Is er even niet (447)

Over ikjes en een moederopvanghuis

Kees, een jongetje van tien jaar, een kleindochter van 5, een zoon van 12, Kees de Jongen (niet die uit het begin) en een scheldend en vloekend viswijf achter een rollator. Daar ging het over in NRC-ikjesland vorige week. Lees hier maar gauw wat er allemaal met ze gebeurde.

Zo zeg je dat

Nou, “klaar is Kees”, zei een klein jongetje dus. Frits Quadekker, een enge kennis van zijn vader, wou lollig zijn en vroeg: „Hé, heet jij opeens Kees?” Minzaam antwoordde het joch: „Zo zeg je dat.” Zo’n non-verhaaltje haalt tegenwoordig de krant.

Of die Ineke dan, Ineke ter Beek. Die liep samen met iets of iemand ergens door een straatje in een of ander dorp. Daar zag het gezelschap een blinde zijmuur van een hoekwoning, die was voorzien van “grijsblauwe ceramische elementen”. Ze bleven staan om ze uitgebreid te bestuderen, bespreken en fotograferen. Aan de overkant van de straat stond een jongetje van een jaar of tien steeds bozer naar ze te kijken. Dan roept hij: „Ja, loop nu maar ‘es door. Het is hier geen museum!” Soms denk je: dit is de NRC niet, dit is geen nationale krant, we worden somehow in het ootje genomen. Maar goed, het staat op het internet, zo’n ikje, en het staat in de krant.

Het bewijs voor dat laatste levert elke dag molenaar Bram, die het knipseltje trouw op X post. Maar echt mensen, waar gaat dit over? Er staan een paar creeps in je straat iets belachelijks te doen. Dan mag je daar als tienjarig jongetje toch wel wat van zeggen? Zelf zou ik op die leeftijd een paar scherpe keien hebben gezocht. Als ze niet snel mijn straat uitdonderden, dan zou ik ze wel even wat gaten in hun domme kop hebben gegooid. Zoiets. Maar dan beschaafd, want ik ben netjes opgevoed.

Foto door Juan Alvarado op Pexels.com

“We lopen nu in de zee, maar die is er even niet”

Op het straat van Cadzand, whereever that is, liep Pim de Bruijne met zijn kleindochter van 5. Da’s altijd oppassen, voor je het weet verdwijnt zo’n wicht in de golven. En dan zie je haar nooit meer terug. Het was eb, volgens Pim, en de “zee was nog ver weg”. Ze liepen over “de ribbels die de zee had achtergelaten in het natte zand”. Het wijsneuzerige kleindochtertje merkt op: “We lopen nu in de zee, maar die is er even niet”. Nou echt. Het hele strand lag in een deuk, joh!

Het was kortom niet veel soeps in ikjesland, heb je weleens, het is zomer. En zo’n rubriek moet toch gevuld worden. Els van Nood, dochter van de bekende touringcartycoon, had een zoon van 12 die via TikTok en Insta in de akelige wereld van Andrew Tate was beland. Hij wordt nu 24/7 gebrainspoeld over hoe je spierballen moet kweken, hoe je vrouwen moet vernederen volgens de beproefde lover boy methoden en hoe je zogenaamd gigarijk kunt worden. Els vraagt hem voorzichtig, want ja, voor je het weet krijg je een rotklap, of hij weet wat “misogynie” betekent. Zoonlief kijkt zijn moeder met diepe minachting aan. Het is dus allemaal waar wat die Tate beweert. Vrouwen zijn echt zonder uitzondering heel erg dom. “Nee”, zegt hij minzaam, “of bedoel je soms gewoon misogynistic?” Moeder heeft zich nog net kunnen redden door zich op te sluiten in de WC en 112 te bellen. Zit nu in een moederopvanghuis.

Opvallend vorige week was trouwens, en dat merk ik nu pas, dat het ikjespanel in alle talen zweeg. Geen Bertie, geen Suske, geen Joke, om er maar eens een paar te noemen, niemand vond iets van de ikjes. Mag. Kan. Het hoeft niet elke week feest te zijn.

Foto door Polinach op Pexels.com

Dat vond Carlijn Kamphuis ook, die trots met haar nieuwe spijkerbroek met bloemetjesmotief haar dochtertje naar school bracht en daar te weten kwam dat het prijskaartje er nog aanhing.

Het was een heel zware deur!

Deze meest ellendige ikjesweek sinds jaren kwam ten einde met een ikje van Robbert Jan Beun over zijn demente moeder. Daar smullen we altijd van, hoor, demente ouders in een tehuis en wat voor grappige dingen ze dan kwijlend zeggen. Ze kunnen het toch niet zelf nalezen. Na een fijne wandeling duwt hij zijn moeder in haar rolstoel weer terug door “de zware deur van de gesloten afdeling van het verzorgingshuis”. Dus dat je niet denkt dat het een makkie was. Het was een heel zware deur! Bravo, Robbert Jan, moest je aan de zuurstof? Van de andere kant naderde een vrouw met rollator. Maar zodra Robbert Jan en zijn moeder door de zware deur zijn laat hij die razendsnel in het slot vallen. Gaf hem zelfs nog snel een duw. De vrouw met rollator is daar natuurlijk niet blij mee en blijkt op de BBB te stemmen. “Fuck you!” is nog de vriendelijkste verwensing van het ouwe besje voor Robbert Jan. Met wie, zei ze er niet bij. Ze typt een code in en loopt “kribbig” naar buiten. “Kribbig”. Jaja. Uitzinnig nascheldend, zal Robbert Jan bedoelen, “zich demonstratief in haar kruis grijpend, haar rok optillend, een vette rollende scheurende scheet latend” … maar nee, dat beschrijft Robbert Jan niet, kansloos politiek correct typetje dat hij me d’r eentje van ons is.

De ikjesweek was daarmee ten einde en dat was een groot geluk bij een ongeluk.

Wil jij net als Niemand, Iemand en andere reageerders kans maken om in het volgende weekoverzicht voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je plezier hebben met lezers die voor je het weet goede kennissen van je kunnen worden? Misschien wil je een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst van lezers van deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Of stuur zelf een ikje in. Of scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Of voor een ander aangenaam dingetje dat je hier op de site doet. Viltjes zat. Maar voel je je te goed voor zo’n viltje? Helemaal prima, dan laat je dat – liefst discreet – even weten en dan gaat dat viltje naar iemand die het wel weet te waarderen. 

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren, aangenaam!

Reacties zijn welkom via het reactieveld, het contactformulier of een email naar bas@basvanvuren.org

Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. 

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik liep weer eens in een museum te koekeloeren. Deze was van een bekende chocoladeboer. Hoe het allemaal begonnen was en zo. Eerst had ik het niet eens in de gaten, maar gaandeweg werd me duidelijk dat alle foto’s van de beroemdheden, Obama, Marilyn Monroe, Bill Clinton, Peter Gilles, Nelson Mandela, en John & Yoko (zie boven) bewerkt waren. Ze hielden zogenaamd allemaal van de chocola van die chocoladeboer.  Maar dat was dus niet zo. Hoe grappig! De zomerstop is nakende, een week of twee, drie reizen in een land met wisselend internet en in een andere timezone. Het zou zomaar eens kunnen zijn dat het eventjes ophoudt hiero. En dan moet je maar weer afwachten of en wanneer het weer begint. Sterkte daarmee, mensen. Ook deze week – ik voel het gewoon – ga ik weer iets interessants meemaken. Jullie ook? Laat je belevenissen achter in de reacties op dit blog. Hoeft niet literair. Foto: “Give chocola een kans” © 2023 Bas van Vuren

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

56 gedachten over “Is er even niet (447)”

  1. Suiker

    In de tuin word ik tijdens het eten van mijn broodje vergezeld door vier wespen. Het lukt mij kalm te blijven, ook als er een op mijn hand gaat zitten. Dankzij Discovery Channel weet ik wat wespen aan het einde van de zomer nodig hebben: suiker. Een schoteltje met limonade voor hen lijkt me redelijk, als ik mijn broodje dan zelf mag opeten. Op een afstandje kijk ik naar wat er gebeurt. Ze vertrekken. Als een stel beledigde tieners dat niet meer aan de ‘kindertafel’ wil zitten.

    Carolien Macaré

  2. Nee Carolien, niet beledigd maar gewoon tevreden. Heb je ze ook namen gegeven? Een filmpje van het tafereel naar Andre van Duin gestuurd voor Animal Crackers?

    Alle kranten en alle nieuwssites stonden er afgelopen week vol mee: wat je allemaal wel en niet tegen de limonadewesp moet doen. En geheel toevallig was het dit weekend ook nog eens het Jaar van de Wesp en ontrolde zich de tweede nationale wespentelling. Dat is de natuur, als je iets hebt uitgeroeid dan ga je je er vlak voor het definitieve uitsterven nog even voor interesseren. Leer mij de mensheid kennen!

    De winnaar van die wespentelling? De bij! 😁😁🐝

  3. Het is duidelijk komkommertijd in ikjesland. Nu iedereen terug in zijn dagelijkse routine is zullen de ikjes ook wel weer beter worden, hoop ik toch. 12jarigen die hun moeder de kast in jagen vind je trouwens in iedere straat.

  4. Geloof het of niet: ik kreeg van jou geen berichtjes meer binnen de laatste dagen. Dan valt er niets te reageren.
    Misschien lag het aan WordPress, die deed met de reacties ook al zo vreemd. Is nu opgelost.

    We beginnen gewoon opnieuw.
    Goedemorgen, goed intro , hopeloos suikerikje.

  5. Dank je wel, lieve mensen. Het komt allemaal goed.

    Ok, het zou zomaar eens kunnen dat ik de komende tijd ietsje minder alhier zal vertoeven vanwege een reis in een warm land met wisselend internet en rare tijden, maar op een gegeven moment komt dat wel weer goed en gaat er een prachtig nieuw ikjesseizoen van start. Zin in!

  6. Stemmen

    Mijn moeder (83) en ik, op terugweg van vakantie, praten over de politiek in Nederland: oude en nieuwe partijen, politici die komen en gaan. „Op wie ga jij eigenlijk stemmen mam?” Moeder: „Nou, da’s opeens een heel andere vraag. Dat vind ik altijd zo’n gedoe. Dan moet je daar eerst heen. Dan in zo’n hokje. Helemaal omkleden en dan sta je daar in je spiere nakie… Kweenie of ik dat ga doen…” „Waar hèb je’ t over mams? Hoe zijn die verkiezingen in vredesnaam georganiseerd in Meppel!” „Hoezo? Jij vraagt me met wie ik ga zwemmen.”

    Sandra van Dalen

  7. Telefoontje

    Vrijdagavond 19.15u, onze kinderen van 1 en 3 liggen allebei net in bed. Tevreden schenken wij een glas wijn in. Dan gaat mijn telefoon. Ik kijk op het scherm. Tot mijn verbazing zie ik dat het mijn man is die belt – hij zit toch echt naast mij aan tafel. Hij grijpt naar zijn broekzak en kan inderdaad zijn telefoon niet vinden. Hij doorzoekt de kamer en sprint dan weg. Even later komt hij terug uit de kamer van onze 3-jarige zoon. Mét telefoon. Die was tijdens het boekje lezen uit zijn broekzak gevallen. Tot onze zoons groot enthousiasme.

    Geertje Jonker

  8. Tien kilo suiker

    Het is de eerste maandag van de maand. De sirenes worden getest. Eén minuut en zesentwintig seconden angstaanjagend gehuil. 61 jaar geleden, tijdens de Cubacrisis, liep ik (9) om acht uur ’s ochtends naar de buurtwinkel om in opdracht van mijn moeder tien kilo suiker en tien kilo bloem te kopen. Dat zou ons gaan redden bij een atoomoorlog.

    Vandaag stel ik mijzelf de vraag: als op een herfstige woensdagmorgen de sirenes onophoudelijk blijven loeien, weten we dan eigenlijk wel wat we moeten doen?

    Pieter Voswinkel

  9. Talenkennis

    Mijn achternichtje (3) woont in Duitsland. Ze heeft net, tot haar grote verdriet, afscheid moeten nemen van haar Oekraïense vriendinnetje, dat met haar moeder is teruggekeerd naar huis in Lviv.

    Nu is mijn achternichtje op familiebezoek in Nederland.

    „Je spreekt twee talen”, zeg ik, „Duits én Nederlands”.

    „En Oekraïns”, meldt ze.

    „Oh, zeg eens wat in het Oekraïns.”

    „Bye, bye”.

    Josine Boissevain

  10. Natuurweetje

    In mijn tijd als juf voor groep 4 (ik ben nu directielid) genoot ik altijd van de vakantieverhalen van de kinderen in de klas. Een is me na al die jaren bijgebleven: een jongeman van zeven was naar Ameland geweest met zijn moeder en had huilers gespot. „Ja juf, de babyzeehondjes. Ze waren zo schattig! Alleen hun piemel was wel erg groot”. Ik vertel hem dat hoe groter het dier is, hoe groter, over het algemeen, de geslachtsdelen zijn. Waarop een leerling door de klas roept: „De piemel van mijn vader, die is pas groot!”

    Emilie Mol

  11. Hij is leuk. Waarom dat directielid erbij moet weet alleen Emilie. Kijkt inmiddels wellicht neer op het beroep van juf?

    Maar herkenbaar is het zeker, die ervaring. Je schrikt je als kind rot als je dat lid per ongeluk een keertje door een kier in de slaapkamerdeuropening ziet. Ik weet het nog altijd in ieder geval en het is toch een paar jaartjes geleden. En, zo roept mijn vrouw nu, het was kennelijk erfelijk. Maar daar blijf ik bescheiden onder. Ik bevestig noch ontken dat. Kom zeg!

    Fijn weekend allen.

  12. Identiteit

    Je denkt jezelf in dienst van de volgende generatie te stellen, maar de vele aanwijzingen over hoe we gezamenlijk de wereld net wat inclusiever en duurzamer kunnen maken, ontmoeten vooral onverschilligheid van de puberzoon. Als ik langzaamaan begin te concluderen dat er niks beklijft, legt mijn vriendin nog een keer geduldig uit dat dit plastic bakje toch echt in het rechtercompartiment van de prullenbak moet. „Ja maar mam, wat nou als dat bakje zich als papier identificeert?”

    Jacco van Uden

  13. Jacco identificeert zichzelf als schrijver. Kan hij, gelet op dit gezwollen stukje proza dat bol staat van plechtstatige pseudofilosofische mooischrijverij, beter niet doen. Wanneer gaan zijn vriendin en zijn puberzoon hem dit eens vertellen, en hem een beslissend zetje geven op weg naar een andere identiteit, die van de leukste thuis?

  14. Bibliotheek

    Op zoek naar stilte en concentratie ga ik naar de vierde verdieping van de openbare bibliotheek. Ik ben op dit vroege uur de enige bezoeker van de zaal.

    Als ik een half uurtje heb zitten werken, gaat er een jonge student vlak achter me zitten. Hij haalt zijn telefoon te voorschijn en kijkt naar een film, het geluid staat op de luidspreker.

    Als ik hem zeg dat ik daar last van heb, zegt hij verontwaardigd: „Het is hier wel een bibliotheek, hè.”

    Warna Oosterbaan

  15. Ja, de jeugd van tegenwoordig, wat u zegt.

    Wij waren gisteravond bij een folkloristisch dansgebeuren. Vlak voor het begin kwam er een jonge man gehaast de zaal in en ging naast ons, op de voorste rij, zitten. Hij haalde zijn mobieltje uit zijn zak en heeft de hele voorstelling een baseballgame zitten kijken. Heel af en toe keek hij op naar de live dansers, die prachtige dingen aan het doen waren. Een vrouw een rij achter ons bleef maar whatsappen, hardop zonder oortjes en keek fel onze richting uit toen wij het waagden om afkeurend te kijken.

    Teken des tijds, aldus opa Bas: kunnen zich niet meer op een ding focussen, altijd ernaast aan het scrollen, en live wordt gelijkgesteld met het luisteren naar Spotify, dan kun je immers ook iets anders doen.

    Jammer maar helaas, wen er maar aan en schrijf het maar van je af via de ikjesrubriek van de NRC, mensen. Daar kan het nog.

  16. Het nee-woord

    Ik mag goede vrienden van mij trouwen en dit vertel ik vlak voor het weekend aan mijn klas.

    „Stel dat eentje ‘nee’ zegt, hoe red je dan de dag?” is een van de eerste vragen die ik krijg.

    Wanneer ik maandagochtend vertel dat het bruidspaar volmondig JA heeft gezegd, hoor ik van achteruit het lokaal diep zuchtend: „Jammer zeg.”

    Willemijn Vos

  17. Wereldvernieler

    Bij de supermarkt-servicebalie wil ik een bos bloemen afrekenen. Omdat er niemand is, loop ik weg om iemand te halen. Als ik terugkom, staat er een jonge man voor mij. Ik leg mijn bloemen op de balie. Hij vindt dat ik voordring. „Natuurlijk jouw generatie,” zegt hij, „Jullie hebben de hele wereld al kapot gemaakt. Maar gelukkig zijn jullie over een paar jaar allemaal dood.” De medewerkster komt en ik zeg dat meneer graag voor wil. Ik wens hem, nadat hij heeft afgerekend, een fijne dag. „Stik er maar in!” zegt hij. En pakt zijn sigaretten.

    Minja Holzhaus

  18. Goed kijken

    Tijdens mijn vakantie wandel ik in een veengebied in Twente.

    Een vogelaar gaat naast mij op een bankje zitten en we raken aan de praat.

    Ik pak mijn kans en vraag hem om tips: „Meneer, weet u waar ik hier de Grauwe kiekendief kan vinden?”

    Hij zegt „Ja, dat weet ik wel.”

    Daarna is het stil, dus ik spoor hem aan: „Waar dan?”

    Hij antwoordt droogjes: „Gewoon heel goed in de lucht kijken.”

    Mieke Kerkhof

  19. De man is de leukste thuis en is daarom maar vogelaar geworden, ook tot tevredenheid van zijn vrouw.

    Heeft hij de kans gepakt om vroedvrouw Mieke om tips te vragen voor het halen van een baby? Hoe je de ontsluiting, de weeën en weet ik al niet wat kunt observeren? Da’s andere koek dan naar zo’n grauwe laag over de rietvelden schommelende roofvogel te kijken.

  20. Kort afscheid

    Nadat ik de hele nacht bij mijn 94-jarige brakende oma heb gezeten, vertellen de dokters dat het slecht nieuws is.

    Met de hele familie afscheid genomen en mooie laatste woorden gewisseld. Dan wordt er toch nog een endoscopie gedaan voor een diagnose. Na een minuut komt de dokter al weer naar buiten. Dus wij in schrik, zo van is het gezwel zo groot dat jullie de slokdarm niet in kwamen? Dan horen we mijn oma schreeuwen: „Het was een stuk kip, ik ben er weer!”

    Tamar Kurzer

  21. Doe dit niet. Houd dit voor je. Deel het desnoods in de eigen familiekring. Maar laat het niet als lollig verhaaltje in de krant zetten. Kwestie van respect.

  22. Op de step

    Op een brede stoep spelen vele kleuters met schaatsjes, fietsjes en stepjes.

    Er komt ons een meisje tegemoet met haar stepje om haar nek.

    „Zo, stepje stuk?”

    „Nee, de batterij is leeg, ik ga naar huis om een nieuwe te halen.”

    Fred van de Griendt

  23. Nounou, schaatsjes, fietsjes, stepjes, het was Open Speeldag voor Kleutertjes in Madurodam. En wat gebeurde er veel, zeg! Er was een batterij leeg! En er gaat een kleutertje naar huis om een nieuwe te halen! Ik vind deze spanning ondraaglijk, zit hier met het zweet onder de oksels te hyperventileren. Ik ga maar weer liggen. Doei, fijne maandag allen!

  24. Haha, ik ben aan het reizen in een warm land met wisselende internetconnecties. Vandaar dat ik er even niet ben qua introotjes. Maar dat komt goed!

  25. Nette activisten

    Nadat de waterwerper een einde heeft gemaakt aan de gemoedelijke sfeer van de actie op de A12, gaan de meeste demonstranten op verzoek van de politie naar de bussen. Sommigen laten zich slepen. De bussen zijn gehuurd van de HTM, het Haags openbaar-vervoerbedrijf. Die brengen ons naar het ADO stadion. Daar zal de hulpofficier van justitie, voor in de bus, als een reisleider, ons voorgeleiden, waarna we weer mogen gaan. We blijken behoorlijk gezagsgetrouw: bij het instappen in de bus checken sommige demonstranten gewoon in met hun ov-chip kaart.

    Hans de Vries

  26. Lieve mensen, ik krijg wat verontruste mailtjes van lezers. Alleen van diegenen die zelf niet bloggen dus weinig idee hebben van het handwerk.

    Neen, een ikje plakken of een commentaartje plaatsen is NIET hetzelfde als een intro schrijven. Een signature intro als hier op de site met foto’s, nette opmaak, links- en rechtshangende tussenkopjes, en noem maar op, dat kan alleen in theorie op een mobieltje met wisselend internet vanuit een schommelende boot of safarijeep. Daar moet je een computer met een scherm en een muis en een toetsenbord en internet in een hotelkamer voor hebben. Heb ik wel, maar als ik in zo’n hotelkamer ben dan heb ik andere bezigheden te doen.

    Dus houd het nog even vol. Binnenkort weer helemaal terug in dit theater.

  27. Jarig

    Ik ben jarig, nog vier jaar verwijderd van een nieuw decennium.

    Ouderwetse kaarten en brieven in de bus met enthousiaste felicitaties.

    Daaronder een fraaie tekening van een leeftijdgenoot. Het cijfer 90 omringd door bloemen en blaadjes en hartjes in mooie kleuren. Op de achterkant in haar rechte, onverschrokken handschrift: Dat we het maar niet zullen meemaken.

    Benita Nieskens

  28. Geen idee wat Benita bedoelt. Vier jaar verwijderd van een nieuw decennium betekent niet dat ze bijvoorbeeld 76, 86, 96 wordt, want ze krijgt een kaart met het cijfer 90 erop.

    Betekent het dan alleen maar dat dit voorval gebeurde in 2016? En dat heeft relevantie voor iemand, de jarige, de lezer?

    De kaart dan: in mooie kleuren. Wat bijzonder, meestal worden dat soort tekeningen met lelijke kleuren gemaakt.

    Een onverschrokken handschrift vind ik dan weer wel een mooi beeld, mooi gevonden, mooi geschreven.

    De pointe is een grapje dat we kennen van sommige andere 80- en 90-jarigen. Die humor over het aanstaande verscheiden moet kennelijk steeds maar weer in de krant.

  29. Mondhygiëne

    Bij de mondhygiëniste antwoord ik normaal gesproken, naar waarheid, dat het flossen er meestal bij inschiet. Tijdens de behandeling moppert de mondhygiëniste dan over geïrriteerd tandvlees gevolgd door een preek over het belang van goed flossen. Vandaag besloot ik om het anders aan te pakken en antwoordde dat ik bijna elke dag flos. „Dat kan je wel zien” zei de mondhygiëniste, „het ziet er goed uit.” En hoewel het gekras op mijn tanden tijdens de behandeling niet minder was, lag ik er toch veel relaxter bij.

    Marian Bakker

  30. Oppasoma

    De torenklok slaat half zeven als ik in de auto stap voor de tweewekelijkse oppasdag bij de kleinkinderen. Het is een drukke ochtendspits maar dat mag de pret niet drukken. Vol verwachting zet deze oppasoma koers naar de hoofdstad. Via WhatsApp krijg ik het bericht dat mijn kleinzoon zijn eerste woordjes begint te vormen. Spannend! Twee uur later zwaait de voordeur open. Daar komt het kleine mannetje aangerend: handjes in de lucht en een stralende lach: „Opa!” roept hij blij.

    Jenny Schram

  31. En dat nadat die torenklok de dag zo mooi had laten beginnen. Wat een vreselijke gebeurtenis om mee te maken.

    Misschien moet Jenny zich ietsje beter scheren ‘s ochtends en in ieder geval geen WhatsAppjes lezen tijdens het rijden naar de hoofdstad.

    Waar moet je wel niet helemaal wonen, in welke uithoek, om daar twee uur over te doen??? Dus ja, misschien had ze wel een rustpauze ingelast en dan mag het weer wel.

  32. Kantinesnoep

    Een keer in de maand sta ik achter de bar in de plaatselijke voetbalkantine. Het is zaterdagochtend en er staat een doos vol gesponsorde zakjes snoeptomaatjes om uit te delen. Dan stormen de mini-pupillen met rode hoofden binnen voor de gebruikelijke beloning: limonade en een koekje. En deze keer ook een zakje. Gretig graaien ze de zakjes uit mijn handen. Een van de kinderen bekijkt het zakje en hij vraagt wat het zijn. Ik zeg: „Snoeptomaatjes.” Meteen ritst hij het zakje open en propt zijn mond vol. En zegt dan boos: „Ze smaken helemaal niet naar snoep!”

    Esther Tros

Ik vind er dit van: