Bijdrage geschreven voor het leukste kookblog van de wereld: “het is geen feest als je niet bij Lummel bent geweest“.
Men neme een portemonnee. Men ga daarmee naar de supermarkt. Of naar de visser op de steiger om de hoek. Als tie niet toevallig weg is. In dat geval: later terugkomen.
Men bestelle daar (per persoon) een hard shell lobster van, zeg, 1,5 pound. Is echt genoeg, weest toch niet zo inhalig mensen, geniet toch eens met mate.
Die kreeft moet er goed uitzien. Als je hem aantikt moet de rug en staart meteen naar boven krommen. Hij (of nog beter: zij) moet ook lekker ruiken. Heel belangrijk.
Waarnaar??? Wat een vraag!!! Daar moet je dus blijkbaar “lezer van lummel’s kookblog” voor heten om zoiets te vragen. Een goede kreeft ruikt naar verse tuinaarde, hommel!!! Enfin, we gaan maar gewoon door. Wat? Naar de zee natuurlijk! De zee! Zilt! Hoe verse vis en oesters en zeewier en je oma op een houtvlot (mits zeewaardig) ook ruikt.
Waar was ik gebleven? Bij de koopman of – vrouw. Als die je vragend aankijkt, dan zeg je haastig: “Ja, da’s goed. Kookt u hem maar”. Dit voorkomt dat je de dieren zelf moet klaarmaken en dus levend mee naar huis moet nemen. Ze friemelen of lopen namelijk in je boodschappentas, dat is een rot gezicht en kan tot schuldgevoelens in de auto leiden, zo niet bij jezelf, dan toch bij je vrouw, indien voorradig, of kinderen. De koopman/vrouw kookt de kreeft graag en het kost niets extra’s.
Er zijn nu twee varianten:

1. De visser op de steiger. Deze stopt de kreeft achteloos (met de kop naar beneden, de kop van de kreeft wel te verstaan) in een grote bak met water, water dat al volop aan de kook is omdat het aangesloten is op een butagasfles. Ga zelf dan op de steiger zitten, laat de benen bungelen en denk niet aan het leed dat gaande is. Hoop ook dat er een paar auto’s voorbijkomen, want soms maken de kreeften geluid. Na exact 12 minuten per pound (en een minuutje of 16-17 voor onze 1,5 pound kreeften, nee, dat gaat niet rechtevenredig) zal de vissersman de kreeft uit het kokende water halen. Zo niet, maak hem dan even wakker. De vissersman. Schrapen van de keel is doorgaans voldoende. Tuinaarde, OMG, ik ben het nog steeds niet vergeten.
2. De meneer of mevrouw in de supermarkt. In de supermarkt kan de tijd worden gedood door de rest van de boodschappen te halen. Maiskolven zijn bijvoorbeeld lekker. Coleslaw hoort eigenlijk niet, maar ik vind daar niks mis mee. Verder iets aardappelachtigs. Ik houd het meest van de gepofte aardappel. De eventueel aanwezige kinderen zijn blij te maken met friet. En met haddock, een soort van lekkerbekje. Kreeft eten ze namelijk niet.


Vergeet niet, als je die niet al lang hebt – hetgeen op een gebrek aan klasse duidt – om kreeftenbestek in te slaan: uitpulkstaafjes en tangetjes. Liefst van metaal natuurlijk. De visser op de kade geeft je gewoon een plastic vorkje, en daar gaat het wonderlijk genoeg ook mee. Maar dan zit je buiten en kijk je niet zo nauw.
Wat wel lullig is – in die supermarkt – is dat ze de kreeft daar niet in water onderdompelen, maar gewoon levend en wel in een hete ijzeren kast zetten, waar ze vervolgens stoom doorheen jagen. De Auschwitzvariant waar de Partij voor de Dieren (maar ook Apie eigenlijk) helemaal niet blij mee zal zijn. Nu komen de mensen van de Partij voor de Dieren meestal niet in de supermarkt waar ze deze service hebben, en Apie kijkt wel uit om het adres te verklappen op een openbare website.

Deze stoomvariant zorgt helaas ook voor een schroeilucht, da’s het pantser. Niet prettig. En mensen die geen kreeft hebben besteld lopen met hun winkelwagentje een rondje om. Het is dan zaak om zo te kijken alsof jij daar nietsvermoedend staat te wachten. Bestudeer de zalm, de moten tonijn, anything, als het maar niet leeft. Neem vervolgens de kreeft snel in ontvangst – ze zitten gelukkig in een neutrale papieren zak – en deponeer het geheel nonchalant in het winkelwagentje als ware het een zak chips. Het lukt mij nooit zonder te zweten, maar misschien hebben de lezers van lummel’s kookblog minder schaamtegevoel.
Dan op huis aan. Tussen de supermarkt maar ook de visser waar ik altijd ga en mijn huis is nooit file. En maar twee stoplichten. De kreeften zijn dus nog altijd keiheet als ik thuiskom. Tegen de huisgenoten die dan de tafel nog altijd niet klaar hebben, maar gewoon lui in de zon naar de zee of binnen naar de televisie zitten te kijken, mag je dan even te keer gaan. Want het is lomp. Jij gaat er op uit om kreeft te halen, jij doet al het werk, en zij doen dus … niks. Als je uitgetierd bent, is de tafel inmiddels gedekt en kun je beginnen.

Watjes knopen dan een schortje om. Wij dus niet. Wij gaan aan de slag. Dat was het moment waarop deze foto is gemaakt. Met de blackberry. Net voor dat magische moment. Het beest zit prachtig mooi te wezen. Een kunstwerk zo uit de natuur op je bord. En jij weet dat je hem gaat ontleden en oppeuzelen.
Dit is een receptenrubriek en geen eetrubriek, dus ik laat het hierbij. Het ding is klaargemaakt. Daar ging het om. Hoe je hem precies openmaakt en opeet, dat komt elders wel weer aan bod. Ik kan daar behoorlijk hilarisch over vertellen. En toch instructief. Maar je kunt niet alles hebben.
Jey! Lezen en film kijken!
Annie Hall gezien, Apie? van Woody Allen? Net zo mooi. Anders, want in film, maar vergelijkbare gene over de kreeft. Heb ik ook net zo.
🙂 “What is this? An interview? We’re supposed to be making love!”
Apie, uw foto’s zijn hors concours, dus ik onthoud me van commentaar…
(Neen, met paarden is een concours hippique: die gaan van hip, hip, hippiekee!)
Over paardenworst en -biefstuk eten kan ik ook nog een verhaal schrijven, Heb daar gelijksoortige ongemakkelijkheid bij als bij kreeft en foie gras. En bij konijntjes. Zelfs bij lamszadel en piepkuiken. Niet bij slakjes, maar weer wel bij die heel kleine visjes die je met handenvol naar binnen werkt, honderden jonge leventjes vernietigend, en daarna nog dezelfde honger hebben. Maar ik eet onverstoorbaar en genietend door en blik ook niet om.
“Maar ik eet onverstoorbaar en genietend door en blik ook niet om.”
Dat staat je netjes zeg! Ik vind het ook heel goedkoop om lollig te doen ten koste van kreeften die nog roder worden door het levend gekookt worden. Die beesten kunnen tenslotte ook niks meer terugzeggen. Zelf was ik een tijdje lang vegetariër en nu zo veel mogelijk. Mijn sympathie ligt sowieso altijd bij de under’dog’. Zelf ben ik een Vis, dus je begrijpt hoe gevoelig het allemaal ligt bij mij.
Ik raad je dringend aan om op mijn blog nu eindelijk de Gorgias eens te lezen. Even doorzetten, maar je leert wel alles over het ‘heersen over jezelf’ en dat je het aangename moet doen met het oog op het goede en niet omgekeerd. Laat staan het slechte met het oog op het aangename. Maar dat spreekt voor zich.
Als ze iets zouden terug zeggen, dan zou ik er inderdaad mee ophouden. Maar nee … te trots waarschijnlijk. Dom.
De Gorgias zit in mijn vakantietas. Daarna komt het vast allemaal goed.
op lummel op drasties kan je tegenwoordig leren hoe je mensen kunt vergiftigen!!! Schande
Vooruit dan maar.
Even een vraagje, heb jij zojuist iets aan deze bijdrage veranderd? Dit vraag ik i.v.m het invoeren van het nieuwe systeem op OBA http://www.onafhankelijke-bloggers-associatie.nl/werk-in-uitvoering-2/
Ja. Heb net wat zinnetjes geschrapt, een woordje veranderd etc. Kleine edits. Niks blijft ook onopgemerkt … 8)
Mooi, dat ik de oorzaak weet. Het nieuwe systeem zou dit moeten negeren. Gebeurt dus niet. Dat wordt weer even sleutelen. Als dit is aangepast worden er geen mails en twitter berichten meer verstuurd, als je iets wijzigt. Het is goed trouwens dat we hier nu direct in het begin achter komen.
Dank voor de onbewuste test. 😉
You’re welcome. Ik kwam daardoor wel weer even op OBA en zag daar het “Bjorn”-initiatief. Heb meteen een verhaal geschreven. Binnenkort in dit theater ….
Toch krijg ik onmiddellijk weer trek. Het is niet anders. Ik zal hiermee moeten leven. Zij niet. Nee. Duh. Maar het is gewoon erg lekker.