“Nou juf, ik vond het een kakdag, ik dacht heel de tijd: WAT ALS ER THUIS OOK GEEN WIFI IS?” Corine Marsé is invalskracht bij groep 4 en kan het digibord niet gebruiken. “Het gevoel van de autoloze zondag overspoelt me. Rolschaatsen op de snelweg …” Nou, en toen was de anekdote al weer voorbij. Corine had misschien graag schrijfster willen worden, in plaats van invalskracht. Da’s dus goed afgelopen.
Het is wel een lekker dingetje
Het hoogbejaarde reageerderspubliek hier op de site leerde door dit ikje, want dat was het, wel het fenomeen “digibord” kennen. “Lijkt me wel handig”, typte de alleroudste knar, Ad Hok, beverig met zijn dikke vingers op zijn grote-lettertoetsenbord. “Niet meer dat vreselijke geluid van een krijtje dat piept op een schoolbord.” Ik moet zeggen, ik kende het ook niet, maar het is wel een lekker dingetje, hoor, zo’n smartbord, kijk maar:
Ook een lekker dingetje, maar dan heel anders, was Martine Bijl natuurlijk. Een vakvrouw en keileuk mensenmens, ons helaas te vroeg ontvallen. Veuls te vroeg de oven in, zou je bijna oneerbiedig willen grappen. Doen we niet. Mal mens. Lief mens. De groenten van Hak, Wie van de drie, Heel Holland Bakt … een hoop dingen die ons leven hebben opgefleurd. Ze is voor altijd in ons hart. Nou ja, da’s ook weer overdreven. Maar regelmatig nog, denk ik zo.
De keuze aan eerbetonen was groot. Ik laat er eentje zien, ons aangereikt door Ilona, voor de rest lekker googelen, zou ik zeggen, er was ook een pracht van een documentaire van Omroep Max, zie NPO.dinges.
Ok dan, deze is een eerbetoon aan twee grote kanjers in ene keer, prettig ook wel dat zo’n sketch toen nog gewoon 12 minuten mocht duren.
Klare taal vertelde dat ze Martines boek, Rinkel de Kink, onlangs kocht en in één adem uit had gelezen. “Zij beschrijft daarin de periode na haar hersenbloeding, haar taalvermogen bleef onaangetast. Feilloos, eerlijk met veel zelfspot en ironie praat ze over haar herstel ook over de therapie en welzijnsjargon. Jammer dat dit de laatste herinnering is.”
Ze hadden talenten die ik ook wilde
En Jokezelf vertelde dat ze vroeger, toen ze nog een “piepjong jokezelfje was” graag Martine Bijl wilde worden, “of Annie M.G., dat was ook goed, of Adèle Bloemendaal. Moordwijven vond ik ze; ze hadden talenten die ik ook wilde. Helaas, ik ben mezelf gebleven. Maar ik leef nog, dat dan weer wel.”
Maar we hadden het over de ikjes. De ouders van Hans Groeneveld waren 55 jaar getrouwd en ze gaan met de hele familie naar Putten, op de Veluwe: „Kijk”, zegt mijn vrouw onschuldig, waarbij ze zich verspreekt. „Ze hebben hier ook een Dominee’s Pizza.”
Geweldig gewoon, vooral dat “waarbij ze zich verspreekt”, wat een schrijver is die Hans, zelden werd de lachloopplank duidelijker uitgelegd. Lummel was minder enthousiast, bij hem zakte zelfs zijn broek af: “Wat een bagger”. Zo zie je maar weer.
Ik had een woordgrapje in petto, maar was daarbij zo indirect dat niemand hem in de gaten had. Of juist wel natuurlijk. “Nog een gelukkie dat er geen Pizzahut in Putten is. Als je je daarbij verspreekt, dan zijn de rapen gaar, ” schreef ik en legde de gnuifloopplank uit. Er liep niemand overheen.
De groetjes van Pawi
Pawi was heeeeeel eventjes op de site, want geen bereik, beltegoed op en batterij leeg. “Groetjes!” zei ze ergens vandaan.
Carolien Macaré praatte met haar elfjarige zoon over de betekenis van een “hot woman”. Ze kwamen er niet helemaal uit. Het zoontje dacht aan een weervrouw en was daarbij best wel warm.
Kakschool. Kakwijf.
En een andere huttemetut – ene Carolien Bensdurp – schreef in de NRC over het Gooi (spreek uit: Geui), waar de school de CITO Entreetoets uitstelde vanwege de jetlag van de kinderen. Kakschool. Kakwijf. Het commentaar was kernachtig te noemen. En de persiflages op haar ikje buitelden natuurlijk over de site. Die van Lummel was leuk, die van Ad Hok was nog net een tikkie leuker:
Mededeling:
De Cito Entreetoets, die na de meivakantie gepland was, is tot nader order uitgesteld vanwege de jetlag van veel scholieren.
Direktie, School in ’t Gooi
Opgave: verwerk de bovenstaande mededeling tot een zgn. ikje. Bonuspunten zijn te verdienen voor het gebruik van de woorden Mini en integratie, en voor het geplaatst krijgen in de NRC.
En opnieuw was het ikje een aanleiding tot bijspijkeren van ons verouderende lezerspubliek. Dit is alles wat je wilt weten over de Cito Entreetoets:
Ik zelf bekende dat ik in een ver verleden bij de presentatie van de uitslag van de CITO-toets op het podium van het plaatselijke theater moest verschijnen. Wat bleek? Ik was de beste van een cohort van 100.000 leerlingen uit gans Nederland. Omdat ik toen ook nog een bril en geelzwart geblokte spencer droeg was de ellende natuurlijk niet te overzien. Nee, mijn lagere-schooltijd was niet altijd prettig.
De buren in mijn latere bloggersleven
De leraar Nederlands die mij op de middelbare school regelmatig uitnodigde om opstellen voor de klas voor te lezen en mij daarbij gelukzalig hijgend met Godfried Bomans vergeleek, maakte het er voor mij ook later niet beter op. De jaloezie van mijn klasgenootjes toen is alleen te vergelijken met die van de buren in mijn latere bloggersleven.
“Maar nu ga ik weer wat anders doen”, schreef ik na deze bekentenissen. “Stille hoekjes om in te wenen vind je tegenwoordig nauwelijks meer.”
“Net op dit punt aangekomen …”
“Net op dit punt aangekomen …”, schreef Timmerark toen. En geloof het of niet, maar tegen beter weten in dacht ik dat hij dit keer echt iets gelezen had alvorens te reageren. Misschien wilde hij wel iets aardigs opmerken, in plaats van de gelegenheid aangrijpen om weer over zichzelf te beginnen.

“Net op dit punt aangekomen”, schreef Timmerark dus, “laat de pup een erg gore scheet. Hij heeft gewoon vieze scheten, vrolijk ogende maar lang nadonderende stinkerds en deze eigen scheet eerst die langs je heen walmt en dan via een muur terugkomt en net onder je neus een plaatsje op een denkbeeldig wolkje vindt.”
Hij vroeg vervolgens waar het woord “ikje” eigenlijk vandaan komt. Ik antwoordde minzaam en to the point. In feite was het goed. Het leidde mij af van mijn verdriet.
“Beste Timmer”, schreef ik, “vroeger gingen de ikjes over de inzender zelve. Lezersanekdotes. De lezer schreef over zichzelf als grappig tegenwicht tegen het toenmalige afstandelijke geschrijf van journalisten over de wereld. Nu dus volkomen maar dan ook totaal achterhaald eigenlijk. Het blijft echter uit luiheid een beetje bestaan, zij het zonder liefde, zonder zorg.”
Lummel legde hem vervolgens op zijn verzoek ook nog uit wat het “schompetanus” is, een ziekte waaraan de hier in ongenade gevallen reagluurder D. leed:
“Schompetanus is een informele benaming voor een aantal acute psychische symptomen die optreden bij mensen die eerder geen klachten hadden. Deze symptomen kunnen uiteenlopen van het met de oogballen rollen, hevig zweten en stinkende winden laten. of obsessief gedrag zoals commentaar leveren en scheldwoorden verzinnen. Soms kan zelfs een kortdurende psychose optreden waarbij de schompetanerd zijn gelijk tegen wil en dank probeert te krijgen (…) Omdat het schompetanus als een « maladie orpheline » beschouwd wordt en er geen geld beschikbaar is omde schompetanerds psychisch bij te staan zal het syndroom verhevigen. Hij eindigt zijn internetcarrière waarschijnlijk schuimbekkend op GeenStijl.”
Op Pinksterenmaandag verscheen er in de krant geen enkel ikje. Maar Lummel haalde er een uit de oude doos die er wezen mocht. Geen ikje, maar, aldus Hok, een Hijtje, en krek, dat was het:
Vlammetjes
Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
Handelingen 2:3-4
Helemaal niet onaardig, en mooi beknopt opgeschreven, die Handelingen die komt er wel, wat ik jullie brom. Heden ten dage zou dit verhaal het “feest van de vurige tongen” heten, wist Bertie. Of van het “vurig tongen”, zo kwam Lummel daar dan weer overheen. En toen was de ikjesweek alweer over, wat gaat het toch soms snel.
Wil jij net als Lummel en andere reageerders kans maken om in het volgende intro voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je gein maken met onbekenden die voor je het weet je vrienden zijn? Misschien wil je een uitnodiging voor een gezellige bijeenkomst van alle auteurs en reageerders op deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?
Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is.
Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan ergens verstopt in of op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Stuur zelf een ikje in. Scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je wint een zwaarverguld lepeltje als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Lepeltjes zat.
Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Vooral ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Reacties zijn welkom via het reactieveld, of via het contactformulier hier, of via een email naar bas.vanvuren@gmail.com.
Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. Wij doen dan hier onze dingetjes en jij doet de jouwe daar.
De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de featured image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik liep in het Pinksterweekend weer eens in het bos te wandelen. Man, wat zag ik veel en wat maakte ik sfeervolle foto’s. Maar soms was ik te laat. Zoals toen er een groepje figuren aan kwam lopen, alsof het een film van Alex van Warmerdam was. Met paarden, een pony, eigenaardige geklede volwassenen en kinderen. Ze zeiden nog vriendelijk gedag ook. Ik was te verbouwereerd om te fotograferen. Totdat het te laat was.
Foto: “Apart groepje in het bos” © 2019 Bas van Vuren
Kort maar krachtig.
The day after de heilige geest.
Jaja, he was mij al duidelijk geworden Bas, dat jij noch anderen door had dat mijn stukje over scheten niet over mij noch over mijn hond ging maar…ja, die spiegel bleek waarschijnlijk gebarsten.
Niet voor het eerst hoor dat subtiele parels worden weggezet als eigen poep eerst, wat best vies is, net als jezelf beveren, een veer inbrengen in de eigen poeperd. Ook beetje bah.
Goed, we gaan weer eens, tot over pak hem beet een maand of acht.
Huh? Waar ging dat stukje dan over? Oh, dan zal het wel een metafoor over Baudet, Wilders of Trump geweest zijn? Of Mila dinges van de Volkskrant?
Anyway, als ik mezelf 8 maanden zou verbannen elke keer als een grapje niet wordt begrepen, dan zou deze site er maar verlaten bijliggen 😀 😀 😀
Een “subtiele parel” noemt de schrijver het nog wel, en dan heeft hij het over zijn eigen werk. ’t Is alsof je Ilja Pfeijffer hoort, maar dan in het kwadraat. Koddig.
We zien je dan rond 11 februari 2020 wel, bij leven en welzijn. Hondje is dan groot en misschien al weer terug in het asiel. En misschien hebben we dan een Elfstedentocht, Verkiezingen, een Nexit, China en USA aan het matten, de Grote Megastorm, of een wereldwijde pinstoring. Da’s het mooie van de toekomst, je weet het gewoon niet.
Mooi Bas prachtig intro passend bij het fraaie : Op een mooie Pinksterdag tekst Annie M.G , gezongen door Leen Jongewaard en Andre van de(n) Heuvel.
Veel mooier kun je het niet hebben.
Verder Hora ruit tempus fugit dat blijft maar doordreunen en er is geen ontkomen aan.
Daarom vooruit maar weer vol vertrouwen.
Dank je, Klare taal, ja, het weer was niet om over naar huis te schrijven gisteren, daarom bleef ik maar binnen.
Villa
Een vriendelijke oude dame vraagt me of ik hier bekend ben. Ze laat me een briefje zien, waarop in een keurig ouderwets handschrift ‘Villa Mony’ en een adres geschreven staan. De naam zegt me niets, het adres is dat van de straat waarin we ons bevinden. „Het is iets met muziekuitvoeringen en zo.”
Het kwartje valt. Ik draai me om en wijs haar op de gevel van het gebouw achter ons, waar twee banieren aan hangen met in koeienletters Philharmonie erop.
Nico Groen
Ja, dat kan toch, dat je het als oud vrouwtje verkeerd verstaat? Gelukkig kwam het goed.
Onwel
Tijdens het ontbijt in een hotel aan de rand van de Veluwe wordt een man onwel. Hij hangt op een vreemde manier over zijn tafel. Mijn op dit soort situaties getrainde echtgenote belt 112.
Ik kijk wat ik kan betekenen en leg meneer samen met iemand anders in afwachting van medische hulp in de stabiele zijligging. Hij komt weer bij en spreekt liggend met de centralist via de telefoon die mijn echtgenote hem aanreikt. Het ontbijt kan worden voortgezet, maar ik was eerst mijn handen.
Als ik rustig de eetzaal weer binnenloop, snelt een vrouw op mij af en zegt op samenzweerderige toon: „Blijf vooral rustig, maar er is hier net iemand onwel geworden.”
Ron Tenge
Goed hoor, dat een op dit soort situaties getrainde echtgenote 112 kan bellen. Stel dat ze 113 zou bellen. Of 123. Dat komt heel nauw. Daar zullen heel wat trainingsuurtjes in zijn gaan zitten.
Waarom schrijven ze altijd van die zouteloze stukje over hun meemaaksels?
Hun meemaaksels! 🤣😂😂
Verbeter het dan.
Nee ik vind het prachtig gevonden!
Aan de rand van de Veluwe … wat voegt dit toe, vraag ik jou af.
Het is weer eenvoorbeeld van:
Maakt u wel eens iets mee meneer? Nee, ik maak nooit iets mee.ik zal u daar één voorbeeld van geven
Aan de rand van de Veluwe, dat enge net-echte-bos, viel een man. Bijna dood.
De schrik was met geen pen te beschrijven…
☻☻
Dit heeft niets met dit intro te maken, hoewel, toch wel een beetje, want ik kan verdorie nergens – en ook hier niet – gewoon liken. Voor elke kleine reactie moet ik me telkens opnieuw inloggen met wachtwoord via de telefoon en alles. Gek word ik ervan. Ik ben -uitgebreid betalend- lid van Worstpress, en dan plagen ze me zo. Ook zoiets; als Bertie (die we toch wel een mega reageer-ster mogen noemen, ook al is dat geen echt woord) iets wil opmerken op een van mijn blogs, kan dat nooit meteen; ik moet iedere keer toestemming geven dat het goed is dat ze op mijn schrijfsels reageert. Terwijl ik heb ingesteld dat iedereen die al een keer heeft gereageerd elke volgende keer gewoon iets mag plaatsen. En bij anderen gebeurt dat ook gewoon zo. Ik kom er maar niet achter wat er fout gaat. En nu ga ik stil zitten wenen in een hoekje. Kom ik later wel weer terug om echt te reageren op deze intro. Sorry voor deze uitbarsting van mijn bejaarde knuistjes op de vroege donderdagmorgen, maar het moest er even uit.
Joke, ik begrijp je verdriet.😥
Met liken heb ik geen moeite, ook niet met tablet, maar waarom je mij telkens moet modereren weet ik niet.
W10 komt met de ene na de andere update, firefox ook en ik laat ze hun gang gaan.
Ik weet niet wat ik er aan kan doen.
Troost je, heb ik ook. Ik kan bijvoorbeeld bij Bertie vrijwel nooit liken. En bij jou ook niet. En dan gaat het ineens weer wel. Welcome to WordPress! Maar het kan altijd nog erger, hoe heette het ook al weer, blogger?
Je kunt er niets aan doen. Punt.
Ik kan helemaal niemand liken , eigenlijk vind ik dat helemaal niet erg want ik vind het meer een onzin dingetje, zo een bedachte noodzaak in het leven geroepen door internet c.s.
Geeft niks, Klaartje! Ik voel je likes …. snif ….
Buitenspelen
Mijn dochter leest haar zoon voor uit de krant en citeert uit een artikel dat kinderen van hoog opgeleide ouders niet veel meer buiten spelen. Ze vraagt hem: „Maar jij speelde tot voor kort toch wel heel veel buiten?” Waarop de puberzoon antwoordt: „Ja, maar toen wist ik nog niet dat jullie hoog opgeleid zijn.”
Toine Zwitserlood
Ja hij is best grappig die zoon 🤣🤣
Tsja een mooie dagsluiter, Dominee Gremdaat zou het niet beter kunnen.
Bonne Nuit.
De zoon is zeker rappig, vooral gegeven het feit dattie opgevoed is door een stelletje hoogopgeleiden.
Soort
Tijdens een boswandeling met familie door Limburg beklimmen we een aantal uitkijkhutten op zoek naar wild. Na een uitgebreide uitleg over vroeg opstaan, windrichting, boswachters en jagers volgt de onvermijdelijke vraag van de zesjarige: waarom schieten jagers dieren dood?
Voorzichtig leg ik uit dat te veel dieren van één soort niet goed is voor de natuur en dat jagers daarom soms sommige dieren doodschieten. Na een korte stilte volgt een overpeinzing: „En wat doen ze dan als er te veel mensen zijn?”
Thomas van der Schoor
Normale vraag voor zo’n jochie. Werd er nog een origineel, hilarisch of tot nadenken stemmend antwoord gegeven? Dan zou het als ikje naar de NRC gestuurd kunnen worden en best een goeie kans maken op publicatie.
Dokter, als Thomas aandacht nodig heeft gaat hij verhalen verzinnen. Dat vonden we wel leuk toenie klein was. Maar nu stuurt hij die verhalen op naar de krant. Wat moeten we doen? Wat zegt U? Schrijver worden? Maar hij kan helemaal niet schrijven.
Het enige juiste antwoord zou zijn: jagers zijn er om te schieten, hoe wreed en cru dit antwoord dan ook moge zijn.
Verdere morele overpeinzingen worden aan de ouders overgelaten om de tere kinderziel te niet te kwetsen.
De sprookjes van Grimm voorlezen zou ook kunnen bijdragen aan een verheldering van het een en ander.