Laten we het maar gezellig houden vandaag. Er was ene Delphine Lecompte die in de NRC (voorheen kwaliteitskrant hoor je er dan minachtend bij te schrijven, maar dat doe ik niet) tekeer mocht gaan tegen “verwerpelijke dichters die nu zorgzaamheid uitdragen”. Ik had gehoopt op een lezenswaardig betoog tegen het fenomeen van de dichters die vandaag de dag over het Coronavirus rijmen als was het een geliefde. En daar zou ik het dan al dan niet mee eens kunnen zijn. Maar Delphine broddelde maar wat aan en koketteerde vooral met zichzelf en haar, vindt zijzelf, ruige levensstijl met veel seks en drank. Stoer hoor! Was dat in de jaren zestig …
Ze heeft zogenaamd niets op met dichters die succes hebben, maar verwijst wel subtiel naar haar eigen Cees Buddinghprijs voor haar debuut in 2009. Heeft ze destijds niet geweigerd, ze stond maar wat graag op dat podium, en ze heeft het er zelfs nu, meer dan tien jaar later, nog over. In die tien jaar heeft ze dan ook bitter weinig succes gehad. Haar doorbraak was het zeker niet, en ik vrees dat die nog even op zich laat wachten.
Lees verder “We willen weer kikkerdril (272)”