Het natte asfalt (442)

Over ikjes en garnalen

Razen, tieren, schreeuwen, intimideren, beledigen, bekritiseren, kleineren, uitleggen, nadenken, bezoeken, draaien, wennen, vastpakken, terugtrekken, voelen, lachen, lopen, tegenkomen, vragen, antwoorden, thuisblijven, aankijken, reageren, buitenspelen, inlopen, roepen, toespreken, samenvatten, je ding doen … Het zijn allemaal werkwoorden. En vergis je niet: een werkwoord is wel een zelfstandig naamwoord hè, denk daar maar eens over na. En duo heeft drie letters, en een trio maar liefst vier. Kortom, we zijn weer in ikjesland, dat heerlijke landje van de NRC. Lees hier maar gauw wat er vorige week allemaal gebeurde en hoe jij ook mee kunt gaan doen.

Haar laptoptasje werd haar nagegooid

Uyên Hérault-Huynh, wie kent haar niet, dat kleine Aziatische vrouwtje dat bedrijfsprocessen verbetert, kwam terecht in een penitentiaire inrichting of gevangenis zoals gewone mensen zeggen. Om de processen te verbeteren. Haar opdrachtgever, een stoer stuk vreten met een kale kop en spierballen zo groot als sloopkogels, had geen respect voor Uyên Hérault-Huynh. Hij raasde, tierde, schreeuwde, intimideerde, beledigde, bekritiseerde en kleineerde haar voortdurend. Dus ja, wat doe je dan als ingehuurde consultant? Dan geef je de pijp aan Maarten, als je die tenminste kunt vinden. Ze vroeg bij het weggaan nog wel of dat gedrag voorkwam uit het feit dat ze “een klein Aziatisch vrouwtje” was. Dat ze dat zei vond de bullebak “erg onprofessioneel”. En daar ging Uyên Hérault-Huynh, met pek en veren, hopla de bak uit. Haar laptoptasje werd haar nagegooid en spatte op het natte asfalt uiteen.

Foto door u0110u1ed7 Ngu1ecdc Tu00fa Quyu00ean op Pexels.com

Het was dan ook onprofessioneel. Om het te benoemen bij het weggaan. Om je erover op te winden. Om er verrast door te zijn. Je doet immers werk waarin je als externe deskundige problemen moet oplossen die al veel te lang slepen. Je treft per definitie verziekte verhoudingen aan. Je bent wie je ook bent en hoe je het ook doet het pispaaltje van iedereen, want ja, zei Multatuli dat niet eens, of Machiavelli, hoe heette die kerel ook al weer: degene die een verandering voorstelt krijgt felle weerstand van degenen die er op achteruit denken te gaan en een tikkeltje steun van de enkeling die ziet dat hij of het bedrijf er op vooruit gaat. Zoiets, je moet dus in dat beroep – net als in dat van blogbaas – een meester in weerbaarheid en onverstoorbaarheid zijn. En die aanvallen vooral niet op je eigen persoon betrekken en al helemaal niet op al dan niet bestaande vooroordelen. Dan maak je het erger en kun je maar het beste vertrekken. Maar goed, dat deed ze dus. Jammer van dat laatste woordje dat ze perse wilde hebben, maar misschien was het goed voor de interne healing.

er is natuurlijk helegaar niks mis met kleine Aziatische vrouwtjes

Suske, ikjescoryfee van heb ik jou daar, was er gauw klaar mee. Een klein Aziatisch vrouwtje dat allesbehalve professioneel is, vond hij, is erger dan een overjaarse Barbie. En hij verwees daarmee vermoedelijk naar een stukje actualiteit dat ik zelf gemist heb. Bertie toonde weer eens haar welhaast bovenmenselijke empathie. Ze vond het een triest begin van de ikjesweek, maar wie weet, zo troostte ze het vrouwtje, wordt intimidatie als professioneel gezien. En dan weet je wie het zegt, leek ze daarmee te zeggen. We zullen het nooit weten. Dat is zeker. Daar hoef je geen klein Aziatisch vrouwtje voor te zijn. Trouwens, en dat bedenk ik me pas nu ik dit weekoverzicht aan mijn PA aan het dicteren ben: er is natuurlijk helegaar niks mis met kleine Aziatische vrouwtjes. Ik zal mijn mond houden over de vele lieve, leuke, mooie, grappige, geweldige kleine Aziatische vrouwtjes die ik tot mijn vriendinnenkring mag rekenen. Is maar een kleine steekproef, maar toch. Hooguit klinkt dat woord “vrouwtje” wat denigrerend, zeker als het uit de bek van zo’n gevangenisakela komt. Maar dat houd je toch.

Een lekker kort ikje werd geschreven door ene Eiby Pen. Deed mij denken aan Eby, da’s toch garnaal in het Japans? Maar Eiby zit met haar of zijn kind van 9, Hylke, bij de juf voor het zomervakantiegesprek. En veronderstelt dat wij allemaal precies weten wat dat is. Juf legt uit dat het in groep zes over werkwoorden zal gaan. Weten jullie wat die guitige Hylke toen zei? Dat werkwoord een zelfstandig naamwoord is? Ja, dat zei hij. De volwassenen, aldus Eiby, moesten alledrie even nadenken. En dat was het ikje. Lachen, gieren, brullen, net als toen Timmerark ons ooit vertelde dat duo drie letters heeft en trio vier. We missen hem, hoor, de schat. Wanneer is hij nou eindelijk eens beroemd?

Foto door Ivan Samkov op Pexels.com

Tijd voor het ikje van Laura van Duijnhoven. Kennen we die? Jazeker, Laura bezocht een beeldententoonstelling in Oosterhout. Oh die Laura! Er draaide een film. Bij het binnentreden van de filmzaal moesten haar ogen even wennen aan het donker. Ze was blij dat ze een stoelknop kon vastpakken. Maar ze trok haar hand heel snel weer terug toen ze voelde dat ze geen stoelknop maar een kaal hoofd te pakken had. Gelukkig konden ze er allebei keihard om lachen. Althans, dat dacht ze in het donker. Misschien lachte er wel heel iemand anders. Eng, hoor, zo’n donkere filmzaal.

“Waar is je hondje?” vraagt het wichtje nieuwsgierig.

Dan heeft Arie van der Zwan het gemakkelijker. Die heeft al zijn haar nog, net als zijn teckel Joep. Samen lopen ze elke ochtend door het winkelcentrum om dat te vieren. De hond snuffelt onder elke rok. Arie mompelt excuses. Maar op een dag gaat Arie alleen, omdat Joep een hekel aan regen heeft en dan liever binnen tegen de tafelpoten plast. Arie komt een klein meisje tegen dat aan de hand van haar moeder loopt te dartelen. “Waar is je hondje?” vraagt het wichtje nieuwsgierig. Arie is hevig onder de indruk van haar opmerkingsgave en kijkt de moeder met een bewonderende blik aan. Die reageerde laconiek: „Ach, dat vraagt ze aan iedere voorbijganger.”

Nou, daar heeft het hele panel met de respectievelijke gezinsleden en vrienden dus de hele dag smakelijk om gelachen. Gewoon omdat we het zijn allen voor ons zagen. Dat zijn leuke ikjes, hoor! Vind ik wel tenminste, gek mannetje dat ik me d’r eentje van jullie ben. Nou ja, niet van iedereen, maar wel van Indra, Luvienna en Heer Rozenwater bijvoorbeeld. Al laten ze dat niet merken en dat hoeft ook niet.

Ingrid Baars hoorde haar buurkinderen buiten spelen. Het was vakantietijd en mooi weer. Er roept er eentje: “Schiet op, de juf wacht!” Ze spelen schooltje. Daar is dan het hele panel geschrokken stil van, zo’n hele dag. Want dat was het hele ikje!

En dat bleef ook zo toen het laatste ikje van de week werd gepubliceerd. Wouter Voskuijl vertelde iets over een diploma-uitreiking en slaagde erin om het in het midden te houden wie of wat hij nou zelf was. De uitreiker, de leerling, een ouder, een andere aanwezige? Het hele verhaal was in de passieve vorm geschreven. Tijdens de diploma-uitreiking werden alle geslaagden toegesproken. In de toespraakjes werden dingen samengevat. Een van de leerlingen werd omschreven …. Lekker Wouter, blijven oefenen. En de eindredactie had betere dingen te doen. Maar goed, het speelde in Amsterdam en dan is het per definitie publicatiewaardig. Zoals ook Bertie ironisch schreef, da’s toch de geboorteplaats van het cabaret. Iedereen is daar grappig. Ook vorige week was ik er weer een paar keer, helaas speelt veel van mijn werkzame leven zich in Amsterdam af, nou, ik heb me weer gek gelachen in de tram, op straat en in de kroeg.

Wil jij net als Suske, Bertie en andere reageerders kans maken om in het volgende weekoverzicht voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je plezier hebben met lezers die voor je het weet goede kennissen van je kunnen worden? Misschien wil je een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst van lezers van deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Of stuur zelf een ikje in. Of scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Of voor een ander aangenaam dingetje dat je hier op de site doet. Viltjes zat. Maar voel je je te goed voor zo’n viltje? Helemaal prima, dan laat je dat – liefst discreet – even weten en dan gaat dat viltje naar iemand die het wel weet te waarderen. 

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren, aangenaam!

Reacties zijn welkom via het reactieveld, het contactformulier of een email naar bas@basvanvuren.org

Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. 

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik zat weer eens TV te kijken. RTL Nieuws dit keer, dat gebeurt maar zelden. Ze zeiden dat er eindelijk een voetbalschoen voor vrouwen was ontworpen. Huh? Vrouwen hebben toch ook voeten met vijf tenen eraan? Maar goed, het was iets anatomisch-technisch dat alleen wijsgeren van het kaliber Theo Maassen zou kunnen begrijpen. Nee, dan mijn vrouw. Die riep uit de keuken: “Voetbalschoenen voor vrouwen? Met hoge hakken?” Ik vond hem leuk en deelde hem tot grote hilariteit op X (v/h Twitter). Dat leverde toch weer heel wat nieuwe volgers met gevoel voor goeie humor op. Zelfs niemand minder dan la Stella Bergsma is me ineens gaan volgen. Ook deze week – ik voel het gewoon – ga ik weer iets interessants meemaken. Jullie ook? Laat je belevenissen achter in de reacties op dit blog. Hoeft niet literair. Foto: “Voetbalschoenen met hoge hakken” © 2023 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

24 gedachten over “Het natte asfalt (442)”

  1. Last

    Tijdens een zomercursus modelschilderen hebben we elke dag andere vrouwelijke modellen. Ze zijn allemaal prachtig en professioneel; toch vragen we ons na drie dagen af of er morgen misschien een mannelijk model komt. „Nee, sorry mensen”, excuseert onze docent zich. „Ik heb geen man kunnen vinden.” Daarop reageert een medecursiste direct: „Daar heb ik ook een tijdje last van gehad.”

    Alice Schwartz

  2. Jaja, de week is weer begonnen. Jammer van dat “Daarop reageert een medecursiste direct” maar goed, ikjes lees je om de glimlach, niet om er iets over het schrijven der Nederlandsche taal van op te steken.

    Daar ga je voor naar dat mooie Schrijfblog van die crossdame, bestaat dat nog? Te vroeg om te googelen, later meer, nu koffie.

    Ik wens jullie allemaal een fijne week, de mussen vallen van dit weer in ieder geval niet van het dak en da’s ook wat waard.

  3. Er is niemand die vraagt waar mijn hond gebleven is als ik ga wandelen en da’s maar goed ook want ik heb geen hond.

  4. Voor de taaluitgedaagden: “daarop” is overbodig, en “direct” ook. Denk je nou echt dat een cursiste op een heel andere opmerking zou reageren? En pas na een half uur of de volgende dag? Overbodige letterbreierij, die zeker in een ikje mateloos storen en dus gewoon keihard fout zijn.

  5. Het is mij ook nog nooit overkomen, Suske. En ook ik heb geen hond, dus ik zou daar best weleens over willen praten met een voorbijganger. Hoeft niet perse een klein meisje te zijn.

  6. Kluns

    Na twee weken genieten van Franse kaas en wijn is een bezoek aan de sportschool broodnodig. Ik besluit overmoedig na de training ook nog een hippe groepsles te doen. Met mijn gammele motoriek een hele uitdaging. Gelukkig blijkt ene Sandra een nog veel grotere kluns. De instructeur corrigeert haar de hele les fanatiek. Als ik tevreden naar buiten loop, komt de instructeur aangesneld: „Sorry, ik dacht dat jij Sandra heette.”

    Marlou Heskes

  7. Een grappig misverstand.

    Onduidelijk waar dit hilarische voorval zich afspeelt: in Frankrijk of alweer thuis. Ik gok op het laatste. En het maakt ook niet uit.

  8. Trouwens, qua taal weer even: dat “fanatiek” had dus niet gemoeten. Gewoon schrijven: “De instructeur corrigeert haar de hele les.” Wie dit niet snapt heeft geen taalgevoel, maar mag wel gewoon blijven leven, hij of zij is zeker niet minder dan mensen die wel taalgevoel hebben.

  9. Hoge nood

    In het verpleeghuis waar ik werkte, was het nogal eens moeilijk alle benodigde zorg op tijd te leveren. Zo ook in die avonddienst op onze afdeling voor mensen met dementie. Ik ren letterlijk door de gang. Een mevrouw die daar wandelt, haast zich naar de kant en vraagt: „Moet je nodig?”

    Carla Ligthart-Singer

  10. Naakte man

    We waren op bezoek bij onze oude buren en de andere bewoners uit de straat passeerden de revue. De demente bejaarde (onze oude overbuurvrouw) was opgenomen in een gesloten afdeling van een zorgcentrum. De laatste druppel was dat ze een naakte man in de straat had zien lopen.

    Ik herinnerde me een snikhete nacht en ik zocht in de studeerkamer mijn iPad en deed enkele seconden het licht aan om die te vinden in de veronderstelling dat niemand mij op dat uur zou zien.

    Dirk Tanger

  11. Dat zal wel niet de enige naakte man geweest zijn. Zo snel sluiten ze je niet op. Maar we zien het voor ons. De straat is daar kennelijk niet breed. Of was het een steegje in Amsterdam?

    Zelf kan ik hier, als ik dat zou willen, de hele nacht poedelnaakt voor het raam gaan staan springen, zonder dat iemand het zou merken. Is dat nou rustgevend of juist verontrustend?

  12. Naakte man

    We waren op bezoek bij onze oude buren en de andere bewoners uit de straat passeerden de revue. De demente bejaarde (onze oude overbuurvrouw) was opgenomen in een gesloten afdeling van een zorgcentrum. De laatste druppel was dat ze een naakte man in de straat had zien lopen.

    Ik herinnerde me een snikhete nacht en ik zocht in de studeerkamer mijn iPad en deed enkele seconden het licht aan om die te vinden in de veronderstelling dat niemand mij op dat uur zou zien.

    Dirk Tanger

  13. Trendy shoes

    Op een designsite wordt een nieuw schoenenmerk gepresenteerd. Mijn lief vindt dat-ie nodig nieuwe schoenen moet hebben. Een goede aanleiding voor een trip naar Parijs, de enige plek in Europa waar dit Australische merk te koop is. Hij loopt drie keer langs alle herenschoenen bij Au Bon Marché. Niets. Dan toch eens vragen. We worden verwezen naar de afdeling damesschoenen. Tevreden loop ik een half uur later op mijn trendy shoes de deur uit.

    Madeleine Steigenga

  14. Oei, voor een paar schoenen naar Parijs gaan! Dat die decadentie of milieuterreur zoals ze nu zeggen nog bestaat!

    Uurtje of vier, vijf met de trein, de Thalys, dan metro 4 vanaf Gare Du Nord en lekker slenteren door Saint-Germain-des-Prés. Ik ruik de muffe geur en hoor de duffe toeter van de metrodeuren. Heerlijk! Toch weer eens heengaan, maar niet voor trendy schoenen.

    Ik begaf me soms in het labyrint voor de boodschappen, de Epicerie, uitgestrekt over de sous-sol, gangetjes, hoekjes, weer terugkomen op hetzelfde punt en de sortie niet kunnen vinden, zelfs niet als de local die ik toen was, en meer slenteren dan kopen. Je gaat niet met een volle boodschappentas de metro en RER in.

    Maar als je dat Australische merk toch al online aan het shoppen bent dan laat je het in deze tijd gewoon thuisbezorgen. Dus! Snobikje van het zuiverste water.

  15. Godzijdank

    In de Thomaskirche in Leipzig hangen kaartjes waar mensen hun gebeden of dankzeggingen op kunnen schrijven. Mijn oog valt op een kaartje dat in een houterig kinderhandschrift en met dito spelling in één eenvoudige zin invulling geeft aan een godsgeloof te midden van een klimatologische omwenteling: ‘Danke Got das es regnet’.

    Hilde Kugel

  16. Dat noemen we hineininterpretieren. Misschien was het wel gewoon een boerenkindje. Of niet eens een kind. Gewoon blij met regen voor het land.

Ik vind er dit van: