Doe niet zo mal

Valentijnsversje met een twist

In ons restaurantje was het weer Valentijn

Samen leken we best gelukkig te zijn

Ik at mijn foie gras met heel veel zin

Bij hem ging de patat er vlotjes in

Ik bestelde een karafje rode Bordeaux

En ook zijn cola – met een rietje – stond er zo

Toen zei hij “mama houdt toch ook van lekker eten

Is ze ons voor altijd vergeten?”

“Jongen”, lachte ik luid, “doe niet zo mal”

Maar ik hoorde “The winner takes it all“

Header image: Café le Paris, 129 Boulevard Carnot 78110 Le Vésinet France.

Advertentie

Ontdekking op de WC

Mijn 11-jarige zoon verdwijnt in de WC. Het duurt wat langer dan gewoonlijk. Dan horen we hem doortrekken.

Even later gaat de deur open. Hikkend van de lach komt hij eruit. Vragend kijken we hem aan.

“Voordat ik ging … “, giert hij, ” … woog ik 64,2. En nu 63,8!”

Het is lente, de knopjes zitten aan de bomen

Het is lente. Ik wijs mijn zoontje een boom aan, die al volop in de knop zit, en vertel hem dat daar binnenkort bloemetjes aan gaan komen. Hij kijkt onderzoekend naar de beginnende roze bloesem.

“Hoe weet je dat?” vraagt hij.

Ik zeg dat je dat aan de knoppen kunt zien. Hij gaat naar de boom toe, kijkt onderzoekend van onder naar boven, van boven naar onder, aan de achterkant, weer terug naar de voorkant… en draait zich uiteindelijk vragend naar me om.

Hoe ik dat bedoel. Een knopje?

“Waar zit dat dan?”

Eerder op drasties, ook op vkblog, en via dit blog op OBA, met dank aan Assyke voor haar oproep.

Valentijnsversje

In ons restaurant in het Franse stadje
at mijn tafelgenoot worst met een patatje.
Om ons heen was het Sint Valentijnsfeest.
Nooit was het lokaal zo romantisch geweest.

Ik at mijn foie gras met heel veel zin.
De Sint-Jacobsschelpen gleden er zachtjes in.
Ik bestelde een karafje rode Bordeaux
maar ook zijn cola met een rietje stond er zo.

Je t’aime”, stond er op de servetjes.
Nee, niet snuiten, dat is niet netjes!

Toen de koffie met het koekje werd geserveerd
vroeg hij zacht “Pa, wat doen wij nou verkeerd?
Mama houdt toch ook van lekker eten?
Waarom is ze ons alletwee vergeten?”

“Jongen”, zei ik met doffe stem
“Je moeder is veel gelukkiger met hem.”

Gedicht op aanvraag van Plopje, zie drasties. De prozaversie staat hier. Engels? Hebben we ook: Valentine Dinner.

Valentine Dinner

The restaurant owner in our French village had made an effort. Pink paper hearts on the walls. Romantic light. Sweet music.

The restaurant was sold out. Happy couples, young and old, around us. Flirting teenagers. Dads and mums without their children. And older couples: ‘monsieur’ in suit and tie, ‘madame’ in her best dress.

The foie gras was delicious. I ordered a glass of Bourgogne. And a cola. The coquilles St. Jacques – well cooked in butter sauce – went down with ease. So were the french fries and the saucages. It was a beautiful evening.

“Je t’aime”, was printed on the napkins. “Don’t fold an airplane out of these”, I warned with a smile.

When I drank my coffee and cognac, he reached out for my cellphone. “Can I call mummy? See where she is right now?”

“Sure dude, go ahead” I said and looked somewhere, beyond the ceiling.

Valentijnsdiner

De restaurantbaas van ons Franse dorpje had zijn best gedaan. Roze kartonnen hartjes. Romantisch licht. Zwoele muziek. De zaak is uitverkocht. Jonge en oude stelletjes om ons heen. Zwijmelende pubers. Papa’s en mama’s zonder kinderen. En oude paartjes, met ‘monsieur’ in driedelig pak en ‘madame’ in haar beste jurk.

De foie gras is heerlijk. Ik bestel een ‘demi pichet’ Bourgogne. En een cola. De Coquilles St. Jacques, boterzacht, glijden naar binnen. En de frietjes en de worstjes.

Het is een prachtige avond. “Je t’aime”, staat er op de servetjes.  Nee, geen vliegtuigje van vouwen, glimlach ik.

Als de koffie wordt gebracht, pakt hij mijn mobieltje en vraagt: “Mag ik mama bellen? Kijken waar ze nu is?”

“Ja, jongen, dat is goed”, zeg ik en kijk in de verte.

Ook verkrijgbaar in dichtvorm, als versje dus, en in het Engels.

Bijna dood in de Australische woestijn

Een gescheiden vader gaat samen met zijn 5-jarige dochter kamperen, ergens heel diep in de Australische woestijn. Hun auto vliegt in de brand. Ze zijn honderden kilometers van de bewoonde wereld. Ze hebben alleen maar wat water en ze lopen in de brandende zon tegen beter weten in te dwalen. ’s Nachts schuilen ze huiverend bij elkaar. Het duurt al zeven dagen en nachten. Het einde is nabij.

Het meisje zakt in elkaar. De vader weet dat zij niet lang meer te leven heeft. Zelf kan hij ook niet meer. Het water is op. De zon brandt genadeloos. En ze hebben al die tijd niets gegeten. Dan horen ze een helikopter, de man zwaait met zijn hemd, schreeuwt met schorre stem tegen de hemel … maar de helikopter vliegt weg. Geschokt draait mijn zoon zich om: “Nu is het afgelopen!” zegt hij in wanhoop, “dat was hun laatste kans”.

Ik kijk met hem naar een episode van “I shouldn’t be alive“, een tv-serie op Animal Planet over mensen die aan de dood ontsnapt zijn. Ze spelen zich meestal af in de vrije natuur – met lawines, schipbreuken, bosbranden of andere rampen – en laten zien hoe de hoofdpersonen het nèt redden. Gebaseerd op echte gebeurtenissen.

Het is deze keer wel heel confronterend. Ik zie aan mijn zoon dat hij de spanning nauwelijks meer trekt en ik overweeg om naar een andere zender te zappen. Het gaat over een vader met zijn kind. Mijn zoon vereenzelvigt zich te veel met het meisje. En ik met de vader, als ik eerlijk ben.

Uiteindelijk zakt de vader door de knieën en graaft in uiterste wanhoop met zijn blote handen een ondiepe kuil, om zijn stervende dochter nog een beetje schaduw te bieden. Mijn zoon draait zich diepgeschokt naar me om. “Dat kan haar graf zijn, papa!” roept hij uit. Dat zat ik me net ook te bedenken. Zo treurig. Zo erg. Ik moet dit afzetten.

De vader graaft huilend door. Het meisje beweegt niet meer … ineens draait mijn zoon zich naar me om. Zijn gezicht is een en al opwinding, verrukking en heel grote opluchting.

“Papa!” zegt hij nadrukkelijk en met een stralende lach die je alleen maar hebt als je net iets groots hebt ontdekt, “als ze gefilmd worden … dan zijn ze niet alleen! Er is een cameraman bij! Die kan ze redden!!”

de trailer staat hier:
a dad’s worst nightmare

Kom niet aan het Franse stokbrood, de croissant en de billenkoek

Frankrijk is weer eens op de vingers getikt door de Verenigde Naties.
Vijf jaar nadat de VN had gevraagd om het pak slaag in huiselijke kring te verbieden is er nog altijd niets gebeurd. Het ouderlijk geweld tegen kinderen wordt als “normaal” beschouwd.

Het af en toe lekker afrossen van kinderen wordt door velen gezien als onderdeel van de cultuur. Kom niet aan het Franse stokbrood, de croissant en de billenkoek. Zelfs een Franse jongerenraad die zich over de vraag heeft gebogen zei dat “een goed pak slaag nog nooit iemand kwaad heeft gedaan”.

Dagblad Le Parisien laat ouders aan het woord:

Anne Curunet, 38 jaar, huisvrouw: “Ik sla mijn kinderen regelmatig, als het nodig is, zoals gisteren, toen ik drie keer aan mijn dochter had gevraagd haar bord leeg te eten. Ook op 2,5 jarige leeftijd zijn kinderen echt wel in staat om dingen te begrijpen, hoor. Ik sla nooit op de handen, dat is slecht voor de bloedsomloop. Maar een pak slaag op de billen … daarmee kun je als ouder toch goed wat spanning kwijt, laten we daar eerlijk over zijn!”

En Claire Bonnin Ly, 36 jaar, spoorbeambte, geeft toe dat ze soms slaat
“als ik moe ben en als mijn dochtertjes me tot het uiterste drijven. Ik tel wel altijd tot drie. Ik heb een vriendin, die is pedagoge, en die zegt dat je altijd eerst moet discussieren. Daar ben ik het niet mee eens. Ik ga echt niet onderhandelen met mijn kinderen!”

Raphael Pulimeno, 43 jaar, kioskhouder, vertelt dat het hem af en toe overkomt, vooral als zijn zesjarige dochtertje het op een krijsen zet. “Maar ik doe het meer om haar bang te maken, dan om haar pijn te doen, hoor. Als ik haar een pak slaag geef, dan laat ik zien wie er de baas is.”
Tja, en dat lees je dan in de krant op weg naar je werk, je kijkt om je heen in de metro en denkt er het jouwe van. Ik moet zeggen dat ik nergens ouders zo chagrijnig met hun kinderen heb zien omgaan als in Parijs. Iets kan er dus best weleens van waar zijn.

Eerder verschenen op drasties, serie ‘Jammer dat er Fransen wonen’. En gebaseerd op een reportage in Le Parisien

I have a dream … and it is white

Het is vandaag Martin Luther King day. Ons gezin heeft een vrije dag. Geen werk, geen school.

Mijn zoon wordt wakker en ziet dat het gesneeuwd heeft. Een zeldzaamheid hier aan de Westkust.

Ik vraag hem om me te vertellen over de betekenis van Martin Luther King voor de Amerikanen. Tegenstribbelend en met smachtende ogen naar buiten, googelt hij snel wat bij elkaar.

Dan draait hij zich om en raffelt het levensverhaal van Martin Luther King af. Gevolgd door een haastig: “I have a dream, dad, and it is white!”

Ik ben een meisje

“Niet te dichtbij je gezicht!”
 
’’Als hij het niet doet, dan ga je er NIET naar toe, gewoon laten liggen!’’
 
Het zijn dit soort goede raadgevingen die mij tijdens de laatste week van het jaar het mikpunt maken  van meewarig commentaar van mijn zoon.  Als man kan ik me zijn opwinding bij het vuurwerk best voorstellen. Ik ben zelf ook een jongen geweest. Maar als vader wil ik hem de jaarwisseling ongeschonden zien door komen.
 
“Je bent een rund als je met vuurwerk stunt”, die gouwe ouwe slagzin kwam als vanzelf iedere keer bij me op.  Op ons maakte dat nog indruk.
 
Maar hij weet alles al, heeft zelfs, oh gruwel, op YouTube gezien hoe je verschillend vuurwerk met elkaar combineert, hij is een ‘professional’.
Elf jaar oud. Drie jaar geleden hield hij het nog bij sterretjes. Een veiligheidsbril gaat zeker niet op, want dan lacht iedereen hem uit, zegt hij.
 
Zijn ultieme minachting voor me kwam er vanmorgen uit. Hij liet me niet eens meer uitpraten, maar stormde weg.
 
“Meisje!” riep hij over zijn schouder, “Je bent een meisje!”

%d bloggers liken dit: