Een bluetooth-slot. Een slordige knot. Een welvarende cyperse kat. Een stuk maandverband. Een ickje. Een prikstok. Dat had je vorige week allemaal kunnen tegenkomen als je de ikjes in de NRC had gelezen. In de krant. Op de website. Of lekker makkelijk hier, waar ze ook meteen deskundig besproken worden. Maar niet getreurd, dit is het overzicht van de ikjeshoogtepunten van vorige week. Klaar? Gaan we!
Trees Roose voerde een jonge makelaar op die vond dat zijn klant niet bang voor diefstal hoefde te zijn. „Want wie zou hier nou in godsnaam iets willen meenemen?” Niemand die haar geloofde, fantastje dat ze me d’r eentje van ons is. Maar de NRC trapte er in en publiceerde het als lezersanekdote. Het was Nationale Complimentendag. Dat inspireerde Pawi tot een vrolijk: “Allereerst een complimentje voor Trees. Het is haar gelukt een verzonnen anekdote zo op te schrijven, dat niemand haar gelooft.”
Het dochtertje van bijna twee van Robin Mattemaker las met hem mee toen hij in de krant een artikel over de Capitoolbestorming las. Ze bestudeert de foto van de geschminkte in bont gehulde en met woeste hoorns uitgedoste QAnon-sjamaan uit Arizona en concludeert: „Geitje.”
Zo willen we ze hebben, de ikjes in de NRC, ik wel tenminste. Ook Klare Taal was er blij mee. “Geen gemok of gezeur maar een vader die gewoon de krant leest met een jong kind op schoot, een kind dat meekijkt en stil zit en niet de krant verscheurt.”
Het betreffende ikje werd gepubliceerd op “blue monday”, iets waar Pawi ons op wees met een link waarop we alles over dat fenomeen konden lezen, tot en met de formule om de datum te berekenen aan toe. Opgesteld lang voor de huidige coronapandemie, mind you, we leven nu in een blauwe tijd waar geen einde aan komt, zo lijkt het wel.
Het blogverkeer vindt meer en meer via Twitter plaats. Het is niet anders. Kwestie van twee schermpjes open en een account nemen. Zo deelde ik vorige week het gouwe ouwe blog van mijn voorganger, Apiedapie. Het was een populair blog uit de Volkskrantblogtijd, maar liefst van negen (9 jaar) geleden. Hij analyseerde hierin de inhoud van damestasjes, wat zit er in en wat zou er eigenlijk uit kunnen? Zie hier.“Waarom zijn alle vrouwenportemonnees die ik ken drie tot vier keer zo groot als de mijne? Hebben ze meer geld, creditcards? Nee. Er zitten allemaal fotootjes, kassabonnen en andere onduidelijke papiertjes in” was een sleutelzin.
Spullen in je zak is slecht voor de pasvorm van je kleding
De reacties op Twitter kwamen meteen. Voor de twitterlozen een kleine greep. Roos Vonk: “Maar zonnebril, zakdoekjes e.d. in je tas is toch juist handiger dan overal losse dingen? Spullen in je zak is slecht voor de pasvorm van je kleding.” Gelijk dat ze had natuurlijk, maar ja, zij is dan ook hoogleraar sociale psychologie. Mijn voorganger slechts een olijk apie.
Annegreet Blanken vulde aan dat vrouwenkleren bovendien “vaak een stuk minder zakken (if any)” hebben en “zijn dan ook nog vaak minder groot.” Ook een waar woord.
Tas van Tineke – Tas van de Dag
Maar de Tas van de Dag Prijs ging naar het goed onderbouwde en geillustreerde betoog van Tineke Stel. “Dit is mijn tas vandaag”, zei zij en deelde moedig een foto van haar gebruiksaccessoire. “Met een keurig geordende bib (bag in bag ofwel binnentas) erin waarin alles een vaste plek heeft en die elke morgen verhuist naar een tas die bij mijn outfit past. Nou jij weer.”
Sleutels en hondendrolletjeszakjes van Tineke
Ja, daar heeft niemand van terug natuurlijk en ik reikte de Prijs met plezier uit. “Mijn dag kan niet meer stuk!” zei Tineke al net zo blij. En ze ging door. “Nu we toch bezig zijn: mijn sleutels. Geen bos, maar etui met een kettinkje voor huis en eentje voor kantoor. En uiteraard binnenin een reservebatterij voor de rolluik-afstandsbediening en zakjes voor de hondendrolletjes.” Prachtig allemaal. Een hoop geleerd. En die zakjes had je tien jaar geleden nog niet. Toen trapte je nog regelmatig in een hondendrol. Vooruitgang!