Hold on world, it’s gonna be alright

Amsterdam, december 1980. Tegen mijn tranen vechtend liep ik, in mijn tienerjaren, mee in de demonstratie tegen de moord op John Lennon. Ik was namelijk zijn grootste fan.
 
De Beatles waren van voor mijn tijd. Maar John’s eerste solo-elpee, met de Plastic Ono Band, had er bij mij stevig ingehakt. Op een cassette opgenomen van een rijper schoolkameraadje en ‘s avonds laat met mijn cassetterecorder in bed net zolang afgespeeld totdat ik in slaap viel. En de volgende avond weer.
 
 
lennon plastic ono band hoes  lennon plastic ono band hoes achterkant
 
 
Die recorders hadden een keiharde tik als ze afsloegen. God, Hold on John, Isolation, Look at me, Mother  … allemaal tot mij gekomen via een piepklein monorecordertje met een nog kleiner oortelefoontje.  Maar na My mummy’s dead ging het van “pok!” en dan schrok ik toch weer wakker.
 
Working class hero was het eerste liedje dat ik met de gitaar kon spelen en zingen. Am en g, af en toe een d. Dat ging dus wel. John heeft me gitaar leren spelen.

Later toen ik mijn eerste geld verdiende heb ik één voor één alle elpees gekocht. Als een kind zo blij was ik iedere keer als ik uit de platenwinkel kwam met weer een hoes bij de muziek die ik al van de cassettebandjes kende. Op de fiets naar huis met Walls and bridges: kindertekeningen, uitklappen, gewoon een hoop mee te beleven, die hoezen van vroeger.
 
 
 
walls and bridges brillen   walls tekening

 
Ik kan me afgezien van mijn schoolkameraad niemand anders herinneren die mijn passie deelde. Iets dat ik niet begreep. Over Yoko werd schamper gesproken. Merkwaardig. Ik kon me daar niets bij voorstellen. Hoewel ik pas veel later haar avantgarde kunst ben gaan bewonderen. En hoewel er nog altijd een paar Yoko-songs zijn waar ook ik echt niet naar kan luisteren.
 
Wat misschien niet meehielp voor mijn omgeving was de radicale periode in New York, waar ze vechtend voor de vrede soms hard te keer gingen. Ik vond Sometime in New York City schitterend. Een hoes als een krant, met de songteksten als artikelen. En het cynische Woman is the Nigger of the World – die scheurende sax!!! – was nog één van de minst scherpe songs …. Verder veel politieke stukken waar ik van de muziek, afkomstig van de rauwe Elephant’s Memory Band, uit mijn bol ging, maar van de teksten zelf in feite weinig begreep. Te jong.
 
 
lennon some time in nyc

John Lennon was out in de tweede helft van de jaren zeventig. Een artiest in ruste. Niemand die dacht dat hij nog terug zou komen. Ergens moet ik nog een brief hebben liggen, waarin ik hem vraag of hij alsjeblieft, alsjeblieft nog een keer wilde gaan optreden. Maar toen hij in oktober 1980 met zijn Double Fantasy album onverwacht zijn comeback maakte voelde het merkwaardig genoeg bijna vervelend voor me om te merken dat ik niet zijn enige fan was!
 
Natuurlijk was die eerste elpee magie. Nieuwe Lennonsongs die ik niet jaren na het uitbrengen voor het eerst hoorde, maar nu ook op het zelfde moment als iedereen. Just like starting over, I’m just watching the wheels go ‘round and ‘round, ontroerde en overrompelde me meteen. En veel later toen ik zelf een zoontje had, ging ik het slaapliedje voor zijn zoon Sean waarderen. The Monster is gone you’re Daddy is here. En Life is what happens to you while you are busy making other plans.
 

lennon double fantasy 1  lennon double fantasy 2

Tja, het zou er dan toch bijna van hebben gekomen. Hij zou in 1981 op wereldtoernee gaan, en ik zou mijn idool dus toch in het echt zijn gaan zien.
 
Het nieuws van de moord op de 8e december, gepleegd door de diep-gestoorde zielepiet Chapman, drong bij mij niet onmiddellijk door. Verdoofd liep ik de volgende dag over straat, me verbazend dat alles gewoon doorging. Gelukkig kon ik naar Amsterdam. En daar merkte ik dus dat ik zeker niet de enige fan was. Hoewel er in de optocht ook af en toe Paul McCartney nummers werden gezongen. Grrr. Maar op die avond geen wanklank.  „Give Peace a Chance“ zongen we vooral. Zonder ophouden.
 
“Met John Lennon is ook de vrede vermoord“, zei ik in de camera van Brandpunt. Mijn eerste tv-interview. Later zou ik horen dat ze thuis zo hard hadden geschreeuwd om vader uit de schuur en moeder uit de keuken te halen dat niemand had verstaan wat ik nog meer had gezegd. En zelf wist ik het niet meer.
 
Nog regelmatig denk ik wat John nog allemaal gedaan en nog allemaal gemaakt zou hebben. Het is inmiddels dertig jaar later. Er is – uiteraard – nog altijd niks veranderd. Oorlog. Haat. Domheid. Overheden die hun burgers afluisteren en vervolgen.  
 
They hurt you at home and they hit you at school, they hate you if you’re clever and they despise a fool.”  
 
 
lennon statue of liberty    lennon cartoon
 
 
Hij had er natuurlijk ook niets tegenover kunnen stellen. Niets meer dan haarscherp begrijpen wat er aan de hand is, en daarover schrijven in recht-voor-zijn-rape woorden die direct naar de ziel gaan en waarvan je voelt dat je naar jezelf luistert.  Maar dan wat
 
God is a concept by which we measure our pain.”  
 
John en Yoko zouden tot op hoge leeftijd “just a boy and a little girl” gebleven zijn, “trying to change the whole wide world.” 
 
Yoko strijdt in haar eentje onvermoeibaar door en is luider dan ooit aanwezig, vooral ook op twitter en facebook.
 
John Lennon en het internet … tja, ik zou toch graag een blogje van hem gelezen hebben. “East is east and west is west, the twain shall meet, east is west and west is east, let it be complete.“
 
imagine
 
 
En wat doe ik? Nog altijd, elke keer als ik in New York ben, hoe vaak ook per jaar, loop ik naar Central Park, ik slenter wat door Strawberry fields, ik kijk naar de bloemen, naar de giechelende schoolklassen, naar de ouwe hippies, de verliefde stelletjes, en ik luister naar het slappe geklets van de New-Yorkers op de bankjes, en ik ga zitten en sluit mijn ogen. Soms lang. Soms kort. En soms maak ik een foto.  
 
Dan sta ik op en loop naar de Dakotabuilding. Temidden van de toeristen sta ik dan gewoon maar een beetje dom naar boven te kijken, naar het appartement waar Yoko nog altijd woont. Waarom ik dat doe? Goeie vraag. Maar ik voel me altijd goed, en ik weet dat ik daar moet zijn. Op dat moment. En dan draai ik me om en loop weg.
  
Hold on world, it’s gonna be alright
 
 


 

Heimelijk verliefd op mijn tandarts

Een nonchalant samenspraakje met Appelvrouw hier op het vkblog groeide uit tot levensles. Aanleiding: haar waterpik. Een beginnende onvoltooide romance kwam ineens terug. Waarom heb ik het toen niet doorgezet? Kwistetnie. Nu wel. Zelfkwelling. Mooi toch? Ik houd daar wel van, een beetje zelfkwellen op zijn tijd. 

 Apiedapie 03-12-2010 14:36

Indrukwekkende artillerie! Ik doe het gewoon met een tandenborsteltje en parodontax, die lekkere zoute tandpasta. Echt stralend witte tanden heb ik niet, volgens mijn tandarts (waar ik heimelijk verliefd op ben) gewoon de natuur en niet erg, heeft ze zelf ook.Zo’n waterpik nooit geprobeerd, maar volgens mij kan ik ook zelf heel erg hard spoelen, van links naar rechts, dat de wangen er van opbollen en het dan zo keihard in de wasbak uitspugen dat het spat. Zonder hulpmiddelen. Puur natuur. Ook goed voor de wang- en tongspieren. Handig als het toch ooit nog iets met die tandarts wordt.

Appelvrouw 03-12-2010 15:06

@ Apiedapie,
Tsj… tongspieren voor als het nog iets met de tandarts wordt? heb jij ook een vrouwelijke of heb je liever een man?
Ik hou mijn tongspieren voor praten en eten in conditie, en natuurlijk de salmiakballen van Napoleon, maar verder niet hoor.

Apiedapie 03-12-2010 21:44

@Appelvrouw, ik heb een vrouwelijke tandarts, en nog een hele mooie verrukkelijke sexy ook, toch heel naturel, en maar een beetje flirtend. Een feest elk half jaar. Zo jammer dat ik altijd binnen tien minuten weer buiten sta. Bijna hadden we een afspraakje, paar jaar geleden, maar er kwam iets tussen. En nu kijken we elkaar alleen maar verliefd aan, wachtend op een volgend leven.

 03-12-2010 22:26

Apiedapie,
Aha… naturel is fijn.
Ga jij elk half jaar? Ik maar eens in de 13 maanden, of 14.
Dat afspraakje ging zeker niet door omdat je niet goed gestookt had!
Weet je zeker dat ze jou aankijkt en niet je tanden?

  Apiedapie 03-12-2010 23:58
Appelvrouw, ze kijkt altijd eerst heel goed naar mijn tanden, het is een vakvrouw zonder weerga. Maar af en toe kijkt ze me ook onderzoekend in de ogen, en dat is niet nodig voor een gebit. Vervolgens als het klaar is, en ik opgelucht weer naast de stoel sta, aarzelt ze, vraagt nog een vraagje hier of daar, bloost ook (of verbeeld ik me dat, ik zelf bloos in ieder geval wel), en dan, nou ja, dan schudden we elkaar de hand, ze heeft een heel fijne hand, en we gaan uiteen.Een keer hebben we telefoonnummers uitgewisseld en afgesproken op Amsterdam CS, voor na haar dienst, maar toen kwam er iets tussen, en ik moest het afbellen. Ik dus. Niet zij.Ik denk dat zij zich inhoudt omdat de assistente erbij is, en ze de schijn voor haar collega wil ophouden dat ik gewoon maar een patient ben. Ik ben meer voor haar. En zij voor mij. Toch wordt het niets, want ik vind het een eng idee om met een tandarts te gaan.
 Appelvrouw 04-12-2010 10:31

@ Apiedapie,
Nu volgt er een romance
Wijs haar op dit blog… onder het mom van advies over de waterpik (of netjes: monddouche). Je weet nooit!
Een blozende man is verlegen, dat legt een drempel. Als je haar telefoonnr nog hebt kun je het toch nog eens proberen?
Maar zelfkwelling is ook wel lekker, nu snap ik waarom je twee keer per jaar gaat en niet eens per jaar.
Ook al is ze tandarts, ze is ook vrouw, en een blozende vrouw die jou doet blozen en diep in de ogen kijkt en verlangen opwekt, en angst.
Heerlijk, naar zo’n tandarts, maar dan een manlijke, wil ik ook wel twee keer per jaar.

Appelvrouw’s blog over de waterpik staat hier.

Photo by Polina Zimmerman on <a href=”https://www.pexels.com/photo/woman-in-pink-shirt-holding-white-and-blue-plastic-bottle-4687412/&#8221; rel=”nofollow”>Pexels.com</a>

 

Neuken op kop – om te kijken hoe het moet

De cijfers van mijn eerste maand bloggen wijzen het uit: neuken in de titel scoort. Een goede tweede is het “naakte meisje in het zand” (met foto). Wat is het toch dat we zoeken? Is de menselijke geslachtsdrift dan zo sterk en – kennelijk – zo onderdrukt in onze samenleving, dat zodra we in beslotenheid mogen en kunnen bepalen wat we willen zien … thuis of op het werk … het op de naakte .. eh … illusie uit draait? Wat zoeken al die visitors nu precies op die pagina’s die ze van me aanklikken?
 
Hetzelfde als ik elders vermoedelijk. Ik klik ook zo af en toe op opvallende titels, uit verveling, uit de wens tot vermaak, om verrast te worden, even voor wat ontspanning, of juist spanning, of zoals sommigen zeggen: om lekker te gnuiven en te gluren bij de buren
 
Heel vroeger was het ongepast om te lang in de hoek van de grot te kijken waar zich intieme taferelen afspeelden. Zie de gedegen maar hitsige naslagwerken van Jean M. Auel over de platkoppen. Gaf niet, want jij kwam later ook wel aan je trekken. Neem ik aan. Anders waren wij er niet geweest.
 
Kijken is dan ook vermoedelijk – onbewust – kijken hoe het moet. Hoe anderen het doen. En dat vergelijken met hoe jij het doet of hoe jij het zou kunnen doen. We zijn nooit te oud om te leren, nietwaar? Onbewust. Want een zeventigjarige opa die zich aan een “nat kutje” van een zeventienjarig meisje vergaapt, heeft daar vermoedelijk in de praktijk niks meer aan. Tenzij hij Berlusconi heet natuurlijk.
 

het meisje waarmee berlusconi het niet heeft gedaan
 
Vroeger bekeek je met kloppend hart de beduimelde ‘vieze blaadjes’ die je vader achter de bank had verstopt. De Lach, de Candy, de uitklapplaten van de Panorama. En later ging je natuurlijk de Playboy lezen vanwege de verhalen (die er ook in stonden).
 
Op televisie was het in mijn jeugd behelpen. Ik kan me eigenlijk alleen de oudejaarsavond op de duitse tv herinneren. De Braziliaanse borsten die je na middernacht op het ZDF-feest mocht bekijken. Met de hele familie en de buren. Maar daar moest je het dan weer een heel jaar mee doen.
 
Toen kwamen de videotheken op, hun omzet werd grotendeels behaald in de avonduren dankzij mannen met lange regenjassen, hoe zou het nu met ze gaan?
 
Langzamerhand kwamen er de betaalde en onbetaalde sexkanalen, en ’s avonds na middernacht zapte mannelijk nederland langs de belmeisjes. heerlijk! Je kon via de telefoon op aanvraag smerige taal horen, en lekker ‘samen’ klaar komen. Ja hoor! En boven lagen de vrouwen van die mannen in het echtelijk bed. Illusies. Verveling. Luiheid.
 
En nu is er dan dus het internet. En er is niets nieuws onder de zon. Websites met porno, of gewoon naakte meisjes hebben de meeste hits. Chatrooms gingen in het begin vooral over ‘age sex location’, en waren de voorlopers van de gespecialiseerde dating-sites van vandaag de dag.
 
We leven niet meer in grotten. We hebben lagen van beschaving over ons heen gekregen. We hebben regels en gebruiken. We zijn met heel velen. Onze communicatiemiddelen worden steeds beter, sneller, intiemer en persoonlijker. Waar gebruiken we ze voor? Vooral om nog altijd in die hoek te kunnen kijken. Om te kijken hoe het moet. Het komt dus wel goed met de mensheid.
 
Ik hoop dat ik niet al teveel klikkers heb teleurgesteld.
 
Ok … vooruit dan maar!!! Omdat jullie het helemaal tot hier hebben volgehouden: een plaatje van een meisje dat ik mooi vind. Wel aangekleed natuurlijk. Ik ken haar niet. En ik wens haar alle goeds in haar carrière. Zij is mooi. Zoals zoveel mensenkinders.
 
 

polie polie

Allerzielenfile

Wat zal ik doen voor allerzielen
weer zo’n tragikomisch versje pielen
of een gevoelig stuk voor hen die mij ontvielen.

Voor wie zal ik vandaag in stilte knielen
hij wordt helaas zo lang
mijn allerzielenfile.

flamingo

(Voor mijn moeder, voor mijn beide oma’s, mijn beide opa’s, voor mijn lievelingsoom, voor een lievelingsoudtante (zus van mijn oma die als mijn oma voelde), voor de vriendin van mijn vader, nog een lievelingsoom (eigenlijk overbuurman, hij zei altijd dat “Apie nog eens in de krant zou komen ..”), voor de vader van mijn ex, voor de man die mij geholpen heeft om op het Licht te vertrouwen, wat dat dan ook is, en waar dat dan ook maar zit, voor John Lennon, ja, en zelfs voor Lady Di (weet nog steeds niet waarom ik toen zo moest huilen).

De file wordt langer en langer en langer en langer en langer. Ze zouden dit allemaal hebben gewaardeerd, hebben geen van allen ooit iets anders dan opstellen van mij gelezen, of zelfs helemaal niets. Tenzij er wifi in de hemel is en ze hebben kunnen inloggen. Hopen dat ik dit bericht over precies een jaar letterlijk kan kopiëren en opnieuw plaatsen, zonder updates.)

Header image: “Lesser Flamingo” by Nikunj vasoya – Own work. Licensed under CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons – http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Lesser_Flamingo.JPG#/media/File:Lesser_Flamingo.JPG

Mist

 
 
 
  
Mist
 
Vanochtend dikke mist.  In mijn hoofd. En buiten.
Even niet meer weten waar het naar toe gaat.
 
Relatie.
Werk.
Auto in de reparatie.
Paswoord van google doet het niet meer.
Wc-papier op.
 
En buiten grijze nevels waar je ook niet doorheen kunt kijken.
 
Je kunt alleen maar vertrouwen dat alles er nog is. Het bekende.
 
Omdat je het met je verstand weet.
 
Mist is niet erg. Mist hoort erbij. De sluier trekt weer op en het leven gaat weer door.  
 
Zo meteen.
 
Toch?
 
 

Ik wou dat die afwas

Zegt er nog iemand ‘de vaat’ in Nederland? De vaat doen ? Samen met tegenstribbelend broertje of zusje altijd een dagelijks corvee. Ruzie wie mocht wassen en wie mocht drogen. En later toen we groter werden een slagschaduw over etentjes en feestjes. Die spanning! Zouden de gasten aanbieden om de vaat te doen, voordat ze al dan niet dronken in hun autootje tolden?  En zouden ze het aannemen als je voor de vorm zei ‘Ben je gek, joh, die doen wij wel, morgenochtend! Laat lekker staan, nee echt!’. De doffe ellende als ze dan inderdaad opgelucht het huis verlieten. En omgekeerd, de spanning als je zelf op visite was, of je het aan zou moeten bieden, hoe je het zou zeggen, wanneer, en of ze het zouden accepteren. Wat is eten en feesten met vrienden nu saai geworden. Want de komst van de afwasmachine heeft aan die spanning voorgoed een einde gemaakt. Aanbieden om de machine in of uit te ruimen is toch echt iets anders.
 
 


 
 
Door omstandigheden leef ik nu al weer een klein jaar zonder. De ouwe was kapot, een nieuwe werd uitgesteld.  En hoe vreemd het ook klinkt, ik wil niet anders meer. Niets is zo rustgevend als lekker met je handen in het hete sop te spelen, op zoek naar een verloren mes, intussen aan niets of juist aan alles denkend.  Niets is zo bevredigend als de smurrie uit de gootsteen te spoelen, nog even met een vaatdoek  de sopresten eruit, kraan erover, hopla: schoon!
 
 


 
 
Ik leer ook van mijn afwas. als je het elke dag doet, is het een snel, prettig karweitje. Maar als je het dagen laat staan, dan wordt het een opgave. Toch weer die slagschaduw boven je bestaan. Je ziet de groeiende afwasbelt in de keuken iedere keer op weg naar de koelkast. Je moet er diep van zuchten en je neemt je voor om hem zo meteen ‘te doen’. Dat vreet energie.
 
Maar als je dan echt geen schoon glas meer hebt, geen schoon schaaltje voor de brinta, geen normale koekepan, en als je met een oud zilveren gebaksvorkje van je oma’s servies in je aardappelen moet prikken, dan zit er niets anders op. Met een diepe zucht begin je eraan en … he … wat gek … het is eigenlijk prima. Vanaf het eerste bord. Het is rustgevend. En het is toch weer zo gedaan.
 


 
 
Meteen maar doen, al die dagelijkse taakjes, dingetjes, belletjes, opruimerijtjes. Hoe sneller je het allemaal wegwerkt, of het nou de afwas, de administratie of dat vervelende telefoontje is, hoe zenner je bent. En hoe beter je kunt concentreren op waar het in het leven echt om gaat. Wandeling door de duinen. Winkelen zonder doel. Muziek luisteren. Goed gesprek met een vriend. Echt naar een ander luisteren.  Een bloggie schrijven. Niet gehinderd door dat knagerige gevoel van: ik! wou! dat! die! afwas!
 

Wat ik leer van meeuwen

Ik leer veel van meeuwen. Ze zijn er gewoon. Elke morgen weer zitten ze op de klif. Te kijken of er iets te eten is. Te kijken of er geen onraad dreigt. Te kijken of er wat te paren valt.

 Ze vliegen op. Laten zich door een luchtstroming ergens heen voeren. Alleen maar bijsturen, gebruik makend van de juiste wind. Waar dat heen is? Ze zien wel. En dan gaan ze weer op een andere rots zitten. Een schutting. Een paal. Het strand. Ze gaan gewoon ergens anders zitten. En kijken dan weer: eten, gevaar, liefde. meeuwzit

Ik zal het nooit echt zeker weten, maar ik denk niet dat ze zich zorgen maken. Dat ze een rothumeur hebben. Klagen over iets dat gisteren is gebeurd. Of bang zijn voor iets dat misschien vandaag gaat gebeuren. Zich afvragen waarom alles gebeurt wat er gebeurt. Ze zijn er gewoon.

Ze zijn gewoon.

Gisteren zag ik een grote zilvermeeuw met een krab. Da’s een hele maaltijd. Meer dan alledaagse kost. Meestal zijn het kleine hapjes hier en kleine snippertjes daar. Wat ie deed? Toestoten, pakken, niet laten vallen. En laag over de golven naar een veilige plek. Oppassen dat niemand hem zag. Half uurtje bezig geweest met openkraken en oppeuzelen. Kraaien op veilige afstand om de resten op te ruimen. Daarna? Snavel afspoelen in zee. En weer opvliegen. Dat was alles.

En vanochtend begon er weer een nieuwe dag. Van zitten. Kijken. Vliegen. Scoren. En doorgaan. Er gewoon zijn. Leven. Totdat het voorbij is er gewoon het beste van maken. Ik kan een voorbeeld nemen aan meeuwen.

 meeuwlucht