” behoren tot mijn favoriete genre, ik heb er zelf ook een paar geschreven. Het is Carmiggelt maar dan op tournee.

    Van de inhoud gaan mijn mondhoeken niet krullen. Waarom niet? Is toch best grappig antwoord van die man? Ja, dat is het hem nou net. Je hoort exact ditzelfde grapje wel vaker. Je hoopt bij zo’n ikje op iets originelers dan “trek eens aan mijn vinger”. Ik wel tenminste. Maar fijn dat het grapje nu voor altijd is vastgelegd voor het Archief der Nederlandsche Taal. Was de bieb in Den Haag daar niet mee bezig? Die zouden toch alle ikjes analyseren en opslaan? Nooit meer iets van gehoord.

    Fijne herfstdag allemaal vandaag. Wat een wind zeg, wat een snijdende noordenwind, wat u zegt. Het wil nog niet zomeren, hoor.

    Als ik later vandaag tijd en zin heb zal ik eens wat busikjes van Bas van Vuren uit het archief opdiepen. Gewoon om te laten zien hoe het ook kan.

  7. Hm, dat valt tegen. Ik blijk ikjes over de trein, het vliegtuig en de boot op mijn zegekar te hebben staan. Er is wel een keileuk ikje vanuit een bus, maar dat is nog niet gepubliceerd. Houd ik nog even op de achterhand dus.

    Ik trof wel een eigenaardig busverhaaltje aan dat ik als jonge schrijver ooit schreef. Op het blog van de Volkskrant destijds een gigasucces, het was me er dan ook eentje, helaas had ik toen geen tijd noch zin om op verzoeken van uitgeverijen en talkshows in te gaan. En nu is het te laat, want, och, wie reist er nog met de bus, en zo ja, wie zit dan niet gewoon lekker zelf mee te sturen via de bus-app of googlemaps. Voor de plot van dit verhaal niet handig. Maar voor de liefhebber: het is hier te vinden. Hier dus. Je zal maar in die bus gezeten hebben.

  8. Schepnetjes

    Vol bewondering voor al het groeien en bloeien om ons heen, bereiken mijn wandelmaatje en ik (beiden met pensioen) een dijkje bij een lange sloot. Op de dijk is een middelbare schoolklas in de weer met emmertjes, schepnetjes en naslagwerken. Iedereen is bezig. Het plezier straalt eraf. Niemand kijkt verveeld op zijn mobiel en er wordt voortdurend samengewerkt. Dit is zo’n moment waarop ik met heimwee terugkijk op mijn werkzame leven in het onderwijs.

    Renée Bennik

  9. Ja und?? Oude knar ziet schoolklas met schepnetjes en denkt terug aan vroeger. En toen?

    “He opa! Laat je salamander eens zien!” riep een brutaaltje, want we waren in de buurt van Amsterdam.

    Dit ikje verdient een verhaal, een ontwikkeling, een pointe. Ga nog eens wandelen, lieve Renée, en stuur nog eens iets in.

  10. Patat

    „Ik hou van je.” „Hoe kan je dat nou zeggen? We kennen elkaar nauwelijks.” „Toch voel ik het zo.” „Hou je dan net zo van mij zoals je van patat houdt? Van bluesmuziek? Van lezen?” „Van dat alles word ik gelukkig.” „Oké. Dan hou ik ook van jou.”

    Renata Beck

  11. Doorgaans wordt dan de leeftijd van de inzendster vermeld (15, 16?).

    Naar volwassen maatstaven heeft dit stukje uiteraard geen enkele waarde en het zou eigenlijk niet als ikje moeten zijn gepubliceerd in de krant. Maar och, misschien geeft het Renata een boost en blijft ze niet alleen maar de eerste schreden op het pad der liefde zetten (doe je wel voorzichtig, Renaat?) maar ook schrijven.

  12. Oei, een korte Google leert me dat de schrijfster wellicht, je weet dat nooit echt zeker op het internet, de volwassen leeftijd heeft bereikt, een blij ei is, en een vrolijke KLM-stewardes met een eigen blog en oeuvre. Bijzonder wat er daar allemaal hoog in de lucht met je meevliegt.

  13. Oudje

    Ik moet met mijn trouwe oude fiets naar de fietsenmaker. De vriendelijke monteur bekijkt hem en stelt vast: „Dit is een oudje, net als zijn baas.”

    Hans Gorissen

  14. “Ja, er is iets mis met de rem, net als bij u”, siste ik terug. Ik brak een loszittende spaak af, prikte er venijnig mee in de vette pens van de monteur en zei “de sportfiets blijft zeker meestal in de schuur?” Innig tevreden over mijn ikje verliet ik de stalling en nog tijdens de rit naar huis stuurde ik het op naar de NRC, met beide handen los, want dat kan deze ouwe nog, hoor. Prettig weekend.

Ik vind er dit van: