Luisteren naar egeltjes. Pensionado’s uitlachen. Een heitje voor een kwarteleitje geven. Ruzie maken met een bazige buurvrouw. Een ouwe vlam achter een rollator nakijken. In de rij voor de kassa van de bouwmarkt staan te kissebissen. De NRC-lezers deden weer de gekste dingen vorige week. Gelukkig schreven ze het op en stuurden het in als “ikjes”. Het illustere ikjespanel besprak de hoogte- en dieptepunten. Lees het maar gauw. De nieuwe ikjes van deze week komen dagelijks via de reacties onder dit blog en jawel, ook jij mag je commentaar achterlaten. Of je nou in het panel zit of niet, je mening is keiwelkom.
Over ikjes, mijn tandarts van vroeger en kattenbrokjes eten
Tandartsen met hun patiënten. Vriendinnen met hun mannen. Jongens met hun honden. Ouwetjes op dansles met hun partners. Uitgelaten collega’s met een slok op. Economen op een congres met hun mobieltjes. Je treft ze allemaal aan in ikjesland. Je kent het wel, dat land met anekdotes van de lezers van de NRC. Keileuke verhalen soms. Het ikjespanel becommentarieert en beoordeelt de pennenvruchten en geeft deskundig en opbouwend advies aan de ikjesschrijvers en aan de mensen die het ook eens willen proberen, zo’n ikje insturen. Want zo moeilijk is het niet. Voor je het weet wordt er een geplaatst. En het gaat maar door. Al jaren. Zo fijn!
Quinten had het gezellig. Joris had honger. Margreet aarzelt. Pim loopt van huis weg. Yvonne zit in de trein. En Magda loopt door Artis. Het was de week van het rode koffertje en van de sloppenwijk van Gorinchem. Het was met andere woorden een bizarre week in ikjesland. Wat een avonturen. Wat een rare verhaaltjes. Wat een raadsels. Lees er hier alles over in het enige echte ikjesbespreekblog van Nederland. De 400e aflevering gaat nu beginnen. Waar? Hieronder. Felicitaties voor de mijlpaal mogen best, worden gewaardeerd, maar hoeven niet perse. Breng in plaats daarvan een bloemetje bij de buurvrouw. Knip een lok van je haar. Geef een koe een aai. Doe iets leuks voor een medemens of een dier. Dat hebben we nodig nog net voordat de bom valt.
Make-up en je haar in een staart, dan zie je er weer uitgeslapen uit. Accepteren en doorgaan, dan voel je je emotionele leegte niet meer. Eerst een koffie, dan een ECG. Wilde salades en gekke brownies eten, dan hoor je er weer bij. Eerst een foto eisen, dan pas bier geven. Een beroemde bassist herkennen, dan wordt er niet achter je rug om je geknipoogd. Zomaar wat wijze levenslessen die een selecte groep van NRC-lezers vorige week weer achteloos deelde. Hoe? Via het insturen van ikjes. Ikjes die alhier weer door het ikjespanel besproken worden. En de nieuwe ikjes verschijnen elke dag in de reacties onderaan dit blog. Iedereen, maar dan ook echt iedereen, kan hieraan meedoen. Leuk toch?
Een bizar experiment. Dat was het. Ineens stond er een intro op de site. Middenin de week! Reageerders reageerden verward. De puntentelling voor de zwaar vergulde lepeltjes liep in het honderd. In het hele land begonnen er honden in het wilde weg te blaffen. Aan de kust strandden potvissen bij bosjes.
En waarom? We zullen het nooit weten. Wel dat we nu weer eens normaal moeten gaan doen. En al helemaal omdat onze Ilona bedroefd opmerkte: “Aaah … dat is nou kei~jammer, al zeg je ’t niet zelf. Mijn maandagochtendtreurnis zal het op deze manier zonder opbeurende maandagochtendintro moeten doen. Ik hoop dat dit slechts een ‘sorry het moest even try out’ is.”
Gelieve in het onderstaande dus het intro aan te treffen. Het intro dat de vorige ikjesweek afsluit en de huidige ikjesweek aftrapt. En nog meer dan anders helegaar opgedragen is aan Ilona.
Wat schiet je er mee op, zo’n beugel, als je de komende tijd toch een mondkapje moet dragen? Dat was de verzuchting van een 14-jarig meisje, opgetekend door Mark Lenssen, gepubliceerd in de NRC en dus voor het nageslacht bewaard tot in den eeuwigheid. Dus meisje Lenssen, als je dit in de toekomst leest: graag gedaan, en het viel dus toch achteraf nog best wel mee toch, die Coronapandemie in 2020? Pfoe hé. Heb je al je tanden nog?
Wat ik geleerd heb vorige week? Dat ik in dit intro niet mijn mening moet geven over iets cultureels, iets van muziek, schilderkunst, cabaret, dingen die uitstijgen boven de smaak van bloemkool of spruitjes. Want dan beledig ik mensen die een andere mening over die dingen hebben. Apart, maar dat leerde ik vorige week. Sommige dingen moet je niet willen begrijpen, maar gewoon accepteren. Ik kan kennelijk met mijn mening anderen “aanvallen”. Mag. Kan. Dan niet. Ik vind alles en iedereen goed. Zelfs die heren van dat studentencabaret.
De blaassectie van een jazzband is iets anders dan een blaasinfectie. Als je dit soort misverstanden leuk vindt dan is de ikjesrubriek van de NRC iets voor jou. Volwassen lezers schrijven die krant vol, nou ja de achterpagina, nou ja een hoekje daarop, met zelfverzonnen anekdotes. En hier bespreken we ze. Wie “we” zijn? De reageerders van de “Bas van Vuren, aangenaam” community, niet te verwarren met de lezers van het gelijknamige blog, want dat zijn jullie zelf. En – om wat voor reden dan ook – jullie gebruiken dat uitnodigende laagdrempelige reactieveldje onder dit intro niet. Mag. Kan.
Leuk woord voor het fluisterspel
Hidde Stradmeijer – de ikjesschrijver over die jazzband – wens ik succes met de band, als de kwaaltjes weer genezen zijn kunnen jullie weer naar hartenlust optreden. “Blaasinfectie”, verzuchtte Pawi, een van onze sterreageersters, “ … leuk woord voor het fluisterspel”. Klare taal, een andere sterreageerster alhier, gaf toe bij “blaassectie” in eerste instantie aan het verwijderen van of snijden in de blaas gedacht te hebben.
Ik pers er nog een introotje uit op de valreep van het oude jaar en met het nakende nieuwe jaar in het vooruitzicht. Leuk toch? Ik heb de neiging om te gaan terugblikken, maar doe het niet. Van zelf terugscrollen is nog nooit iemand ziek geworden, zei mijn vader altijd, zonder dat scrollen dan. Het jaar heeft zijn ups gehad en zijn downs, en iedereen weet voor zichzelf best wel welke dat waren. Als het voor jou vooral ups zijn geweest, word dan niet overmoedig. Als het vooral downs waren, bedenk dan dat niets altijd zo blijft. Alles is in beweging. Dat heet: leven.
Alles blijft alles gaat voorbij alles blijft voorbijgaan
Een waar woord dat volgens Pawi ergens op een grote olietank bij Rozenburg staat. Auteur: Jules Deelder. Onverwacht ging de goede man van ons heen. Op 31 december wordt hij begraven, een passend zalig uiteinde.
Dit stukje proza, of is het poëzie, schreef ikzelf eigenhandig in het condoleanceboek in de hal van het gemeentehuis aan de Coolsingel. Jules Deelder dus. Ineens fladderde hij van ons weg. De nachtburgemeester van Rotterdam. We zijn elkaar maar heel af en toe tegengekomen. Vooral decennia terug toen ik me op de fiets door de Maasstad voortbewoog en zoals het een goed student betaamde bij menig café klant aan huis was.
… een soort van mini- jazzshowtje
Daarna vrolijkte Jules menig poëziefestival op, ontregelde hij de talkshow van Eva Jinek, en de allerlaatste keer dat ik hem zag was een jaar of twee geleden, in Den Haag nog wel, of all places, waar hij een soort van mini- jazzshowtje in elkaar had getimmerd voor De Parade.
Jullie merken het wel, erg veel heb ik aan Jules niet te danken. Maar ook niet niks.
Het was mooi om met hem in mijn gedachten weer eens door Rotterdam te slenteren. Bij zijn stamcafé Ari stond een bescheiden door fans geïmproviseerd standbeeldje met bloemen en gedichten. Minder dan bij het spontane monumentje voor Lady Diana in Parijs, dat ik in 1997 bezocht. Maar die had om haar nek weer geen Spartasjaaltje.
Overal in de stad kom je zijn dichtregels tegen, op puien, op tegels, in etalages, in harten.
Kortom: dat hij in vrede in het zwart gekleed met zijn zonnebril op door de hemel moge lopen.