Nieuwe koeien, nieuwe weilanden (413)

Over ikjes en nikjes

Een broek. Een merel. Een dochter van vijf. Een zucht. Een afdruiprek. En een zoon van zes. Je zult er maar last van hebben. NRC-lezers schreven er vorige week over in de ikjesrubriek. Lees gauw verder waar het allemaal over ging en wat we er van vonden.

Het ikje over de broek kwam van Jacqueline Ketelaar. U kent haar wel. Ze maakt vaak mooie ritjes met paard en wagen. Zo ook deze keer. Na gedane zaken was ze met een goede vriend bezig hun grote Fries uit te spannen. We weten dat je hierbij de “broek” gelijkzijdig aan beide zijden van het paard los moet maken. Maar toen Jacqueline aan haar vriend vroeg of hij de broek al uit had, antwoordde die quasi-geschokt: “Echt, hier, nu, op de oprit?” Leuk toch? Er zijn mensen die er alleen al voor de humor regelmatig met paard en wagen op uitgaan.

Lees verder “Nieuwe koeien, nieuwe weilanden (413)”

DSR is geweldig. Al jaren. Punt. (371)

Over DSR en alleen maar DSR

De clou waarvan je bij de titel al wist da tie zou komen -zucht-. Jaren geleden eens onder het gehoor bij een Hervormde dominee die preekte over het thema ‘Neem even de tijd!’, een kreet waarmee hij zijn betoog afsloot als een paukenslag. Bij het koffiedrinken na afloop was dominee echter niet te bekennen. Wegstuivend in zijn Fiat Pandaatje had hij tegen de ouderling geroepen dat ie geen tijd had….”

Eea speelt zich af in het ‘VU medisch centrum’, da’s in Amsterdam. We mogen dan ook niet verbaast zijn dat de humor weer op straat ligt, en dat door de achterkleindochter van ‘meneer Sonneberrug’.

We hadden in het dorp een man met dezelfde achternaam als de inzender. En als ie zeurde, zeiden de mensen ‘Peer ik of peer jij?’. Dat is bij deze ook mijn vraag. De gedachten van Rob de Nijs over krijgsgeweld kunnen we beluisteren in het lied ‘Jan Klaassen’.

In reformeerde kringen wordt gedweept met het werkje ‘Van de boze koster’ van W.G. van der Hulst Vooral de suikerballetjes die iedereen kreeg toen alles weer goed was gekomen, zijn me bijgebleven. “Beter bibberen in een KOUDE kerk op aarde maar de WAARHEID bedient krijgen…… dan d’r warmpjes bijzitten een ROOMSE tabernakel, om TEN DODE onderwezen te worden, die EEUWIGE ondergang tegemoet!”, ik zou het ze kunnen horen zeggen.

Het is de inzender van harte gegund dat de beller op haar kruipt in plaats van het hondebeest.

Faffie lijkt me een mooie term om vrouwelijke wappies aan te duiden.”

Lees verder “DSR is geweldig. Al jaren. Punt. (371)”

Tieten om van te smullen (252)

Over een nieuw kookblog, mannenpakken, zeilbootjes en bitterballen

Lummel beloofde een paar weken geleden dat hij “binnenkort” een recept met parelhoen en vergeten groenten op zijn blog ging zetten. Hij dacht erover om “tieten” in de titel te gebruiken, dit vanwege het grote succes van het vorige intro op dit blog. Of we suggesties hadden? Ondanks prima suggesties – waarvan wij “Tieten om van te smullen” de leukste vonden – is het recept nog altijd niet gepubliceerd. Maar wat niet is kan nog komen. De lange Kerstvakantie komt er weer aan. Intussen is het, althans volgens kenner Ad Hok goed voor de statistieken: “if you mention tits, you’ ll get the hits.”

We leven al een paar jaar in het flauwe-grapjestijdperk

Bij Pawi – die haar huis probeert te verkopen in verband met een aanstaande emigratie naar Frankrijk – kwam er een bouwkundig expert langs. De fantast trof geen schimmel aan, noch balkenrot. Einde oefening zou je zeggen. Pawi blij. Hij zijn werk gedaan. Maar nee, dit schreef de man in zijn rapport: “ …. maar soms zijn schimmels niet met het blote oog te zien, kunnen zich razendsnel verspreiden, kunnen leiden tot zwamvorming, de zogenaamde huiszwam, en kunnen de balken aantasten, die dan gaan rotten.” Zo’n fantast zou je alle hoeken van de kamer willen laten zien, als die dat al niet uit zichzelf had gedaan, meldde Pawi. In de dagen dat de NRC nog goede ikjes ontving, plaatste en liet becommentariëren zou dit er eentje hebben kunnen zijn. Maar nee, we leven al een paar jaar in het flauwe-grapjestijdperk, qua ikjes dan.

Lees verder “Tieten om van te smullen (252)”

Van mijn stoel gevallen, broek gepiest (245)

Ikjes en andere dingen

Het was een rare ikjesweek. De kwaliteit houdt toch al niet over de laatste tijd, maar vorige week leek het wel alsof ze extra krenentommend waren. Man, wat waren ze slecht, verzonnen, gemaakt, gekunsteld, afgezaagd, navelstaarderig. We moeten ver in de geschiedenis terug voor zo’n week. Het is alsof ze door de voorraad heen zijn bij de NRC. En dat kan ik me voorstellen. Daar hoeven ze zich helemaal niet voor te schamen. Elke rubriek kent zijn opkomst, plateau en neergang. Maar het lijkt erop dat ze het niet willen laten merken en daarom bezig zijn om collegaatjes en vriendjes wat aan te laten klooien.

“… dan geloof je in het hierna-nog-maals”

Rianne Bouwman bijvoorbeeld mag vertellen dat haar dochtertje van vier bij de tandarts haar mond stijf dicht houdt en niet in het smoesje van “zal ik eens even je tanden tellen?” trapt. En Iwan Raats verhaalt over haar 13-jarige dinges (zoon, dochter, neef, nicht, scholier, huisdier, we zullen het nooit weten) die het begrip reïncarnatie uitlegt met „Ohhh, dus dan geloof je in het hierna-nog-maals.” Helemaal zo gek niet toch? Moet dat in de krant?

Lees verder “Van mijn stoel gevallen, broek gepiest (245)”

Stille hoekjes om in te wenen (235)

Alleen maar over ikjes dit keer

“Nou juf, ik vond het een kakdag, ik dacht heel de tijd: WAT ALS ER THUIS OOK GEEN WIFI IS?” Corine Marsé is invalskracht bij groep 4 en kan het digibord niet gebruiken. “Het gevoel van de autoloze zondag overspoelt me. Rolschaatsen op de snelweg …” Nou, en toen was de anekdote al weer voorbij. Corine had misschien graag schrijfster willen worden, in plaats van invalskracht. Da’s dus goed afgelopen.

Het is wel een lekker dingetje

Het hoogbejaarde reageerderspubliek hier op de site leerde door dit ikje, want dat was het, wel het fenomeen “digibord” kennen. “Lijkt me wel handig”, typte de alleroudste knar, Ad Hok, beverig met zijn dikke vingers op zijn grote-lettertoetsenbord. “Niet meer dat vreselijke geluid van een krijtje dat piept op een schoolbord.” Ik moet zeggen, ik kende het ook niet, maar het is wel een lekker dingetje, hoor, zo’n smartbord, kijk maar:

Lees verder “Stille hoekjes om in te wenen (235)”

Een moment van onbezonnenheid (220)

Actualiteiten en ikjes en levensverhalen

Och, je heet Ewout Franse en je wilt ook eens in de krant. Alleen er gebeurt nooit iets daar waar jij bent. Laatst ook, sta je in een viswinkel in IJmuiden en je eet kibbeling. Verder is er niemand. Het is koud en winderig, de andere mensen kijken wel uit, die zitten lekker op de bank te swipen. Nou, dan verzin je toch gewoon dat er een jongetje met zijn moeder binnenkomt? Zoon en krab kopen een moeder, nee, moeder en zoon kopen een krab en verdwijnen ermee naar buiten. Om hem zijn vrijheid te geven à la Free Willy. En hopla, dan sta je ineens wel in de krant.

Onze deskundige ikjesreviewers fileerden het flinterdunne anekdotetje natuurlijk genadeloos. “Hopelijk heeft ze eerst het elastiek om de scharen losgemaakt”, bromde Pawi. Lummel viel haar bij: “Ik denk dat dit ikje uit de duim komt. Anders was het elastiekjes afhalen wel beschreven. Dat lijkt me niet zo gemakkelijk.”

Waarop Pawi lekker aan de hyperbool ging en een verhaal verzon over een prijswinnaar van de loterij, die na “langzaam langs al die dode soorten in bakken vol ijsschaafsel, glanzende oogjes, glimmende schubben” gelopen te hebben al zijn geld besteedde om ze allemaal met “reusachtige vuilniszakken” weg te halen.

Lees verder “Een moment van onbezonnenheid (220)”

De Schrijvende Rechter zei een paar keer iets (177)

Vooruitblikken en teruglopen op ikjes en de actualiteit

Ikjes blijven aparte dingetjes. Het zijn piepkleine schetsjes, lezersanekdotes, en als ze goed opgeschreven zijn, met geen woord teveel en met een goeie pointe, dan zorgen ze voor een verwarmende glimlach. Temidden van het treurige nieuws van alledag.

Vaker echter krult de lip van de ikjesrecensent zich minachtend om. Dan betrof het een kinderikje, een ikje over een demente ouder of patiënt, iets actueels dat er bij de haren bijgesleept werd en had het dingetje een clou die je al in de krant van gisteren zag aankomen. We hadden ze weer allemaal, de afgelopen twee weken, zowel goed als slecht. Hier komen er een paar en wat onze lezers ervan vonden. Want in de NRC kunnen ze hun ei nog altijd niet kwijt.

Duurt niet lang meer en de treinen rijden waarheen de machinist zin heeft.

Er was een ikje over de NS welker conducteur vanuit de luidspreker zei: „Wegens een defecte trein bij Amsterdam Sloterdijk komen wij aan met een vertraging van … o nee! dat mag ik niet zeggen … komen wij 22 minuten later aan dan gepland.” En de hele trein zat te schuddebuiken, volgens Reinder Storm. Mag en kan, maar het is natuurlijk een teken aan de wand als je personeel je instructies publiekelijk belachelijk maakt. Duurt niet lang meer en de treinen rijden waarheen de machinist die dag zin heeft. Lees verder “De Schrijvende Rechter zei een paar keer iets (177)”

Een geschreven bitterbal (170)

Vooruitblikken en teruglopen op ikjes en actualiteit

De reden dat ikjes zo populair zijn onder expats is “de band met ons lieve vaderlandje.” Een ikje is “een geschreven bitterbal of stroopwafel als het ware.” Dat schreef vorige week op een belendend blog de beroemde DSR, ofwel De Schrijvende Rechter, al sinds jaar en dag de belangrijkste ikjesbeoordelaar van het land. Hij is er een tijdje tussenuit geweest, maar is de afgelopen weken aan een ijzersterke comeback bezig. Zie voor een overzicht van zijn vroegere werk dit verzamelblog.

Het is een keischerpe constatering. De ikjes lijken in Nederland zelve weinig opzien meer te baren. Je ziet ze niet bij Jinek voorbijkomen. Die praat liever met Geert Wilders over zijn poezen. En je ziet ze vrijwel nooit figureren op Twitter. Als ze al worden getweet door een enkele overgebleven ikjesfan, dan leidt het niet tot discussie en al helemaal niet tot #ophef. Saai.

Lees verder “Een geschreven bitterbal (170)”

Oma is een baksteen (169)

Vooruitblikken en teruglopen op ikjes en actualiteit

Een jochie van drie, Kick geheten, geeft op Schiphol een knuffel aan de beveiliger die door de knieën gaat om hem te laten zien hoe hij met zijn armen wijd moet gaan staan. Dat was in het nieuws, in de ikjesrubriek van de NRC vorige week. Lief opgeschreven door iemand die het zag gebeuren: Jonas van ’t Hek.

Volgens de schrijvende DSR, die zijn eindoordelen tegenwoordig elders, op een margeblog, schrijft, was het derdepersoonsvertelperspectief “krampachtig”, omdat hij toch sterk de indruk had dat “de inzender zelve de vader van het lieve kereltje is”. Had ik ook ja, maar krampachtig vond ik het dan weer niet, gek kereltje dat ik me d’r eentje van jullie allemaal ben.

100e reactielepeltje
Geen knuffel deze week maar het vertrouwde lepeltje. Voor de 100e reactie!

We hadden maar een stuk of zestig, zeventig reacties vorige week. Da’s niet veel. Of mijn mededeling dat de honderdste reactie geen lepeltje maar een knuffel van de blogbaas of reageerder naar keuze zou krijgen hiervoor verantwoordelijk is, zullen we nooit weten. Of worden de reageerders ouder en vadsiger? Rob Alberts meldde in ieder geval dat hij met zijn BMI van boven de 28 en een buikomvang van meer dan 125 steeds meer moeite heeft met het reageren op het blog. En Bertie blijkt zonder iets tegen ons te zeggen een gebroken arm te hebben gehad! Nu gespalkt. Lees en huiver alhier, op haar eigen lezenswaardige blog. Enfin, deze week geen geknuffel dus, maar weer gewoon het vergulde lepeltje.

Lees verder “Oma is een baksteen (169)”

Het Geloof (onvoltooid feuilleton)

Eerste Boek – Niet zonder tegenzin

Het is niet zonder tegenzin dat DSR de schrijfpen ter hand neemt om op herhaaldelijk en bijna intimiderend verzoek van Heer Rozenwater enige gedachten omtrent zijn geloofsleven aan het papier toe te vertrouwen. Zucht.

Hij weet immers dat het Heer Rozenwater nooit erg genoeg kan zijn en alles wat DSR prijsgeeft, tegen hem zal worden gebruikt door deze, naar hij zelf denkt, ongelovige zeloot met bekeringsdrang, die Saul van Tarsus op de onverbiddelijkste manier navolgt. (Zijn Paulus-moment zal ongetwijfeld komen, ooit, wanneer de weg naar Damascus weer is vrijgegeven. Ondertussen zitten wij er maar mooi mede.) Zucht.

Voor het geloof, of wat Heer Rozenwater daar zo graag voor door wil zien gaan – ‘t zal hem nog tegenvallen – moeten we terug naar de jeugd van DSR.
Lees verder “Het Geloof (onvoltooid feuilleton)”