Dit zijn stoofperen (ikjesrecensies nr. 465)

Over ikjes en croissantjes

Ikjes. Ikjes. En ikjes. Niks is er leuker. Niks maakt het leven meer de moeite waard dan ikjes. Ikjes schrijven. Ikjes lezen. Ikjes een platform geven. Dat doe ik al jaren en dat vinden de mensen leuk. Ze hebben zelfs spontaan het “ikjespanel” in het leven geroepen. In wisselende samenstelling vindt dat panel elke dag iets van het verse ikje. En soms niet. Hier is het vrijheid, hier is het blijheid, hier is het aangenaam. Lees maar eens gauw in de reacties onder dit blog wat het nieuwe ikje van de dag is, geef als je wilt een commentaartje, of lees eerst de hoogtepunten van de ikjes en de oordelen van vorige week. Waar? Hier!

Ineens moet ik nu denken aan het initiatief dat hier een tijd terug werd aangekondigd, de website voor “nikjes”, oftewel ikjes die door de NRC zijn afgewezen, maar die volgens de auteurs toch een platform verdienen en derhalve aan duimpjes neer en duimpjes omhoog van internettend Nederland moeten worden onderworpen. Ik keek helemaal toevallig dit weekend weer eens op dat platform en helaas, het prachtige initatief is nog niet tot volle bloei gekomen. Ga ook daar eens kijken als je zin hebt.

“Mevrouw”, zei de held, “dit zijn stoofperen!”

Maar nu ga ik dus door naar de hoogtepunten van vorige week. E.M. van Rijsingen schreef dat het leven hard is. Hij stond bij de servicebalie van een grootgrutter naast een mevrouw die een peer kwam terugbrengen. Een eetpeer om precies te zijn, geen gloeilamp, want die zijn niet meer te koop in deze nieuwerwetse tijden. Ze had de peer al vóór de kerst gekocht, maar hij was nog steeds hard en haar zoon kon de peer niet eten met zijn melkgebittandjes. Ze wilde, nee, ze eiste een andere peer! En sloeg met de hand op de servicebalie. De servicebaliemedewerker keek volgens E.M. van Rijsingen “verward” en wilde de politie bellen. Maar Van Rijsingen schoot te hulp. “Mevrouw”, zei de held, “dit zijn stoofperen!” De vrouw kalmeerde en ging blij als een kind de deur uit met een recept. Van Rijsingen was klant van de dag en mocht een uurtje gratis winkelen.

Foto door Pixabay op Pexels.com

Dat was het eerste ikje van vorige week en je ziet meteen hoe leuk die dingen zijn. Vooral als je er wat bij verzint. Natuurlijk mocht de klagende klant van geluk spreken dat dit ergens in het zuiden van het land speelde en niet in Amsterdam. Daar zou de vrouw keihard in haar maag gestompt zijn en dubbelgevouwen in een afvalcontainer geplaatst. Denk hier zelf de naam van de supermarktketen bij … Ja! Die dus! En dat voor die prijs!

Suske, een van de trouwste reageerders alhier op het blog, zei dat een achtjarige die in de hangtieten van zijn overgrootmoeder knijpt later problemen gaat krijgen. Maar dat sloeg op het intro van vorige week, dus op een ikje van de week daarvoor en we zijn gekke Jantje niet. Daar hebben we het nu niet meer over. Ook Bertie, een nog veel trouwere reageerster, bleef in het verleden hangen en deed een duit in het zakje over dat jochie. Jan Sierhuis, een debutant in het ikjespanel, feliciteerde mij van harte met het zoveeljarig WordPress jubileum en we bleken beiden in een ver verleden op het VKblog van de Volkskrant geblogd te hebben. Mooie tijden aldaar, maar wel, net als bij de NRC, soms ontsierd door trollen en ander tuig. Kijk voor de lezenswaardige blogs van Suske, Bertie en Jan op de blogroll “Kijk ook eens op” in de rechterkolom van dit blog. Of geef een kort maar krachtig klikje op hun naam. Je zult er geen spijt van krijgen.

“Geen reclame”. Da’s altijd handig

En toen was het tijd voor het tweede ikje van vorige week, dat van Kees Lebon. Kees vertelde over de wachtkamer van een oogkliniek waar een medewerker de naam “Hulsman” omriep, hetgeen “Huisman” had moeten zijn. Hilarisch natuurlijk. De eindredacteur van de NRC had de clou al uitgelegd in de kop van het ikje: “Geen reclame”. Da’s altijd handig.

Reinier Berendsen schreef over opa’s biertjes. Daar hadden drie “negenjarige kwebbeltantes” het over op de achterbank van zijn auto. Er riep er eentje dat haar opa geen bier mag drinken van de dokter en daarom “speciaal bier” drinkt. Tja, 0.0 dus. Next! Bertie deelde de Brabantse kroeguitdrukking “‘t Is l.l maar het praat” en voegde eraan toe dat dit ook voor de meeste ikjes geldt. Da’s een snoeihard commentaar en ik laat dit graag voor haar rekening. Ik denk dat soort dingen hooguit.

Het was geen topweek voor de ikjes, daarom l.l ik vandaag maar een eind weg om het nog een beetje leuk voor mezelf te houden. Charles de Vries schreef over een meisje dat achterop de fiets bij haar vader zijn telefoon tegen zijn oor hield. Een tafereeltje dat regelmatig in vooral Amsterdam te zien is. Sneue types, sneue mensen, maar ze vinden zichzelf bijzonder belangrijk. “Hoe dresseer ik mijn dochter” snoof Bertie sarcastisch.

Hé Charles, misschien dit eens proberen als vader? Foto door Lgh_9 op Pexels.com

De 13-jarige dochter van Jannelien Wieland, Marte, had toetsweek op school. Als Jannelien vraagt hoe het met haar gaat, antwoord ze (jawel, Jannelien schrijft “antwoord” en de dienstdoende NRC-eindredacteur corrigeerd dat niet) dat haar telefoon “1 procent is … en ik ook”. Het panel had daar wel een beetje begrip voor, in deze onzekere tijden met Poetin en Iran en het klimaat en zo. Qua niveau gaat het wel gillend omlaag, die ikjes. Het is hoog tijd dat er aan dit fenomeen weer eens aandacht besteed wordt door literair Nederland, door mensen die verstand van en liefde voor de Nederlandse taal hebben. Lezen jullie mee, mensen? Ik reken op jullie!

Peter R., die met zijn zak croissantjes rechtbanken binnen kwam wandelen.

Het allerlaatste ikje van vorige week ging over bananen. Meta Vaandrager – wat een heerlijke naam – strafrechter van beroep, meldde dat er een advocaat de zaal in kwam met een tasje in zijn hand. Die zei: „Ik heb bananen meegenomen voor u en de griffier. Ik dacht het is lunchtijd en u zult wel honger hebben.” Waarom? De advocaat had een onderzoek gelezen waaruit bleek dat rechters die honger hebben strenger straffen. Zelf moest ik bij het ikje om onduidelijke redenen ineens denken aan Peter R., die met zijn zak croissantjes rechtbanken binnen kwam wandelen. Hij at ze zelf op. Helaas niet meer.

Nou, dat was de ikjesweek. Misschien wordt het deze week beter. Doe lekker mee, zou ik zeggen. Kom erbij. Gezellig. Reageren maar …

Wil jij net als Suske, Bertie, Jan en andere reageerders kans maken om in het volgende weekoverzicht voor te komen? Wil jij ook aardige vondsten debiteren naar aanleiding van ikjes? Wil je plezier hebben met lezers die voor je het weet goede kennissen van je kunnen worden? Misschien wil je een uitnodiging voor de jaarlijkse bijeenkomst van lezers van deze site? Of zeg je: doe mij dat maar allemaal?

Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is

Doe dan aan deze leuke rubriek hier op deze leuke site mee. Ga eens wat ikjes lezen, die staan verstopt op de NRC, die krant die zo van lezersanekdotes houdt. Of stuur zelf een ikje in. Of scrol naar beneden en zeg iets. Dat mag met een fantasie-emailadres en ook met een nom de plume. Je kunt een uniek vrolijk viltje winnen als jouw reactie precies de 100e is. Of de 200e, 300e enzovoort tot in het oneindige. Of voor een ander aangenaam dingetje dat je hier op de site doet. Viltjes zat. Maar voel je je te goed voor zo’n viltje? Of ben je doodsbenauwd om je adres te delen met het blogbeheer? Helemaal prima, dan laat je dat – liefst discreet – even weten en dan gaat dat viltje naar iemand die het wel weet te waarderen. 

Voor je het weet kan een citaat van jou, een foto van jou, een wat dan ook van jou, een hoogtepunt van de week worden. Heb je inspiratie nodig? Raadpleeg de afleveringen van deze rubriek elders op dit blog. Ook een aanrader als je er even tussenuit bent geweest.

Bas van Vuren, aangenaam!

Reacties zijn welkom via het reactieveld, het contactformulier of een email naar bas@basvanvuren.org

Het wordt een prettige week. Als je vindt dat het geen prettige week moet worden, voel je dan vrij om elders te gaan buurten. Daar waar er meer zijn zoals jij. 

De foto helemaal hierboven – wij vakmensen noemen het de header image – laat traditiegetrouw een stukje offline leven van mezelf zien van de afgelopen tijd. Nou, jullie zien het wel. Ik zat weer eens thuis uit het raam te koekeloeren. In het kale teruggesnoeide pruimenboompje waar we pindaslingers en vetbollen hebben geplaatst ter verlichting van de nood van onze gevederde vrienden is het oorlog. Ze vechten elkaar de tent uit, die fladderende kool- en pimpelmezen, dat lieve roodborstje, het gemene winterkoninkje met dat malle staartje, de hippende merels, de scharrelende tortel- en houtduiven, de dreigende eksters, korzelige kauwen en … dus ook de halsbandparkieten. Deze ingeburgerde minipapegaaitjes halen halsbrekende toeren uit om aan de pinda’s te komen. Weten we ook weer waar hun naam vandaan komt. Want dat deden ze vroeger in de tropen ook al. Ook deze week – ik voel het gewoon – ga ik weer interessante dingen meemaken. Jullie ook? Laat je belevenissen achter in de reacties op dit blog. Hoeft niet literair. Foto: “Halsbreekparkiet pakt pinda” © 2024 Bas van Vuren

Onbekend's avatar

Auteur: Bas van Vuren

Schrijver - Rijmer - Kijker - Kent beroemde mensen - Maakt liedjes en filmpjes - Doet iets met #ikjes - Want ja - Je moet toch wat

45 gedachten over “Dit zijn stoofperen (ikjesrecensies nr. 465)”

  1. Tweeling

    De driejarige tweelingzusjes Suzanne en Louise zitten achterin de auto te keuvelen. Ineens hoor ik Louise uit het niets zeggen: „Ik wil geen vis meer eten.”
    Bezorgd informeer ik of er klachten zijn over de kwaliteit van het eten, maar het zit veel dieper: „Dat is zo zielig. Dan zegt een mamavis: waar is mijn lieve kindje nou gebleven?”. Louise is nogal gevoelig.
    Haar zus flapt er binnen twee seconden een oplossing uit: „Dan eet je de mamavis toch ook gewoon op.” Suzanne is nogal praktisch.

    Jouke Waleson

  2. Een kinderikje dat de mondhoeken even heeft laten krullen. Wat kunnen mensen toch grappig zijn als ze nog jong zijn. Zo zonde dat het er bij de meesten later grondig vanaf gaat. Van zoet naar zuur, van lollig naar nukkig, van de wieg naar het graf. Da’s het leven en daar beginnen we dan de week maar mee.

    Ik wens iedereen, weer eens vanuit de eerste-klassewagon van de internationale trein naar Brussel, een prachtige dag.

  3. Als ik ooit eens naar de rechtbank moet voor welke reden dan ook bestel ik een maaltijd bij een driesterrenrestaurant. Wie weet word ik dan vrijgesproken.

  4. Hulplijnen

    Een vriend van 90 rijdt op de achterbank met ons twee mee naar een feest. Vanaf die plek vertelt hij geanimeerd over alledaagse dingen. Het gaat alle kanten op; heden, verleden, meningen en standpunten over actuele politiek en oorlogen wisselen elkaar in hoog tempo af.
    Al redenerend kijkt hij tijdens het inparkeren tussen de voorstoelen door naar het grote scherm op het dashboard, waar de verticale en horizontale hulplijnen mij naar achteren loodsen. Hij onderbreekt zijn verhaal en vraagt terloops: „Is er tennis op televisie?”

    Toine Vennix

  5. Ja, daar lijkt het op, wees blij dat een ouwe knar van 90 nog rechtop in een auto kan zitten. Maar daar gaat het niet om. Een ikje moet, zoals ik al vaker heb gezegd, spijkerdroog geschreven worden. Er mag na het schrappen geen enkel overbodig woordje meer inzitten.

    “Met ons twee”? Weg! “Vanaf die plek”? Weg! “Geanimeerd”? Weg! De puntkomma? Moet dubbele punt zijn! “en standpunten”? Weg! “actuele”? Weg! “en oorlogen”? Weg! “Al redenerend”? Weg! “de” (van de hulplijnen)? Weg! “terloops”? We-heg!!!

    Qua grappigheid van het ouwe baasje dik in orde.

  6. Halelujah jutteperen! 06 zombies die op fietsen naar de Jumbo gaan met hun kind om een beuk te krijgen in Amsterdam, ik kan het niet meer bijhouden. Maar dat is natuurlijk mijn gebrek. Voordeel van dalende kwaliteit is inderdaad dat het weer kan verbeteren. In ieder geval dank voor dit wederom fijne weekoverzicht.

  7. Graag gedaan, Jan. Loer hoopt altijd, zoals een illustere ikjescriticus uit het verleden placht te zeggen. En gelijk dat hij had. Ik voel gewoon dat de ikjes aan een revival bezig zijn. Een revival zonder weerga.

  8. Het verkeerde blog – excuses voor het ongemak in het onwaarscchijnlijke geval dat het mijn reactie doorkomt.

  9. Het goede blog, vadermans 😜

    Fantastisch om te zien dat het ikje weer eens in het zonnetje wordt gezet, het lijkt wel alsof ik het al wist, he? En er zou nog weleens meer aan kunnen komen … (suspense sound repeated and fading away).

  10. Misschien moeten we NRC vragen om die ikjes voortaan eerst aan jou voor te leggen, want ze worden er duidelijk beter van.

  11. Goed idee, Joke, alleen ben ik heel wat jaartjes corrector geweest en – hoewel ik het nog altijd leuk vind – ben ik er nu wel een tikkie uitgegroeit, zeker als het onbezoldigd moedt.

  12. Oeps! Voor het eerst in een jaar of vijf weer eens naar dat ongure blog Geen Stijl gesurfd, ik dacht dat het allang niet meer bestond. Voormalig reageerder alhier, DSR, is daar nog dagelijks onder wisselende pseudo’s actief.

    Dit vindt een reaguurder aldaar van het fenomeen “ikje”: “Is dat NRCees voor “Welkom in ons Sterfhuis… Waar de leegtes opgevuld worden met echo’s van tegen zichzelf murmelende egomane bejaarden. Met af en toe een verdwaald (klein)kind op bezoek of op zoek naar een centje voor z’n rapport”?”

    Prima dus, NRC, om dat reactieveld goed gesloten te houden! Types als DSR, Jammerende Jurk, lallende lummel wil je niet weer een platform geven.

  13. Sociale media

    Ik praat met mijn kinderen tijdens het eten over een politieserie waar mijn dochter (13) graag naar kijkt. „Het zijn wel allemaal heel mooie mensen”, valt haar op. Ik grijp dit moment aan voor een pedagogisch praatje over dat mensen er in series en op sociale media altijd mooier uitzien dan in het echte leven. Ze valt me meteen in de rede: „Dat weten we toch, we zien jou elke dag.”

    Saskia Petit

  14. De categorie “zelfspot” moest weer eens open. Samen met die van “typisch Nederlandse brutale kinderen”. Dan krijg je een ikje zoals dit. Mag. Kan. Maar voor mij hoeft het niet. Morgen graag weer een demente bejaarde.

  15. Grijze Ferrari

    Er stond een enorme, grijze Ferrari in ons stille straatje, zo rond half twaalf ’s avonds.
    Onder de ruitenwisser zat een nattig briefje met originele hanepoten – kennelijk van een jochie van rond de tien. Of zijn moeder, net jarig, een stukje mee mocht.
    Ze vond Ferrari’s zo mooi en wilde graag één keertje…
    Ik was geroerd. Maar jammer dat de jongen vergeten was zijn adres of telefoonnummer erbij te zetten.

    Arthur Graaff

  16. Een stil straatje, een nattig briefje, originele hanenpoten … het blijft kennelijk moeilijk zo’n ikje.

    En intussen blijft de wel noodzakelijke info uit: hoe zie je aan een briefje dat het van een jochie is? Stond er een naam onder? Denk het niet.

    En wat is Arthur? De eigenaar van de auto, een goede kennis van de eigenaar? En als niet: waarom staat hij dan briefjes op andermans motorkappen te lezen?

    Maar goed, Arthur zal de moeite vast niet nemen om dit allemaal uit te leggen.

  17. Haha, ja, dat lezers in een andere tijdzone wonen of werken, daar moet je maar opkomen als redacteur. Wanneer stuur je je ikje naar nikjes.com, Ad? Het loopt daar nog niet storm. Ik denk omdat de hoop op publicatie altijd blijft loeren.

  18. Mijn laatste ikje heb ik net een paar dagen geleden ingestuurd. Ik wacht dus nog even af.

  19. Gelijk heb je. Van mij zitten er nog een stuk of 10 ingezonden ikjes tussen die 43459 ongeopende emails van Paul Steenhuis. Ik heb door dit artikel volop nieuwe moed gekregen.

  20. Tatoeage

    Onze zoon van vier werd in zijn zindelijkheidstraining beloond met een tatoeageplakker. Op vakantie in het zwembad ontstaat het volgende gesprek met een zwaar getatoeëerde meneer.
    Zoon: „Mooie tatoeages heeft u!”
    Tattoomeneer: „Dank je, wil jij later zeker ook?”
    Zoon antwoordt: „Nee, ik poep al op de wc”, en zwemt weg.

    Bas van Lieshout

  21. De pointe – zoontje associeert tatoeages met zindelijk worden en prikt daarmee ongewild door de stoerheid van de volwassen meneer – is na enig nadenken best te begrijpen, maar op de een of andere manier komt ie er niet lekker uit. Kwestie van ‘show don’t tell’: we zien het jochie niet zwemmen, we zien de tattooman niet en zelfs het (overbodige afsluitende) wegzwemmen komt daardoor bijna als verrassing.

    Bas kan het misschien beter bij non-fictie houden, maar mag zo’n ikje natuurlijk best vaker proberen. Het zijn immers vingeroefeningen voor zowel debuterende als gevorderde schrijvers. Oftewel: zie maar, Bas!

  22. Nog steeds wacht ik op plaatsing van mijn ikje, een paar jaar geleden verstuurd.
    Toegegeven, het was een flutding maar toch hoopte ik op erkenning, aandacht, benadering door een uitgever, roem en rijkdom, meer van dat. Snik.

  23. Gewoon nog een keer insturen, Bertie. Met 45000 ongeopende emails valt dat niet op en het is dus min of meer een dagelijkse loterij tussen een stuk of 10 inzendingen!

  24. Mijn flutje van een cent is ook nog niet geplaatst. Zal dan ook wel niet gebeuren. Had overigens ook met poep te maken. (Ik weet het: da’s drie keer “ook”, maar ik heb geen zin om dat te redigeren).

  25. Poepikjes zijn een moeilijke categorie, Ad. Daar kom je nauwelijks doorheen. Ik raad iets lichters aan.

    De drie ooks had je trouwens gewoon kunnen weglaten, dan stroomt het allemaal net iets makkelijker door.

  26. Niet in de goot

    ’s Ochtends vroeg de hond uitlatend in Redfern, Australië, wijs ik de trouwe viervoeter terecht: „Niet in de goot, je hebt een stamboom…” om nog geen drie seconden later zelf gretig in de goot te springen om een groen bankbiljet van 100 dollar op te rapen.

    Pim den Dekker,
    Waterloo NSW, Australië

  27. De volgende keer dat ik een ikje instuur zal ik er mijn woonplaats ook eens bij vermelden. Misschien helpt dat.

Ik vind er dit van: