Een kakelvers intro (193)

Terugbladeren en vooruitlopen op ikjes en de actualiteit

Karel van Grondelle wist een paar weken geleden een zogenaamd “tandemikje” in de NRC geplaatst te krijgen. Weten we het nog? Dat zijn twee fietsanekdotes die worden geplaatst als een en hetzelfde ikje. Apart hoor. Tijd niet meer gezien. De eerste was lichtelijk racistisch getint, de tweede vond ik wel leuk. Onze Karel rijdt op de fiets naar de fietsenmaker, met een hand aan het stuur terwijl hij met de andere hand de kapotte fiets van zijn vrouw naast zich meetrekt. Natuurlijk valt hij.

Op de stoep staat een oudere vrouw met twee boodschappentassen. Ze kijkt naar mij en naar de tram die in de verte nadert. Ze zet haar tassen neer en trekt mij aan mijn arm omhoog. Ik trek mijn fiets naar de stoep. Dan zegt ze stomverbaasd: „Daar ligt nóg een fiets! Maar waar is die fietser gebleven?”

fb_img_15220822611144646056503643316440.jpgNaar aanleiding van een ikje van Rozemarijn de Goede, wier dochtertje na een middag samen “chillen” en eten bij een vriendin dolenthousiast thuiskwam en zei „Mama, bij Louise bidden ze voor het eten en het smaakte zó lekker… zullen wij dat voortaan ook maar doen?” brak er een klein brainstormpje los over synoniemen voor “chillen”. Vroeger noemden we het “spelen” of “hangen”, maar het is volgens de een in feite “met oordopjes in youtuben en spotifyen”. Pawi opperde: “uitrusten, niks doen, niks hoeven, met Netflix aan.” Bertie hield het op “zich ontspannen, even niksen, beetje kletsen”. En de mooiste kwam van Mopperkont: “Als wij vroeger zaten te chillen, kregen we van mijn moeder een mand met aardappelen in de schoot gedrukt.”
Lees verder “Een kakelvers intro (193)”