Dat zijn geen takkies (445)

Over ikjes en Henk Krol

Uitgespeeld, meisje! Die daggoes zijn aan het planken, ik zeg ‘t je, gast! En wat ga jij volgend jaar doen? Uw aansluitpunt is actief! Dat ga ik nu eens lezen! Doe mij maar lekker een flinke schietpartij op straat! Er wordt wat afgeschreeuwd in Nederland. Dit was nog maar een kleine greep. De uitroepen stonden in de NRC van vorige week en ze worden hieronder besproken door het ikjespanel. Lees maar gauw verder en … doe ook mee!

Ze levert een kinderbedje in

Een corpulente heer op een mannenfiets fietst door het kringloopcentrum. Hij zoekt naar hulpeloze meisjes, vrouwen en dames die hij helpen kan met het tillen van dit en het slepen van dat. Wat een leuke man! Hopla, daar ziet hij een oudere vrouw lopen. Ze levert een kinderbedje in, een traphekje en een paar speelgoedberen. Haar kleinkinderen zijn er te oud voor. Maar wat die zwaarlijvige mannenman op die opafiets naar haar roept? “Uitgespeeld meisje!” Hi. La. Risch. En zo onbeschoft dat dit vrijwel zeker in of rond Amsterdam gespeeld moet hebben. Willemien Mekenkamp tekende het voorval voor ons op en zag het in de krant terug. Volgens de waarnemend voorzitter van het ikjespanel, Bertie, was de man in een lollige bui en een slijmbal. Dat dus. Helemaal goed! En weer een uitroepteken gescoord.

“„Hey bro’s, kijk dan, twee takkies!”

T. Westermann, Tjeerd of Tibbe voor zijn vrienden, sjokt achter drie jochies van een jaar of twaalf aan. Want ja, waarom zou je ze inhalen. Je hebt zo een mes in je rug. Aan de overkant van de straat staan twee trillende teckeltjes. De kleinste van de drie jochies wijst ernaar en roept: “„Hey bro’s, kijk dan, twee takkies!” De tweede jongen zegt dat de determinatie niet correct is. Het jochie wordt dan natuurlijk boos, want zo zijn ze wel, spreek ze niet tegen die kereltjes. En uiteindelijk, nadat er een hele oploop is ontstaan, politie erbij, afzetlinten, dranghekken, traumahelikopter alvast omdat je nooit kunt weten, uiteindelijk sust de derde jongen de zaak: “Dat zijn geen takkies, die daggoes (honden) zijn gewoon aan het planken, ik zeg ’t je gast.”

Jaja, ook deze is Hi. La. Risch en om te lachen. Dat jullie niet denken dat er alleen maar saaie sombere stukken in de krant staan. Het is even zoeken, maar dan ga je ook helemaal uit je plaat van de pret.

Foto door Los Muertos Crew op Pexels.com

Zo kwam de 19-jarige kleinzoon van Annelize van Dijk bijvoorbeeld bij oma eten. Ook zo lachen. Met zijn nieuwe vriendin, die een jaar jonger is, dus zo ongeveer 18 jaar schat ik. Belangrijk om te vermelden: ze heeft net haar VWO-diploma gehaald, dus ze is een echte bolleboos. Ze kletsen wat met het oude besje, wat ze dit jaar gaan doen en volgend jaar, je kent dat wel. Dan verrast de meid de oma met een welgemeend: “En jij? Wat ga jij volgend jaar doen?”

lekker thuisblijven, mantelzorgertjes erbij

Dat Annelize hier zo verbaasd over is dat ze het opschrijft en opstuurt en zich in haar koffie verslikt betekent dat ze zichzelf eigenlijk al afgeschreven had. Zij is klaar. Zij doet geen dingen meer. Ze wacht op het einde. En dat mag en kan, zeker tegenwoordig, lekker thuisblijven, mantelzorgertjes erbij, lekker goedkoop. Kunnen de miljarden naar die arme mensen van het bedrijfsleven en naar de boeren.

Ruud Janssens kreeg een bericht van zijn provider. Zijn aansluitpunt is nu actief, stond erin, en de storing was verholpen. Nou, dat was hij dus niet! De provider stuurt tientallen monteurs, en nog wel dezelfde week. Maar Ruud staat ze uit te vloeken, geeft ze geen koffie en schrijft zure stukjes en vlammende protestmails naar Koning Klant en mr. Frank Visser. “Glasvezel, uw snelle supersnelle verbinding” geeft hij als uitsmijter alvast aan de voice-over mee. Want ja, glasvezel is iets snels, dus als dat kapot is moet het ook snel gerepareerd zijn. Net zoals een auto ook sneller gemaakt moet worden dan een fiets. En een speedboot die aan het zinken is sneller gered moet worden dan zo’n langzame rondvaartboot in de Amsterdamse grachten. Ik weet niet wat voor werk Ruud doet, maar laten we hopen dat hij wel elk probleem meteen oplost.

„Dat ga ik nu eens lezen”, zegt Krol

Monique in ‘t Veld was op ‘t station. Daar staat een ouwe nicht naar haar te wuiven met een vijfeurobiljet. Nee, het is niet wat jullie nu denken, viespeukjes dat jullie me d’r eentje van mij zijn. Het is namelijk Henk Krol, de pensioenenmeneer die nu met die enge Van Haga een eng partijtje wat groter gaat maken. Terwijl Henk eigenlijk een doodgoeie vent is. Of Monique voor die vijf gulden even een Story voor hem wil kopen bij de kiosk. Hij kan zelf niet door de poortjes met zijn dikke reet. „Het laatste wat ik ergens over je gelezen heb, is dat je terugkeert naar de politiek. Is dat zo?” vraagt Monique, want ja, ze voelt dat hier een nieuwswaardig item in de lucht hangt. „Dat ga ik nu eens lezen”, zegt Krol. Hartelijk. Want zo is die man. Charmant, vriendelijk en opgeruimd. Jammer dat die B&B niet liep, daar was hij echt veel meer in zijn element dan in Den Haag en bij VI.

Joke, een soort van vliegende keep van het ikjespanel, soms is ze er maar meestal is ze er niet, schreef naar aanleiding van dit voorval: “Toen poepten ze op de ramen en werd het donker”. Ze schreef dit om een uur of vijf in de middag, dus de sherry kan al op tafel gestaan hebben in huize Jokezelf.

Hij vindt het heel spannend

En oh, wat missen we met zijn allen Mieke Kerkhof en de verhalen uit de verloskamer. Ene Silvia van Esdonk bleek zich al warm te lopen om Mieke ooit te vervangen. Ze is verpleegkundige op de verloskamer, want ja, je moet ergens beginnen. Meteen die baby uit die vrouwen trekken, da’s andere koek. Daar moet je wat ervaringsuurtjes voor opbouwen. Tijdens een bevalling ziet ze de aanstaande vader wit wegtrekken. Hij vindt het heel spannend en zij spreekt hem moed in. Hij blijkt in het dagelijkse leven, als hij niet met zijn vrouw in de verloskamer een ikje zit mee te maken, politieagent te zijn. „Doe mij maar lekker een flinke schietpartij op straat in plaats van zo’n bevalling hier.” zucht hij en valt dan met een gigantische dreun flauw. Het ziekenhuis trilde nog heel lang op zijn grondvesten en daarmee werd de ikjesweek wel heel abrupt afgesloten. Dat heb je weleens. Vandaag breekt er weer een nieuwe ikjesweek aan. Kijk maar in het reactieveld hieronder. De ikjes zullen zich aaneenrijgen tot het fraaie weekoverzicht dat volgende week verschijnt. Geniet ervan, zolang het nog kan.

Wil jij net als Bertie, Joke en andere reageerders kans maken om in het volgende weekoverzicht voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je plezier hebben met lezers die voor je het weet goede kennissen van je kunnen worden? Misschien wil je een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst van lezers van deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Of stuur zelf een ikje in. Of scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Of voor een ander aangenaam dingetje dat je hier op de site doet. Viltjes zat. Maar voel je je te goed voor zo’n viltje? Helemaal prima, dan laat je dat – liefst discreet – even weten en dan gaat dat viltje naar iemand die het wel weet te waarderen. 

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren, aangenaam!

Reacties zijn welkom via het reactieveld, het contactformulier of een email naar bas@basvanvuren.org

Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. 

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik was weer eens aan het winkelen geweest. Ditmaal bij de Jumbo, want ik wissel ze een beetje af, die supermarkten. Zodat ze scherp blijven. Ik zag tijdens het doen van de dagelijkse boodschappen ineens een drinkbakje voor honden. Niet dat ik die heb, honden, drinkbakjes ook niet, maar dat was het dus: er komt weleens een teckel op bezoek en die heeft dan geen drinkbakje. Slobbert luidruchtig uit een random schaaltje uit de kast. Niet prettig. Want daar eet ik dan later in de week mijn Brinta weer uit. Dat gaat dus nu niet meer gebeuren en nee, zo kippig ben ik ’s ochtends niet, dat ik inene uit dit vrolijke bakje mijn graanontbijt ga eten. Ook deze week – ik voel het gewoon – ga ik weer iets interessants meemaken. Jullie ook? Laat je belevenissen achter in de reacties op dit blog. Hoeft niet literair. Foto: “Bakje voor het hondje” © 2023 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

24 gedachten over “Dat zijn geen takkies (445)”

  1. Stressen

    Het begint met midden in de nacht wakker worden. Gevolgd door pogingen hier niet over te stressen. Ik val zo wel in slaap. Gebeurt dit niet: onrust. Maar dat mag niet, want dan val ik zeker niet meer in slaap. Dan: berusting. Oké. Dan slaap ik maar niet. Hierna: verveling. Hoelang moet ik nog voor het ochtend is? Soms val ik dan alsnog slaap. In andere gevallen sta ik dan maar op. Zoals vanochtend. Toch mooi een rondje Vondelpark gerend voordat de stad wakker werd. Ook niet ongelukkig, eigenlijk.

    Anke Kampschreur

  2. Toch niet

    Ik loop langs een speelveldje waar twee meisjes van ongeveer tien jaar aan het vliegeren zijn. Een jongen van dezelfde leeftijd komt aan op een fiets, ze kennen elkaar. Eén van de meisjes roept naar hem: „We gaan toch niet op vakantie.” Hij: „Waarom niet?” Zij: „Mijn oma gaat dit weekend dood.”

    Gerdien Averink

  3. Ja, da’s uit het leven gegrepen en heel zielig voor het meisje. Oma’s gaan helaas op een gegeven moment dood. Opa’s ook.

    En dan heb je alleen de herinneringen en de foto’s nog. Ik zat zelf gisteravond een stuk of acht dozen met fotoalbums van zo’n dode opa door te nemen, te rangschikken, sorteren, op volgorde te leggen. Met een mengeling van droefenis en geluk, want man, wat was het leven toch zorgeloos in die zwartwit tijd. Maar we wisten dat toen niet. Verjaardagen, vakanties en Sinterklaasavondjes werden pratend met elkaar doorgebracht!

    Onze kleinkinderen zullen onze herinneringen moeten missen, want die kunnen dan niet bij onze Google foto’s account, kunnen geen floppy disk inlezen, zien fatal errors bij het openen van de externe harddisk, hebben geen Facebook meer. En hier moet dan een wijs troostend slotzinnetje komen.

    Koffie!

  4. Oorspronkelijk

    Met collega’s die ik nog niet eerder ontmoet heb, zit ik tijdens de lunchpauze aan tafel. „Wat ben jij nou oorspronkelijk?” vraagt een van de dames me. Als persoon van kleur krijg ik deze vraag maar al te vaak, en ik stel hem niet op prijs. Ik besluit er deze keer wat van te zeggen. „Mevrouw, ik ben geboren en getogen in Leiderdorp!” antwoord ik ferm. „Nee, ik bedoel je beroep.”

    Kambiz Nasseri

  5. Het collegaatje redt er zich handig uit. Natuurlijk vraag je niet naar iemands beroep als je vraagt wat hij “oorspronkelijk” is. Maar Kambiz is de Nederlandse taal misschien niet 100% machtig? Dat “ferm” is dan weer wel mooi gevonden. Hij moet zeker blijven schrijven. En misschien ietsje minder gevoelig reageren.

    Vragen naar iemands achtergrond (waar is hij of zij geboren, waar komen zijn ouders en grootouders vandaan) is een heel normale belangstellende vraag, net zoals je ook kunt vragen of iemand oorspronkelijk uit Friesland of Limburg komt. In een taxi in het buitenland is je afkomst doorgaans de eerste vraag van de taxichauffeur die zich naar je omdraait, het is een vraag om het ijs te breken. Een eerste stapje naar een kennismaking, zeker in het geval van die collega’s. Ook de in het Frans stamelende expat in Frankrijk of Zwitserland moet de vraag tientallen malen beantwoorden. En is niet beledigd toch dat hij moet onthullen dat hij oorspronkelijk uit Nederland komt? Waarom je afkomst verloochenen?

    Het wokisme ziet er iets racistisch in, dat er volgens mij vrijwel nooit achter zit. Racisme is onderscheid maken op basis van ras, net als seksisme discrimineert op geslacht. Alle Marokkanen doen dit, Italianen zijn zus en neem nooit een Filippijnse schoonmaakster. Dat is discriminatie en daar moet ieder weldenkend mens tegen in opstand komen.

    Maar racisme en seksisme en discriminatie is niet het vragen en benoemen van welke geboorteplaats, welk geslacht iemand heeft. Die verschillen zijn nou juist zo leuk! Net zoals de een van puur en de ander van melk houdt. De een houdt van sport en de ander rijdt liever rondjes in een auto. We zijn gelukkig allemaal anders!

  6. Ik

    De eerste schooldag is nog geen twee uur onderweg. Kinderen in groep 3 beginnen te leren lezen met het woordje ‘ik’. Ze mogen in een spiegeltje kijken en de vraag stellen: „Wie ben ik en waar houd ik van?” Eén leerling kijkt vol passie in de spiegel en prevelt met uithaal: „Ik houd van mijn mama – en ik mis haar zó!’

    Lianne Medema

  7. Jaja, actueel, heeft verder natuurlijk niets om het lijf. Niet origineel. Geen aparte gezichtshoek. Had ook in de Margriet gekund. Niet literair. Hard. Maar dit is mijn oordeel en daar moet Lianne het maar mee doen.

    Tip: maak de lezer duidelijk wie jezelf bent. Ik neem aan de lerares, maar we zitten niet in jouw hoofd. Daarmee wordt het een afstandelijke beschrijving van wat er gebeurde. En is het dus geen goede Ik, zoals de bedenkers hem ooit hebben bedoeld.

    Oh, wat mis ik die bedenkers, die pioniers, die passie, die liefde voor het vak. Toen was het ikje nog geen bladvulling, toen was het ikje een experiment, kunst, verheffing van het volk.

    Koffie!

  8. Gezakt

    De vader van een meisje dat op een tiende punt is gezakt voor haar eindexamen heeft de school voor de rechter gedaagd. Ik zakte destijds ook, met hetzelfde nipte verschil. Op een eerbaar gymnasium, waar nog nooit iemand was gezakt. Mijn vader spande destijds geen rechtszaak aan. Nadat de school had gebeld bulderde hij door het huis: „Klootzak, je bent gezakt!” En zo was het.

    Evert-Jan Mulder

  9. Opnieuw is het raden naar de rol van de verteller. Is Evert-Jan de rechter zelve? De schooldirecteur? De bode? Een plaatselijke roddeljournalist? Het zou het ikje een stuk beter maken, evenals een alternatieve beginzin. De vader van een meisje … ik moet dan al hard schakelen, hoor. En dat op de vroege morgen.

    Koffie!

  10. Tja, en ik ben er nog altijd niet uit!! Misschien heeft de man het wel in de krant gelezen. Maar dan vind ik het geen ikje. Een eigen meegemaakte anekdote van de dag, dat was de bedoeling.

  11. Geen probleem

    Ik heb in het ziekenhuis een vervelende ingreep ondergaan. Met een verpleegkundige ga ik een controlefoto maken. Onderweg in de lift ga ik bijna tegen de vlakte. Ga met moeite op de grond zitten terwijl de verpleegkundige achter me zit, me steunt en instructies geeft. De liftdeur gaat open, ik kijk omhoog, er willen twee mensen instappen. „Mevrouw is even onwel geworden”, zegt de verpleegster tegen hen. „Geen probleem, fijne dag!” antwoorden ze opgewekt, en lopen naar de andere lift.

    Tanja Hulswit

Ik vind er dit van: