Over ikjes, de Holland Douze Points ringtone en drs. P
Wat of het verschil tussen een geest en een spook was, wilde vorige week een brugpieper van juffrouw Carola Beumer-Siebert weten. Een mede-leerling gaf het juiste antwoord: „Een spook is een ding, maar dat bestaat niet in het echt. De geest is geen ding, maar bestaat wél echt.” Best wel diep, vonden we met z’n allen hier. Volgens de kleindochter van Joke (“en die kan het weten want ze is al vier”), Bassie en Adriaan èn de nieuwe Pipo de Clown bestaan spoken niet. Dat u het weet.
Ene Tjeerd Kimman doopte zijn ganzenveer in de inktpot, ging er eens goed voor zitten en schreef een “ikje” voor de courant. “De discussie over de nefaste impact van de babyboomergeneratie”, daar ging het over, en die discussie voeren “wij” ook met “onze generatie Y-zonen”. Het Grote Taal der Nederlandse Dictee was er niks bij. Maar toen kwam het en ik citeer: “Toen ik hun onlangs een pro-boomer-stukje uit de NRC stuurde kwam het antwoord per kerende app: „Boomerblaadje.”
“Hun”. Dag Tjeerd.
… het gratis lezen van dit blog
Bertie hengelde naar een lepeltje, desnoods een borrellepeltje, taartvorkje, “desnoods met 1 tand”, een half fruitmesje … Waarvoor? Omdat ze de eerste liker van het vorige intro was. Maar zo zijn we dus niet getrouwd. Kinderen die vragen worden overgeslagen. Laten we kijken wie het vandaag wordt. De wonderen zijn de wereld nog niet uit en ik heb een goeie oudejaarsbonus gehad van WordPress, dankzij de klikjes op die in feite best wel een beetje irritante advertentietjes in de kantlijn en tussen de stukjes door, waarvoor excuses, maar ze maken het gratis lezen van dit blog vooralsnog wel mogelijk.
Over tieten op Twitter, het wel en wee van lezers, wat ikjes en een feestje
Hartverwarmende reacties kwamen er binnen naar aanleiding van het 250e-introfeestje van vorige week. Ik kan ze natuurlijk niet allemaal noemen, maar ga wel proberen om iedereen een antwoord te sturen. Lummel had zelfs zijn beste pak aangetrokken om het intro te lezen en “dronk er een glaasje sjampoepel bij en at toastjes.“ Ook Pawi verheugde zich over “de mijlpaal” en ze ging speciaal voor de gelegenheid door de kamer gymnastieken met een zwaar verguld lepeltje. Van Jokezelf kreeg ik “drie heerlijke Nederlandse stijve kussen, links, rechts en weer links” op mijn wangen. Ja waar anders op? Huivericoon.
… waarom ik dat zou willen, een taart met een baard?
Het was dan ook niet niks. Het eerste intro verscheen op 6 januari 2014, bijna zes jaar geleden alweer. Ze zijn via deze link allemaal keurig aan te klikken, mits je je door de kleurige vlakken heen weet te scrollen.
250 kaarsjes van de Amazon
Ad Hok kocht een doos met 250 kaarsjes voor me op Amazon. Waar die allemaal in moesten wist Gerrit Komrij volgens Lummel. Het viel in het feestgedruis in feite alleen Pawi op dat een taart nog ontbrak. Of ik die maar zelf bij de Hema moest gaan kopen? Volgens haar hebben ze daar mooie fototaartjens, waar ik met een Dreitagenbart zo op zou kunnen. Dat vond ik op zich geen probleem. Wat de Koning kan, kan ik ook. Behalve Maxima kusjes geven. Maar ik vroeg me wel af waarom ik dat zou willen, een taart met een baard? Het antwoord bleef uit.
Jaja, Sophie Schravendijk die had me daar een bommel-ding te pakken. Een oppaskindje van haar vroeg waar op de foto uit haar geschiedenisboekje over de Tweede Kamer de “mini-ster” stond, ze zag alleen maar grote mensen. Slecht verzonnen en slecht geschreven, was het meedogenloze oordeel van Lummel. En toen moest de week nog beginnen. Het was het eerste ikje. Echt veel beter werd het in de rest van de week niet.
“Dan is het intro heel wat beter”, merkte Bertie op, en krek dat ze gelijk had. Ze vond ook de gekleurde vakken heel mooi, dus die staan er deze week weer in. Net zolang tot iemand het spuuglelijk vindt. Of ik er zelf op uitgekeken raak. Maar goed, het moet hier niet over het intro gaan, maar over de ikjes. Het intro is slechts het platform, het doorgeefluik, het spotlicht.
Dit gaat over koffie en wat er zoal bij komt kijken
“Getverderrie, ik drink geen koffie, nooit gedaan ook. Wat mensen daar lekker aan vinden is mij een compleet raadsel. Op de vroege morgen nog wel en dan de hele dag door. Hoe komen ze erop?”
Niet iedereen op de site had zin in de Koffiespecial die nakende was. Joke drinkt liever thee. Voor de visite heeft ze wel een koffiezetapparaat. “Een gewone, geen driedubbelovergehaalde Nespresso of Senseo, of hoe al die apparaten tegenwoordig mogen heten.”
Ha gezellig, wil je koffie? Ik heb net gezet!
Dat was opvallend. De lezers van deze site blijken een onderscheid te maken tussen zichzelf en hun visite. Zelf drinken ze de heerlijkste koffie, gezet met fris, helder bronwater en geurige driedubbelgemalen koffiebonen uit exotische landen. Ze kijken dan niet op een paar duizend eurootjes of meer. Maar als ze visite hebben dan mag er drab worden geserveerd, snel gezet of haastig doormekaar geroerd. Dat spul staat dan op een warmhoudplaatje de hele dag in te klinken. Ha gezellig, wil je koffie? Ik heb net gezet! Man man. Nee, daar ga ik niet op bezoek. En oploskoffie die drink ik wel op de camping.
Terugkijken en vooruitblikken op ikjes en actualiteit
De mensen vragen weleens aan mij: “Bas”, vragen ze dan. “Die ikjes uit de NRC waar jij zo mee dweept, is dat nou echt iets bijzonders, of zijn het gewoon lezersverhaaltjes die in elke krant zouden kunnen staan?”
Als ik tijd en zin heb, dan antwoord ik daar op. En soms ga ik er voor zitten, stop mijn pijpje, en steek van wal.
Die verhaaltjes mochten de journalistiek niet in de weg zitten en moesten gaan over hulliezelf, lezersanekdotes dus, want dat is onschuldig.
“Kijk”, zeg ik dan vriendelijk, “Die ikjes die dateren nog uit de tijd dat de krant een Meneer was. Journalisten schreven. Columnisten ook. En Hoofdredacteuren. Maar dat was het wel. Die hadden het Laatste woord en Gelijk. Lezers moesten lezen en ze konden hooguit hun gram halen via een ingezonden brief, die vaker niet dan wel werd afgedrukt. En die maar hoogst zelden tot iets als een rectificatie of een antwoord leidde. Op een goeie dag werd het internet uitgevonden. En kranten dachten dat ze niet lang meer te leven hadden.”
Ikje, wat is dat eigenlijk?
“Toen werden ze allemaal interactief, oftewel: de lezer mocht meedoen. In de Volkskrant mochten ze vrijuit bloggen. In de NRC mochten ze kleine verhaaltjes insturen. Piepklein en op de achterpagina. Die verhaaltjes mochten de journalistiek niet in de weg zitten en moesten gaan over hulliezelf, lezersanekdotes dus. Ze noemden het “ikjes”. Grappig gevonden. Het meest vernieuwende was dat alle reacties op die ikjes ongemodereerd op de site van de krant kwamen.”
Vooruitlopen en terugblikken op ikjes en actualiteit
We lazen vorige week een paar ikjes en vonden er wat van. Zoals die van Eddy Koning, die meldde dat je “eigenlijk nooit meer op straat iemand de band van een fiets ziet plakken”. Ja, het kan je maar opvallen. Dan moet je het opschrijven, een enveloppe en een postzegel zoeken en het naar een krant sturen. De NRC in dit geval, want die houden van lezersanekdoten.
De man was van de ANWB, zijn auto stond langs de stoep.
Eddy had het laatst toch nog een keertje gezien: fiets ondersteboven, teiltje water ernaast en “het bekende doosje met gereedschap”. Een vrouw stond ernaast te kijken hoe een man de achterband repareerde. De man was van de ANWB, zijn auto stond langs de stoep.
Nou, en dan denk je, wat gebeurde er toen? Niks. Dat was het ikje. Klaar. Mooi he? Dat dat in Nederland kan: een dagblad voor volwassenen waar je zulke verhaaltjes naar toe mag sturen. En dat ze dan geplaatst worden.
Vooruitlopen en terugblikken op ikjes en actualiteit
De week stond nog een beetje in het teken van het nasputteren over Oudejaarsavond. Het lijkt al weer maanden geleden. Die klok. Die oliebollen. Dat vuurwerk. Gek wel. Toch is het echt pas één week 2018. Een jaar dat nu al verloren lijkt.
Youp van ’t Hek (2017)
Klare taal wachtte met ons vanuit Spanje online op “Youp van het Hek, met zijn grote bek”. Net als Freek de Jonge niet een cabaretier die haar kan bekoren. Maar ook van de “nieuwe vrouwen” (Kathinka, Sanne, Sara, Pauline en Kennie of Kenny) wordt zij niet blij. “Na Kaandorp was het wel einde verhaal.”
Mopperkont had Youp van ’t Hek als cabaretier afgezworen, nadat deze in 2016 tijdens de nacht van NRC in de Doelen slechts flauwe grappen debiteerde, “gelardeerd met een serie nare vloeken. Zijn vaak geestige columns in NRC” zal hij wel met plezier blijven lezen. En da’s dus toch nog iets. Lees verder “Nasputteren over Oudejaarsavond (184)”
Vooruitblikken en teruglopen op de ikjes en de actualiteit
“Zelfkennis” van Jan van Rutte, “Sleutel” van Leo Bom, “Supermarktvragen” van Michael van der Sande. Wat zijn dit? Juist! Ikjes van vorige week die niks voorstelden.
In “Thuisbezorgd” ging Arjan Thomassen ’s avonds laat zonder fiets en zonder taxi, maar met een pizzakoerier naar huis. En had het bijna tot de eerste alinea geschopt.
In “Vroeger” van Sarah met een h van Wijngaarden gaat het over een trein en het al of niet opstaan voor elkaar. Onze gewaardeerde en geliefde muzikale fietsende ikjesplaatser en -reviewer Mopperkont was er snel klaar mee: “Een beetje luistervinken in de trein en het verhaaltje ‘s avonds naar de krant sturen, bah. Geef mij maar zuchters en mopperaars, die al dan niet met veel misbaar opstaan voor een oudere man.”Lees verder “Zelfkennis is de sleutel (179)”
Vooruitlopen en terugblikken op ikjes en de actualiteit
“Soms denk je ineens: ik hou van die blogmaster, die wapperende baarden uit vensters ziet waaien”. Dat zei onze vaste, graag geziene en geliefde reageerster Pawi vorige week. Leuk toch? Het zal je maar gezegd worden. Dan ben je zo blij als een aap met zeven staarten.
Ik zag die baarden in gedachten waaien toen ik me een Italiaanse trein voorstelde. Waarom, dat weet ik niet. Maar ik dacht eraan en schreef het op. En dat dat beroemde Italiaanse opschrift “È pericoloso sporgersi” zogenaamd betekende dat je je baard niet uit het raam mocht laten wapperen.
Een diepe gaap. We deden nog een plas. En een enkeling nam nog een toastje.
Ik had daar absoluut geen bijgedachten bij, totdat iemand me een dag later wees op die engerd die in New York met een vrachtwagen dood en verderf zaaide. Uit naam van, ja van wat eigenlijk, niks, van de haat en de megadomheid. Het drama gebeurde nota bene op de plaats waar ik regelmatig jogde en wandelde, ooit. Niet dat zulks het erger maakte. Wel erg is het dat we er aan wennen en meteen over gingen tot de orde van de dag. Niks Facebookprofielen met Amerikaanse vlaggen. Niks Twitterberichten met “I am America”, niks Eiffeltoren in de kleuren van de Amerikaanse vlag, niks CNN aan tot diep in de nacht. Een diepe gaap. We deden nog een plas. En een enkeling nam nog een toastje.