Ooit was er op drasties – u weet wel, die veelbezochte Nederlandse website voor Nederlanders en buitenlanders in het buitenland en voor Nederlanders en buitenlanders in Nederland die in Nederland en het buitenland geïnteresseerd zijn – elke dag een weerkaartje. Dat was zo saai dat de reageerders er uit ballorigheid op gingen rijmen. Toen waren er de filemeldingen. Ook daar werd uiteindelijk alleen nog maar op gerijmeld. En nu is er dan het breaking news – oftewel de categorie “varia”, “stupid news” – de ditjes en datjes waar websites en gratis krantjes tegenwoordig mee volstaan. Hoe kun je als drastieslezer beter je stil protest laten horen dan ook daar op te gaan rijmen? Dat doet men dus vanaf het begin. Tot op heden zonder succes. Lees verder “Rijming news – winnaars en rauwe data”
Categorie: Lachen en Pret
Ze lokte me naar het bos
En we speelden detectiefje met verlos.
Zes-woordenverhaal voor Jokezelf
Zes woorden? Dit zijn er 2 dus!
De wolk en de zeven huisjes
Er waren eens zeven kleine huisjes die met hun moeder op een eiland in de oceaan woonden. Boven het eiland woonde een gemene wolk die graag huisjes at.
Op een dag moest moeder naar de stad om boodschappen te doen.“Passen jullie wel op voor de wolk? Alleen open doen voor mij en voor niemand anders” zei moeder. “Ja mama, wij passen wel op, we zijn geen babyhuisjes meer” zeiden de huisjes.
Toen moeder uit het zicht was kwam de wolk naar beneden en hij belde bij de huisjes aan. “Huisjes, doe eens open, ik ben jullie moeder en heb iets vergeten mee te nemen” zei de wolk.
Eén van de huisjes wou opendoen maar het slimste huisje hield hem tegen. “Ik weet dat je de wolk bent, want je stem is veel te lelijk!”
Dat is nou jammer, dacht de wolk. Wat nu? Snel steeg hij op en haalde een pot honing.
Weer bij de huisjes aangekomen nam hij een grote hap voorjaarshoning. Dat is de beste die er is. Zijn stem werd er een stuk zoeter van.
“Huisjes doe eens open, jullie moeder is er” zei hij. De huisjes waren nu gewaarschuwd en ze vroegen aan de wolk om eerst een steen te laten zien.
Jeetje, dacht de wolk en hij wist dat als hij zijn nevelige slierten zou laten zien de huisjes meteen zouden weten dat hij niet hun moeder was. “Oh wacht, ik heb iets vergeten, ik ben zo terug”.
De wolk steeg weer op. Want daar had hij ook nog een pot met plamuur staan. Op een rekje. Hij nam de pot mee naar de huisjes.
Toen stak hij zijn sliert in de plamuur en veegde ermee over de grond, door het gruis. Hij nam weer een flinke hap honing.
“Huisjes, hier ben ik weer” zei hij toen en hij hield zijn sliert, die nu net op een steen leek door de opgedroogde plamuur en het gruis, voor het raam. “Ja!” riepen de huisjes “Het is onze moeder!”
Ze deden de deur open en meteen vloog de wolk naar binnen. De huisjes renden door elkaar en probeerden weg te komen, maar de wolk kreeg ze allemaal te pakken en at ze allemaal in één keer op. Tenminste, de wolk dacht dat hij ze allemaal op had gegeten, maar één huisje was hem te slim af en verborg zich in de grote staande klok.
Even later kwam moeder thuis. “Jongens, ik ben thuis. Waar zijn jullie?” Niemand antwoordde en ze werd heel ongerust. Ineens ging de deur van de grote staande klok open.
“Oh mama, het is zo erg” stamelde het huisje. “De wolk heeft al mijn broertjes en zusjes opgegeten.” Moeder schrok en rende naar boven, waar zij de wolk hoorde snurken. De wolk lag op het bed van moeder met een heel dikke buik. “Ik doe hem wat” dacht moeder en zag toen dat de buik van de wolk bewoog. De huisjes waren nog in leven in de buik van de wolk!
“Haal snel een schaar, naald en draad!” zei moeder tegen het overgebleven huisje. Dat rende naar beneden en haalde een schaar, naald en draad. Moeder maakte de buik van de wolk open en de huisjes sprongen eruit levend en wel. “Snel jongens en meisjes, haal een paar zware stenen, dan doe ik die in de buik en naai ik hem weer dicht” zei moeder.
Zo gezegd zo gedaan. En even later lag de wolk op het bed van moeder met een dikke buik, vol met stenen. “Nu lijkt hij wel op een huis!” giechelde een huisje.
Moeder en de huisjes verstopten zich en wachtten af wat er zou gebeuren. De wolk werd wakker en had een enorme dorst. Buiten was een diepe waterput. De wolk strompelde ernaar toe met zijn dikke buik. “Ik heb wel heel erg veel gegeten” dacht hij en hij bukte zich om water te tappen. Maar de wolk was veel te zwaar geworden en viel pardoes voorover de put in.
Het laatste wat ze van de wolk hoorde was “blub blub blub” en weg was hij. De wolk was weer water geworden.
En de huisjes? Lachend en dansend kwamen ze te voorschijn en ze leefden nog lang en gelukkig met hun moeder.
Bewerking van het sprookje De Wolf en de Zeven Geitjes, op verzoek van de Heer Rozenwater. Er zijn plannen voor een verfilming.
Onderzoek wijst uit: negatieve, beledigende koppen scoorden niet altijd
Een analyse van de winnende inzendingen van de wedstrijd “Bedenk eens een mooie kop mensen” op drasties heeft aangetoond dat negatieve koppen niet altijd scoorden. Ook rijmen was niet echt nodig. De drie koplopers in het eindklassement zijn allen vaste drastiesreageerders, te weten Apiedapie, Ad Hok en Ilona. Deze reageerders hebben samen meer dan een derde van de prijzen gewonnen. Hoeveel het exacte bedrag is dat zij in boeken-, bioscoop- of slijtersbonnen hebben mogen incasseren, is niet bekend.
Dit blijkt uit niet eerder gepubliceerd onderzoeksmateriaal, dat heden op Apiedapie’s wordpressblog is geplaatst. Drasties is een veelbezochte Nederlandse website voor Nederlanders en buitenlanders in het buitenland en voor Nederlanders en buitenlanders in Nederland die in Nederland en het buitenland geïnteresseerd zijn.
Lees verder “Onderzoek wijst uit: negatieve, beledigende koppen scoorden niet altijd”
Het nooit vertelde verhaal van Sinterklaas en Roodkapje (alleen voor volwassenen)
Over onschuld en ervaring
Zij had een zilv’ren euro
een pop van speculaas
en zei tegen die ouwe
ben jij nou Sinterklaas?
Wel Sinterpippemonus
Breng mij dan als een haas
in ruil voor deze euro
en ook mijn speculaas
een pop met mooie vlechten
twee ballen in een net
een jurk van kant en zijde
een letter van banket.
De Sint die boog en kuste
zij was plots als de dood
Hij had een harde mijter
zij rook wat in zijn schoot.
Voor jou haal ik cadeautjes
met niet te wild geraas
je euro mag je houden
en ook je speculaas.
Ze wachtte vele winters
en zomers tuurlijk ook
Ze wachtte en ze wachtte
tot zij die lucht weer rook.
Toen op een vroege morgen
zag ze aan d’horizon
een dek en hupp’lend paardje
het ging van bonnebon.
Heel langzaam voer hij nader
van ver over de zee
een kinderkoor ging zingen
maar zij deed echt niet mee.
Zij kon alleen maar zweten
de meeuwen krijsten woest
ze leken goed te weten
wat nu gebeuren moest.
Zij liep toen in de golven
te waden in de zon
de maan scheen door de bomen
‘k weet ook niet hoe dat kon.
En Sinterklaas ging rennen
hij sprong zelfs naar benee
ja zomaar van zijn stoomboot
van hop hop in de zee.
Ah, daar ben je mijn meisje
je bent nog even fraai
met je vergeelde euro
je harde pop van taai.
Hier is je pop met vlechten
de ballen in het net
het jurkje staat vast prachtig
de letter van banket.
Maar trek nu uit dat badpak
ik streel je mooie haar
want dat is mijn beloning
wij zijn nu bij elkaar.
Wat heeft u grote oren
wat moet dat allemaal
u bent zo moet ik vrezen
in een verkeerd verhaal.
Vrij naar:
Wat omlaag gaat, gaat ooit weer omhoog
Vanwege mijn drukke beroep ga ik zelden naar de dokter. Maar als ik dan ga, dan kaart ik altijd meerdere opgespaarde kwaaltjes aan.
Vorige week had ik er vier: problemen met
lezen, een stijve nek, slecht kunnen slapen, en een wat verminderde potentie.
De dokter onderzocht me en vroeg: “Heeft u stress?”
Ik antwoordde: “Niet meer dan anders.”
Hij gaf me een recept voor slaaptabletten en verwijsbriefjes voor de oogarts en voor de masseur. Het potentieprobleem zat waarschijnlijk tussen de oren.
“Stress”, zei hij terwijl hij mij uitliet. “Is het soms de beurscrisis, heeft u veel verloren de afgelopen jaren?”
Op mijn bevestigende antwoord lachte hij: “Niet te zwaar nemen. U kent het gezegde: wat omlaag gaat, gaat ooit weer omhoog!”
Op veler verzoek zomaar een mening over Apiedapie
Velen hebben mij gevraagd om eens wat fanmail te publiceren. Ik heb altijd gezegd dat ik daar niet aan begin, omdat het selecteren tot problemen leidt. Pak je een goeie, dan krijg je het verwijt te suggereren dat ze allemaal zo zijn, en dat je een ijdeltuit bent. En een slechte wil je natuurlijk niet nogeens extra aandacht geven. Maar men bleef zeuren, ook in de vriendenkring.
Vandaar dat ik vanavond gewoon alle reacties van de afgelopen vijf dagen (zaterdag t/m woensdag) op een hoop heb gelegd, en er eentje volledig blind uit heb getrokken. Erewoord. Ik heb niet gekeken.
De onderstaande is het geworden, geschreven door een zekere Heer Rozenwater en hij vergelijkt mij daarin met een andere blogger. Waarom weet ik niet. Ik heb de naam van die andere blogger geschrapt, want die komt er niet best af. Hier komt hij (licht gemodereerde versie):
#53
Ik zou X willen omschrijven als de vervelende versie van Apiedapie (oftewel Apie als de leuke versie van X). In feite is X de Mini-Me van Apiedapie (maar dan wel de lelijke versie).
Apie en X hebben veel gemeen: linksig, pleasers, ijdel, als je ze een paar regeltjes schrijft schrijven ze je er veertig terug, ze hebben gevoel voor humor, geloven in een rechtvaardige wereld, snel op hun teentjes getrapt, vergevingsgezind, religieus etc.
Maar veel belangrijker is het IMMENSE verschil tussen Apie en X! Waar Apie ALTIJD de juiste toon weet aan te slaan, mist X ALTIJD de juiste toon. Waar Apie als een adelaar (met brede vleugelslagen) ver boven het aardse gewoel uitstijgt, fladdert X amechtig rond in zijn benauwde kippenblogje. X stoot regelmatig zijn koppie aan het gaas (panisch op zoek naar meer bezoekers), Apie brandt zichzelve uitsluitend aan de zon en de brandvlek staat hem nog goed ook!
By Heer Rozenwater on 17/08/2011 – 19:55
En een dag later deed de lieverd er nog een schepje bovenop (uitsluitend ter wille van de geschiedschrijving hier weergegeven):
“Apie met zijn kwikzilverachtige brein, zijn onnavolgbare associaties, zijn superieure humor, er ligt toch wel een kloof van 150 IQ punten tussen jou en Apie, zeker als het gaat om taalgevoeligheid!).”
De gehele reactie in zijn context staat hier op drasties.
Doe mee aan Het Grote Tandenpoets Onderzoek
Hoe normaal zijn lezers van blogs? Komen ze nog aan leven toe? Hoeveel aandacht besteden ze nog aan de echt belangrijke dingen van het leven?
Vandaag een onderzoek over tandenpoetsen. Hoe vaak doen bloglezers het? Maken ze er geluid bij? En slikken ze het door?
Vul de korte vragenlijst in, de antwoorden blijven anoniem. Reacties in het reactieveld mogen ook, maar die worden niet meegeteld. Suggesties voor verbeteringen en ander commentaar welkom. Het onderzoek loopt tot en met 31 juli, 2011.
Kreeft met blackberry
Bijdrage geschreven voor het leukste kookblog van de wereld: “het is geen feest als je niet bij Lummel bent geweest“.
Men neme een portemonnee. Men ga daarmee naar de supermarkt. Of naar de visser op de steiger om de hoek. Als tie niet toevallig weg is. In dat geval: later terugkomen.
Men bestelle daar (per persoon) een hard shell lobster van, zeg, 1,5 pound. Is echt genoeg, weest toch niet zo inhalig mensen, geniet toch eens met mate.
Die kreeft moet er goed uitzien. Als je hem aantikt moet de rug en staart meteen naar boven krommen. Hij (of nog beter: zij) moet ook lekker ruiken. Heel belangrijk.
Waarnaar??? Wat een vraag!!! Daar moet je dus blijkbaar “lezer van lummel’s kookblog” voor heten om zoiets te vragen. Een goede kreeft ruikt naar verse tuinaarde, hommel!!! Enfin, we gaan maar gewoon door. Wat? Naar de zee natuurlijk! De zee! Zilt! Hoe verse vis en oesters en zeewier en je oma op een houtvlot (mits zeewaardig) ook ruikt. Lees verder “Kreeft met blackberry”
How stupid can you get?
Last weekend I ran a 10K road race and I came across this sign. I won’t reveal where exactly it was other than that it was somewhere in a city on the East Coast of the USA. I was so intrigued that I went back the following day with a photo camera. How can anyone think that anybody would take these stupid commands seriously?
1. Drive like your kids
Of course not! Not like my 12-year old son. But even if he was 18 I’d certainly not like to adopt his style of driving. Why would I?
2. Live here
And even if I came out of that car alive or without serious damage, I would of course not like to live with these people, who surely must be very sadly crazy.
I drove away, as stupefied as the day before. Over my head I heard a herring gull cry, it sounded like laughing.







