En weer is een zangeres heengegaan. Whitney Houston, 48 jaar jong nog maar. Verbazing, droefenis alom. “I will always love you“, de hartverscheurende liefdesballade uit “The Bodyguard“, klinkt weer uit honderdduizenden speakers, nu gedownload van YouTube.
Het was twintig jaar geleden zo’n nummer dat verliefde mensen echt voelden. Het raakte aan een diepe emotie, een gevoel dat ze niet onder woorden konden brengen … maar dat was dus liefde. Voor vele stelletjes was het “ons nummer”. Een belofte. Een eed.
En voor velen werd het vroeger of later een herinnering aan een voorbije relatie. Ook jaren later voelden ze een schok als het nummer per ongeluk voorbij kwam. Waardoor hun ogen toch even op oneindig gingen en de lippen op liefdevol. Wat ze op dat moment ook maar aan het doen waren, en met wie dan ook. Whitney’s stem wekte dan die intense momenten van liefde, die ergens diep van binnen smeulden, weer tot leven. En het geluksgevoel kon weer worden gevoeld. In puur licht.
Dus ga ik hier vandaag zoals miljoenen andere schrijvers en bloggers schrijven over die onbeschrijflijke mooie vrouw, de beste zangeres, de stem met vijf octaven bereik, die prachtige trillers, die uithaal die maar doorgaat en je bijna letterlijk doet zwellen en zweven vanaf de 3e minuut? Voorafgegaan door die saxofoon die door je beenmerg trekt?
Nee, ik gebruik deze gelegenheid om te denken aan mijn meisje van destijds. Het was ons nummer. Het was onze film. Wij zouden altijd van elkaar blijven houden. Jij denkt aan mij, vandaag, en ik denk aan jou. En dat is goed zo.
Moge ook Whitney rusten in vrede.