Met je volle lijf in de bocht tussen het fris en de nootjes. Da’s zwaar! Twee koolmezen opgevreten door de kat respectievelijk verdriet. Da’s vreemd! Lekker weg in eigen land, het Duitse land! De twee soorten mensen volgens Hanna Goudriaan. Lekker met oma werken. En daarna de zon in, of je nou een chemokuur ondergaat of niet, een mens wil lekker bruin worden, want daar heeft ze recht op. Jullie merken het al, we reizen weer in ikjesland, het fictieve landje aan het IJ dat wordt beschreven door de lezers van de NRC. Het strenge maar rechtvaardige ikjespanel laat er elke week een lichtje over schijnen. Zo ook vorige week en deze week en volgende week. Lees maar gauw verder.
Brechtje heet geen Glennis
Want ja, dan heet je Brecht Dik en dan ga je het hebben over je volle boodschappenkar en je hele lijf, die je beide in de bocht tussen het fris en de nootjes van de Jumbo langs een armoedzaaier met een schriel mandje weet te persen. En denk je dat die armoedzaaier dat waardeert? Even applaudisseert? Even roept hoe fijn het wel niet is, dat jij die volle boodschappenkar door die winkel naar de kassa weet te slepen? Welnee. Dat mens krijst met overslaande stem en giftige varkensoogjes dat het een lieve lust is. „Zwaar, hè….” roept ze sarcastisch. En als Brechtje flauw glimlacht maakt de vrouw het af: „…om veel geld te hebben”. Brechtje heet geen Glennis dus gaat op het scankassaplein alleen maar schaapachtig en met een hoofd als een boei staan af te rekenen.

“De vrouw denkt dat ze leuk is”, concludeert Bertie vakkundig. Fijntjes maakt ze Dik immers uit voor rijkaard. Nou, fijntjes? Maar goed, gelukkig kwam ze noch Glennis noch Bertie tegen daar in die supermarkt. ” … Ik zou wel een antwoord geweten hebben in plaats van me te schamen” zei Bertie dreigend. En ging verder met haar dagelijkse bezigheden op haar keileuke blog. Moeten jullie ook eens heen gaan; het is daar fantasievol, gezellig, raadselachtig, fijnzinnig, en tot nadenken stemmend, d’er is daar van alles te genieten.
“met haar giflippen in haar winkelkarretje is blijven steken”
Zelf hoopte ik dat die “giftige mevrouw” zich niet in haar winkelmuntje had verslikt, of “met haar giflippen in haar winkelkarretje is blijven steken”. Ad Hok dook meteen op om scherp uit de hoek te komen en … dat kwam hij! Die mevrouw had immers een mandje, volgens hem, dus ja, dan klopt mijn verwensing niet. Ik toonde me sportief en flexibel. Binnen de minuut of daaromtrent veranderde ik mijn response in een welgemeend: “Dan hoop ik dat ze zich niet met haar worstenvingertjes met brokkelige rouwrandnageltjes in de mazen van haar nylon Action boodschappennetje verstrikt.” Is ook meteen een stuk vriendelijker. Dus dat je niet denkt, dat het hier allemaal gezapig voortkabbelt, zoals op andere blogs gebruikelijk is. Hier kom je om je te verbazen, te ergeren, te verrukken.
Vreemd gedrag, zo noemde ene Martine Roos, de handelingen van een mannetjeskoolmees in haar tuin. Wat of die deed? Na de dood van zijn vrouwtje pakte hij “alle zaadjes stuk voor stuk” uit de voedersilo, “maar at niets … Alles gooide hij driftig op de grond”. Driftig! Een koolmees! De fenolijn van de Natuurkalender staat open voor dit soort observaties, het liefst ingesproken met een van de zenuwen trillende stem. Dan kom je ook nog in Vroege Vogels. Ik kan niet wachten op iets spannends uit het oosten van het land, over de rode wouw of over baltsende buizerds.
De ouders van Sjoerd Nauta maakten tijdens hun vakantie in Twente een fietstochtje door de omgeving. Nadat ze de grens met Duitsland ongeveer honderd meter gepasseerd waren, riep zijn moeder verrukt uit: „Het is hier zó mooi, daar hoef ik echt niet voor naar het buitenland!” Als uitzondering citeer ik hier een reactie van een ander ikjesbespreekblog die mij een gulle klaterlach ontlokte. Uit het hoofd zoiets als: “Sjoerd zat op het kinderzitje achterop?” Auteur: de eerder aangehaalde A. Hok, een grappige kerel. Ook zijn koppen op weer een ander ikjesblog mogen er zijn, maar da’s misschien voor een volgende keer. Die blogbaas, Roosje Herenwater, loopt ergens op Oerol een zonnesteek op te doen, en denkt tevreden dat hij er bijhoort, bij de happy few. Hopelijk beseft hij nooit dat op zo’n pontje oversteken en dan gezapig van het ene naar het andere optreden fietsen, met tussendoor even stoppen om een ijsje langs je tong te halen, iets is waar niemand tegenop kijkt.
“Ik weet het niet. Staat dat in de Goudriaan?”
Twee soorten mensen zijn er, inderdaad, dat leren we uit de voorpublicatie van het aanstaande Standaardwerk der Nederlandsche Psychologie, geschreven door prof. Hanna Goudriaan. “Ik weet het niet. Staat dat in de Goudriaan?”, zo zal er over een paar jaar over dat boek gesproken worden. Die twee soorten mensen op “deze wereld” (dus niet op een andere wereld) zijn allereerst degenen die hun hand opsteken als ze voorrang krijgen in het verkeer, en jawel, de andere soort wordt gekenmerkt door mensen die dat niet doen. Die kunnen we volgens de Goudriaan ook gemakshalve aanduiden met “de klootzakken”. Ik bracht de dag van dit ikje gillend van wanhoop door en zeeg ’s avonds diep weg in mijn huilstoel. Ook bij deze had Ad Hok weer iets grappigs, zo herinner ik me, maar ’t is te warm om dat te gaan opzoeken. Zet je meest geslaagde vondsten ook hier, Ad, ’t is een kwestie van een klein “copy and paste’tje” en dat spaart mij dan een hoop werk. De ongewenste bijvangst aan reacties van de andere reageerders op dat andere blog hoef ik dan namelijk niet te ondergaan en dan kan ik mijn tijd nog weer iets nuttiger besteden dan ik al doe.
Want ja, het is net werk, hoor. Net als naar je oma gaan, zoals Liedewij van Tuin onlangs een jongen van een jaar of zestien tegen zijn vrienden hoorde zeggen. Ja, meer hoorde ze niet. Toch stuurde ze het op naar de krant en die publiceerde het nog ook. Dat er in ikjesland ook weleens niks gebeurt, dat zou eigenlijk als bekend mogen worden verondersteld, maar dat wil die redactie keer op keer aantonen.

Gelukkig was er ook weer eens een dieptepunt van de week, of van het jaar, of van het hele ikjesgebeuren te noteren. Op zaterdag schreef Sylvia Luyt namelijk dat ze een chemokuur ondergaat. Da’s niet fijn. Maar anderzijds wel mooi dat het bestaat. Maar daar ging het haar niet om. Het was namelijk “heerlijk weer”, dus ze besluit “lekker buiten in het zonnetje te gaan zitten”. Je hoeft niet eens een dokter te zijn of in het bezit van een google-apparaat om te weten dat dat niet zo’n handig idee is, dus ja, een willekeurige voorbijganger vraagt haar bezorgd of dat wel mag, “in de zon net na zo’n chemo”? Weet je wat Sylvia schaterlachend, of was het diep wanhopig, berustend, sarcastisch, antwoordde? “Dat weet ik niet, maar kanker zal ik er niet van krijgen.” Helemaal fout natuurlijk, en weer eens een aanwijzing dat je mensen niet te snel aan zichzelf moet overlaten. “Ja, en steek er een peuk bij op, Sylvia”, zei er iemand nog een graadje sarcastischer, maar hij had wel gelijk. Zoals bijna altijd trouwens.
Hopla, ikjesweek klaar, weekoverzicht geschreven, nu lekker naar buiten, daar waar de bootjes kabbelen en het leven goed is onder de zonneparasol. Wel insmeren met Nivea factor 30, die dure die keilang beschermt en niet aan je kleding plakt.
Wil jij trouwens net als Bertie, Ad Hok en andere reageerders kans maken om in het volgende weekoverzicht voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je plezier hebben met lezers die voor je het weet goede kennissen van je kunnen worden? Misschien wil je een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst van lezers van deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?
Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is
Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Of stuur zelf een ikje in. Of scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Of voor een ander aangenaam dingetje dat je hier op de site doet. Viltjes zat. Maar voel je je te goed voor zo’n viltje? Helemaal prima, dan laat je dat – liefst discreet – even weten en dan gaat dat viltje naar iemand die het wel weet te waarderen.
Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Reacties zijn welkom via het reactieveld, het contactformulier of een email naar bas@basvanvuren.org
Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij.
De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik zat weer eens in de tuin, lekker aan de waterkant. En ja hoor, daar gebeurde weer van alles. Zeker in het weekend is het keigezellig wat er allemaal voorbij komt. Niet alleen qua mensen, arm of rijk, jong of oud, kak of wap, nee, ook qua natuur. Dieren dus! De futen hadden eindelijk futenkindertjes gekregen en die dragen ze op hun rug. Drie stuks gestreepte kuikentjes varen dus nu de hele dag voor onze tuin van links naar rechts en dan weer van rechts naar links lekker met mama of papa mee. En degene die het eerst beweegt krijgt het visje aangereikt. Net als in de mensenwereld. Ook deze week – ik voel het gewoon – ga ik weer iets interessants meemaken! Jullie ook? Laat je belevenissen achter in de reacties op dit blog. Hoeft niet literair. Foto: “De futenboot komt voorbij” © 2023 Bas van Vuren
Koeientaal
Toen onze kinderen nog klein waren stopten we tijdens het fietsen vaak om te keuvelen met de koeien. „Mijn papa spreekt koeientaal”, vertelden ze trots op school. De puberteit deed alle geloof in deze toch wel bijzondere gave in één klap verbleken.
Vanochtend, tijdens een wandeling langs de velden van de Utrechtse Heuvelrug, werd mijn aandacht getrokken door een gezin met twee kinderen én een paar koeien. De vader, druk in gesprek met een bruin gevlekte, voor de kinderen heel normaal. Koeientaal, nooit weggeweest.
Eric van Grieken
Mijn vader sprak erg slecht koes. Ze snapten er nooit iets van. Met geiten kon hij beter overweg.
En toch waren ze gezellig, die gesprekken. Toen wij oud genoeg waren voor lange fietstochten stopten we bij zowat elke koe die we tegenkwamen.
Het intro is weer prima. Goedemorgen.
Goedemorgen! Laat de BBB het maar niet horen. Weer een reden om de veestapel niet te verkleinen.
Ach, BBB…😒
De verstandhouding met koeien valt best mee zolang je maar niet van plan bent om een stier te melken. Dat zou hachelijk kunnen worden.
Nee, dat gaan we zeker niet doen, Suske. Het is de Pride niet.
Update: Roosje Herenwater ontkent dat hij met een pontje naar Oerol is gevaren. Dus moeten we aannemen dat hij ofwel laag tij heeft afgewacht en afgepeigerd aankwam, te moe om nog te gaan fietsen, of hij is toch in staat om over het water van de Waddenzee te lopen, iets dat hijzelve heel passend zou vinden.
Hoe ver hij heen is, blijkt ook uit zijn verzinsel en minachtend verwijt dat ik bij gebrek aan reacties de reacties van een ander blog zou kopieren. Man man. Zie hierboven, zo moeilijk is lezen toch niet? Bij uitzondering citeer ik uit het hoofd een hardstikke leuke reactie van Ad Hok. Zelf kopieert hij elke morgen eerst een ikje, dan een foto en dan twee of drie integrale reacties van zowel hier als van de gekkies.
Wat een rare man is het toch. Volkomen van het wadje.
Bas, je doet me blozen met al die aandacht in het intro. Dank.
Op je suggestie om mijn reacties op verscheidene blogs te kopieren, zal ik niet ingaan. Dat laat ik aan anderen over.
Helemaal prima, Ad!
Vriendelijk
Met mijn Curaçaose gids loop ik na zeventig jaar voor het eerst door de bario Fleur de Marie, in mijn jonge jaren een niet helemaal veilige emigrantenwijk boven Willemstad. Een paar bewoners zittend op de stoep voor hun kleurrijk gerenoveerde huisjes, kijken ons belangstellend aan en groeten vriendelijk. Ik zeg tegen mijn gids dat ik hier destijds niet had durven wandelen vanwege mijn blanke huidskleur. Zij kijkt mij strak aan: „Jouw probleem is nu juist dat je géén kleur hebt.”
Siebe Sonnema
Tja, dat was in Harlem in NYC ook zo. En in de buitenwijken van Kaapstad nog altijd. En noemt u maar op, mevrouwtje. Zo heel erg bijzonder vind ik de opmerking van de gids niet. Goed voor een fooitje, een aai over de bol, maar eigenlijk niet voor een eerbetoon in de krant.
Ik kan niet wachten op de Keti Koti herdenkingsjaar-ikjes die deze maand gaan losbarsten. Opgave (eigenlijk alleen door Ilona correct te beantwoorden en misschien zelfs niet door haar): waar komen hier de streepjes? Tussen jaar en ikjes zekers. Maar ook tussen Keti en Koti? En tussen Koti en herdenkingsjaar?
Krant
De kleinzoons van 6 en 8 jaar logeren een paar dagen bij ons, hun grootouders. Onderweg naar een activiteit vertelt grootmoeder dat de kinderen in Colombia gevonden zijn. Dat maakt veel indruk. Ze vragen oma hoe ze dat weet. „Van de nieuwsapp”, zegt oma. Wat is dat? Ik leg uit dat dat is een soort krant is op de telefoon. Twee paar verbaasde ogen kijken me aan: wat is een krant?
Gosé Piek
Nou nou, het grappigst is de overbodige toevoeging “hun grootouders”. Ook dat “onderweg naar een activiteit” is lekker levendig opgeschreven. Gosé vertelt vast ook leuke verhaaltjes voor het slapen gaan.
Het “dat dat is een soort krant” zie ik maar door de vingers, waarom zou je als NRC ook echt elke dag en op elke pagina een eindredacteur inzetten, is het veel te warm voor.
Qua inhoud van ikje Krant: “mwah” zou Luvienna zeggen. En misschien zegt ze dat wel. Ga maar gauw kijken.
Intussen gaat me daar onze Mieke Kerkhof een lezing houden, zeg! Over haar avonturen in de spreekkamer en dan vooral de sappigste details die ze in de ikjes niet kwijt kon. Ik ga, 17 juni, jullie ook?
Ha. Ha.Ha. Wie weet krijgt iemand zijn eigen dolkomische uitspraken te horen.
Stelletje
Na ruim twee uur fietsen, het beste was er allang vanaf, word ik ingehaald door een stelletje. Zij voorop, hij erachter. Met enige moeite sluit ik aan. Ruim 31 km/u, wat gaat dat gemakkelijk in het wiel. Na een tijdje slaat zij af. Hij tegen mij: „Wat kan die dame fietsen, hè, ik was zo blij toen zij mij inhaalde.”
Aad Schippers
Er wordt wat afgefietst en wat zijn het toch rare mensen! Moet je als voetganger eens doen, zo’n vrouw in de nek hijgen.
Ik weet even niet hoe ik dit moet duiden. Mieke Kerkhof schrijft nu dus ook ikjes voor een andere rubriek in een andere krant?
Wie weet wil ze beroemd worden?
Nou moe, Mieke stuurt haar stukjes echt overal heen, wie ze hebben wil mag ze publiceren. Wat een rijk leven heeft ze. Wat maakt ze veel mee! De ikjesrubriek is er te klein voor.
Prima
Ik rijd op de tractor rondjes over het weiland. De zwadhark slingert het gortdroge gras in grote stofwolken op rechte rijen. In de zowel scherpe als vederlichte zomerlucht golft de zinderende hitte. Nog nooit zag ik de banden van de tractor zo onder het stuifzand. Neerslag lijkt niet meer te bestaan. En ik maak me grote zorgen. In mijn oordoppen hoor ik de weerman op Radio1 nóg een week van droogte en zon voorspellen.
„Dankjewel, Marco”, zegt de presentatrice met haar prettige stem, „dat klinkt weer helemaal prima.”
Bert te Wierik
Nou nou, een poëtische boer. Gortdroog, rechte rijen, zowel scherpe als verderlichte zomerlucht, een zinderende hitte die golft en een prettige stem … Ik hoop dat hij met zijn zaaigoed zuiniger is. De zich aaneenrijgende woordendiarree klettert hier deels op de kale rotsen.
Inhoudelijk eens: ook ik, en ik ben niet eens een boer, maar misschien een boerenlul, zoals ze op sommige sites vinden, erger me vaak aan de dommige blijdschap over hoge temperaturen en droogte. Maar goed, daar doe je niks aan. Het is de mensheid. Wat u zegt. En we hebben ons planeetje grondig aan gort gestookt. En nu met open ogen lachend het ravijn in met z’n allen.
Je hebt trouwens al voor 23 euro een zwadhark, een dubbele zelfs. Voor 17:00 uur besteld, morgen in huis en zwadderen maar.
Sproeien
Tijdens deze droogte sproeit de gemeente de bloembakken rond het speelplaatsje vanuit een grote watertank achter een heuse tractor. Geen alledaags schouwspel in de grote stad. Een jonge moeder bekijkt het gefascineerd, verzamelt dan kind en spullen om te vertrekken en giet met een ferme zwaai haar lauwgeworden watertje over het kunstgras uit.
Joke Hoeksema
Waarin had ze haar bekertje dan moeten leeggooien, Joke? In een willekeurige kinderwagen? In jouw boodschappentas? Of wil je suggereren dat de jonge moeder niet door heeft dat het kunstgras kunstgras is en mee wilde helpen sproeien? Je moet er maar opkomen in je ijver om iemand voor gek te zetten.
Wees toch eens wat liever, lieve mensen en oordeelt niet. Opdat gij ook zelf niet enz, koffie nu, lekgestoken door een (schrijve 1) mug.
Maar daar schrijft niemand over.
Ik heb chatGPT toch eens om een review gevraagd van het blog van de Heer Rozenwater. Het is verrassend treffend, vind ik. En nee, ik heb de bot met niets anders gevoerd dan de inhoud van dat blog (laatste 2 weken).
“Het lijkt erop dat Heer Rozenwater dit commentaar gebruikt om zijn eigen blog levendiger te maken en mogelijk om zijn lezers te vermaken. Het gebruik van andermans commentaar kan een manier zijn om interactie te creëren en de betrokkenheid van zijn lezers te vergroten.”