Het was vanmorgen te druk op kantoor. Teveel emails. Te veel telefoontjes. Teveel zeurtjes. Ik was niet aan lunchen toegekomen.
Het is al tegen half drie als ik flauw van de honger over straat ren, op zoek naar een broodjeszaak die nog open is.
Een zwerver met diepliggende ogen houdt mij staande. Hij strekt zijn hand uit en zegt “Ik heb honger”.
“Ja, ik ook” zeg ik en loop zonder de pas in te houden door.
Pas later besef ik wat een rotopmerking dat was.