Zwitserland en Turkije vechten om de botten van Sinterklaas

Een Turkse archeoloog is naar de paus gestapt in een poging om de botten van Sinterklaas terug naar Turkije te krijgen. Stoffelijke resten van de goedheiligman, die voormalig bisschop van Myra (Turkije) is, liggen in de kathedraal van Freiburg (Zwitserland). Zeshonderdduizend pelgrims komen jaarlijks naar Demre (het huidige Myra) en treffen daar een leeg graf aan. Dat kan zo niet langer, vindt archeoloog professor Nevzat Cevik (Akdeniz Universiteit Antalya). “Hij is in Turkije geboren”, zegt hij in een Zwitsers dagblad, “en daar moet hij dus ook zijn laatste rustplaats krijgen.”

Sint en Piet - hier nog in gelukkigere tijden
Sint en Piet – hier nog in gelukkigere tijden

De Freiburgers piekeren er niet over om op het Turkse verzoek in te gaan.  Het is een godsdienstoorlog, zeggen ze. “We zullen ons Sinterklaasrelikwie  nooit weggeven”, zegt een woordvoerder van de kathedraal, “het is een symbool en voor altijd met de geschiedenis van onze stad verbonden.” Bovendien hoort het relikwie in christelijke handen te zijn en niet in een land dat door moslims wordt gedomineerd, vinden ze.

Sinterklaas was in de vierde eeuw na Christus bisschop van Myra. In 1087 werden zijn botten overgebracht naar de Italiaanse havenstad Bari. Met de zegen van Paus Julius II werden ergens in de late Middeleeuwen twee beenderen via Rome naar Freiburg gebracht. Op 6 december is het daar dan ook jaarlijks groot feest. Maar misschien is dat dus binnenkort verleden tijd.

Advertentie

Precies de buurman

Het plotselinge overlijden van onze buurman, een krasse zestiger, was voor mijn zoon van elf de eerste kennismaking met de dood. Hij leerde wat het betekent als iemand er definitief niet meer is.
 
Ik vertelde hem ook over begraven, en wat er met het lijk gebeurt. Het langzaam verteren in de grond, het ‘van as tot as’.
 
Een paar maanden na de begrafenis zagen we in de stad een man lopen die erg op de buurman leek. Zelfde houding, zelfde kleding. 
 
“Kijk, pa”, wees mijn zoon, “die man lijkt precies op de buurman”. En hij voegde er snel aan toe: “Toen hij nog leefde natuurlijk”.

 
 
Met dank aan Ad Hok en De Schrijvende Rechter voor hun commentaar op een eerder verschenen versie op drasties.
 
 

%d bloggers liken dit: