Een tafereeltje aan de waterkant. Opa vertelt kleinkind over de natuur. Eenden, meerkoeten, futen, en een enkele zaagbek. Kind knikt ijverig en onthoudt dit voor de rest van zijn leven. Maar bij de zwaan kijkt hij te laat. Eerst beteuterd, dan verbaasd blikt hij met een aarzelend lachje naar opa op. En die barst in lachen uit. Waar-is-ie-nou? Is zwaantje nou?
Ik hou niet van de snoek
doe het regelmatig in mijn broek
als ik eigenlijk een voorntje zoek
maar ineens komt er zo’n engerd op bezoek
Da’s dan wel heel andere koek
en met een zucht en een vloek
valt in die sloot dan voor mij het doek.
(dit is echt waar, ik ga dan bijvoorbeeld nooit meer naar die sloot toe)
Uit: Ontboezemingen van Apiedapie (gedichtenbundel, voorpublicatie, datum van verschijning nog onbekend)
My year 2012 in pictures … what a challenge. I could make thousands of galleries. They would all tell a different story, yet they would be about the same person. We live multiple lives, even on the same day.
Below is one of these stories. It is about enjoying nature and arts. About feeling wood, stone and water. About a few cows and a donkey. All shot on location in wonderful Switzerland. And most of the time I was looking against the light …
Ik houd niet van vossen
die hun tanden met kippeveertjes flossen
waarna ze met zijn allen gezellig gaan hossen
in hun donkere vochtige bossen
vol met druipende korstige mossen
het liefst zou ik ze allemaal afrossen
die stinkende blafvossen.
De Donau .. ach … romantiek! Zo mooi! Zo blauw! Laat ik nou nooit geweten hebben dat het ding ergens in Zuid-Duitsland ontsprong. Ontelbare malen heb ik er op gevaren, de mooiste keer in Budapest, met een leuk persoon en heel veel goede wijn, maar waar het begin nou was? Nooit afgevraagd. Totdat ik op reis van Nederland naar Zwitserland ineens een bordje met “Donau Quelle” op de rijksweg zag. Hopla, stuur om, even kijken dus.
En dit zag ik:
Jekkie bah! Een bruin oniegelijk stroompje. Nooit zal ik het verheerlijkt gezicht van mijn vader vergeten als hij de elpee van Am schoenen blauen Donau weer eens opzette. Als kleine jongen had ik altijd gevoeld, nee geweten, dat de Donau een sprookjesrivier was. En hier stond ik nu. Dit was de bron. Dit was het begin. Dit was de Donau. Had die Strauss soms een ernstig vuiltje in zijn oog? Mijn vader neem ik het niet kwalijk, je kunt niet overal zijn, maar op zo’n beroemde componist moet je toch kunnen vertrouwen? Nou ja, misschien had hij van componeren meer verstand:
Ja, dat u niet denkt dat het een toeval was, nog maar een fotootje. De Donau ontspringt dus uit een armetierig rotsje, druppelt door een groezelig beekje, en stort zich dan naar beneden, waar wij het niet kunnen zien, en waar hekjes staan, en pas heel veel verder wordt het wat.
Het heet hier Donaueschingen en Martinskapelle en zo meer, en vanaf hier loopt de Donau naar het oosten. Ook al nooit geweten. Ik dacht dat alles zo’n beetje naar het westen liep. Waarom heb ik toch niet beter opgelet vroeger? En precies op dit punt hier, waar we nu staan, heb je de scheiding tussen het rijk van de Noordzee (al het water dat naar beneden druipt gaat via de Rijn naar ons toe) en van de Zwarte Zee (elk druppeltje stroomt via de Donau naar de Zwarte Zee). Deze steen herinnert hieraan. Als ik precies op deze plaats zou gaan staan pissen, iets wat ik niet doe, want er is geen boom, en er kunnen mensen aankomen, en ik hoef niet, dan zou ik met één slinger zowel Oost als West kunnen bereiken. Toch een goed gevoel.
Verder zijn hier, zeker nu het wat mistig is, de mooiste plaatjes te schieten. Mooie wegwijsbordjes, een ooievaar voor een boerderij waar ene Sebastiaan op 28 augustus geboren is, een waslijn met kinderspulletjes, het leven is hier nog goed. Kijk maar:
Geen Al Qaida’s, geen Boer Zoekt Vrouw of verkiezingsdebat, het is hier rustig. Je eet hier forel, een stukkie hert met Preiselbeeren en het leven is goed. Dat die Donau zo sneu begint, is dan al gauw vrij onbelangrijk. Ja, die laatste is een zelfportret.
Ja, want koeien zijn lieve beesten, ze geven melk en het is rustgevend om naar ze te kijken.
Dus hopla eruit, en daar was de eerste al, trots en bedachtzaam. Dat het moederdag was kon haar niets schelen.
Met haar medekoeien was het al niet anders. Ze keken me aan met een blik van wat kom jij doen, wat is er aan de hand? Ja, niks dus, wist ik veel dat moederdag niet voor iedereen een feestdag was. Eentje keek me zelfs wantrouwend aan. Dacht ze soms dat ik haar kwam melken? Zonder krukje dan zeker!
Maar toen gebeurde er iets behoorlijks unieks. Voorzover ik weet nog nooit gefotografeerd. Koe likt knie!
Deze foto is genomen net na het likken. Ervoor zag ik het niet aankomen, en tijdens het likken was ik overmand door emoties en zat ik ook nog scherp te stellen. Als je dat allemaal tegelijk moet doen, dan gaat het mis.
Ik wist dat het niet beter meer kon worden, mijn moederdag, en ging op huis aan. En ik maakte dit zelfportret. Omdat ik gelukkig was.
Disclaimer: ik heb niet zoveel verstand van koeien, het kunnen dus ook stieren geweest zijn.
(update: op verzoek van de moeder van de koe die boven dit bericht prijkt plaats ik hieronder de volledige foto van haar kind, toegegeven ze (m/v) mag er zijn)
Mijn buurman vertelde dat hij vanochtend met zijn honden ging wandelen. Een wat oudere vrouw kwam hem tegemoet. Ze riep vanuit de verte: “Kunt u die honden aanlijnen alsjeblieft?”.
“Nee!”, riep de buurman, “dat hoeft niet, ze doen niets!”
“Jawel” riep de vrouw, “Ze snuffelen onder mijn rok!”
“Tja”, riep mijn buurman, “dan ruikt u daar misschien niet zo fris!”