Een Nederlandse ober had het vorige week tegen een groepje giebelende grijze-kapselvriendinnen over rauw tomatenzaad dat “een heel aparte mondbeleving heeft”. Gabriela van Gemert schaterde het uit, vertelde het ’s avonds snikkend aan manlief na, en besloot het toen naar de Libelle en de NRC te sturen. De NRC was sneller en hopla, het werd als een “ikje” gepubliceerd in de voormalige kwaliteitskrant. De Libelle had het nakijken.
Voor onze Pawi was dit verhaaltje aanleiding om te vertellen dat zij zelve tomaten in heet water dompelt, en dat ze daar van schrikken. Die tomaten. Dan stroopt ze het velletje eraf en ze wipt de pitjes eruit. “Wippen ja. Samen met het kroontje”. Oftewel, zij kan er ook wat van.
Volgende keer rollator buiten laten staan, M. Bauwens
M. Bauwens dacht lollig te zijn door een verhaaltje te verzinnen waarin hij, zestig jaar oud, een telefoonwinkel binnengaat voor een nieuw telefoonhoesje. De “jonge, vrolijke verkoper” gaat voor hem kijken. “Wat voor telefoon heeft u?” vraagt ze. Als M. Bauwens het merk vertelt, komt er een “wow” uit “zijn mond”. Juistem, de verkoopster was ineens een man geworden. Maar goed, de pointe die M. Bauwens had willen maken was “en weet u hoe die werkt dan?” Die kwam er dus niet helemaal uit. Volgende keer rollator buiten laten staan, M. Bauwens. En je fantasieverhaaltje nogeens overlezen voordat je op “ikje versturen” drukt. Ja, daar kunnen wij kwaad om worden hier.