Het ikje moet blijven, voor altoos en eeuwig (192)

Terugkijken en vooruitblikken op ikjes en actualiteit

De mensen vragen weleens aan mij: “Bas”, vragen ze dan. “Die ikjes uit de NRC waar jij zo mee dweept, is dat nou echt iets bijzonders, of zijn het gewoon lezersverhaaltjes die in elke krant zouden kunnen staan?”

Als ik tijd en zin heb, dan antwoord ik daar op. En soms ga ik er voor zitten, stop mijn pijpje, en steek van wal.

Die verhaaltjes mochten de journalistiek niet in de weg zitten en moesten gaan over hulliezelf, lezersanekdotes dus, want dat is onschuldig.

“Kijk”, zeg ik dan vriendelijk, “Die ikjes die dateren nog uit de tijd dat de krant een Meneer was. Journalisten schreven. Columnisten ook. En Hoofdredacteuren. Maar dat was het wel. Die hadden het Laatste woord en Gelijk. Lezers moesten lezen en ze konden hooguit hun gram halen via een ingezonden brief, die vaker niet dan wel werd afgedrukt. En die maar hoogst zelden tot iets als een rectificatie of een antwoord leidde. Op een goeie dag werd het internet uitgevonden. En kranten dachten dat ze niet lang meer te leven hadden.”

Ikje, wat is dat eigenlijk?

“Toen werden ze allemaal interactief, oftewel: de lezer mocht meedoen. In de Volkskrant mochten ze vrijuit bloggen. In de NRC mochten ze kleine verhaaltjes insturen. Piepklein en op de achterpagina. Die verhaaltjes mochten de journalistiek niet in de weg zitten en moesten gaan over hulliezelf, lezersanekdotes dus. Ze noemden het “ikjes”. Grappig gevonden. Het meest vernieuwende was dat alle reacties op die ikjes ongemodereerd op de site van de krant kwamen.”

Lees verder “Het ikje moet blijven, voor altoos en eeuwig (192)”

Toedeloe

De mazzel allemaal de groeten tot ziens en we zien mekaar vast wel weer en zo niet dan is het ook goed zo gaan die dingen het was leuk meestal tenminste en het einde was eigenaardig een krant onwaardig maar daar zijn we na een maand of zes zeven overheen zodat het goede in de herinnering blijft en dat was het dan dag vogels dag bloemen dag kinderen toen kwam de olifant met de grote snuit en die blies het hele blogje uit blup wie mij wil blijven lezen of ontmoeten kan op apiedapie.wordpress.comterecht daar is het inmiddels ook leuk en een drukte van belang maar ik had al gezegd dag vogels en zo en de olifant was er al en het hele blogje was uit blup PUNT

Afscheidsblog op het VK.blog, voorheen aan te treffen hier.

En toch was het een mooi gezicht zo’n tagwolkje

actualiteit actualiteiten actualities actualité afscheid apiedapie de tantes democratie dresden duitsland eerste kamer egypte film foto fotografie friesland geert wilders groen links groningen humor israel kinderen kunst leven en muziek libië liefde literatuur mubarak muziek nederland oba onderwijs politiek portret pvv rotterdam stripman utrecht verkiezingen vk blog vk-blog vkblog volkskrant

Ik heb die “tagcloud” of dat “trefwoordenwolkje” altijd een fascinerend gezicht gevonden. Het betekent helemaal niets. Het zegt absoluut niets. Maar ik vond het altijd mooi om naar te kijken. Die tagjes die groter worden, krimpen, wegvallen en weer opkomen …

Dit printscreen heb ik zojuist gemaakt. Ik heb mijn “apiedapie” de afgelopen twee maanden zien wegsmelten, en dit zou weleens de allerlaatste keer kunnen zijn, vandaag, dat hij er nog opstaat.

Ik zie “actualiteit: afscheid apiedapie”. Toeval? Tuurlijk. Maar zo is het, daar op dat vkblog tenminste.

See you at https://apiedapie.wordpress.com

Het ga jullie goed (2)

Ik wens hen alle goeds. Foto gemaakt met een mobiele telefoon, in India. Het feuilleton “In Mumbai kwam ik mijzelf tegen“, is afgelopen. Met veel plezier voor drasties geschreven en voor vkblog en mijn eigen blog bewerkt.

Alle lezers bedankt voor het meelezen en het meeleven.

Echt belangrijk is dat bloggen niet. Leven is belangrijk. En dat gaat door.

Blogsems gaat bloggers betalen – interview met Bas van Vuren

Nou moe, dat was wel een heel spannend emailtje dat Apiedapie vorige week kreeg van JandeWit, de baas van drasties. Hij mocht als eerste journalist ter wereld Jans nieuwe partner interviewen: Bas van Vuren. Een wereldprimeur dus! En bovendien met heel opmerkelijk nieuws.

De nieuwe bloggerssite, “Blogsems”, waar Bas hoofdverantwoordelijke van wordt, komt er heel binnenkort aan. Eėn ding is zeker: het gaat absoluut door. Het kost niets. Iedereen mag erop. Bloggers worden met respect behandeld. En … ze zijn van plan om de echte topbloggers te gaan belonen. Met echt geld!
Lees verder “Blogsems gaat bloggers betalen – interview met Bas van Vuren”

Valentijnsversje

In ons restaurant in het Franse stadje
at mijn tafelgenoot worst met een patatje.
Om ons heen was het Sint Valentijnsfeest.
Nooit was het lokaal zo romantisch geweest.

Ik at mijn foie gras met heel veel zin.
De Sint-Jacobsschelpen gleden er zachtjes in.
Ik bestelde een karafje rode Bordeaux
maar ook zijn cola met een rietje stond er zo.

Je t’aime”, stond er op de servetjes.
Nee, niet snuiten, dat is niet netjes!

Toen de koffie met het koekje werd geserveerd
vroeg hij zacht “Pa, wat doen wij nou verkeerd?
Mama houdt toch ook van lekker eten?
Waarom is ze ons alletwee vergeten?”

“Jongen”, zei ik met doffe stem
“Je moeder is veel gelukkiger met hem.”

Gedicht op aanvraag van Plopje, zie drasties. De prozaversie staat hier. Engels? Hebben we ook: Valentine Dinner.

Valentine Dinner

The restaurant owner in our French village had made an effort. Pink paper hearts on the walls. Romantic light. Sweet music.

The restaurant was sold out. Happy couples, young and old, around us. Flirting teenagers. Dads and mums without their children. And older couples: ‘monsieur’ in suit and tie, ‘madame’ in her best dress.

The foie gras was delicious. I ordered a glass of Bourgogne. And a cola. The coquilles St. Jacques – well cooked in butter sauce – went down with ease. So were the french fries and the saucages. It was a beautiful evening.

“Je t’aime”, was printed on the napkins. “Don’t fold an airplane out of these”, I warned with a smile.

When I drank my coffee and cognac, he reached out for my cellphone. “Can I call mummy? See where she is right now?”

“Sure dude, go ahead” I said and looked somewhere, beyond the ceiling.

Valentijnsdiner

De restaurantbaas van ons Franse dorpje had zijn best gedaan. Roze kartonnen hartjes. Romantisch licht. Zwoele muziek. De zaak is uitverkocht. Jonge en oude stelletjes om ons heen. Zwijmelende pubers. Papa’s en mama’s zonder kinderen. En oude paartjes, met ‘monsieur’ in driedelig pak en ‘madame’ in haar beste jurk.

De foie gras is heerlijk. Ik bestel een ‘demi pichet’ Bourgogne. En een cola. De Coquilles St. Jacques, boterzacht, glijden naar binnen. En de frietjes en de worstjes.

Het is een prachtige avond. “Je t’aime”, staat er op de servetjes.  Nee, geen vliegtuigje van vouwen, glimlach ik.

Als de koffie wordt gebracht, pakt hij mijn mobieltje en vraagt: “Mag ik mama bellen? Kijken waar ze nu is?”

“Ja, jongen, dat is goed”, zeg ik en kijk in de verte.

Ook verkrijgbaar in dichtvorm, als versje dus, en in het Engels.

In Mumbai leerde ik mijn levensles (13, slot)

Heel langzaam voelde ik weer dat er een wereld was. Ik werd wakker. Hoe laat het was wist ik niet. En dat wilde ik ook niet weten. Ik bleef stil liggen. En voelde een loomheid die best weleens Geluk zou kunnen zijn. Volkomen ontspannen. Rustig. Blij. Tevreden.

(Dit is een vervolgverhaal. De vorige aflevering staat hier)

Een flinterdun lakentje bedekte mijn naakte lijf. De airconditioning ronkte. Wat een nacht! Ik kon alleen maar dommig grijnzen. Een lang weekend Mumbai. Het leek een belachelijk idee. Maar het was op een life-changing event uitgedraaid.

Goed en kwaad, zo wist ik nu, zijn overal. Groot en klein. Het zit in iedereen. Wat je ermee doet, bepaal jezelf. Je kunt het kwaad proberen te begrijpen. Maar daarmee komt het bij je binnen. Met de angst. Of je kunt het observeren en gewoon erkennen dat het er is. En dan je eigen leven leiden. Wel alert zijn, maar niet bang. En zorgen dat je zelf, in je eigen kleine wereldje, in ieder geval het goede doet.

Ik had verbondenheid gevoeld. Ervaren hoe het is om met andere mensen te zijn. Ook al ken je ze niet. Je verbonden weten door gedeelde waarden als respect, fatsoen, liefde, normaliteit, en weten dat die bij de grote meerderheid horen.

Ik had ook weer eens, en het was niet de eerste keer, gemerkt hoe gemakkelijk ik me uit het veld kon laten slaan door vervelende gebeurtenissen. Agressie van anderen. Egoïsme. En weer had ik het allemaal veel te diep naar binnen laten gaan. Bijna had ik weer eens ervaren dat je je leven helemaal zelf kapot kunt maken door een te snelle reactie. Eén keer wegstampen bij je geliefde. Eén verkeerde email. Eén verkeerd woord, één verkeerde grap. Als je pech hebt, dan kan het voorbij zijn. Onherstelbaar.

Ik had de vrouw van mijn dromen ontmoet, en ik was gewoon bij haar weggelopen, vanwege niets, vanwege wat ballonnetjes. Waarmee zij niet eens iets te maken had! Als ze me niet – opnieuw – was gevolgd, dan zou ik haar verloren zijn. Voorgoed. Ze had zomaar uit mijn leven verdwenen kunnen zijn.

Slechtheid moet je niet willen begrijpen, want als het je lukt, dan word je zelf slecht, in ieder geval ga je er een stapje dichter naar toe. Het hertje moet alert zijn en weglopen als het nodig is. Dat is alles. En dan weer dooreten.

Oh, wat een nacht. Ja, ik had dus ook nog eens de vrouw van mijn dromen ontmoet!!! En … ze wilde een kind van me! Hoe vreemd het ook klinkt. We kenden elkaar nog maar 24 uur. Het was een heel sterk gevoel, zei ze, en ze had me met haar donkere ogen zo diep aangekeken dat ik er duizelig van werd. Yeah!!! En we leefden nog lang en gelukkig …

Ik draaide me zacht knorrend om en tastte naar haar heerlijke warme zachte lichaam.

Maar ze was weg. Ik lag alleen op het queensize bed. Ik keek op mijn nachtkastje. Mijn horloge was weg. Mijn gouden kettinkje. Mijn portemonnee, paspoort, camera, laptop … alles. Zelfs de luxe zeep- en shampooflaconnetjes uit de badkamer waren verdwenen. Het lege rieten mandje lag op zijn kop. Het deurtje van de mini-bar stond open. Leeg. Nog geen Beefeater had ze me gelaten. De TV was er nog, maar de afstandsbediening was ook weg. Alles!

“Strong! Super strong. Look!” galmde het in mijn hoofd.

De ballonnetjes had ze laten liggen.

Zucht, wat een roteinde. Het vorige deel (12) staat hier. En dit is dus het slot. 😦 Op drasties liep het beter af. Maar hier moet de waarheid regeren. Hoe triest ook. The End dus.